Kwalitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek
H1: Wat is kwalitatief onderzoek?
Wat is kwalitatief onderzoek?
De klassieke verklaringen zijn niet geheel correct/volledig:
- Verwijzing naar soort gegevens waarmee men werkt
cijfers = kwantitatief
niet-cijfermatig; woorden = kwalitatief?
- Verwijzing naar schaal van onderzoek
grootschalig en/of “representatief” = kwantitatief
kleinschalig = kwalitatief
- Verwijzing naar welbepaalde technieken van dataverzameling
Diepte-interviews; focusgroep-interviews; participatieve observaties; analyse van persoonlijke
documenten: etc.
Definitie kwalitatief onderzoek:
Kwalitatieve onderzoeksmethoden worden gebruikt om de aard van sociale verschijnselen te
onderzoeken. Dit houdt in dat kwalitatief onderzoek zich voornamelijk bezighoudt met de eigenschap,
de gesteldheid en het karakter van verschijnselen als interacties, situaties, groeperingen, problemen
etc.
Verschil tussen kwanitatief en kwalitatief is niet louter hoe zaken worden onderzocht, maar ook onderwerp van
onderzoek (wat je onderzoekt).
Gemeenschappelijke genen in de familie?
Veel mogelijke manieren om aan kwalitatief onderzoek te doen. (wij zien enkel grondvormen).
Kenmerken kwalitatief onderzoek examenvraag
1. Vraagstelling & doel van onderzoek
o Dagelijkse werkelijkheid staat centraal
Wiens betekenisgeving is belangrijker?
Onderzoeker (outsider, etic) of onderzochten (insider, emic) = deductief vs inductief
Beide wisselen elkaar af
Wereldbeeld van de onderzoeker = paradigma
Mortelmans: “transcendentale realisten”
= sociale fenomenen bestaan in ons brein en er los van
= positivisme: de wereld bestaat los van het brein
= constructivisme: de wereld bestaat enkel in het brein
o Vraagstelling anders: sociale processen en/of complexe thema’s
Niet: hoe vaak, hoe sterk is dit verband
WEL: inzicht zoeken in complexe thema’s (hoe zijn sociale processen? hoe komt het dan
men die betekenis geeft?)
2. Onderzoeksdesign
o Flexibel
Plan is noodzakleijk maar open voor verandering (data-analyse heeft hier effect op)
o Gericht op natuurlijke omgeving
Context en betekenisgeven wederzijds beïnvloedende factoren
o “Holistisch” begrijpen van de context
systematisch, allesomvattend, geïntegreerd (vs specifiek klein stuk, alleenstaand, los)
vb: wonder-icon project 2015-2017
1
,Kwalitatief onderzoek
(twee wzc, partners in project rond inzet van sociale robots bij dwaal of onrustig
gedrag bewoners)
3. Dataverzamelingsmethode
o Uitgebreid gamma methoden
o Vaak meerdere methoden, maar één dominant
o Flexibel gebruik van methoden
o Vaak intens en/of langdurig contact met veld
o Balans betrokkenheid en afstand nemen
o Iteratief verzamelen en analyseren
= cyclisch proces van gegevensverzamelen, analyseren en aanpassen
4. Analyse
o (Eerder) op basis van teksten
cijfers kunnen helpen: context onderzoeksdomein, als randinformatie
o Doel is betekenis achterhalen (moeilijk in andere taal)
o Processen staan centraal
o In diepte te begrijpen en niet statistisch representatief
o Geen voorgeprogrammeerde routines in analyse software
Hoe analyseren? Procedures = statistische procedures WEL zoeken naar inzicht in betekenisgeving
Stap 1: ‘Verstehende’ methode weber: ‘role taking’ oftewel het vermogen je te verplaatsen in de
positie van individu of groep
Stap 2: verder gaan dan ‘inner-perspective’ op sociale werkelijkheid (bv. door categoriseren in
begrippen o.a. grounded theory of bestaande theoretisch/ conceptuele kaders toe te passen als
bril
(=generaliseren)
5. Rapportering (klassieke vorm: kwalitatief artikel)
o Onderzochten worden betrokken
feedback op resultaten, vorm van kwaliteitscontrole
o Zoveel mogelijk context van het geheel
niet zo compact mogelijk, materiaal laten spreken
o Invloed van onderzoeker geëxpliciteerd
wat is jou achtergrond, wereldbeeld, normen & waarden…
Kwantitatief onderzoek: verre familie of aangetrouwd?
Methodenstrijd: klassieke verwijten over kwalitatief onderzoek:
- Niet wetenschappelijk
o Wat is wetenschap? wereldbeeld/ paradigma
Is wetenschap enkel positivisme (enkel empirische wetenschappen leveren geldige kennis op)
dan is het geen wetenschappelijke methode
MAAR: als je ander paradigma accepteert dan WEL wetenschappelijk want systematiek en
kennis nodig om goed uit te voeren
- Persoonlijke opinies
o Niet opinies van onderzoeker, maar van onderzochten staan centraal
o Niet enkel opinies, maar ook gedrag
o Onderzoeker moet eigen achtergrond expliciteren
o Systematische analyse procedures, met checks voorbij persoonlijke opinie
- “Soft” onderzoek
o Soft = onnauwkeurig, onzorgvuldig slechts perceptie
Oorzaak: openheid van design en analyse process, maar er zijn geijkte procedures om te
volgen
o Soft = geen ‘exact’ cijfer
Cijfers hebben grotere geloofswaarde, maar andere aard van data, andere informatie dan
tekst
2
,Kwalitatief onderzoek
- Kleine & niet gerandomiseerde steekproef
o Niet generaliseerbaar?
Klopt: NIET generaliseerbaar naar populatie, maar WEL generaliseerbaar naar theoretisch
kader
o Betekent niet onbetrouwbaar; enkel anders want eigen procedures/ regels:
Theoretische steekproef, tussentijdse analyse tot saturatie
“Kwalitatief onderzoek is diepgaander & beter”
- Is deelnemen aan methodenstrijd
- Opletten!: ene benadering is niet beter dan andere
o Keuze gehanteerde onderzoeksbenadering is afhankelijk van onderzoeksvraag
o Kritiek op kwantitatief onderzoek is vaak eerder kritiek op (post)positivistische empiristische
benadering
Waarom kwalitatieve methoden?
- Kwantitatieve methoden zijn onvolledig: individuen zijn niet de bron van waarheid, waarden/normen
en cultuur context is van belang
- Stellen van juiste vragen
o Wat weten we van maatschappij en waarom? Vb. categoriën in ras en voortplanten
o Wie ontwerpt, wie neemt deel en wie draagt de gevolgen?
H2: Geschiedenis kwalitatief onderzoek
I: Klassieke periode (1900-1945)
1) Verslagen
o Case studies
Le Play: Case unit: Family meerdere technieken (interview, observatie,
vergelijken, diepte)
Door vaststelling kleine gemeenschappen minder belangrijk dus focus op andere
eenheid: familie-eenheid (hoe is leven in het gezin)
revolutionair door aanpak (hedendaags: combinatie interview + observeren)
o Etnografische veldverslagen, andere culturen
Malinowski: The sexual life of savages
Participatieve observatie: Malinowski kon niet terug naar huis wegens de oorlog
en verbleef daarom langer in buitenland. Leerde daaruit het belang van in die wereld
te vertoeven en in de diepte die gemeenschap leren te kennen en vanuit hun
wereldbeeld betekenis weer te geven.
(op dat moment nog niet bewust van koloniale houding tegenover andere culturen)
Mead & Baterson: grondleggers antropologische documentaire film
onderzoek naar interactie tussen baby en moeder
2) Verstehen, kwalitatieve manier van kijken
o Abel: “postulation of an intervening process located inside the human organism by means of
which we recognize an observed – or assumed – connection as relevant or meaningful”
o Onderzoeker zoekt naar process waarmee individu betekenis geeft aan iets
betekenisgeving: verbinding tussen stimulus (betekenaar) en respons (betekende)
o Hoe?
1. Internaliseren v/d stimulus: wat doet de stimulus?
2. Internaliseren v/d respons: wat is de motivatie voor gedrag?
3. Identificeren van gedragsregels: verbinding stimulus-respons?
o Weber: voorbij individuele handelingen, ideaal typen
o In het veld (bv stad, extreme gevallen) participerende observatie
Chicago school 1920-1930: ontwikkelde vooral Kwal. Meth door migratie in VS
steden en verandering dus moest via participatieve observatie stad onderzoeken en
ontdekken in alle aspecten
3
, Kwalitatief onderzoek
Robert & Helen Lynd: “Middletown studies”
Traditie zet zich verder. Was een casestudie over wat typisch was voor kleinere
gemeenschappen en hoe alle facetten van het leven op elkaar in spelen +
beschrijving van geven
werd opnieuw uitgevoerd in jaren ’70
o Bronnenmateriaal zoals brieven
Thomas & Znaniecki (1918-1920): op basis van brievenmateriaal Polen-VS
identiteitsvorming van geëmigreerde Polen en familie proberen te begrijpen (hoe in
eigen woorden hun leven, thuissituatie beschrijven)
vernieuwende aanpak om sociale fenomenen te begrijpen
II: Verdrukking en kiemen van vernieuwing (’50 – ’70)
Verdrukking van kwalitatief onderzoek:
“enkel marginale en beperkte fenomenen beschrijven”
“goed voor vooronderzoek”
Reactie: formaliseren naar kwantitatief model (want kan nog niet op zichzelf staan op dit moment)
3! Tendensen:
1) Focusgroep interview (Merton & Lazardfeld): communicatie marketing
o Belangrijke ontwikkeling binnen kwal meth
o Ontwikkelt net voor WO2 om radio commercials/propaganda te evalueren (groen+rode knop)
nadien bespreken waarom bepaalde emoties opkwamen
2) Grounded theory (Strauss & Glaser) procedures om tot theorie te komen
3) Oprichting Birmingham School cultural studies
Grounded Theory: Tijdlijn
Straus & Glaser
Veldwerk theorie (Chicago) procedurele (Columbia)
GT kwaliteitscriteria: gepastheid, begrijpelijkheid, generaliseerbaarheid en
controleerbaarheid
Straus & Corbin VS Glaser
Verder gewerkt aan populariseren
en kanoniseren
Charmaz: constructivisme handelen centraal
Clarke: situationele analyse
- Cartografische weergave social worlds/arenas/negotiations
Situationele kaarten
Sociale werelden/arena kaarten
Positionele kaarten
4
Kwalitatief onderzoek
H1: Wat is kwalitatief onderzoek?
Wat is kwalitatief onderzoek?
De klassieke verklaringen zijn niet geheel correct/volledig:
- Verwijzing naar soort gegevens waarmee men werkt
cijfers = kwantitatief
niet-cijfermatig; woorden = kwalitatief?
- Verwijzing naar schaal van onderzoek
grootschalig en/of “representatief” = kwantitatief
kleinschalig = kwalitatief
- Verwijzing naar welbepaalde technieken van dataverzameling
Diepte-interviews; focusgroep-interviews; participatieve observaties; analyse van persoonlijke
documenten: etc.
Definitie kwalitatief onderzoek:
Kwalitatieve onderzoeksmethoden worden gebruikt om de aard van sociale verschijnselen te
onderzoeken. Dit houdt in dat kwalitatief onderzoek zich voornamelijk bezighoudt met de eigenschap,
de gesteldheid en het karakter van verschijnselen als interacties, situaties, groeperingen, problemen
etc.
Verschil tussen kwanitatief en kwalitatief is niet louter hoe zaken worden onderzocht, maar ook onderwerp van
onderzoek (wat je onderzoekt).
Gemeenschappelijke genen in de familie?
Veel mogelijke manieren om aan kwalitatief onderzoek te doen. (wij zien enkel grondvormen).
Kenmerken kwalitatief onderzoek examenvraag
1. Vraagstelling & doel van onderzoek
o Dagelijkse werkelijkheid staat centraal
Wiens betekenisgeving is belangrijker?
Onderzoeker (outsider, etic) of onderzochten (insider, emic) = deductief vs inductief
Beide wisselen elkaar af
Wereldbeeld van de onderzoeker = paradigma
Mortelmans: “transcendentale realisten”
= sociale fenomenen bestaan in ons brein en er los van
= positivisme: de wereld bestaat los van het brein
= constructivisme: de wereld bestaat enkel in het brein
o Vraagstelling anders: sociale processen en/of complexe thema’s
Niet: hoe vaak, hoe sterk is dit verband
WEL: inzicht zoeken in complexe thema’s (hoe zijn sociale processen? hoe komt het dan
men die betekenis geeft?)
2. Onderzoeksdesign
o Flexibel
Plan is noodzakleijk maar open voor verandering (data-analyse heeft hier effect op)
o Gericht op natuurlijke omgeving
Context en betekenisgeven wederzijds beïnvloedende factoren
o “Holistisch” begrijpen van de context
systematisch, allesomvattend, geïntegreerd (vs specifiek klein stuk, alleenstaand, los)
vb: wonder-icon project 2015-2017
1
,Kwalitatief onderzoek
(twee wzc, partners in project rond inzet van sociale robots bij dwaal of onrustig
gedrag bewoners)
3. Dataverzamelingsmethode
o Uitgebreid gamma methoden
o Vaak meerdere methoden, maar één dominant
o Flexibel gebruik van methoden
o Vaak intens en/of langdurig contact met veld
o Balans betrokkenheid en afstand nemen
o Iteratief verzamelen en analyseren
= cyclisch proces van gegevensverzamelen, analyseren en aanpassen
4. Analyse
o (Eerder) op basis van teksten
cijfers kunnen helpen: context onderzoeksdomein, als randinformatie
o Doel is betekenis achterhalen (moeilijk in andere taal)
o Processen staan centraal
o In diepte te begrijpen en niet statistisch representatief
o Geen voorgeprogrammeerde routines in analyse software
Hoe analyseren? Procedures = statistische procedures WEL zoeken naar inzicht in betekenisgeving
Stap 1: ‘Verstehende’ methode weber: ‘role taking’ oftewel het vermogen je te verplaatsen in de
positie van individu of groep
Stap 2: verder gaan dan ‘inner-perspective’ op sociale werkelijkheid (bv. door categoriseren in
begrippen o.a. grounded theory of bestaande theoretisch/ conceptuele kaders toe te passen als
bril
(=generaliseren)
5. Rapportering (klassieke vorm: kwalitatief artikel)
o Onderzochten worden betrokken
feedback op resultaten, vorm van kwaliteitscontrole
o Zoveel mogelijk context van het geheel
niet zo compact mogelijk, materiaal laten spreken
o Invloed van onderzoeker geëxpliciteerd
wat is jou achtergrond, wereldbeeld, normen & waarden…
Kwantitatief onderzoek: verre familie of aangetrouwd?
Methodenstrijd: klassieke verwijten over kwalitatief onderzoek:
- Niet wetenschappelijk
o Wat is wetenschap? wereldbeeld/ paradigma
Is wetenschap enkel positivisme (enkel empirische wetenschappen leveren geldige kennis op)
dan is het geen wetenschappelijke methode
MAAR: als je ander paradigma accepteert dan WEL wetenschappelijk want systematiek en
kennis nodig om goed uit te voeren
- Persoonlijke opinies
o Niet opinies van onderzoeker, maar van onderzochten staan centraal
o Niet enkel opinies, maar ook gedrag
o Onderzoeker moet eigen achtergrond expliciteren
o Systematische analyse procedures, met checks voorbij persoonlijke opinie
- “Soft” onderzoek
o Soft = onnauwkeurig, onzorgvuldig slechts perceptie
Oorzaak: openheid van design en analyse process, maar er zijn geijkte procedures om te
volgen
o Soft = geen ‘exact’ cijfer
Cijfers hebben grotere geloofswaarde, maar andere aard van data, andere informatie dan
tekst
2
,Kwalitatief onderzoek
- Kleine & niet gerandomiseerde steekproef
o Niet generaliseerbaar?
Klopt: NIET generaliseerbaar naar populatie, maar WEL generaliseerbaar naar theoretisch
kader
o Betekent niet onbetrouwbaar; enkel anders want eigen procedures/ regels:
Theoretische steekproef, tussentijdse analyse tot saturatie
“Kwalitatief onderzoek is diepgaander & beter”
- Is deelnemen aan methodenstrijd
- Opletten!: ene benadering is niet beter dan andere
o Keuze gehanteerde onderzoeksbenadering is afhankelijk van onderzoeksvraag
o Kritiek op kwantitatief onderzoek is vaak eerder kritiek op (post)positivistische empiristische
benadering
Waarom kwalitatieve methoden?
- Kwantitatieve methoden zijn onvolledig: individuen zijn niet de bron van waarheid, waarden/normen
en cultuur context is van belang
- Stellen van juiste vragen
o Wat weten we van maatschappij en waarom? Vb. categoriën in ras en voortplanten
o Wie ontwerpt, wie neemt deel en wie draagt de gevolgen?
H2: Geschiedenis kwalitatief onderzoek
I: Klassieke periode (1900-1945)
1) Verslagen
o Case studies
Le Play: Case unit: Family meerdere technieken (interview, observatie,
vergelijken, diepte)
Door vaststelling kleine gemeenschappen minder belangrijk dus focus op andere
eenheid: familie-eenheid (hoe is leven in het gezin)
revolutionair door aanpak (hedendaags: combinatie interview + observeren)
o Etnografische veldverslagen, andere culturen
Malinowski: The sexual life of savages
Participatieve observatie: Malinowski kon niet terug naar huis wegens de oorlog
en verbleef daarom langer in buitenland. Leerde daaruit het belang van in die wereld
te vertoeven en in de diepte die gemeenschap leren te kennen en vanuit hun
wereldbeeld betekenis weer te geven.
(op dat moment nog niet bewust van koloniale houding tegenover andere culturen)
Mead & Baterson: grondleggers antropologische documentaire film
onderzoek naar interactie tussen baby en moeder
2) Verstehen, kwalitatieve manier van kijken
o Abel: “postulation of an intervening process located inside the human organism by means of
which we recognize an observed – or assumed – connection as relevant or meaningful”
o Onderzoeker zoekt naar process waarmee individu betekenis geeft aan iets
betekenisgeving: verbinding tussen stimulus (betekenaar) en respons (betekende)
o Hoe?
1. Internaliseren v/d stimulus: wat doet de stimulus?
2. Internaliseren v/d respons: wat is de motivatie voor gedrag?
3. Identificeren van gedragsregels: verbinding stimulus-respons?
o Weber: voorbij individuele handelingen, ideaal typen
o In het veld (bv stad, extreme gevallen) participerende observatie
Chicago school 1920-1930: ontwikkelde vooral Kwal. Meth door migratie in VS
steden en verandering dus moest via participatieve observatie stad onderzoeken en
ontdekken in alle aspecten
3
, Kwalitatief onderzoek
Robert & Helen Lynd: “Middletown studies”
Traditie zet zich verder. Was een casestudie over wat typisch was voor kleinere
gemeenschappen en hoe alle facetten van het leven op elkaar in spelen +
beschrijving van geven
werd opnieuw uitgevoerd in jaren ’70
o Bronnenmateriaal zoals brieven
Thomas & Znaniecki (1918-1920): op basis van brievenmateriaal Polen-VS
identiteitsvorming van geëmigreerde Polen en familie proberen te begrijpen (hoe in
eigen woorden hun leven, thuissituatie beschrijven)
vernieuwende aanpak om sociale fenomenen te begrijpen
II: Verdrukking en kiemen van vernieuwing (’50 – ’70)
Verdrukking van kwalitatief onderzoek:
“enkel marginale en beperkte fenomenen beschrijven”
“goed voor vooronderzoek”
Reactie: formaliseren naar kwantitatief model (want kan nog niet op zichzelf staan op dit moment)
3! Tendensen:
1) Focusgroep interview (Merton & Lazardfeld): communicatie marketing
o Belangrijke ontwikkeling binnen kwal meth
o Ontwikkelt net voor WO2 om radio commercials/propaganda te evalueren (groen+rode knop)
nadien bespreken waarom bepaalde emoties opkwamen
2) Grounded theory (Strauss & Glaser) procedures om tot theorie te komen
3) Oprichting Birmingham School cultural studies
Grounded Theory: Tijdlijn
Straus & Glaser
Veldwerk theorie (Chicago) procedurele (Columbia)
GT kwaliteitscriteria: gepastheid, begrijpelijkheid, generaliseerbaarheid en
controleerbaarheid
Straus & Corbin VS Glaser
Verder gewerkt aan populariseren
en kanoniseren
Charmaz: constructivisme handelen centraal
Clarke: situationele analyse
- Cartografische weergave social worlds/arenas/negotiations
Situationele kaarten
Sociale werelden/arena kaarten
Positionele kaarten
4