Methodologie deel 2 samenvatting;
KWALITATIEF
Te kennen: tekst onderzoeksvoorstel en eindrapport
Een onderzoeksvoorstel is een document dat wordt opgesteld alvorens men van start gaat met het
eigenlijke onderzoek en dat informatie bevat over hoe het onderzoek (dat in de toekomst
plaatsvindt) er zal uitzien.
Een eindrapport bevat dezelfde informatie, maar dan uitgebreider. Het gaat bij een eindrapport om
een onderzoek dat al uitgevoerd is en waarvan de resultaten gepresenteerd worden zoals
bijvoorbeeld in de vorm van een masterproef aan het eind van de opleiding.
Een onderzoeksvoorstel: hetgeen de onderzoeker zal doen
Eindrapport: geeft weer wat de onderzoeker gedaan
Belangrijke keuzes
Deductief – inductief heeft betrekking op de fundamentele logica die de onderzoeker volgt en de
plaats die theorie daarbij inneemt
Deductief of (hypothese)toetsend: van het algemene naar het specifieke
Inductief van het specifieke naar het algemene
Eenmalig – Iteratief
Eenmalig het onderzoek doorlopen/lineair, of iteratief = het onderzoek als cyclus uitvoeren
Beschrijvend – Verklarend
Beschrijvend onderzoek: dat onderzoek dat zich beperkt tot de loutere beschrijving van één
variabele of fenomeen
Verklarend onderzoek: dat onderzoek dat uitdrukkelijk streeft naar het vaststellen van causale of
oorzaak-gevolg relaties
Waardenvrij – Normatief
Waardenvrij onderzoek: men streeft ernaar om de waardeoordelen, verwachtingen en wensen van
de onderzoeker of de opdrachtgever zo weinig mogelijk te laten meespelen
Normatief onderzoek: de scheiding tussen “feiten” en “waarden” wordt opgegeven. Het wordt dan
uitdrukkelijk de bedoeling om de waarden van de onderzoeker wel te laten meespelen
Kwantitatief – Kwalitatief
Kwantitatief onderzoek: grote aantallen, aselecte steekproef. De dataverzameling gebeurt doorgaans
via schalen, vragenlijsten en observatiemethodes die grote aantallen data opleveren
1
,Kwalitatief onderzoek: kleinere steekproeven die meer in de diepte beschreven en geanalyseerd
worden, weloverwogen doelgerichte steekproef. Typische dataverzamelingsmethoden voor
kwalitatief onderzoek zijn interviews, focusgroepen, documentenanalyses en (participerende)
observaties.
Fundamenteel – Praktijkgericht (relevantie onderzoek)
Fundamenteel of theoriegericht: kan onderzoek erop gericht zijn de theoretische kennis over een
bepaald onderwerp te vergroten
Praktijkgericht: onderzoek wordt uitgevoerd om bij te dragen aan de oplossing van een praktisch
probleem
Kwantitatief = neopositivistisch
Onderzoeksvoorstel
Een onderzoeksvoorstel = een document dat wordt opgesteld voor de start van het eigenlijke
onderzoek en informatie bevat over hoe het onderzoek (dat nog moet plaatsvinden) er zal uitzien
3 doelen van een onderzoeksvoorstel
1. Anderen informeren over del van de studie, de relevantue, de te hanteren methodologie en
de verwachte uitkomsten
2. Ter overtuiging
3. Hulpmiddel voor de onderzoeker zelf
2
,Probleemstelling
Bestaat uit een onderzoeksdoelstelling en onderzoeksvragen
Onderzoeksdoelstelling: waarom wordt het onderzoek gevoerd?
- Een algemene omschrijving van het thema van het onderzoek in de vorm van een doel
- Verantwoording waarom onderzoek zinvol is
Onderzoeksvragen: wat moet er precies onderzocht worden?
- Empirische onderzoeksvraag: beschrijven of verklaren hoe de wereld is
- Normatieve onderzoeksvraag: aangeven hoe de wereld zou moeten zijn, oordeel vellen over
wat wenselijk is
Goede onderzoeksvraag
1) Klaar en duidelijk, zo open mogelijke vraag
2) Onderzoek moet ethisch toelaatbaar zijn
3) Onderzoek moet haalbaar zijn
4) Men moet data kunnen verzamelen
Onderzoeksvraag naar verschillen = cross-sectioneel
Onderzoeksvraag naar verandering = longitudinaal
Hoofdvraag moet beantwoord kunnen worden op basis van de deelvragen
Literatuurstudie
Kort en kritisch overzicht van wat er al bekend is over de onderzoeksvragen
Inductief = onderzoeker neemt best zo weinig mogelijk literatuur door vooraf
Deductief = uitgebreide literatuurstudie
Literatuurstudie moet beknopt blijven
Wat de inhoud betreft, gaat men in een onderzoeksvoorstel typisch in op volgende vragen:
• Wat zijn de typische onderzoeksvragen die men heeft geformuleerd over dit thema?
• Welke nuttige conceptuele definities en conceptuele kaders biedt het bestaande wetenschappelijk
onderzoek?
• Wat zijn de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek: wat is al bekend over dit thema?
o Wat zijn de kwantitatieve (prevalentie/incidentie) en kwalitatieve gegevens over de afhankelijke
variabele(n)?
o Wat zijn de typische onafhankelijke variabelen en hoe sterk is hun impact?
3
, • Waar zitten de lacunes in de bestaande kennis? (cf. wetenschappelijke relevantie)
• Aan welke kennis heeft men nood in de praktijk? (cf. maatschappelijke relevantie)
Literatuurstudie op logisch gestructureerde manier
Literatuur moet op een kritische en genuanceerde manier besproken worden
Er moet voldoende achtergrondinfo gegeven worden bij de context en de methodologie van het
onderzoek waaruit de bevindingen afkomstig zijn
Conceptueel kader
De onderzoeksvragen eerst nog eens herhaald, waarna de belangrijkste concepten opgesomd en
gedefinieerd worden en de verbanden tussen die concepten weergegeven worden
Concepten = abstracte begrippen die verwijzen naar de realiteit, maar zelf niet grijpbaar of meetbaar
zijn
Worden vaak verfijnd tot variabelen, letten op onderling verband (positief/negatief)
Een afhankelijke variabele (AV) varieert afhankelijk van de onafhankelijke variabele en ondergaat dus
de invloed van de onafhankelijke variabele. De onafhankelijke variabele (OV) wordt geacht invloed uit
te oefenen op de afhankelijke variabele.6 Merk op dat eenzelfde variabele zowel onafhankelijk als
afhankelijk kan zijn
Conceptueel kader = een set van concepten (of, indien mogelijk, variabelen) in hun onderling
verband. Een dergelijk kader kan toegelicht worden met woorden, maar kan ook visueel worden
voorgesteld, bijvoorbeeld aan de hand van een pijlenschema of een tabel. Een dergelijke visuele
voorstelling van een conceptueel kader wordt een “conceptueel schema” genoemd.
Onderzoeksopzet
Op welke manier zullen de geformuleerde onderzoeksvragen beantwoord worden?
Keuzes inzake – steekproeftrekking, dataverzameling en data-analyse
Planning
Een dergelijk schema helpt om de lezer van het onderzoeksvoorstel ervan te overtuigen dat het
onderzoek haalbaar is
Hulpmiddel, niet verplicht
Onderzoekspraktijk
Onderzoek verloopt in de praktijk veel minder overzichtelijk
Zie hieronder de feitelijke stappen in een eigenlijk onderzoek
4
KWALITATIEF
Te kennen: tekst onderzoeksvoorstel en eindrapport
Een onderzoeksvoorstel is een document dat wordt opgesteld alvorens men van start gaat met het
eigenlijke onderzoek en dat informatie bevat over hoe het onderzoek (dat in de toekomst
plaatsvindt) er zal uitzien.
Een eindrapport bevat dezelfde informatie, maar dan uitgebreider. Het gaat bij een eindrapport om
een onderzoek dat al uitgevoerd is en waarvan de resultaten gepresenteerd worden zoals
bijvoorbeeld in de vorm van een masterproef aan het eind van de opleiding.
Een onderzoeksvoorstel: hetgeen de onderzoeker zal doen
Eindrapport: geeft weer wat de onderzoeker gedaan
Belangrijke keuzes
Deductief – inductief heeft betrekking op de fundamentele logica die de onderzoeker volgt en de
plaats die theorie daarbij inneemt
Deductief of (hypothese)toetsend: van het algemene naar het specifieke
Inductief van het specifieke naar het algemene
Eenmalig – Iteratief
Eenmalig het onderzoek doorlopen/lineair, of iteratief = het onderzoek als cyclus uitvoeren
Beschrijvend – Verklarend
Beschrijvend onderzoek: dat onderzoek dat zich beperkt tot de loutere beschrijving van één
variabele of fenomeen
Verklarend onderzoek: dat onderzoek dat uitdrukkelijk streeft naar het vaststellen van causale of
oorzaak-gevolg relaties
Waardenvrij – Normatief
Waardenvrij onderzoek: men streeft ernaar om de waardeoordelen, verwachtingen en wensen van
de onderzoeker of de opdrachtgever zo weinig mogelijk te laten meespelen
Normatief onderzoek: de scheiding tussen “feiten” en “waarden” wordt opgegeven. Het wordt dan
uitdrukkelijk de bedoeling om de waarden van de onderzoeker wel te laten meespelen
Kwantitatief – Kwalitatief
Kwantitatief onderzoek: grote aantallen, aselecte steekproef. De dataverzameling gebeurt doorgaans
via schalen, vragenlijsten en observatiemethodes die grote aantallen data opleveren
1
,Kwalitatief onderzoek: kleinere steekproeven die meer in de diepte beschreven en geanalyseerd
worden, weloverwogen doelgerichte steekproef. Typische dataverzamelingsmethoden voor
kwalitatief onderzoek zijn interviews, focusgroepen, documentenanalyses en (participerende)
observaties.
Fundamenteel – Praktijkgericht (relevantie onderzoek)
Fundamenteel of theoriegericht: kan onderzoek erop gericht zijn de theoretische kennis over een
bepaald onderwerp te vergroten
Praktijkgericht: onderzoek wordt uitgevoerd om bij te dragen aan de oplossing van een praktisch
probleem
Kwantitatief = neopositivistisch
Onderzoeksvoorstel
Een onderzoeksvoorstel = een document dat wordt opgesteld voor de start van het eigenlijke
onderzoek en informatie bevat over hoe het onderzoek (dat nog moet plaatsvinden) er zal uitzien
3 doelen van een onderzoeksvoorstel
1. Anderen informeren over del van de studie, de relevantue, de te hanteren methodologie en
de verwachte uitkomsten
2. Ter overtuiging
3. Hulpmiddel voor de onderzoeker zelf
2
,Probleemstelling
Bestaat uit een onderzoeksdoelstelling en onderzoeksvragen
Onderzoeksdoelstelling: waarom wordt het onderzoek gevoerd?
- Een algemene omschrijving van het thema van het onderzoek in de vorm van een doel
- Verantwoording waarom onderzoek zinvol is
Onderzoeksvragen: wat moet er precies onderzocht worden?
- Empirische onderzoeksvraag: beschrijven of verklaren hoe de wereld is
- Normatieve onderzoeksvraag: aangeven hoe de wereld zou moeten zijn, oordeel vellen over
wat wenselijk is
Goede onderzoeksvraag
1) Klaar en duidelijk, zo open mogelijke vraag
2) Onderzoek moet ethisch toelaatbaar zijn
3) Onderzoek moet haalbaar zijn
4) Men moet data kunnen verzamelen
Onderzoeksvraag naar verschillen = cross-sectioneel
Onderzoeksvraag naar verandering = longitudinaal
Hoofdvraag moet beantwoord kunnen worden op basis van de deelvragen
Literatuurstudie
Kort en kritisch overzicht van wat er al bekend is over de onderzoeksvragen
Inductief = onderzoeker neemt best zo weinig mogelijk literatuur door vooraf
Deductief = uitgebreide literatuurstudie
Literatuurstudie moet beknopt blijven
Wat de inhoud betreft, gaat men in een onderzoeksvoorstel typisch in op volgende vragen:
• Wat zijn de typische onderzoeksvragen die men heeft geformuleerd over dit thema?
• Welke nuttige conceptuele definities en conceptuele kaders biedt het bestaande wetenschappelijk
onderzoek?
• Wat zijn de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek: wat is al bekend over dit thema?
o Wat zijn de kwantitatieve (prevalentie/incidentie) en kwalitatieve gegevens over de afhankelijke
variabele(n)?
o Wat zijn de typische onafhankelijke variabelen en hoe sterk is hun impact?
3
, • Waar zitten de lacunes in de bestaande kennis? (cf. wetenschappelijke relevantie)
• Aan welke kennis heeft men nood in de praktijk? (cf. maatschappelijke relevantie)
Literatuurstudie op logisch gestructureerde manier
Literatuur moet op een kritische en genuanceerde manier besproken worden
Er moet voldoende achtergrondinfo gegeven worden bij de context en de methodologie van het
onderzoek waaruit de bevindingen afkomstig zijn
Conceptueel kader
De onderzoeksvragen eerst nog eens herhaald, waarna de belangrijkste concepten opgesomd en
gedefinieerd worden en de verbanden tussen die concepten weergegeven worden
Concepten = abstracte begrippen die verwijzen naar de realiteit, maar zelf niet grijpbaar of meetbaar
zijn
Worden vaak verfijnd tot variabelen, letten op onderling verband (positief/negatief)
Een afhankelijke variabele (AV) varieert afhankelijk van de onafhankelijke variabele en ondergaat dus
de invloed van de onafhankelijke variabele. De onafhankelijke variabele (OV) wordt geacht invloed uit
te oefenen op de afhankelijke variabele.6 Merk op dat eenzelfde variabele zowel onafhankelijk als
afhankelijk kan zijn
Conceptueel kader = een set van concepten (of, indien mogelijk, variabelen) in hun onderling
verband. Een dergelijk kader kan toegelicht worden met woorden, maar kan ook visueel worden
voorgesteld, bijvoorbeeld aan de hand van een pijlenschema of een tabel. Een dergelijke visuele
voorstelling van een conceptueel kader wordt een “conceptueel schema” genoemd.
Onderzoeksopzet
Op welke manier zullen de geformuleerde onderzoeksvragen beantwoord worden?
Keuzes inzake – steekproeftrekking, dataverzameling en data-analyse
Planning
Een dergelijk schema helpt om de lezer van het onderzoeksvoorstel ervan te overtuigen dat het
onderzoek haalbaar is
Hulpmiddel, niet verplicht
Onderzoekspraktijk
Onderzoek verloopt in de praktijk veel minder overzichtelijk
Zie hieronder de feitelijke stappen in een eigenlijk onderzoek
4