DEEL 1: Het Belgische rechtssysteem in een internationale rechtsorde
LES 1
Recht = juridisch geformuleerde gedragsvoorschriften (regels; gebod of
verbod) met de bedoeling de maatschappij te ordenen of te sturen
(beleidskeuze) die in principe afdwingbaar zijn door de overheid
(sanctie)
Rechtsstaat = een staatsvorm waarin de overheid gebonden is aan het recht
Gebod = een bevel van een hoge autoriteit of een leefregel
Verbod = als gebod een bepaalde handeling verbiedt
Sanctie = straf of maatregel die wordt toegepast als rechtsregels worden
overschreden
Openbare orde = de situatie van vreedzaam samenleven van alle leden van de
samenleving
Handelingsbekwaa = de geschiktheid om de rechten en plichten waarvan men drager is
m zelf uit te oefenen, zonder tussenkomst van derden
Rechtsfeit = een feit waaraan rechtsgevolg - dus het ontstaan, gewijzigd raken of
tenietgaan van een juridische relatie- is verbonden
Wetgevende macht = stelt regels en wetten op en bestaat uit de regering en het
parlement
Uitvoerende macht = mag alleen zaken uitvoeren die in de wet staan en bestaat uit de
regering
Rechterlijke macht = doet uitspraak over geschillen en wordt uitgeoefend door hoven en
rechtbanken
Ontvankelijkheid = houdt in dat een rechter of bestuur nagaat of een verzoeker recht
heeft op een uitspraak over de grond van de zaak
Gegrondheid = de reden waarom een beroep terecht is
Scheiding der = de overheidsmacht wordt in de wetgevende, uitvoerende en
machten rechtsprekende macht verdeeld die elkaar controleren, en elkaar in
een ideale situatie in balans houden of corrigeren
Rechtsobject = het voorwerp van een rechtsbetrekking en/of rechtsfeit
Rechtssubject = een drager van subjectieve rechten en plichten, deze bezit met
andere woorden rechtspersoonlijkheid of juridische persoonlijkheid
Natuurlijke persoon = iemand, een mens van vlees en bloed, die rechten en plichten heeft
(<-> rechtspersoon) -> rechtsbekwaam
Rechtspersoon = een juridische constructie waardoor een organisatie, net als een
natuurlijke persoon, in het recht als rechtssubject is erkend als drager
van wettelijke rechten en plichten -> handelingsbekwaam
Rechtsbekwaam = is de mogelijkheid om drager te zijn van rechten en plichten
Rechtshandeling = een handeling die iemand uitvoert met de bedoeling een bepaald
rechtsgevolg tot stand te brengen
Rechtsregels = een rechtsregel is een algemene rechtsnorm. Het is een algemene
bepaling in het recht die in beginsel een bindende werking heeft.
Rechtspraak = het proces waarin door een rechter een oordeel wordt gevormd over
een rechtszaak
Rechtsleer = het geheel van geschriften gewijd aan het recht door
gezaghebbende auteurs, meestal rechtsgeleerden
Retroactiviteit = een beslissing, oordeel of wet niet zoals gebruikelijk geldt vanaf het
moment van de handeling of uitvaardiging, maar al op een eerdere
datum rechtswerking heeft (=terugwerkende kracht)
Hiërarchie der = heeft betrekking op het idee dat er in een rechtsstelsel een verticale
rechtsnormen volgorde van rechtshandelingen is, waarbij de rechtshandelingen in de
lagere niveaus van de hiërarchie gebonden zijn aan die op een hoger
niveau
LES 2
,Internationaal = waar meer dan 1 land bij is betrokken, in is
vertegnwoordigd
Supranationaal = boven de staat, dus alle afspraken en regels die
internationale organisaties zoals de VN kunnen maken en
waaraan de landen die lid zijn, zich moeten houden
Verdragen = zijn een manier om afspraken vast te leggen met andere
landen of organisaties
Ratificatie = is de laatste stap in het proces van goedkeuring van een
overeenkomst, waarmee de partijen hun voornemen te
kennen geven om door die overeenkomst gebonden te zijn
Verordeningen = een overheidsbesluit van algemene strekking, dus
voorschriften die gelden op het hele grondgebied van de
overheid die verordening afvaardigt
Richtlijnen = een aanwijzing voor te volgen gedrag
Rechtstreekse werking = ze geven particulieren rechten waarop zij zich kunnen
beroepen bij een nationale rechter
Rechtstreekse = een verordening als zodanig geldt en niet mag worden
toepasselijkheid omgezet in nationale wetgeving, omdat de omzetting er toe
zou kunnen leiden dat er verschillen ontstaan tussen de
inhoudelijke betekenis van een verordening en de nationale
regeling
Verenigde Naties = een organisatie waar 193 landen samenkomen om met
elkaar te kunnen samenwerken en te zorgen voor meer vrede
en veiligheid in de wereld
Raad van Europa = zorgt voor rechten en eerlijkheid in heel europa (niet alleen
EU)-> dit is geen EU-instelling (46 lidstaten)
Europees verdrag voor = het meest bekende verdrag van de Raad van Europa, het
de Rechten van de vedrag waarborgt bepaalde mensenrechten en fundamentele
Mens (EVRM) vrijheden voor alle burgers in de lidstaten van de Raad van
Europa
Europees Hof voor de = hier kunnen individuen, groepen, organisaties en landen
Rechten van de Mens een klacht indienen tegen een lidstaat door een beroep te
(EHRM) doen op het EVRM
Internationaal Strafhof = zetelt in Den Haag en vervolgt natuurlijke personen die
verdacht worden van genocide, misdaden tegen de
menselijkheid en oorlogsmisdrijven
Exclusieve = op sommige gebieden kan alleen de EU wetten vaststellen,
bevoegdheden (van de de EU-landen moeten die wetten dan alleen nog toepassen,
EU) tenzij de EU hun toestaat bepaalde regels zelf vast te stellen
Gedeelde = op sommige gebieden kunnen de EU en de nationale
bevoegdheden (van de overheid allebei wetten vaststellen, maar een EU-lidstaat mag
EU) dat pas doen als de EU geen wetgeving heeft voorgesteld of
uitdrukkelijk heeft besloten dat niet te doen
Ondersteunende = geven de Unie een ondersteunende, coördinerende en
bevoegdheden (van de aanvullende rol ten opzichte van de lidstaten, de EU kan geen
EU) harmonisatie van verschillende regels tussen staten opleggen
Subsidiariteitsbeginsel = is bedoeld ter bescherming van de bevoegdheid van de
lidstaten om beslissingen te nemen en op te treden op
gebieden die niet onder de exclusieve bevoegdheid van de
Unie vallen
Evenredigheidsbeginse = EU-maatregelen: moeten geschikt zijn voor het bereiken
l van het uiteindelijke doel; noodzakelijk moeten zijn voor het
bereiken van het uiteindelijke doel; voor individuen geen
lasten mogen leveren die buitensporig zijn in verhouding tot
het uiteindelijke doel
Europees Parlement = het Europees Parlement vormt samen met de Raad van de
Europese Unie, de wetgevende macht van de EU, het wordt
om de 5 jaar rechtstreeks gekozen door de stemgerechtigden
in de EU
, Europese Commissie = is de politiek onafhankelijke, uitvoerende tak van de EU, zij
is politiek onafhankelijk en is als enige verantwoordelijk voor
het opstellen van voorstellen voor nieuwe Europese
wetgeving en voert besluiten van het Europees parlement en
de Raad van de EU uit
Commissaris = een Europees commissaris is een lid van de Europese
Commissie, een belangrijk uitvoerend orgaan binnen de
Europese Unie (27 commissarisen)
Europese Raad = de bazen van de EU-landen die samen beslissingen nemen
over de EU (EU-instelling) -> geen wetten onderhandeld of
aangenomen maar de politieke koers wordt bepaald
Raad van de Europese = houdt zich wél bezig met het onderhandelen en aannemen
Unie van wetten, die verantwoordelijkheid deelt hij met het
Europees Parlement. Elke lidstaat wordt er vertegenwoordigd
door een minister (minister hangt af van het thema)
Raadsformaties = de raad is 1 juridische entiteit, maar hij komt bijeen in 10
verschillende formaties, afhankelijk van het onderwerp dat
wordt besproken
Het Europees Hof van = ziet erop toe dat de EU-wetgeving in alle landen van de eU
Justitie op dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd en toegepast, het
regelt verder juridische geschillen tussen nationale
regeringen en EU-instellingen
Het gerecht (van het = is 1 van de rechtsprekende instanties van het hof van
HvJ) justitie van de Europese Unie, sommige zaken worden
doorverwezen naar het Hof van Justitie
Arrest = uitspraak van een gerechtshof of de Hoge Raad
Prejudiciële vraag = is een rechtsvraag van een rechter aan de Hoge Raad over
de uitleg van een rechtsregel
Omzetten
Richtlijnconforme = de nationale rechter de niet juiste omgezette nationale
interpretatie voorschriften zoveel mogelijk uitlegt in het licht van de
bewoordingen en het doel van de richtlijnbepalingen
Europees Besluit = een wetgevend instrument van de Europese Unie
Europese Aanbeveling = niet-bindende besluiten waarmee de Europese Unie iets wil
bereiken zonder dat zij verplichtingen oplegt
LES 3
Federatie = een overkoepelende politieke of maatschappelijke entiteit
die gevormd wordt door het verenigen van kleinere of meer
lokale entiteiten
Confederatie = een verdrag tussen 2 staten die slechts bepaalde dingen
nog met mekaar samen doen maar waarbij elke staat op elk
ogenblik zonder instemming van de andere de confederatie
kan verlaten
Decentralisatie = overdracht van bevoegdheden, verantwoordelijkheden en
middelen van de centrale overheid naar gekozen
autoriteiten op subnationaal niveau, met een zekere mate
van autonomie
Deconcentratie = overdragen (delegeren) van macht en competenties
vanuit een centrale administratie door een hoger
rechtspersoon (overheid) naar lagere instanties die zelf
geen rechtspersoon zijn maar een intern deel vormen van
dezelfde hogere rechtspersoon die de macht op deze manier
spreidt
Territoriale = bepaalt welke (materieel bevoegde) rechter bevoegd is
bevoegdheidssfeer voor een welbepaald rechtsgebied
Materiële = duidt aan welke rechter bevoegd is wat betreft de inhoud
bevoegdheidssfeer van een welbepaald geschil
Bevoegdheidsconflict = ontstaat wanneer een wetgever of decreetgever