Über Samenvatting Filmgeschiedenis 2
Classical Hollywood ca.1930-1960
- klassieke narratieve film/klassieke filmtaal → Griffith, geluidsfilm, eerste studios
- klassieke verhaalstructuur → roman, personages, causale opbouw, identificatie met
kijker, psychologisch gemotiveerde karakters
- belang van temporele en ruimtelijke coherentie → continuity editing en ellipsen,
onzichtbare montage, match-on-action en eyeline-matching
- establishing shot → closer shots
Classical Hollywoodsystem
- massapubliek en massieve output, wereldwijde dominantie
- 1946 grootste piek → daarna afname door doorbraak televisie
- standaardisering van programma na doorbraak geluid → newsreel, short, cartoon,
A+B films
- oligopolie (verticale integratie) + independents (poverty row studios)
- 5 majors: MGM, Paramount, WB, Fox, RKO
- 3 minors: Universal, Columbia, United Artists
- systeem van zelfcensuur→ production code vanaf 1933
- filmsterren en cultus
- producent=auteur → behlave sommige producer/directors
- cruciale rol van genres
Neergang klassieke Hollywood Systeem na WOII
- doorbraak TV, antitrustwetten (paramount decision 1948), Mccarthyisme en de
Hollywood blacklist
- afbrokkeling van de production code → versoepeling jaren 50 → ratingsysteem
- target-audiences zorgen voor differentiatie van films
Classical Hollywood Musical - ca. 1930-1955
Musical in de jaren 30
Busby Berkeley
- choreograaf op broadway, regisseur van dansnummer (in functie van de camera),
soms zelf regisseur
- complexe danspatronen en gebruik van trappen
- massa choreografie, geabstraheerde bewegingen, atletische erotiek
- Berkeley Top Shot, mono rail voor tracking shots, expressieve camerabewegingen
- avant-garde = abstracte kunst, surrealistische stijl, constructivistische ritmische
montage
- film als visuele kunst (cinema of attraction)→ contrast narratief en dans
- backstage musicals → muzikale onderbrekingen
- escapisme tijdens de Depressie van de jaren 30
Fred Astaire
- musicals voor RKO → Fred and Ginger met Ginger Rogers
, - choreograaf en regie dansnummers → functionele camerastijl, camera partner in
de dans
- integratie dans en narratief
- ritmische koppeling beeld en geluid, long takes (acrobatie), onzichtbare montage
- Hermes Pan, Mark Sandrich, Pandro S. Berman
Musical in de jaren 40/50 → MGM grootste studio
- integrated musicals + dance dramas
- doorbraak technicolor 1940
- Gene Kelly, Stanley Donen → streetdances en vriendschappen
- Vincente Minnelli → feestelijke, kleurrijker, fantastischer
- Arthur Freed → Freed-unit, glitter en hoge kwaliteit van de MGM musical
Frans Poëtisch Realisme - ca. 1930-1940
Franse cinema 1920-1930
- 1920 → bloeiende filmindustrie → vroege jaren 30 economische en artistieke crisis
- stimulering lokale producties wegens doorbraak geluid (minder import)
- meer vrijheid filmmaker → zwak studiosysteem (gedecentraliseerd)
- kritische waardering Franse films + kosmopolitische filmstudio's
- eerste avant garde= impressionisme
- tweede avant garde= cinema pur en surrealisme
Frans Poëtisch realisme
- ontwikkeld in de late jaren 1920 → Jean Vigo en René Clair
- dominant 1934-1940
- gestileerd realisme → evenwicht tussen naturalisme en stilering/lyrische elementen
- eerste fase FPR 1935-1937 → overwinning Front Populaire
- maatschappelijk optimisme → empathie en solidariteit
- tweede fase FPR na 1937 → mislukking Front Populaire
- pessimistische stemming (fascisme, oorlogsdreiging, crises)
- vaak Jean Gabin als tragische held (Carné)
Kenmerken FPR
- fatalistische verhaalstructuur → meestal door flashbacks structuur fatalistische einde
tonen
- ondersteund door mise-en-scène (grote schaduwen en gebukte figuren)
- antihelden, volwaardige personages, gedoemde intense liefde
- realistische evocatie van dagelijkse context (donkere steegjes)
- maar gecreëerd in de studio → stilering van realiteit met een poëtische
stemming
- scheerlicht en betekenisvolle/narratieve werking van licht (cf. Duits expressionisme)
- verwantschap eigentijdse kunst fotografie - Paris de Nuit - Brassai 1933
- psychologische eenzaamheid (grote achtergrond + klein karakter)
- fascinatie voor het toevallige/alledaagse met een poëtische beeldtaal
, - inspo voor Italiaanse Neorealisme (dagelijkse omgeving en gewone mensen)
- inspo voor Film Noir (fatalistische stemming en lichtwerking)
- Jacques Prévert → scenarist voor oa. Renoir en Carne (literair met authentiek
taalgebruik)
- Charles Spaak → scenarist voor Duvivier
- Marcel Pagnol → toneelacteur, betrokken in verfilmingen, regionalisme en volks
karakter
Marcel Carné
- begonnen als filmcriticus, werkte veel samen met joodse cameramannen ed.
- mobiele camera, lager shot voor een focus op de diepte →plafond zichtbaar voor
een soort doos fatalisme, vloeiende overgangen en long takes voor verhoging
realisme
- fatalistische sfeer+dromerig, atmosferische/bijna mythische sets, terrain
vague/wasteland
- kammerspiele invloed te zien (doos fatalisme),
Jean Renoir
- invloed op Orson Welles (Plan sequence), begonnen in stille impressionistische film
(zoon impressionistische schilder)
- baseerde camerawerk op de acteur ipv het beeld
- FPR maar minder opzichtig dan Marcel Carné (stond open voor ideeën van anderen)
- vaak rijke visuele textuur, bewegende plaatjes, de natuur in volle beweging
- zelfs in interieur kleine bewegingen
- long-takes en sequence-shots doe afwijken van de traditie
- maar wel met een mobiele camera om onze aandacht te houden
- plan séquence (la règle de jeu)
- dramatische spanning door diepte-compositie
- kaders in kaders/ voor en achter grond mogelijk
- cf. deep focus photography (welles)
- locatie opnames (toni)
Julien Duvivier
- eerste fase FPR: la belle epique met Charles Spaak (solidariteit ed.)
- tweede fase FPR: pépé le moko met Jean Gabin (tragische held/einde)
Film Noir - ca. 1940-1958
- amoreel en cynisch universum: noodlot
- nachtelijke grootstad, eenzaamheid, vervreemding
- zwervende, neurotische of psychotische personages (psychoanalyse)
- subjectiviteit dmv van voice overs of pov-shots
- complexe verhaalstructuren → flashbacks
- expressief chiaroscuro
- expressieve shot-composities
- Fritz Lang - Scarlett street, Lady from Shanghai en Touch of Evil van Welles
Classical Hollywood ca.1930-1960
- klassieke narratieve film/klassieke filmtaal → Griffith, geluidsfilm, eerste studios
- klassieke verhaalstructuur → roman, personages, causale opbouw, identificatie met
kijker, psychologisch gemotiveerde karakters
- belang van temporele en ruimtelijke coherentie → continuity editing en ellipsen,
onzichtbare montage, match-on-action en eyeline-matching
- establishing shot → closer shots
Classical Hollywoodsystem
- massapubliek en massieve output, wereldwijde dominantie
- 1946 grootste piek → daarna afname door doorbraak televisie
- standaardisering van programma na doorbraak geluid → newsreel, short, cartoon,
A+B films
- oligopolie (verticale integratie) + independents (poverty row studios)
- 5 majors: MGM, Paramount, WB, Fox, RKO
- 3 minors: Universal, Columbia, United Artists
- systeem van zelfcensuur→ production code vanaf 1933
- filmsterren en cultus
- producent=auteur → behlave sommige producer/directors
- cruciale rol van genres
Neergang klassieke Hollywood Systeem na WOII
- doorbraak TV, antitrustwetten (paramount decision 1948), Mccarthyisme en de
Hollywood blacklist
- afbrokkeling van de production code → versoepeling jaren 50 → ratingsysteem
- target-audiences zorgen voor differentiatie van films
Classical Hollywood Musical - ca. 1930-1955
Musical in de jaren 30
Busby Berkeley
- choreograaf op broadway, regisseur van dansnummer (in functie van de camera),
soms zelf regisseur
- complexe danspatronen en gebruik van trappen
- massa choreografie, geabstraheerde bewegingen, atletische erotiek
- Berkeley Top Shot, mono rail voor tracking shots, expressieve camerabewegingen
- avant-garde = abstracte kunst, surrealistische stijl, constructivistische ritmische
montage
- film als visuele kunst (cinema of attraction)→ contrast narratief en dans
- backstage musicals → muzikale onderbrekingen
- escapisme tijdens de Depressie van de jaren 30
Fred Astaire
- musicals voor RKO → Fred and Ginger met Ginger Rogers
, - choreograaf en regie dansnummers → functionele camerastijl, camera partner in
de dans
- integratie dans en narratief
- ritmische koppeling beeld en geluid, long takes (acrobatie), onzichtbare montage
- Hermes Pan, Mark Sandrich, Pandro S. Berman
Musical in de jaren 40/50 → MGM grootste studio
- integrated musicals + dance dramas
- doorbraak technicolor 1940
- Gene Kelly, Stanley Donen → streetdances en vriendschappen
- Vincente Minnelli → feestelijke, kleurrijker, fantastischer
- Arthur Freed → Freed-unit, glitter en hoge kwaliteit van de MGM musical
Frans Poëtisch Realisme - ca. 1930-1940
Franse cinema 1920-1930
- 1920 → bloeiende filmindustrie → vroege jaren 30 economische en artistieke crisis
- stimulering lokale producties wegens doorbraak geluid (minder import)
- meer vrijheid filmmaker → zwak studiosysteem (gedecentraliseerd)
- kritische waardering Franse films + kosmopolitische filmstudio's
- eerste avant garde= impressionisme
- tweede avant garde= cinema pur en surrealisme
Frans Poëtisch realisme
- ontwikkeld in de late jaren 1920 → Jean Vigo en René Clair
- dominant 1934-1940
- gestileerd realisme → evenwicht tussen naturalisme en stilering/lyrische elementen
- eerste fase FPR 1935-1937 → overwinning Front Populaire
- maatschappelijk optimisme → empathie en solidariteit
- tweede fase FPR na 1937 → mislukking Front Populaire
- pessimistische stemming (fascisme, oorlogsdreiging, crises)
- vaak Jean Gabin als tragische held (Carné)
Kenmerken FPR
- fatalistische verhaalstructuur → meestal door flashbacks structuur fatalistische einde
tonen
- ondersteund door mise-en-scène (grote schaduwen en gebukte figuren)
- antihelden, volwaardige personages, gedoemde intense liefde
- realistische evocatie van dagelijkse context (donkere steegjes)
- maar gecreëerd in de studio → stilering van realiteit met een poëtische
stemming
- scheerlicht en betekenisvolle/narratieve werking van licht (cf. Duits expressionisme)
- verwantschap eigentijdse kunst fotografie - Paris de Nuit - Brassai 1933
- psychologische eenzaamheid (grote achtergrond + klein karakter)
- fascinatie voor het toevallige/alledaagse met een poëtische beeldtaal
, - inspo voor Italiaanse Neorealisme (dagelijkse omgeving en gewone mensen)
- inspo voor Film Noir (fatalistische stemming en lichtwerking)
- Jacques Prévert → scenarist voor oa. Renoir en Carne (literair met authentiek
taalgebruik)
- Charles Spaak → scenarist voor Duvivier
- Marcel Pagnol → toneelacteur, betrokken in verfilmingen, regionalisme en volks
karakter
Marcel Carné
- begonnen als filmcriticus, werkte veel samen met joodse cameramannen ed.
- mobiele camera, lager shot voor een focus op de diepte →plafond zichtbaar voor
een soort doos fatalisme, vloeiende overgangen en long takes voor verhoging
realisme
- fatalistische sfeer+dromerig, atmosferische/bijna mythische sets, terrain
vague/wasteland
- kammerspiele invloed te zien (doos fatalisme),
Jean Renoir
- invloed op Orson Welles (Plan sequence), begonnen in stille impressionistische film
(zoon impressionistische schilder)
- baseerde camerawerk op de acteur ipv het beeld
- FPR maar minder opzichtig dan Marcel Carné (stond open voor ideeën van anderen)
- vaak rijke visuele textuur, bewegende plaatjes, de natuur in volle beweging
- zelfs in interieur kleine bewegingen
- long-takes en sequence-shots doe afwijken van de traditie
- maar wel met een mobiele camera om onze aandacht te houden
- plan séquence (la règle de jeu)
- dramatische spanning door diepte-compositie
- kaders in kaders/ voor en achter grond mogelijk
- cf. deep focus photography (welles)
- locatie opnames (toni)
Julien Duvivier
- eerste fase FPR: la belle epique met Charles Spaak (solidariteit ed.)
- tweede fase FPR: pépé le moko met Jean Gabin (tragische held/einde)
Film Noir - ca. 1940-1958
- amoreel en cynisch universum: noodlot
- nachtelijke grootstad, eenzaamheid, vervreemding
- zwervende, neurotische of psychotische personages (psychoanalyse)
- subjectiviteit dmv van voice overs of pov-shots
- complexe verhaalstructuren → flashbacks
- expressief chiaroscuro
- expressieve shot-composities
- Fritz Lang - Scarlett street, Lady from Shanghai en Touch of Evil van Welles