communicatiewetenschappen
Inleiding
Ontstaan communicatiewetenschap:
- Communicatiewetenschap relatief jonge wetenschap (na WOII -> wat kan propaganda
doen met mensen?)
- Ontstaan in Europa rond 1950
Eindelijk een ‘afhankelijke’ wetenschap, geen onderdeel meer van een andere
wetenschap (sociologie, psychologie, …)
Inzicht communicatie nuttig voor allerlei wetenschappen en anderen:
Sociologie:
- Media als belangrijke socialisatiebron
- Media gaat normen en waarden, en machtsstructuren reproduceren en aanhouden.
Daagt ze ook uit.
Bv. schoonheidsidealen: de standaard wordt uitgedaagd door de body positivity
beweging; gender en seksualiteit: series dagen seksuele normen uit
Politiek
- Media gebruiken als 4e macht
- De publieke opinie beïnvloeden dmv van media
Veel in nieuws -> jouw aandacht aan dat onderwerp vergroot -> je vindt belangrijker
- Politici kunnen zo de achterban onderhouden en nieuwe stemmers binnenhalen
- Jongeren zijn heel makkelijk te beïnvloeden met influencer media (NIET meer nieuws),
waardoor ze steeds meer oriënteren rond milieu en genderpolitiek
(Social) profit organisaties
- Marketing op media is van belang als je iets wilt verkopen
Mediaprofessionals
- Journalisten cruciale rol in democratie: informeren burgers zodat die keuzes kunnen
maken op basis hiervan en kiezen waar ze zich kunnen aansluiten
Belangrijk voor civiele participatie
- Communicatieverantwoordelijken zijn cruciaal bij bv. apology video’s. Hun advies kan
verschil maken.
1
,Heath & Bryant: 4 invalshoeken die de basis van het communicatie theoretisch
denken vormen:
1. Retoriek
Aristoteles onderzocht welke tactieken sprekers konden gebruiken om de gedachte en
gedragingen van het publiek te beïnvloeden.
Retoriek van Aristoteles: 3 intrinsieke middelen om publiek te beïnvloeden
Ethos: persoonlijkheid en waarden van de spreker
(charisma, waarden, aantrekkelijkheid, geslacht)
Pathos: inspelen op de emoties van het publiek
(inspelen op angst = makkelijker overtuigen)
Logos: logica van argumentatie
(goed opgebouwd, goed te volgen)
2. Propaganda en media-effecten
Veel aandacht voor in de periode WO1-WO2
3. Informatietheorie
Centrale vraag = hoe kan informatie elektronisch verstuurd worden?
4. Groepsdynamica
- Lewin; leiderschap en de invloed die mensen op elkaar uitoefenen in kleine groepen
- Mead (socioloog) stelt dat mensen elkaar leren kennen door communicatie
2
,2. Basisconcepten en modellen
2.1 Inleiding
- CommunicatieWETENSCHAP
Realiteit begrijpen en verklaren
Hierbij zijn theorieën, concepten/modellen, empirisch onderzoek van belang
Communicatiewetenschappers gaan dit VB (gamen maakt gewelddadig) testen
Social learning theory = wij als mensen kunnen leren via observatie van anderen
hun gedrag
MAAR gebeurt niet klakkeloos -> dit gedrag moet worden ‘beloond’/aanvaard
Boek THE ANXIOUS GENERATION: epidemic of mental illnesses toe te wijzen aan
sociale media
Gebruikte generationele data: laatste tijd meer ziekte en meer sociale media ->
causale link?
MAAR je kan op social media ook blijheid vinden; een gemeenschap vinden
3
, 2.2Wat is communicatie?
Volgens woordenboek:
Overdacht van informatie
- Klemtoon op zender
- Eenrichtingsverkeer - geen aandacht aan ontvanger
- Kan zijn dat de boodschap wordt verzonden en de ontvanger het mist
Bv: nieuwsbericht over Gazastrook - mogelijk dat ontvanger niet ziet
Uitwisseling van informatie
- Gemeenschappelijk maken van ideeën
- Geen eenzijdig proces - zender en ontvanger zijn gelijkwaardig
- Geen start- of eindpunt
Dynamisch proces
Verbinding of verkeer
- Communicatie als transport
Bv: stoomboot voorziet communicatie tussen 2 plaatsen
Fauconnier (1981, grondleggers van de comwet in VL): geen enkele definitie is DE definitie
van communicatie
Goede definitie als bruikbaar binnen bepaalde visie, logisch, niet tegensprekend
4