HSK 6 – adequaat handelen bij zelf verwondend gedrag
1. Zelfbeschadiging
1.1. Zelfbeschadiging en zelfverwonding
Zelfbeschadiging = self-harm moeilijk af te lijnen en definiëren
- Directe manier = vb zichzelf toebrengen van brandwonden
- Indirecte manier = vb door inname medicatie, alcohol…
- Vele termen door elkaar gebruikt zelfverwonding, zelfdestructief gedrag, auto-
agressie, automutilatie en zelfbeschadiging
- Ruim begrip: ook roken, drinken, niet-therapietrouw gedrag
- Vaak geassocieerd met suïcidaal gedrag
Non suïcidal self-injury (DSM 5)= zelfbeschadiging ontstaat vanuit een nood om het leven
dragelijk te maken Het is een manier om met de problemen die het ben presenteert, om te
gaan.
- Zelfverwonding = self-injury (sub-vorm van zelfbeschadiging)
- DSM IV enkel symptoom van persoonlijkheidsstoornis
Relatie tss zelfbeschadiging en suïcidaliteit
- Suïcidaliteit komt duidelijker meer voor bij jongeren die zichzelf beschadigen
- Bij recidief van zelfverwonding treden er meer suïcides op dan bij eenmalig
automutilatie
Taboe hierrond
- In media afgeschilderd als meisjesproblematiek
- Voor jongens heel groot taboe
- Vaak beschaamd erover en/of gevoelens van schuld, twijfel in zichzelf
- Meer bespreekbaarheid via social media risico dat zelfverwonding genormaliseerd
wordt
2. Prevalentie van zelfverwondend gedrag
Kan bij iedereen voorkomen, onafhankelijk van: leeftijd, geslacht, ras, seksuele oriëntatie,
geloofsovertuiging, psychologische achtergrond…
Gemeenschappelijke basiskenmerken
- Negatief en kwetsbaar zelfbeeld
- Beperkt vertrouwen in zichzelf en anderen
- Verstoord lichaamsbeeld
- Kernlijden = problematische binding met zichzelf
- Tijdens contact
o Emotionele afstand – gevoelloos
o Disconnectie met zichzelf, met ‘begrijpen’ van zichzelf
o Voelen zich niet begrepen
o Eigen lichaam en omgeving ervaren als vreemd
o Contacten kunnen overspoelend ervaren worden
3. Vormen van zelfverwonding
3 vormen
- Ernstige of grove automutilatie (major) = zelfverminking (afsnijden lichaamsdeel)
gerelateerd aan (onbehandelde) psychotische episodes.
- Oppervlakkige automutilatie = meest voorkomend, mensen brengen zichzelf snij- of
brandwonden toe als vorm van coping-gedrag.
- Compulsief of dwangmatige automutilatie = vnl bij mensen met een beperking die
vb repetitief met hun hoofd tegen te muur bonken
, Zichtbare vormen Minder of niet zichtbare vormen
- Krassen en snijden - Overmatig gebruik van voorgeschreven
- Toebrengen brandwonden medicatie
- Schoonmaakmiddel drinken - Slaan/ schoppen (blauwe plekken)
- Scherpe voorwerpen vaginaal - Strangulatie
inbrengen - Zogenaamd accidenteel vallen
- Voorwerpen inslikken - Plukken van huid in mate dat het tot infectie
leidt
- Wonden die geïnfecteerd worden
Niet zozeer het zelfverwondend gedrag dient de focus te zijn van de vpk, wel de
onderliggende emoties ZO verleiden de vpk om te reageren op (dreigend) zelfverwonden
zodat de aandacht wordt afgeleid van de emotie die op dat moment essentieel zijn, maar
waar ze moeilijk kunnen over praten.
Relatie tss ZO en vpk wordt gedomineerd door (de strijd om) zelfverwondend gedrag en de
beheersing ervan.
4. Hoe meten we zelfverwonding begrijpen
4.1. Het perspectief van de ZO
Zelfverwonding is een emotie-regulerend en stabiliserend gedrag vanuit ZO’ers
perspectief. Heeft een communicatieve en probleemoplossende functie.
Vervult voor hen een functie
- Opbouwende spanning reduceren, herwinnen controle
- Uiten van (verboden) woede, manier om andere pijn niet te voelen
- Zichzelf straffen, gewoonte, reduceren van schuldgevoelens
- Manier om te communiceren dat niet op andere manier gezegd kan worden
- Manier om terug in contact te komen met zichzelf
- Manier om zich onaantrekkelijk te maken
- Vorm van zelfstimulatie (om iets te voelen)
Zelfverwonding geeft hen een gevoel van controle, zekerheid en autonomie,
overlevingsstrategie, manier om te ontsnappen uit psychische pijn.
4.2. Beïnvloedende factoren
Omgevingsfactoren
- Vroegere leefomgeving
o Gevolg van seksueel misbruik
Om zichzelf te straffen, om misbruikt te stoppen of zichzelf te reinigen
Men geeft zichzelf vaak de schuld voor het misbruik
o Gevolg van kindermis(be)handeling
o Gevolg van onvermogen emoties te uiten
- Huidige leefomgevingen
o Verlies van ouder, partner, goede vriend, huisdier, positie…
o Prestatiedruk, trauma, vrijheidsbeperking, sociale isolatie…
Biologische factoren = endorfine komen vrij waardoor mensen die zichzelf beschadigen
minder de pijn voelen dan mensen die dit gedrag niet stellen.
Cognitieve factoren
- Denkpatroon heeft invloed op gedrag en emoties
- Bij zelfverwonding ziet men vaak een gedachtenpatroon zoals pessimisme,
perfectionisme en zelfveroordeling
- Bepaalde cognitieve overtuigingen, kerngedachten kunnen een trigger zijn tot
zelfverwonding
1. Zelfbeschadiging
1.1. Zelfbeschadiging en zelfverwonding
Zelfbeschadiging = self-harm moeilijk af te lijnen en definiëren
- Directe manier = vb zichzelf toebrengen van brandwonden
- Indirecte manier = vb door inname medicatie, alcohol…
- Vele termen door elkaar gebruikt zelfverwonding, zelfdestructief gedrag, auto-
agressie, automutilatie en zelfbeschadiging
- Ruim begrip: ook roken, drinken, niet-therapietrouw gedrag
- Vaak geassocieerd met suïcidaal gedrag
Non suïcidal self-injury (DSM 5)= zelfbeschadiging ontstaat vanuit een nood om het leven
dragelijk te maken Het is een manier om met de problemen die het ben presenteert, om te
gaan.
- Zelfverwonding = self-injury (sub-vorm van zelfbeschadiging)
- DSM IV enkel symptoom van persoonlijkheidsstoornis
Relatie tss zelfbeschadiging en suïcidaliteit
- Suïcidaliteit komt duidelijker meer voor bij jongeren die zichzelf beschadigen
- Bij recidief van zelfverwonding treden er meer suïcides op dan bij eenmalig
automutilatie
Taboe hierrond
- In media afgeschilderd als meisjesproblematiek
- Voor jongens heel groot taboe
- Vaak beschaamd erover en/of gevoelens van schuld, twijfel in zichzelf
- Meer bespreekbaarheid via social media risico dat zelfverwonding genormaliseerd
wordt
2. Prevalentie van zelfverwondend gedrag
Kan bij iedereen voorkomen, onafhankelijk van: leeftijd, geslacht, ras, seksuele oriëntatie,
geloofsovertuiging, psychologische achtergrond…
Gemeenschappelijke basiskenmerken
- Negatief en kwetsbaar zelfbeeld
- Beperkt vertrouwen in zichzelf en anderen
- Verstoord lichaamsbeeld
- Kernlijden = problematische binding met zichzelf
- Tijdens contact
o Emotionele afstand – gevoelloos
o Disconnectie met zichzelf, met ‘begrijpen’ van zichzelf
o Voelen zich niet begrepen
o Eigen lichaam en omgeving ervaren als vreemd
o Contacten kunnen overspoelend ervaren worden
3. Vormen van zelfverwonding
3 vormen
- Ernstige of grove automutilatie (major) = zelfverminking (afsnijden lichaamsdeel)
gerelateerd aan (onbehandelde) psychotische episodes.
- Oppervlakkige automutilatie = meest voorkomend, mensen brengen zichzelf snij- of
brandwonden toe als vorm van coping-gedrag.
- Compulsief of dwangmatige automutilatie = vnl bij mensen met een beperking die
vb repetitief met hun hoofd tegen te muur bonken
, Zichtbare vormen Minder of niet zichtbare vormen
- Krassen en snijden - Overmatig gebruik van voorgeschreven
- Toebrengen brandwonden medicatie
- Schoonmaakmiddel drinken - Slaan/ schoppen (blauwe plekken)
- Scherpe voorwerpen vaginaal - Strangulatie
inbrengen - Zogenaamd accidenteel vallen
- Voorwerpen inslikken - Plukken van huid in mate dat het tot infectie
leidt
- Wonden die geïnfecteerd worden
Niet zozeer het zelfverwondend gedrag dient de focus te zijn van de vpk, wel de
onderliggende emoties ZO verleiden de vpk om te reageren op (dreigend) zelfverwonden
zodat de aandacht wordt afgeleid van de emotie die op dat moment essentieel zijn, maar
waar ze moeilijk kunnen over praten.
Relatie tss ZO en vpk wordt gedomineerd door (de strijd om) zelfverwondend gedrag en de
beheersing ervan.
4. Hoe meten we zelfverwonding begrijpen
4.1. Het perspectief van de ZO
Zelfverwonding is een emotie-regulerend en stabiliserend gedrag vanuit ZO’ers
perspectief. Heeft een communicatieve en probleemoplossende functie.
Vervult voor hen een functie
- Opbouwende spanning reduceren, herwinnen controle
- Uiten van (verboden) woede, manier om andere pijn niet te voelen
- Zichzelf straffen, gewoonte, reduceren van schuldgevoelens
- Manier om te communiceren dat niet op andere manier gezegd kan worden
- Manier om terug in contact te komen met zichzelf
- Manier om zich onaantrekkelijk te maken
- Vorm van zelfstimulatie (om iets te voelen)
Zelfverwonding geeft hen een gevoel van controle, zekerheid en autonomie,
overlevingsstrategie, manier om te ontsnappen uit psychische pijn.
4.2. Beïnvloedende factoren
Omgevingsfactoren
- Vroegere leefomgeving
o Gevolg van seksueel misbruik
Om zichzelf te straffen, om misbruikt te stoppen of zichzelf te reinigen
Men geeft zichzelf vaak de schuld voor het misbruik
o Gevolg van kindermis(be)handeling
o Gevolg van onvermogen emoties te uiten
- Huidige leefomgevingen
o Verlies van ouder, partner, goede vriend, huisdier, positie…
o Prestatiedruk, trauma, vrijheidsbeperking, sociale isolatie…
Biologische factoren = endorfine komen vrij waardoor mensen die zichzelf beschadigen
minder de pijn voelen dan mensen die dit gedrag niet stellen.
Cognitieve factoren
- Denkpatroon heeft invloed op gedrag en emoties
- Bij zelfverwonding ziet men vaak een gedachtenpatroon zoals pessimisme,
perfectionisme en zelfveroordeling
- Bepaalde cognitieve overtuigingen, kerngedachten kunnen een trigger zijn tot
zelfverwonding