Samenvatting: Trainingsleer - Basis

Trainingsleer


1. Startgids voor trainers
Wat hebben winnaars gemeen, wat is de x-factor?
- Hoe hard ze iets willen
o Maken plan
o Kiezen met hart en verstand
- Hoe hard ze werken
o Jarenlange opofferingen
o Fysieke (en mentale) trainingen
- Hoe hard ze willen winnen en overwinnen
o Obstakels = uitdagingen, mislukkelingen = kansen
o Kunst om te pieken  op juiste moment winnen
- Willen – werken – winnen: proces van zichzelf versterkt

Willen – werken – winnen: Perspectief van klant
- Willen
o Jezelf cruciale vragen stellen
 Wie ben ik? (conditie?, wat kan ik (niet)? Waar mijn
mogelijkheden?)
 Waar wil ik naartoe? (Wat bereiken? Betere gezondheid/prestatie?
Hoeveel tijd investeren?)
 Coachee/klant niet altijd volgen, moet gezond blijven!
o Kies iets wat je graag doet
 Zorgt voor:
 Sneller begin
 Langer volhouden
 Meer energie erin steken
 Motivatie bepaalt grotendeels langdurig
sporten
o Kies concreet en uitdagend doel
 Concreet: in geuren en kleuren
 Uitdagend: zet de bar niet te laag
 Zonder doel geen kans op slagen!
o Kies realistisch doel
 Realisme vs. Dromen
- Werken
o Je moet niet geweldig starten, maar je moet wel starten om geweldig te
zijn
o No excuses!
- Winnen
o Winnen is vooral overwinnen
 Obstakels zijn uitdagingen
 Tegenslagen zijn kansen

, o Winnen is:
 Doelstellingen behalen (realistische doelen)
 Nieuwe doelstellingen plannen
Willen – werken – winnen: Perspectief van trainer
-  Informeren – plannen – begeleiden – evalueren
- Informeren
o Intakegesprek:
 Wat heeft de klant nodig? – Algemene vragen
 Toekomst (doel)
 Heden (hoe is het nu?)
 Verleden (ooit gesport? Niveau?)
 Anamnese  alles medisch
 Medicatie, blessures, ziekte,…
 Medische vragen
 Fysieke testen
 Antropometrische testen
 Fysieke/cardiovasculaire testen (KLUSCE)
o Gezondheid vs. Prestatie
 Gezondheid gerelateerd
 Vooral KLUSCE (fysieke eigenschappen)
 Prestatie gerelateerd
 Techniek en tactiek (naast fysiek)
 Is bewegen gezond?
 99,99% zegt van wel: osteoporose, stres, bloeddruk,
hartslag, darmkanker…
 Ja, op een goede manier.
 Is prestatie gezond?
 Topsporters:
o Wisselen trainingen af
o Kennen mogelijkheden
o Worden steeds begeleid/getest
o Werken gestructureerd
 Ja, er is niets mis met veel of hard trainen, zolang er
voldoende rust is. (hart niet gemaakt voor langdurige
inspanningen, eerder voor korte, krachtige inspanning)
 Is bewegen/prestatie gezond?
 Vroeger
o Te weinig training: Grote kans op infectie
o Matig: (heel) lage kans op infectie
o Elite: (heel) hoge kans op infectie
 Nu
o Te weinig training: Grote kans op infectie
o Matig: (heel) lage kans op infectie
o Elite: (heel) hoge kans op infectie
o Kleine groep elite: lagere kans op infectie

,o Beginniveau klant




 Lichaamsbeweging (naar bakker fietsen) ≠ sporten/trainen
o Keuze sport/beweging




 De keuze van sport kan gemaakt worden op basis van welk
materiaal je nodig hebt, hoeveel ‘talent’ je ervoor nodig hebt etc.

o Doel formuleren
 Criteria doelstelling: SMART
 Specifiek: duidelijk idee hebben over acties
 Meetbaar: Wanneer doel bereikt?
 Aantrekkelijk: is het doel aantrekkelijk, groeit het geloof en
de energie die je erin wilt steken?
 Realistisch: Haalbaarheid  medisch/lichamelijk
standpunt, m.b.t. tijd, financiële middelen, infrastructuur…
 Tijdsgebonden: einddatum

, - Training opstellen
o Niet van internet halen! (enkel S2R)
o Recreant vs. Competitiesporter
Recreant Competitiesporter
-Ifv werk en familie -Alles ifv doel
-Korte doelen -Jaarplanning
-Basisstructuur = resultaat -Alle details zijn belangrijk
-Rustig opbouwen zonder blessures -Pieken = essentie

Trainingsplan Periodisering
-Kort/middellange termijn -Kort, middellang en lange
-schema’s van 12weken - 6 maand termijn
-(Meer)jarenplan

- Training geven
o Recreant: Wat is minder belangrijk, Hoe je iets geeft is enorm belangrijk
o Topsporter: Wat je geeft is enorm belangrijk, niet belangrijk hoe




- Trainer vs. Coach
o Trainer
 Bezighouden met prestatie
 Nadruk op fysieke prestatie
 Wetenschappelijke kennis omzetten in mensentaal
o Coach
 Bezighouden met geestelijk en emotioneel gebied
 Mensenkennis
o Trainer vs. Toptrainer:




Toptrainer vindt de meest efficiënte manier