Sociologie en psychologie
H7: het schoolkind
1. fysieke ontwikkeling
Optimale beheersing motoriek
Lenigheid
Kracht
Evenwicht
Reactiesnelheid
Oog-hand coördinatie
Activiteiten als sporten, schrijven en knutselen mogelijk, waarbij meerdere fijne en grove bewegingen
vloeiend gecombineerd worden.
Het kind vergelijkt zich met anderen o.b.v. lichamelijke prestaties
Lichamelijke prestaties competitief gedrag zelfbeeld
2. Cognitieve ontwikkeling
Schoolkind = heel gemotiveerd om bij te leren
Grote intrinsieke motivatie (nature)
Maar ook nood aan een goede opleiding in de lagere school (Nurture)
Want: kind leert lezen, schrijven en tekenen
Kan goed uit het hoofd leren
Volgens Piaget komen schoolkinderen in de fase van het concreet operationeel denken. Piaget
gebruikt de term ‘operatie’ voor logische denkhandelingen.
Evolutie concreet abstract
Jonge schoolkinderen willen vooral weten voor wat de dingen dienen of hoe ze eruit zien. Bv
Zand kun je schepen
Met zand kan je een kasteel bouwen
Oudere schoolkinderen kunnen al theoretisch een definitie geven aan iets en willen vooral
inzicht in gebeurtenissen. Bv
Zand is een grondstof
Een stoel is een meubelstuk
Nieuwe vaardigheden
1. classificatie a) klasseninclusie
Kleuters kunnen al dingen indelen in categorieën (=classificatie)
Schoolkinderen kunnen deze indelen in categorieën en subcategorieën= besef klasseninclusie
Voorbeelden;
Het kind kan inzien dat je tegelijkertijd in Puurs en in België bent
Het kind kan vertellen dat het 2 broertjes en 2 zusjes heeft en weet hoeveel broers en
zusjes zijn zusje heeft.
H7: het schoolkind
1. fysieke ontwikkeling
Optimale beheersing motoriek
Lenigheid
Kracht
Evenwicht
Reactiesnelheid
Oog-hand coördinatie
Activiteiten als sporten, schrijven en knutselen mogelijk, waarbij meerdere fijne en grove bewegingen
vloeiend gecombineerd worden.
Het kind vergelijkt zich met anderen o.b.v. lichamelijke prestaties
Lichamelijke prestaties competitief gedrag zelfbeeld
2. Cognitieve ontwikkeling
Schoolkind = heel gemotiveerd om bij te leren
Grote intrinsieke motivatie (nature)
Maar ook nood aan een goede opleiding in de lagere school (Nurture)
Want: kind leert lezen, schrijven en tekenen
Kan goed uit het hoofd leren
Volgens Piaget komen schoolkinderen in de fase van het concreet operationeel denken. Piaget
gebruikt de term ‘operatie’ voor logische denkhandelingen.
Evolutie concreet abstract
Jonge schoolkinderen willen vooral weten voor wat de dingen dienen of hoe ze eruit zien. Bv
Zand kun je schepen
Met zand kan je een kasteel bouwen
Oudere schoolkinderen kunnen al theoretisch een definitie geven aan iets en willen vooral
inzicht in gebeurtenissen. Bv
Zand is een grondstof
Een stoel is een meubelstuk
Nieuwe vaardigheden
1. classificatie a) klasseninclusie
Kleuters kunnen al dingen indelen in categorieën (=classificatie)
Schoolkinderen kunnen deze indelen in categorieën en subcategorieën= besef klasseninclusie
Voorbeelden;
Het kind kan inzien dat je tegelijkertijd in Puurs en in België bent
Het kind kan vertellen dat het 2 broertjes en 2 zusjes heeft en weet hoeveel broers en
zusjes zijn zusje heeft.