Wij hebben een verleden
Prehistorie … - ca. 3500 v.C.
Ontstaan aarde:
+/- 14 miljard jaar geleden oerster uiteengespat = oerknal
Miljarden sterren ontstaan 1 zon gassen deeltjes rond = vormt +/- 4,6
miljard geleden een gloeiende bol = aarde
Koelde af in een wolk van waterdamp wolk viel als regen = meren,
zeeën, oceanen
Eerste leven in water insecten en schorpioenen op land
Dinosauriërs:
Leefden 150 miljoen jaar geleden 65 miljoen jaar geleden gestorven
Meteoriet tegen aarde veel stof = zon verduisterd, temperatuur daalt
Eerste mensen:
+/- 40 miljoen jaar geleden in Afrikaans regenwoud als zoogdier =
voorouder van mens, bewoog op handen en voeten
Klimaat droger regenwoud werd grasland = mensapen gingen rechtop
lopen en handen gebruiken om werktuigen te maken (keien, takken,
botten)
Vlees en planten als voedsel zwierven rond als jagers en
voedselverzamelaars
1. Australopitheus
2. Homo habilis
3. Homo erectus
4. Neanderthaler
5. Homo sapiens
Vuur vuurstenen (=silex, ook voor werktuigen en wapens) tegen elkaar
wrijven
Van zwerver naar boer zoeken wortels en vruchten, slapen in tenten en
grotten, wapens voor jacht en vuur voor koude dagen door opwarming
leerde graan oogsten, dieren kweken en hutten bouwen
Dood rendier:
- Gewei & beenderen: werktuigen,
wapens
- Haren & pezen: bindmateriaal,
kussens
- Maaginhoud & vlees: voedsel
- Vet: olielampen
Eerste boeren in Haspengouw vruchtbare grond
Oudheid ca. 3500 v.C. – ca. 500
Oude Egypte:
Nijl overstroomd jaarlijks = laat vruchtbaar slib achter om graan in de
zaaien, bodem bewerken met sikkels en ploegen
, Graan weefden vlas tot kleding, akkers maar ook vee, klei potten,
hutten en huizen
- Farao = Egyptische koningen
- Hiërogliefen = Egyptisch schrift
- Mummie = een lichaam dat ze wouden
behouden
- Sarcofaag = stenen kist waar ze mummie in
bewaren
Grieken en Romeinen:
Uitstrekking Romeinse rijk 2de eeuw (donker)
- Acropolis = stadsburg oud Athene (hoogste
punt)
- Heerbaan = brede weg met kasseien
- Belgica = Romeinse provincie
- Colosseum = grootste amfitheater van Romeinse rijk
- Circus Maximus = groot stadion in centrum Rome (paardenrennen)
- Gladiatorengevecht = gevecht op leven op dood, tegen elkaar of tegen
dier
- Amfitheater = plek voor paardenrennen of gewelddadige spelen
Door overbevolking in Rome verkeersopstopping, werkloosheid, afval
Julius Caesar veroverde Gallië van Ambiorix, hij was de dictator van het
Romeinse rijk
Middeleeuwen ca. 500 - ca. 1500
Val Romeinse rijk:
Door Germaanse invallen (rond 500)
Noormannen plunderden verschillende streken, wegen en steden
geraakten in verval
Bevolking bouwde burchten en versterkte abdijen, christelijke godsdienst
was belangrijk
Gent = samenvloeiing van Schelde en Leie en aan belangrijke handelsweg
naar de kust graaf van Vlaanderen had er een burcht en in stad grote
abdijen
Brugge = concurrent Gent, zeearm van het Zwin verbond Brugge met
Noordzee, handelaars over heel Europa
Boeren (bevoorrading van de steden) moesten in ruil voor bescherming
werken voor adel (geeft grond voor bruikleen voor armen) en geestelijken
(hoop en troost in zware tijden, bidden voor het volk)
- Ambachtslui = loonarbeiders en werkten thuis
- Handelaars = verkochten afgewerkte producten van ambachtslui op
markten, en kochten nieuwe grondstoffen (wol) aan
- Gilden = soort beroepsvereniging
Nieuwe tijden ca. 1500 – 1945
Vorsten en ontdekkingen:
, Rijke vorsten hadden de macht in Europa (vuurwapens, legers), Spaanse
wereldrijk was zo de grootste politieke macht
Columbus: Spaanse ontdekkingsreiziger ontdekte Amerika over
Atlantische oceaan (op zoek naar Indië)
Vasco da Gama: Portugese ontdekkingsreiziger zeeroute naar India
ontdekt
Antwerpen:
Belangrijke wereldhaven (behoorden tot Spaanse wereldrijk, luxegoederen
aangevoerd en verhandeld (export en import)
Nieuwigheden en kolonisatie:
- Kompas = route vinden bij scheepsvaart, navigatie tegenover het
noorden
- Karveel = verbeterd schip om op volle zee te varen (“piratenschip”)
- Boekdrukkunst = kennis makkelijker verspreid (kaarten, teksten) door
pers werd boek gedrukt
- Motorvliegtuig = soort zweefvliegtuig met motor
- Auto = vervoersmiddel met motor en 4 wielen
Bij kolonisatie gingen ze continenten veroveren, het zware werk werd
gedaan door slaven die van Afrika naar Amerika werden gevoerd
Revolutie:
Industriële revolutie was iets na 1800, Wallonië was voor ijzererts en
steenkool, Vlaanderen voor weverijen en spinnerijen (Gent & Aalst),
Antwerpen werd opnieuw een internationale haven, 19 de eeuw kreeg België
dicht spoorwegnet
- Kinderarbeid = kinderen deden vuil en gevaarlijk werk (minst betaald)
- Leerplicht = te veel kinderen ongeletterd, en onderwijs werd beter
- Leven van arbeider = uitbuitend, lage lonen en zwaar werk
hongersnood, woningnood (iedereen is in stad), door stakingen kwam
stemrecht en sociale wetten
Eigen tijd 1945 - …
Kloof:
Na WOII wereld diep verdeeld welvaartmaatschappij (grote verschillend
per continent)
Niet deelnemen aan snelle vooruitgang (computers, …) bleef arm
Europa: West (meer welvaart) vs. Oost (minder welvaart)
Brussel:
Hoofdstad België en hoofdkwartier van internationale instellingen (EU,
NAVO) kantoren zijn dicht bij elkaar en verkeer stroomt uit alle hoeken
van Europa
Weerspiegelt kloof tussen arm en rijk