Goederenrecht week 1
Wettelijk kader
Nieuw Boek 3:
Inwerking getreden op 1 september 2021
alles van voor deze datum blijft onder toepassing van het oude recht
Bepalingen zijn van suppletief recht: kan dus anders overeengekomen
worden door de partijen
TENZIJ de definities of de wet zelf anders bepaalt: dan wel bindend
recht
hier in onze lessen: focus op nieuw recht
Elk zakelijk recht: krijgt een eigen definitie
bevat de kern waarvan partijen niet kunnen afwijken
Numerus clausus-beginsel
Zakelijke rechten: gesloten stelsel
enkel de wetgever kan zakelijke rechten creëren
- Eigendomsrecht
- Mede-eigendom
- Zakelijke gebruiksrechten: geven titularis recht om goed van iemand
anders te gebruiken
1. Erfdienstbaarheid: bv. recht van overgang
2. Vruchtgebruik
3. Erfpacht: meest verregaande zakelijk gebruiksrecht
4. Opstal: houder krijgt eigendomsrecht op bepaald volume
op/onder de grond
- Zakelijke zekerheden: geven schuldeiser recht om in
samenloopsituaties van schuldeisers met voorrang te worden
betaald met de opbrengst
1. Bijzondere voorrechten
2. Pand: zakelijke zekerheid op roerend goed
3. Hypotheek: zakelijke zekerheid op onroerend goed
4. Retentierecht
zakelijke zekerheden nog niet geregeld in nieuw Bw.: nog onder
toepassing oud recht
MAAR eerste 2 titels Boek 3: wel al van toepassing op de
zekerheden
Verhaalsrecht: houder kan één of meerdere goederen van schuldenaar te
gelde laten maken om met de opbrengst te worden betaald
meerdere schuldeisers: verdelen naar evenredigheid
(pondspondsgewijze verdeling)
principe van de gelijkheid van de schuldeisers (paritas creditorum)
,Begrippen
Goederen:
Twee voorwaarden (art. 3.41 Bw.):
1) Voorwerp: iets dat bestaat en dat geen mens of dier is
lichamelijk: zintuigelijk waarneembaar
onlichamelijk: niet zintuigelijk waarneembaar (Vb.
schuldvordering)
wordt steeds belangrijker want veel technologische nieuwigheden
die hieronder vallen
2) Dat vatbaar is voor toe-eigening: moet mogelijk zijn dat persoon de
exclusieve feitelijke macht over het voorwerp uitoefent met
uitsluiting van anderen
bestaan ook voorwerpen die niet vatbaar zijn voor toe-eigening:
gemene voorwerpen (art. 3.43 Bw.)
Voorwerp van een zakelijk recht: moet altijd een goed zijn
België: zeer ruim goed-begrip
Waarom is het relevant of iets al dan niet een goed is?
Goed: behoort tot vermogen DUS schuldeisers kunnen er ook beslag op
laten leggen
Dieren:
Geen voorwerpen: hebben gevoelsvermogen en bepaalde biologische
noden
MAAR bepalingen van lichamelijke goederen zijn op hen van toepassing:
rekening houden met wettelijke bepalingen ter bescherming van dieren
Vruchten:
Periodieke voortbrengselen van een goed, die de waarde van het goed niet
aantasten
Opbrengsten:
Datgene wat het goed opbrengt maar waardoor de waarde van het goed
onmiddellijk wordt verminderd
Indeling van goederen
1) Lichamelijke – onlichamelijke goederen: zintuiglijk waarneembaar of
niet
2) Roerende – onroerende goederen:
- Alle goederen zijn ofwel roerend ofwel onroerend: wet omschrijft
welke goederen onroerend zijn
alle andere goederen zijn roerend
3) Privaat domein – publieke domeingoederen
,Let Op! Mogelijke examenvraag:
Wat is het verschil tussen twee categorieën onroerende goederen en geef
van elke categorie een voorbeeld
Onroerende goederen:
1) Onroerende goederen uit hun aard: grond en hun samenstellende
volumes
volume: iets met drie dimensies
2) Onroerende goederen door incorporatie: inherent bestanddeel door
al dan niet incorporatie
inherent bestanddeel: noodzakelijk element met fysieke of
functionele band
fysieke band: element kan niet van goed worden afgescheiden
zonder beschadiging
functionele band: element dat vanwege zijn functie
onafscheidelijk verbonden is met het goed
verkoop strekt zich automatisch uit tot onroerende goederen door
incorporatie: partijen kunnen hier niet van afwijken
3) Onroerende goederen door bestemming: zijn verplaatsbaar maar
vormen een accesorium van het onroerend goed
accesorium: goed moet zelfde eigenaar hebben als hoofdgoed +
goed moet duurzaam verbonden zijn met hoofdgoed of ten dienste
staan van uitbating of bewaring van het hoofdgoed
verkoop strekt zich automatisch uit tot onroerend goed door
incorporatie: partijen kunnen wel afwijken
4) Onroerende goederen door hun voorwerp: rechten of vorderingen
die betrekking hebben of aanspraak geven op een onroerend goed
Voorbeeld:
Vliegtuig: roerend
Bakstenen: roerend
Ondergrond perceelgrond: onroerend uit aard
Eikenboom: onroerend door incorporatie
Zonnepanelen: onroerend door incorporatie
Microgolfoven: hangt af van of de microgolf is ingebouwd of niet
ingebouwd onroerend door incorporatie anders los = roerend
Losse winkelrekken: hangt af van zelfde eigenaar of niet als winkel
Goederen die behoren tot privaat – openbaar domein:
Goederen behoren tot privaat domein tenzij ze voor openbaar domein zijn
bestemd
Openbaar domein: 3 voorwaarden
, “Wanneer het door bevoegde overheid uitdrukkelijk of stilzwijgend
bestemd wordt tot het gebruik van allen of een openbare dienst.”
Openbare domeingoederen: speciale regelgeving
1) Zijn buiten de handel: eerst desaffectatie vereist
2) Vroeger niet vatbaar voor persoonlijke of zakelijke gebruiksrechten
werden uitzonderingen aanvaard in rechtspraak: kunnen wel als
ze de openbare bestemming van het goed niet in de weg staan
Vb. Dossinkazerne: luifel gebouwd via opstalrecht
BASISPRINCIPES
Algemene regels inzake zakelijke rechten
1) Numerus clausus-beginsel
2) Anterioriteitsbegsinel: kunnen meerdere zakelijke rechten rusten op
één goed
- Het ouder zakelijk recht heeft voorrang op jonger zakelijk recht
peildatum: datum van ontstaan zakelijk recht of publicatiedatum
Vb. publicatie hypotheek: inschrijving op kantoor rechtszekerheid
zelfde datum: verdeling naar evenredigheid
3) Volgrecht: zakelijk recht volgt ALTIJD het goed
notaris zal bij verkoop onroerend goed hypotheek altijd proberen
aflossen bij de bank
4) Voorrang: van belang in samenloopsituaties van schuldeisers
andere zakelijke rechten dan zekerheden: blijven buiten de
samenloop
Vb. faillissement van onderneming met verschillende
schuldeisers: stond nog een auto van de broer van de bestuurder
van de onderneming broer kan zich gewoon beroepen op zijn
eigendomsrecht
zakelijke zekerheid: geeft titularis recht van voorrang op de
opbrengst van de goederen waarop de zekerheid slaat
5) Beschikkingsbevoegdheid: titularis zakelijk recht is in principe
bevoegd om over zakelijk recht te beschikken
- Beschikken: vervreemden (overdragen) of bezwaren (zakelijk
gebruiksrecht of zekerheid vestigen)
MAAR aard zakelijk recht kan meebrengen dat titularis niet
afzonderlijk over dat recht kan beschikken
Algemene regels over het voorwerp van zakelijke rechten
Altijd een goed
MAAR uit de aard van zakelijk recht kan voortvloeien dat bepaalde
goederen niet het voorwerp ervan kunnen uitmaken
Vb. erfpacht enkel mogelijk op onroerende goederen
Wettelijk kader
Nieuw Boek 3:
Inwerking getreden op 1 september 2021
alles van voor deze datum blijft onder toepassing van het oude recht
Bepalingen zijn van suppletief recht: kan dus anders overeengekomen
worden door de partijen
TENZIJ de definities of de wet zelf anders bepaalt: dan wel bindend
recht
hier in onze lessen: focus op nieuw recht
Elk zakelijk recht: krijgt een eigen definitie
bevat de kern waarvan partijen niet kunnen afwijken
Numerus clausus-beginsel
Zakelijke rechten: gesloten stelsel
enkel de wetgever kan zakelijke rechten creëren
- Eigendomsrecht
- Mede-eigendom
- Zakelijke gebruiksrechten: geven titularis recht om goed van iemand
anders te gebruiken
1. Erfdienstbaarheid: bv. recht van overgang
2. Vruchtgebruik
3. Erfpacht: meest verregaande zakelijk gebruiksrecht
4. Opstal: houder krijgt eigendomsrecht op bepaald volume
op/onder de grond
- Zakelijke zekerheden: geven schuldeiser recht om in
samenloopsituaties van schuldeisers met voorrang te worden
betaald met de opbrengst
1. Bijzondere voorrechten
2. Pand: zakelijke zekerheid op roerend goed
3. Hypotheek: zakelijke zekerheid op onroerend goed
4. Retentierecht
zakelijke zekerheden nog niet geregeld in nieuw Bw.: nog onder
toepassing oud recht
MAAR eerste 2 titels Boek 3: wel al van toepassing op de
zekerheden
Verhaalsrecht: houder kan één of meerdere goederen van schuldenaar te
gelde laten maken om met de opbrengst te worden betaald
meerdere schuldeisers: verdelen naar evenredigheid
(pondspondsgewijze verdeling)
principe van de gelijkheid van de schuldeisers (paritas creditorum)
,Begrippen
Goederen:
Twee voorwaarden (art. 3.41 Bw.):
1) Voorwerp: iets dat bestaat en dat geen mens of dier is
lichamelijk: zintuigelijk waarneembaar
onlichamelijk: niet zintuigelijk waarneembaar (Vb.
schuldvordering)
wordt steeds belangrijker want veel technologische nieuwigheden
die hieronder vallen
2) Dat vatbaar is voor toe-eigening: moet mogelijk zijn dat persoon de
exclusieve feitelijke macht over het voorwerp uitoefent met
uitsluiting van anderen
bestaan ook voorwerpen die niet vatbaar zijn voor toe-eigening:
gemene voorwerpen (art. 3.43 Bw.)
Voorwerp van een zakelijk recht: moet altijd een goed zijn
België: zeer ruim goed-begrip
Waarom is het relevant of iets al dan niet een goed is?
Goed: behoort tot vermogen DUS schuldeisers kunnen er ook beslag op
laten leggen
Dieren:
Geen voorwerpen: hebben gevoelsvermogen en bepaalde biologische
noden
MAAR bepalingen van lichamelijke goederen zijn op hen van toepassing:
rekening houden met wettelijke bepalingen ter bescherming van dieren
Vruchten:
Periodieke voortbrengselen van een goed, die de waarde van het goed niet
aantasten
Opbrengsten:
Datgene wat het goed opbrengt maar waardoor de waarde van het goed
onmiddellijk wordt verminderd
Indeling van goederen
1) Lichamelijke – onlichamelijke goederen: zintuiglijk waarneembaar of
niet
2) Roerende – onroerende goederen:
- Alle goederen zijn ofwel roerend ofwel onroerend: wet omschrijft
welke goederen onroerend zijn
alle andere goederen zijn roerend
3) Privaat domein – publieke domeingoederen
,Let Op! Mogelijke examenvraag:
Wat is het verschil tussen twee categorieën onroerende goederen en geef
van elke categorie een voorbeeld
Onroerende goederen:
1) Onroerende goederen uit hun aard: grond en hun samenstellende
volumes
volume: iets met drie dimensies
2) Onroerende goederen door incorporatie: inherent bestanddeel door
al dan niet incorporatie
inherent bestanddeel: noodzakelijk element met fysieke of
functionele band
fysieke band: element kan niet van goed worden afgescheiden
zonder beschadiging
functionele band: element dat vanwege zijn functie
onafscheidelijk verbonden is met het goed
verkoop strekt zich automatisch uit tot onroerende goederen door
incorporatie: partijen kunnen hier niet van afwijken
3) Onroerende goederen door bestemming: zijn verplaatsbaar maar
vormen een accesorium van het onroerend goed
accesorium: goed moet zelfde eigenaar hebben als hoofdgoed +
goed moet duurzaam verbonden zijn met hoofdgoed of ten dienste
staan van uitbating of bewaring van het hoofdgoed
verkoop strekt zich automatisch uit tot onroerend goed door
incorporatie: partijen kunnen wel afwijken
4) Onroerende goederen door hun voorwerp: rechten of vorderingen
die betrekking hebben of aanspraak geven op een onroerend goed
Voorbeeld:
Vliegtuig: roerend
Bakstenen: roerend
Ondergrond perceelgrond: onroerend uit aard
Eikenboom: onroerend door incorporatie
Zonnepanelen: onroerend door incorporatie
Microgolfoven: hangt af van of de microgolf is ingebouwd of niet
ingebouwd onroerend door incorporatie anders los = roerend
Losse winkelrekken: hangt af van zelfde eigenaar of niet als winkel
Goederen die behoren tot privaat – openbaar domein:
Goederen behoren tot privaat domein tenzij ze voor openbaar domein zijn
bestemd
Openbaar domein: 3 voorwaarden
, “Wanneer het door bevoegde overheid uitdrukkelijk of stilzwijgend
bestemd wordt tot het gebruik van allen of een openbare dienst.”
Openbare domeingoederen: speciale regelgeving
1) Zijn buiten de handel: eerst desaffectatie vereist
2) Vroeger niet vatbaar voor persoonlijke of zakelijke gebruiksrechten
werden uitzonderingen aanvaard in rechtspraak: kunnen wel als
ze de openbare bestemming van het goed niet in de weg staan
Vb. Dossinkazerne: luifel gebouwd via opstalrecht
BASISPRINCIPES
Algemene regels inzake zakelijke rechten
1) Numerus clausus-beginsel
2) Anterioriteitsbegsinel: kunnen meerdere zakelijke rechten rusten op
één goed
- Het ouder zakelijk recht heeft voorrang op jonger zakelijk recht
peildatum: datum van ontstaan zakelijk recht of publicatiedatum
Vb. publicatie hypotheek: inschrijving op kantoor rechtszekerheid
zelfde datum: verdeling naar evenredigheid
3) Volgrecht: zakelijk recht volgt ALTIJD het goed
notaris zal bij verkoop onroerend goed hypotheek altijd proberen
aflossen bij de bank
4) Voorrang: van belang in samenloopsituaties van schuldeisers
andere zakelijke rechten dan zekerheden: blijven buiten de
samenloop
Vb. faillissement van onderneming met verschillende
schuldeisers: stond nog een auto van de broer van de bestuurder
van de onderneming broer kan zich gewoon beroepen op zijn
eigendomsrecht
zakelijke zekerheid: geeft titularis recht van voorrang op de
opbrengst van de goederen waarop de zekerheid slaat
5) Beschikkingsbevoegdheid: titularis zakelijk recht is in principe
bevoegd om over zakelijk recht te beschikken
- Beschikken: vervreemden (overdragen) of bezwaren (zakelijk
gebruiksrecht of zekerheid vestigen)
MAAR aard zakelijk recht kan meebrengen dat titularis niet
afzonderlijk over dat recht kan beschikken
Algemene regels over het voorwerp van zakelijke rechten
Altijd een goed
MAAR uit de aard van zakelijk recht kan voortvloeien dat bepaalde
goederen niet het voorwerp ervan kunnen uitmaken
Vb. erfpacht enkel mogelijk op onroerende goederen