Fiscaal Ondernemingsbeleid
Examenvragen Carl Van Biervliet Academiejaar 2024-2025
1) Beschrijf wat we fiscaal als een bezoldiging bedoelen (als bedrijfsleider)?
Art. 32 WIB
Bezoldigingen van bedrijfsleiders zijn alle beloningen verleend of toegekend aan een
natuurlijk persoon die:
1. Een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of gelijksoortige functies
uitoefent;
2. In de vennootschap een leidende functie of een leidende werkzaamheid van
dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of technische aard, uitoefent buiten
een arbeidsovereenkomst.
Daartoe behoren inzonderheid:
1. Vaste of veranderlijke tantièmes, zitpenningen, emolumenten en alle andere sommen
toegekend door vennootschappen, andere dan dividenden of terugbetalingen van
eigen kosten aan de vennootschap;
2. Voordelen, vergoedingen en bezoldigingen die in wezen gelijkaardig zijn aan die
vermeld in artikel 31, tweede lid, 2° tot 5°
3. In afwijking van artikel 7, de huurprijs en de huurvoordelen van een gebouwd
onroerend goed verhuurd door de in het eerste lid, 1°, vermelde personen aan de
vennootschap waarin zijn een opdracht of gelijksoortige functies uitoefenen, voor
zover zij meer bedragen dan vijf derden van het kadastraal inkomen gerevaloriseerd
met de in artikel 13 vermelde coëfficiënt. Van deze bezoldigingen worden de kosten
in verband met het verhuurde onroerend goed niet in aftrek gebracht.
Het art. 32 wordt ook wel eens het ‘attractiebeginsel’ genoemd: alle prestatievergoedingen
die een bedrijfsleider verkrijgt uit zijn vennootschap zullen aangemerkt worden als
bezoldigingen.
2) Waarvoor is een bezoldiging in de praktijk belangrijk? (Leg elk item ook kort uit).
Op bezoldigingen is er bedrijfsvoorheffing verschuldigd: de werkgever zal op het loon
bedrijfsvoorheffing inhouden en deze doorstorten naar de schatkist (het is niet aan de
werknemer om dit te doen, deze ziet hier niks van).
Zelfstandigen (dus ook voor sommige bedrijfsleiders) moeten sociale bijdragen betalen per
kwartaal. Er is een forfaitaire minimumbijdrage +/- €870 en een maximumbijdrage van
€4.950.
Om een verzekerd gewaarborgd inkomen te kunnen verkrijgen (vb: je wordt ziek en kan
niet meer gaan werken), heb je een bezoldiging nodig. Het verzekerd gewaarborgd inkomen
bedraagt ongeveer 80% van je loon.
,Om een aanvullend pensioen op te bouwen (IPT = individuele pensioentoezegging), heb je
een bezoldiging nodig. Hoeveel je kan ‘investeren’ in je pensioen is namelijk afhankelijk van
de bezoldiging die je krijgt (80%-regel).
Om te kunnen ‘genieten’ van de lage tarieven in het Belgisch progressief belastingstelsel,
heb je uiteraard ook een bezoldiging nodig.
Ook een bedrijfsleider, die bezoldigingen ontvangt van verschillende bedrijven en daardoor
te weinig bedrijfsvoorheffing in totaliteit betaald zal hebben, moet voorafbetalingen (art.
157) storten. Doet deze dat niet, dan zal er een vermeerderingspercentage (6,75% voor
aanslag 2026) van toepassing zijn op de verschuldigde belasting. Betaald deze wel genoeg
op voorhand, zal deze kunnen genieten van een bonificatie.
=> Zowel voor jezelf als persoon als voor de schatkist is een bezoldiging cruciaal!
3) Tijdens onze lessen hebben we de situatie besproken inzake het al of niet optrekken van
een bezoldiging van 36.000 EUR naar 45.000 EUR, met een winst van ofwel 54.000 EUR
dan wel 130.000 EUR. In het recente wetsontwerp wordt nu gesproken om de bezoldiging
op te trekken van 45.000 EUR naar 50.000 EUR om te kunnen genieten van het verlaagd
tarief in de vennootschapsbelasting. Bereken en bespreek kort of jullie cliënten zouden
adviseren om hun bezoldiging (al dan niet via een tantième) op te trekken van enerzijds
36.000 EUR dan wel 45.000 EUR naar 50.000 EUR en dit in een situatie waarbij de
vennootschap enerzijds 64.000 EUR belastbaar resultaat behaalt en anderzijds in de situatie
waarbij de vennootschap 130.000 EUR belastbaar resultaat behaalt. Voor alle duidelijkheid
geven we nog mee dat er dus zo’n 8 verschillende situaties/berekeningen mogelijk zijn. Voor
de berekeningen van een bijkomende bezoldiging mag u rekening houden met (afgerond)
17% sociale bijdragen en op het saldo nog 50% personenbelasting (inclusief de forfaitaire
kosten, de gemeentebelasting of bijvoorbeeld 100 (bruto) – 17 (soc. Bijdragen) = 83 en -41,5
(personenbelasting) = 41,5 netto. Inzake uit te keren RV, gaan we er van uit dat er aan 15%
RV kan worden uitgekeerd.
Situatie 1
Bedrijfsleider heeft basisbezoldiging van €36.000 en vennootschap heeft €64.000
winst (na aftrek van bezoldiging)
Wordt dit uitgekeerd als dividend (VVPRbis) en zonder verhoging van bezoldiging bekomen
we het volgende:
1. €64.000 x 25% (vennootschapsbelasting) = €16.000
2. €64.000 - €16.000 = €48.000
3. €48.000 x 15% (RV) = €7.200 RV
4. €48.000 - €7.200 = €40.800
Er blijft van de €64.000 nog €40.800 netto over.
We verhogen de bezoldiging van €36.000 met €14.000 naar €50.000 en de rest uitkeren als
dividend (15% RV via VVPRbis):
1. In de personenbelasting kost de extra bezoldiging van €14.000 ons €8.190 en
houden we dus nog €5.810 over.
2. Na uitkering van het loon, houden we nog €50.000 over in de vennootschap. Op
deze winst zal er 20% vennootschapsbelasting van toepassing zijn, dankzij dat het
loon van de bedrijfsleider voldoende hoog is om aan de voorwaarde te kunnen
, voldoen => €50.000 - €10.000 = €40.000. Deze €40.000 keren we vervolgens uit aan
een dividend van 15% (via VVPRbis), we houden dan nog €40.000 - €6.000 =
€34.000 over.
In totaal krijgt de bedrijfsleider dan €5.810 + €34.000 = €39.810
=> In vergelijking met de volledige winst uit te keren via VVPRbis zonder beroep te doen op
het voordelige tarief van de vennootschapsbelasting is dit dus zelfs slechter.
Situatie 2
Bedrijfsleider heeft basisbezoldiging van €45.000 en vennootschap heeft €64.000
winst (na aftrek van bezoldiging)
Alles uitkeren via VVPRbis:
We houden €40.800 over (zie vorig)
We verhogen de bezoldiging van de bedrijfsleider van €45.000 naar €50.000 en keren de
rest uit aan 15% RV (VVPRbis):
1. Extra bezoldiging van €5.000 kost €2.925 en dus houden we €2.075 over
2. We hebben in plaats van €64.000 winst nog €59.000 winst waarop we 20%
vennootschapsbelasting betalen: €59.000 - €11.800 = €47.200
3. Deze €47.200 keren we uit aan 15% RV => €47.200 - €7.080 = €40.120
Bedrijfsleider ontvangt in totaal €2.075 + €40.120 = €42.195
=> Bedrijfsleider krijgt (€42.195 - €40.800) €1.395 meer
Situatie 3
Bedrijfsleider heeft basisbezoldiging van €36.000 en vennootschap heeft €130.000
winst (na aftrek van bezoldiging)
Wordt dit uitgekeerd als dividend (VVPRbis) en zonder verhoging van bezoldiging bekomen
we het volgende:
1. €130.000 x 25% = €32.500
2. €130.000 - €32.500 = €97.500
3. €97.500 x 15% (RV) = €14.625
Van de €130.000 blijft nog €82.875 over.
We verhogen de bezoldiging met €14.000 en de rest uitkeren als dividend (15% RV via
VVPRbis):
1. In de personenbelasting kost de extra bezoldiging van €14.000 ons €8.190 en
houden we dus nog €5.810 over.
2. Na uitkering van het extra loon houden we nog €116.000 over als belastbare winst.
Omdat we nu voldoen aan de voorwaarde, kunnen we gebruik maken van het lager
tarief van de vennootschapsbelasting voor de eerste €100.000: €116.000 - (€100.000
x 20%) - (€16.000 x 25%) = €92.000
3. Op deze €92.000 betalen we 15% RV (€13.800) waardoor we €78.200 overhouden
In totaal zal onze bedrijfsleider nu (€5.810 + €78.200) €84.010 ontvangen.
=> Dat is €1.135 meer dan indien we het zouden uitkeren via louter VVPRbis, en is het in
deze situatie dus wel verstandig om het loon op te trekken.
Situatie 4
Bedrijfsleider heeft basisbezoldiging van €45.000 en vennootschap heeft €130.000
winst (na aftrek van bezoldiging)
Winst volledig uitkeren aan VVPRbis (15% RV):
We houden €82.875 over (zie vorig)
, We verhogen de bezoldiging van €45.000 met €5.000 naar €50.000:
1. Extra bezoldiging van €5.000 kost €2.925 en dus houden we €2.075 over
2. Na deze bezoldiging houden we nog €125.000 over waarvan op de eerste €100.000
slechts 20% vennootschapsbelasting verschuldigd is: €125.000 - (€100.000 x 20%) -
(€25.000 x 25%) = €98.750
3. Deze €98.750 keren we uit aan 15% RV (€14.812,50), we houden dan nog
€83.937,50
De bedrijfsleider houdt nu €2.075 + €83.937,50 = €86.012,50
=> Dat is (€86.012,50 - €82.875) €3.137,50 meer dan als we het via VVPRbis zouden
uitkeren
4) Bespreek het systeem en de werking van kosten eigen aan de werkgever (inclusief de
problematiek van de zelfstandigen die uit de boot vallen inzake het gebruik van de forfaitaire
onkostenvergoedingen voor buitenlandse en binnenlandse dienstreizen).
Het principe dat aan de basis ligt is het feit dat kosten die eigenlijk gedragen zouden moeten
worden door de vennootschap, door omstandigheden toch persoonlijk ten laste worden
genomen. Voor de terugbetaling van de vennootschap aan de persoon (die de kosten heeft
betaald), geldt een wettelijk vermoeden van niet-belastbaarheid (art. 32, 2e lid, WIB).
- Er wordt voldoende tegenbewijs geleverd indien de Administratie kan aantonen dat
de terugbetaalde kost onredelijk is en een niet verantwoord karakter heeft
- Op sociaal vlak ligt het bewijs bij de werkgever
Er zijn 2 soorten terugbetalingen mogelijk:
1. De terugbetaling van werkelijke kosten
2. Forfaitaire vergoedingen
Forfaitaire vergoedingen worden betaald voor gemaakte kosten waarvan het niet mogelijk is
of moeilijk is om bewijsstukken te verzamelen. Deze worden enkel aanvaard door de
Administratie indien het bedrag werd vastgesteld overeenkomstig bepaalde ‘ernstige
normen’ (die het resultaat zijn van herhaalde waarnemingen en steekproeven).
Voordelen:
- KEW zorgt voor een financieel voordeel voor de bedrijfsleider en de vennootschap:
KEW zijn aftrekbaar in de vennootschap en belastingvrij voor de genieter
- Forfaitaire onkostenvergoedingen (bv: vergoedingen voor verplaatsingen in het
buitenland) zijn ruim voldoende voor wie zuinig omgaat met zijn daadwerkelijk
gemaakte kosten.
Het enigste probleem situeert zich in de btw-sfeer: terugbetalingen geven nooit het recht op
aftrekbare btw.
De forfaitaire vergoedingen voor verplaatsingen naar het buitenland gebeuren
overeenkomstig ‘ernstige normen’. Deze forfaitaire vergoedingen kunnen echter niet worden
toegepast voor verplaatsingen die deel uitmaken van ‘de normale, dagelijkse
beroepswerkzaamheid’
- indien men meer kosten bekomt dan dat men verkrijgt van het forfait kan men alsnog
bewijsstukken aanleveren
Examenvragen Carl Van Biervliet Academiejaar 2024-2025
1) Beschrijf wat we fiscaal als een bezoldiging bedoelen (als bedrijfsleider)?
Art. 32 WIB
Bezoldigingen van bedrijfsleiders zijn alle beloningen verleend of toegekend aan een
natuurlijk persoon die:
1. Een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of gelijksoortige functies
uitoefent;
2. In de vennootschap een leidende functie of een leidende werkzaamheid van
dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of technische aard, uitoefent buiten
een arbeidsovereenkomst.
Daartoe behoren inzonderheid:
1. Vaste of veranderlijke tantièmes, zitpenningen, emolumenten en alle andere sommen
toegekend door vennootschappen, andere dan dividenden of terugbetalingen van
eigen kosten aan de vennootschap;
2. Voordelen, vergoedingen en bezoldigingen die in wezen gelijkaardig zijn aan die
vermeld in artikel 31, tweede lid, 2° tot 5°
3. In afwijking van artikel 7, de huurprijs en de huurvoordelen van een gebouwd
onroerend goed verhuurd door de in het eerste lid, 1°, vermelde personen aan de
vennootschap waarin zijn een opdracht of gelijksoortige functies uitoefenen, voor
zover zij meer bedragen dan vijf derden van het kadastraal inkomen gerevaloriseerd
met de in artikel 13 vermelde coëfficiënt. Van deze bezoldigingen worden de kosten
in verband met het verhuurde onroerend goed niet in aftrek gebracht.
Het art. 32 wordt ook wel eens het ‘attractiebeginsel’ genoemd: alle prestatievergoedingen
die een bedrijfsleider verkrijgt uit zijn vennootschap zullen aangemerkt worden als
bezoldigingen.
2) Waarvoor is een bezoldiging in de praktijk belangrijk? (Leg elk item ook kort uit).
Op bezoldigingen is er bedrijfsvoorheffing verschuldigd: de werkgever zal op het loon
bedrijfsvoorheffing inhouden en deze doorstorten naar de schatkist (het is niet aan de
werknemer om dit te doen, deze ziet hier niks van).
Zelfstandigen (dus ook voor sommige bedrijfsleiders) moeten sociale bijdragen betalen per
kwartaal. Er is een forfaitaire minimumbijdrage +/- €870 en een maximumbijdrage van
€4.950.
Om een verzekerd gewaarborgd inkomen te kunnen verkrijgen (vb: je wordt ziek en kan
niet meer gaan werken), heb je een bezoldiging nodig. Het verzekerd gewaarborgd inkomen
bedraagt ongeveer 80% van je loon.
,Om een aanvullend pensioen op te bouwen (IPT = individuele pensioentoezegging), heb je
een bezoldiging nodig. Hoeveel je kan ‘investeren’ in je pensioen is namelijk afhankelijk van
de bezoldiging die je krijgt (80%-regel).
Om te kunnen ‘genieten’ van de lage tarieven in het Belgisch progressief belastingstelsel,
heb je uiteraard ook een bezoldiging nodig.
Ook een bedrijfsleider, die bezoldigingen ontvangt van verschillende bedrijven en daardoor
te weinig bedrijfsvoorheffing in totaliteit betaald zal hebben, moet voorafbetalingen (art.
157) storten. Doet deze dat niet, dan zal er een vermeerderingspercentage (6,75% voor
aanslag 2026) van toepassing zijn op de verschuldigde belasting. Betaald deze wel genoeg
op voorhand, zal deze kunnen genieten van een bonificatie.
=> Zowel voor jezelf als persoon als voor de schatkist is een bezoldiging cruciaal!
3) Tijdens onze lessen hebben we de situatie besproken inzake het al of niet optrekken van
een bezoldiging van 36.000 EUR naar 45.000 EUR, met een winst van ofwel 54.000 EUR
dan wel 130.000 EUR. In het recente wetsontwerp wordt nu gesproken om de bezoldiging
op te trekken van 45.000 EUR naar 50.000 EUR om te kunnen genieten van het verlaagd
tarief in de vennootschapsbelasting. Bereken en bespreek kort of jullie cliënten zouden
adviseren om hun bezoldiging (al dan niet via een tantième) op te trekken van enerzijds
36.000 EUR dan wel 45.000 EUR naar 50.000 EUR en dit in een situatie waarbij de
vennootschap enerzijds 64.000 EUR belastbaar resultaat behaalt en anderzijds in de situatie
waarbij de vennootschap 130.000 EUR belastbaar resultaat behaalt. Voor alle duidelijkheid
geven we nog mee dat er dus zo’n 8 verschillende situaties/berekeningen mogelijk zijn. Voor
de berekeningen van een bijkomende bezoldiging mag u rekening houden met (afgerond)
17% sociale bijdragen en op het saldo nog 50% personenbelasting (inclusief de forfaitaire
kosten, de gemeentebelasting of bijvoorbeeld 100 (bruto) – 17 (soc. Bijdragen) = 83 en -41,5
(personenbelasting) = 41,5 netto. Inzake uit te keren RV, gaan we er van uit dat er aan 15%
RV kan worden uitgekeerd.
Situatie 1
Bedrijfsleider heeft basisbezoldiging van €36.000 en vennootschap heeft €64.000
winst (na aftrek van bezoldiging)
Wordt dit uitgekeerd als dividend (VVPRbis) en zonder verhoging van bezoldiging bekomen
we het volgende:
1. €64.000 x 25% (vennootschapsbelasting) = €16.000
2. €64.000 - €16.000 = €48.000
3. €48.000 x 15% (RV) = €7.200 RV
4. €48.000 - €7.200 = €40.800
Er blijft van de €64.000 nog €40.800 netto over.
We verhogen de bezoldiging van €36.000 met €14.000 naar €50.000 en de rest uitkeren als
dividend (15% RV via VVPRbis):
1. In de personenbelasting kost de extra bezoldiging van €14.000 ons €8.190 en
houden we dus nog €5.810 over.
2. Na uitkering van het loon, houden we nog €50.000 over in de vennootschap. Op
deze winst zal er 20% vennootschapsbelasting van toepassing zijn, dankzij dat het
loon van de bedrijfsleider voldoende hoog is om aan de voorwaarde te kunnen
, voldoen => €50.000 - €10.000 = €40.000. Deze €40.000 keren we vervolgens uit aan
een dividend van 15% (via VVPRbis), we houden dan nog €40.000 - €6.000 =
€34.000 over.
In totaal krijgt de bedrijfsleider dan €5.810 + €34.000 = €39.810
=> In vergelijking met de volledige winst uit te keren via VVPRbis zonder beroep te doen op
het voordelige tarief van de vennootschapsbelasting is dit dus zelfs slechter.
Situatie 2
Bedrijfsleider heeft basisbezoldiging van €45.000 en vennootschap heeft €64.000
winst (na aftrek van bezoldiging)
Alles uitkeren via VVPRbis:
We houden €40.800 over (zie vorig)
We verhogen de bezoldiging van de bedrijfsleider van €45.000 naar €50.000 en keren de
rest uit aan 15% RV (VVPRbis):
1. Extra bezoldiging van €5.000 kost €2.925 en dus houden we €2.075 over
2. We hebben in plaats van €64.000 winst nog €59.000 winst waarop we 20%
vennootschapsbelasting betalen: €59.000 - €11.800 = €47.200
3. Deze €47.200 keren we uit aan 15% RV => €47.200 - €7.080 = €40.120
Bedrijfsleider ontvangt in totaal €2.075 + €40.120 = €42.195
=> Bedrijfsleider krijgt (€42.195 - €40.800) €1.395 meer
Situatie 3
Bedrijfsleider heeft basisbezoldiging van €36.000 en vennootschap heeft €130.000
winst (na aftrek van bezoldiging)
Wordt dit uitgekeerd als dividend (VVPRbis) en zonder verhoging van bezoldiging bekomen
we het volgende:
1. €130.000 x 25% = €32.500
2. €130.000 - €32.500 = €97.500
3. €97.500 x 15% (RV) = €14.625
Van de €130.000 blijft nog €82.875 over.
We verhogen de bezoldiging met €14.000 en de rest uitkeren als dividend (15% RV via
VVPRbis):
1. In de personenbelasting kost de extra bezoldiging van €14.000 ons €8.190 en
houden we dus nog €5.810 over.
2. Na uitkering van het extra loon houden we nog €116.000 over als belastbare winst.
Omdat we nu voldoen aan de voorwaarde, kunnen we gebruik maken van het lager
tarief van de vennootschapsbelasting voor de eerste €100.000: €116.000 - (€100.000
x 20%) - (€16.000 x 25%) = €92.000
3. Op deze €92.000 betalen we 15% RV (€13.800) waardoor we €78.200 overhouden
In totaal zal onze bedrijfsleider nu (€5.810 + €78.200) €84.010 ontvangen.
=> Dat is €1.135 meer dan indien we het zouden uitkeren via louter VVPRbis, en is het in
deze situatie dus wel verstandig om het loon op te trekken.
Situatie 4
Bedrijfsleider heeft basisbezoldiging van €45.000 en vennootschap heeft €130.000
winst (na aftrek van bezoldiging)
Winst volledig uitkeren aan VVPRbis (15% RV):
We houden €82.875 over (zie vorig)
, We verhogen de bezoldiging van €45.000 met €5.000 naar €50.000:
1. Extra bezoldiging van €5.000 kost €2.925 en dus houden we €2.075 over
2. Na deze bezoldiging houden we nog €125.000 over waarvan op de eerste €100.000
slechts 20% vennootschapsbelasting verschuldigd is: €125.000 - (€100.000 x 20%) -
(€25.000 x 25%) = €98.750
3. Deze €98.750 keren we uit aan 15% RV (€14.812,50), we houden dan nog
€83.937,50
De bedrijfsleider houdt nu €2.075 + €83.937,50 = €86.012,50
=> Dat is (€86.012,50 - €82.875) €3.137,50 meer dan als we het via VVPRbis zouden
uitkeren
4) Bespreek het systeem en de werking van kosten eigen aan de werkgever (inclusief de
problematiek van de zelfstandigen die uit de boot vallen inzake het gebruik van de forfaitaire
onkostenvergoedingen voor buitenlandse en binnenlandse dienstreizen).
Het principe dat aan de basis ligt is het feit dat kosten die eigenlijk gedragen zouden moeten
worden door de vennootschap, door omstandigheden toch persoonlijk ten laste worden
genomen. Voor de terugbetaling van de vennootschap aan de persoon (die de kosten heeft
betaald), geldt een wettelijk vermoeden van niet-belastbaarheid (art. 32, 2e lid, WIB).
- Er wordt voldoende tegenbewijs geleverd indien de Administratie kan aantonen dat
de terugbetaalde kost onredelijk is en een niet verantwoord karakter heeft
- Op sociaal vlak ligt het bewijs bij de werkgever
Er zijn 2 soorten terugbetalingen mogelijk:
1. De terugbetaling van werkelijke kosten
2. Forfaitaire vergoedingen
Forfaitaire vergoedingen worden betaald voor gemaakte kosten waarvan het niet mogelijk is
of moeilijk is om bewijsstukken te verzamelen. Deze worden enkel aanvaard door de
Administratie indien het bedrag werd vastgesteld overeenkomstig bepaalde ‘ernstige
normen’ (die het resultaat zijn van herhaalde waarnemingen en steekproeven).
Voordelen:
- KEW zorgt voor een financieel voordeel voor de bedrijfsleider en de vennootschap:
KEW zijn aftrekbaar in de vennootschap en belastingvrij voor de genieter
- Forfaitaire onkostenvergoedingen (bv: vergoedingen voor verplaatsingen in het
buitenland) zijn ruim voldoende voor wie zuinig omgaat met zijn daadwerkelijk
gemaakte kosten.
Het enigste probleem situeert zich in de btw-sfeer: terugbetalingen geven nooit het recht op
aftrekbare btw.
De forfaitaire vergoedingen voor verplaatsingen naar het buitenland gebeuren
overeenkomstig ‘ernstige normen’. Deze forfaitaire vergoedingen kunnen echter niet worden
toegepast voor verplaatsingen die deel uitmaken van ‘de normale, dagelijkse
beroepswerkzaamheid’
- indien men meer kosten bekomt dan dat men verkrijgt van het forfait kan men alsnog
bewijsstukken aanleveren
