8.1 fysieke groei
Vanaf het 6de levensjaar beginnen er duidelijke verschillen te ontstaan tussen jongens en meisjes in
hun fysieke groei. Ook zijn er grote verschillen tussen kinderen die opgroeien in landen die wel of
welvarend zijn, dit is te verklaren door het verschil in gezondheidszorg en voeding.
De groei van de hersenen
De hersenen van een 5 jarig kind zijn bijna volgroeid, de hersenen zijn dan ook ons snelst greoiende
lichaamsdeel. Wat groeit er dan in de hersenen? O.a. de verbindingen tussen de cellen, hierdoor is
complexere comminucatie tussen neuronen mogelijk en dit stimuleert de snelle ontwikkeling van
cognitieve vaardigheden. ook de toenamen van de hoeveelheid myeline speeld hierbij een rol. De
myeline schede is een vettige substantie die de neuronen beschermt en hun communicatie versneld.
Ook worden hersenhelfeten gespecialiseerde, sommige taken zullen dan bijv. voornamelijk of alleen
door de linker hersenheft uitgevoerdt worden, dit preces noemen we lateralisatie. De linker helft
specialiseert zich meer in dingen als praten, denken en redeneren. De rechterhelft in ruimtelijk
inzicht, muziek en emoties.
De ontwikkeling van de zintuigen
Mede dankzij de ontwikkeling van de hersenen gaan ook de zinuigen zich verder
ontwikkelen in de kleutertijd. Een voorbeeld hiervan is de vogel gemaakt van
fruit. De kleuters zullen zich meer concentreren op de losse delen
(kiwi,manderijn) en zien het geheel van samengestelde objecten niet. Pas rond
een jaar of 7 a 8 kunnen kinderen het geheel i.p.v. alleen de onderdelen te zien,
dit noemen we perceptuele schematisering.
Iets waar kinderen juist weer geen last van hebben, maar volwassenen wel is veranderingsblindheid.
Bij veranderingsblindheid ziet men veranderingen over het hooft, ook al gebeurt dit in het
gezichtsveld. Dit komt omdat we ‘onbelangrijke informatie’ vaak wegfilteren, iets wat kleine
kinderen nog niet doen.
8.2 motorische ontwikkeling
In de peuter en kleutertijd maakt een kind grote sprongen in de grove moteriek. Op 4 jarige
leeftijd is ongeveer 96% van de kinderen overdag zindelijk (plassen soms nog wel in bed).
Ongeveer 10% van de mensen in linkshandig, komt vaker voor bij jongens. Links of
rechtshandigheid gaat over de voorkeur voor een beplaade hand die mensen hebben, deze
voorkeur komt tot uiting in de kleitertijd.
Howard Gardner stelde dat het tekenen van kinderen ook in stadia gaat en dat dit ook
aangeeft hoe ver zij zijn in hun ontwikkeling. Hij kwam met de volgende stadia:
- Krabbelstadium
- Vorm stadium – rond 3 jarige leeftijd
- Ontwerpstadium – de mogelijkheid om eenvoudige vormen te combineren tot
complexere
- Pictirale stadium – rond 4 a 5 jaar, tekekeningen worden daadwerkelijk herkenbare
objecten
,8.3 bedrijgingen van fysieke groei en motorische ontwikkeling
Er zijn verschillende factoren die een (negatieve) invloed kunnen hebben op de fysieke groei en
motorische ontwikkeling van kinderen:
- Parvor nocturnus:
Een slaap stoornis. Tijdens de slaap krijgt het kind een verhoogde hartslag en versnelde
ademhaling, het schrikt wakker in heftige paniek.
- Voedselneofobie:
Angst voor onbekend voedsel. Over het algemeen kunnen kinderen echter vrij goed hun
eigen voedsel inname regelen. Aanmoedigen van door eten kan er zelfs toe leiden dat
kinderen meer eten dan ze nodig hebben.
- Kindermishandeling:
Kan verschillende vormen aannemen, bijv. psychische (emotionele) of lichamelijke
mishandeling, seksueel misbruik, getuigen zijn van huiselijk geweld of verwaarlozing.
Kindermishandeling komt in alle sociaal economische statussen voor, het blijkt echter wel
vaak gelinkt te zijn aan stress.
- Verwaarlozing:
Een vorm van kindermishandeling, waarbij de ouders niet (kunnen) voldoen aan de fysieke
en/of emotionele basis behoeften van een kind.
Wanneer een kind vroeger mishandeld is, vergoot de kans dat hij later ook zijn eigen kinderen zal
mishandelen, dit fenomeen heet intergenerationele overdracht van huiselijk geweld. Dit is een
voorbeeld van hoe mishandeling tot blijvende schade kan leiden.
Iets wat tegen de blijvende schade kan helpen is de veerkracht van een kind, met veerkracht
bedoelen we het kunnen overkomen van omstandigheden tot die blijvende psychische of fysieke
schade hadden kunnen leiden.
Kenmerken van veerkrachtige kinderen
- Ze hebben een temprament dat postieteve reacties opwekt, dankzij dit plezierige
temprament krijgen ze vaak alle beschikbare steun.
- Ze zijn aanhankelijk, gemakkelijk in de omgang en goedgehumeurd.
- Makkelijk troostare baby’s, roepen zorgzaamheid bij mensen op.
- Relatief intelligent en onafhankelijk.
- Interne locus of control.
, H9. De cognitieve ontwikkeling in de peuter en kleutertijd
9.1 de intellectuele ontwikkeling
Piaget zijn stadium van preoperationeel denken
Tussen het 2de en 7de levensjaar zijn kinderen volgens Piaget in het preoperationle stadium. Hierin
ontwikkelen zich het vermogen van symbolische denken, het gebruik van concepten en het
vermogen om te redeneren. Kinderen worden beter in het maken van mentale voorstellingen. Ze
zijn steeds minder afhankelijk van het gebruik van hun directe gewaarwording. Het symbolische
denken is volgens Piaget een van de belangrijkste aspecten van de preoperationele fase. Een
voorbeeld van symboolgebruik is het begrijpen dat een speelgoedauto gebaseerd is op een echte
auto. Ook kunnen symbolen gebruiken worden als een vorm van communicatie, zoals bij
pictogrammen.
Tijdens dit ontwikkelen hebben kinderen niet altijd voldoende beschikking over hun cognitieve
denkoperaties (= georganiseerd, formele, logische mentale processen), hierdoor kunnen zij
bijvoorbeeld fantasieën als werkelijkheid zien.
Een andere beperking is het denken van
kinderen is centratie, dit is wanneer kinderen
zich niet op meer dan een aspect van een
stimulus kunnen concentreren. Bijv. wanneer
je een kind vraagt het aantal knopen (per rij)
te tellen, dan zullen zij begrijpen dat elke rij 8 knopen heeft en dat dat evenveel heeft. Echter,
wanneer je ze alleen naar het plaatje laat kijken zullen zij zeggen dat de bovenste rij meer knopen
heeft. Kinderen baseren hun antwoord niet op het begrip hoeveelheid, maar op uiterlijke
verschijningen (de bovenste rij lijkt meer doordat ze verder uit elkaar staan). Wanneer kinderen wel
het besef krijgen dat kwantiteit niet gerelateerd is aan de fysieke verschijningen dan spreken we van
conservatie, een vorm van logische denken en inzicht.
Een andere beperking van kinderen is de preoperationele fase in het niet volledig begrijpen van
transformatie (een toestand verandert in een andere toestand). Een volwassen persoon weet dat
wanneer een recht op staand potlood valt, dat er tussen fasen in zitten, een kind heeft geen besef
van de tussen fasen en ziet alleen een recht op staand potlood en daarna de liggende.
Egocentrisme
Met egocentrisme bedoelen we niet het bewust egoïstisch zij, het is een stadium in de kindertijd
waar kinderen andermans perspectief niet kan zien. De twee vormen zijn; het gebrek aan besef dat
andere mensen de wereld vanuit een ander fysiek perspectief zien en het onvermogen om te
realiseren dat andere mensen andere gedachten, gevoelens en standpunten kan hebben die anders
zijn dan de jouwe.
Een voorbeeld van het egocentrisme is dat wanneer een kind verstoppertje speelt en hij jou niet kan
zien, dat hij ook denkt dat jij hem daardoor niet kan zien (wanneer alleen zijn hoofd verstopt is).