Inleiding
Communicatieprofessional= helpt zichzelf en zijn organisatie door te weten hoe
communicatie helpt om succesvol met deze thema’s om te gaan.
Talenten van een communicatieprofessional:
• Onderzoek en analyse
• Inzicht en strategie
• Concept en creatie
• Projectdesign en planning
Communicatiemanagment gaat over :
• Mensen raken en bewegen
• Verbinding tussen organisaties en omgeving
• Merken en media
• Relaties en reputaties
• Voorkeur en vertrouwen
=> grote, maatschappelijke opgaven van deze tijd
Verwachtingen van bestuurders:
• Ze verwachten een volwaardig gesprekspartner
• Ze verwachten dat ze zich aansluiten bij de agenda en taal van de bestuurskamer
• Ze verwachten iemand die de materie echt beheerst
• Ze verwachten professionals die hun deskundigheid en relevantie aantonen, met
advies op maat
Communicatieprofessionals moeten op 3 niveaus excelleren:
1. Strategisch niveau: bouwen en beschermen van reputatie
2. Analyse en communicatiestrategie: juiste toon en timing
3. Realisatie van programma’s en activiteiten
Communicatie als vaardigheid vs. professie
• Verbinding met en steun van stakeholders (relaties)
• Het bouwen aan vertrouwen en maatschappelijke legitimatie (reputatie)
• Het faciliteren van de interne en externe dialoog (interactie)
• Het beschermen van de beeldvorming (crisis en issues)
• De rol van change agent en het leren faciliteren van anderen in de organisatie om
beter te communiceren
1
,*CASE: herontwikkeling van een verlaten industrieterrein in Amsterdam dia 19*
*CASE: reputatie Johnson& Johnson Tylenol Crisis dia 22*
*CASE: microsoft dia 24*
“Communicatieprofessionals ondersteunen verandering, verbetering en vernieuwing. En
zorgen voor verbinding, voorkeur en vertrouwen”
ð Communicatie is geen nieuw fenomeen. De wetenschap bestaat al sinds de
klassieke oudheid. Het boek van Aristoteles over retorica (spreekkunst, de kunst
van het overtuigen) uit 350 voor Christus, is een van de eerste voorbeelden.
Economie= een wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij
de productie, distributie en consumptie van goederen en diensten.
Sociologie= de studie van sociale relaties tussen mensen, en in het bijzonder van de
politieke, culturele, religieuze en economische aspecten van menselijke samenlevingen.
Daarbij staan vooral de inrichting en veranderingen daarvan, alsmede sociale
problemen centraal.
Bedrijfskunde= het vakgebied dat zich bezighoudt met de organisatie en
marktomgeving van bedrijven. Het vakgebied maakt gebruik van inzichten uit andere
disciplines zoals bedrijfseconomie, economie, psychologie en sociologie.
Psychologie = de academische discipline die zich bezighoudt met het innerlijk leven en
het gedrag van mensen.
Antropologie =een wetenschap die de mens in al zijn aspecten, zowel fysiek als
cultureel, bestudeert. Antropologie wordt tot de gedragswetenschap en de sociale
wetenschappen gerekend
Sociale geografie=de sociale wetenschap die maatschappelijke verschijnselen in
heden en verleden bestudeert vanuit een ruimtelijke invalshoek.
Politicologie = de sociaalwetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met de
studie van politiek. De politicologie wordt gekenmerkt door haar substantiële interesse
in de politiek in al haar vormen.
2
,COMMUNICATIE ALS WETENSCHAP
- Maakt deel uit van de sociale
wetenschappen
- Bestudeerd sinds klassieke oudheid
- Bestudeerd de samenhang van gedrag,
mens en maatschappij
- Raakvlakken en overlapping met :
o Economie, sociologie, bedrijfskune,
psychologie, antropologie, sociale
geografie, politicologie
- Verschillende scholen van denken
Hoe wordt een communicatieproNesional beoordeeld?
- Ze worden vaak beoordeeld op hun vermogen invloed uit te oefenen op kennis,
houding en gedrag van de doelgroep
- Kennis : weten dat iets bestaat en wat het betekent (naamsbekendheid →
onthouden).
- Houding: wat je ervan vindt (positief/negatief; imago/betrokkenheid).
- Gedrag: wat je doet (kopen, meedoen of vermijden), soms zonder voorkennis.
HET COMMUNICATIELANDSCHAP
3
, PUBLIEKSGROEPEN
Interne publieksgroepen
- Personeel
- Gezinsleden van personeel
- Oud-werknemers
Algemene publieksgroepen
- Omwonenden
- Maatschappelijke instellingen
- onderwijsinstellingen
Politieke publieksgroepen
- Overheden
- Politieke partijen
- Ministeries
- Actie- en milieugroepen
- Belangenorganisaties
- Werknemersorganisaties
- Brancheorganisaties
- Consumentenorganisaties
- vakbonden
Financiele publieksgroepen
- Klanten
- Banken
- Aandeelhouders, investeerders
- Concurrenten
- Leveranciers
- Sponsoren
Stakeholders = iemand die positieve of negatieve invloed kan uitoefenen op de
organisatie. Interne en externe stakeholders
Verschil met publieksgroepen? Van wie of wat is de organisatie afhankelijk bij het
realiseren van haar doelen?
4