1. Algemene begrippen van het vermogensrecht
1.1 Vermogensrechten: persoonlijke en zakelijke rechten
1.1.1 Inleiding
Onderverdeling vermogensrechten:
- Persoonlijke rechten
- Zakelijke rechten
- Intellectuele rechten
Onderscheid persoonlijke en zakelijke rechten:
- Enkel zakelijke zijn uitgerust met de attributen van zakelijke rechten
- Verschillend verjaringsregime (art2262 en bis oBW)
- Verschillende aanknoping voor territoriale bevoegdheidsregeling (art624 1° en 629
Ger)
- Verschillend publiciteitsmechanisme: enkel zakelijke rechten moeten en kunnen
worden bekendgemaakt, persoonlijke niet
° publiciteitsmechanisme verschilt naargelang aard van het goed:
o Zakelijke rechten op schuldvordering op naam: kennisgeving aan of erkenning door
SA van die vordering
o Roerende zakelijke rechten: bezit
o Onroerende zakelijke rechten: hypothecaire publiciteit
1.1.2 De klassieke leer: een scherpe tweedeling
Persoonlijke rechten: creëren rechtsverhouding tussen 2 rechtssubjecten
- Aanspraak van ene persoon op een ander => SE op SA
- Verbintenis om een zakelijk recht over te dragen
Zakelijke rechten: creëren rechtsverhouding tussen rechtssubject en rechtsobject
- Kan afgedwongen worden tegenover iedereen = erga omnes
Kritiek: klassieke leer is fout want die zegt dat zakelijke rechten niet afdwingbaar zouden zijn
tegenover personen en persoonlijke rechten niets met goederen te maken zouden hebben
Bv: wat voor soort recht is een huur: persoonlijk want tussen huurder en kotbaas, of zakelijk want
tussen huurder en kot?
Kritiek versterkt via dematerialisering v/h goederenrecht = zakelijke rechten rusten steeds
vaker op onlichamelijke goederen (dus ook persoonlijke rechten)
Vaak opvatting langs beide kanten, zowel zakelijk als persoonlijk (bv kot huren: persoonlijk
want verbintenis tussen huurder en kotbaas, maar zakelijk want tussen huur en kot)
Relatief recht = kan enkel worden afgedwongen jegens 1 persoon = SA
1
, 1.1.3 Leer van het personalisme
Subjectivering van zakelijke rechten: zakelijke rechten worden steeds meer gedefinieerd in
termen van subject-subjectverhoudingen
Personalisme (Planiol): een rechtsverhouding kan enkel bestaan tussen rechtssubjecten,
nooit tussen rechtssubject en een goed (maw: zowel zakelijke als persoonlijke rechten
creëren een rechtsband tussen 2 rechtssubjecten)
- Onderscheid tussen persoonlijke en zakelijke rechten ligt niet in de vraag naar inhoud
van het recht maar in tegenwerpelijkheid, draagwijdte verschilt:
° Zakelijk recht: absoluut, want legt aan iedereen verplichting op zich te onthouden van een
inbreuk op het zakelijk recht
° Persoonlijk recht: relatief, want doet verbintenis ontstaan ten laste van 1 bepaalde persoon,
namelijk de SA
Kritiek: personalisme heeft externe (bevoegdheden) en interne (tegenwerpelijkheid)
kenmerken van vermogensrechten ten onrechte met elkaar verweven
- Tegenwerpelijkheid komt bij beide sterk overeen: je hebt verplichting je te onthouden
van inbreuken op zakelijke rechten of persoonlijke rechten -> schending van
verplichting leidt tot aansprakelijkheid => kern van theorie van derde-
medeplichtigheid aan andermans contractbreuk (art1382 oBW)
Onderscheid op vlak van tegenwerpelijkheid vloeit niet voort uit de aard van recht, maar uit
de publiciteit die aan het recht wordt verleend
- Zakelijke rechten: tegenwerpelijk door het vervullen van publiciteitsmaatregel
- Persoonlijke rechten: tegenwerpelijk aan derden die kennis hebben van het bestaan
van die persoonlijke rechten
1.1.4 Leer van het neopersonalisme: onderscheid tussen
eigendom en beperkte vermogensrechten (kwalitatieve
verbintenissen)
Onderscheid eigendom en vermogensrechten:
Neopersonalisme (Ginnosar) heeft beweging van personalisme voorgezet door zakelijke
rechten af te bakenen in termen van een verbintenisrechtelijke verhouding
- Hoofdonderscheid is niet tussen persoonlijke en zakelijke rechten maar tussen
eigendom en alle andere vermogensrechten
- Kritiek (Dabin): eigendomsrecht kan zijn eigenheid verliezen
eigendom = elk vermogensrechtelijk toebehoren, elke onttrekking van een goed aan de
collectiviteit
alle andere zakelijke en persoonlijke rechten behoren tot verbintenissen
2
,Onderscheid zakelijke en persoonlijke rechten:
Zakelijke rechten: beantwoorden een kwalitatieve verbintenis = de verbintenis van (meestal)
de eigenaar van het goed om beperkingen op zijn recht te eerbiedigen, is aangegaan
qualitate qua (als eigenaar van het goed waarop het zakelijk recht betrekking heeft)
- Beperkt zakelijk recht = bundeling van bevoegdheden die door de eigenaar moeten
worden geëerbiedigd omwille van zijn hoedanigheid van eigenaar
- gevolg: indien hij zijn hoedanigheid verliest is de rechtsopvolger onder bijzondere
titel gehouden tot nakoming (= rechtsopvolger onder bijzondere titel krijgt
hoedanigheid van SA omdat hij hoedanigheid van SE overneemt)
- volgrecht
Persoonlijke rechten: beantwoorden een persoonlijke verbintenis
- gaan in beginsel niet over op rechtsopvolger onder bijzondere titel van het goed
waarop de aanspraak indirect betrekking heeft, enkel algemene rechtsopvolgers en
rechtsopvolgers onder algemene titel -> door relativiteit van contracten
- contractsrelativiteit
conclusie: SA van zakelijk recht staat in voor een verbintenis met een goed, SA van
persoonlijk recht is gehouden als titularis van zijn vermogen
1.1.5 Numerus clausus-beginsel als formeel
afbakeningsmechanisme
1.1.5.1 Numerus clausus bij zakelijke rechten
Numerus clausus-beginsel = vermogensrechten kunnen slechts zakelijke rechten zijn voor
zover de wet ze als zakelijk recht erkent, en het goederenrecht laat niet toe dat partijen
nieuwe ‘onbenoemde’ zakelijke rechten tot stand brengen
2 dimensies:
- Extern: partijen kunnen geen andere zakelijke rechten vestigen dan deze die door de
wetgever als zakelijke rechten zijn benoemd (art3.3 BW)
- Intern: partijen moeten bij vestiging van zakelijke rechten de wezenskenmerken van
de betrokken zakelijke rechten eerbiedigen (art3.1 BW) -> afwijkingsclausule (ruimte
voor contractsvrijheid, aanvullend recht dus afwijking mogelijk)
Gesloten systeem goederenrecht -> gevolg: mogelijkheid tot opsomming van zakelijke
rechten (art3.3 BW) -> 4 (zakelijke gebruiksrechten, zekerheden, eigendom en mede-
eigendom)
Zakelijke gebruiksrechten = rechten die de titularis ervan een gebruiks- en genotsrecht
verlenen mbt een welbepaald goed
- Erfdienstbaarheden
- Recht van vruchtgebruik
- Erfpacht
- Opstal
3
, Zakelijke zekerheidsrechten = zakelijke rechten die hoofdzakelijk tot doel hebben de
nakoming van een schuldvordering te voldoen -> verlenen de titularis enkel het recht om als
eerste uitbetaald te worden uit de opbrengst van het goed waarop ze betrekking hebben
- Bijzondere voorrechten
- Retentierecht
- Pand (mbt roerende goederen)
- Hypotheek (mbt onroerende goederen en schepen)
Eigendomsrecht wordt steeds meer zakelijk zekerheidsrecht doordat het vaker tot doel heeft
een schuldvordering te waarborgen = fiduciaire eigendom tot zekerheid
2 vormen:
- Overdracht van eigendom tot zekerheid (‘fiduciaire eigendomsoverdracht tot
zekerheid’)
- Voorbehouden eigendom tot zekerheid (‘eigendomsvoorbehoud’ of ‘leasing’)
Gesloten stelsel van zakelelijke rechten, gevolg: wilsautonomie krijgt meer ruimte (art3.1
BW): partijen kunnen afwijken van boek 3, tenzij bij:
- Definities (met kernelementen)
- Bepalingen waarvan wet uitdrukkelijk zegt dat je er niet van mag afwijken (= “niet
tegenstaande enig andersluidend beding”)
Voornaamste concretisering van numerus clausus-beginsel ligt bij eigendom,
erfdienstbaarheden en zakelijke zekerheidsrechten
- bij de laatste ligt de bekommernis van gelijkheid van SE’s hieraan ten grondslag
- bij 2 eerste is aan afkeer van feodale regime op dubbele wijze vorm gegeven:
° ondeelbare eigendomsbegrip: art3.50 BW
° negatieve karakter van erfdienstbaarheden
1.1.5.2 Wilsautonomie bij persoonlijke rechten
Beginsel van wilsautonomie in het verbintenissenrecht (<-> numerus clausus)
- Contractspartijen zijn vrij te inhoud zelf te bepalen, zolang dit niet ingaat tegen
openbare orde
- Gevolg: de partijen kunnen niet enkel benoemde, maar ook onbenoemde en
gemengde overeenkomsten sluiten
Benoemde contracten: worden in BW uitdrukkelijk en uitvoerig geregeld (koop, huur,..)
- Ook alle overeenkomsten tot overdracht of vestiging van zakelijk recht behoren
hiertoe
- Gevolg: rechtszekerheid en eenvormigheid in rechtsverkeer
Onbenoemde contracten: hebben geen wettelijke regeling
- Ook onderworpen aan algemeen verbintenissenrecht in boek 5 BW
- Vaak ook bepalingen van benoemde overeenkomsten als analogieregel toepassen op
vergelijkbare onbenoemde contracten
4
1.1 Vermogensrechten: persoonlijke en zakelijke rechten
1.1.1 Inleiding
Onderverdeling vermogensrechten:
- Persoonlijke rechten
- Zakelijke rechten
- Intellectuele rechten
Onderscheid persoonlijke en zakelijke rechten:
- Enkel zakelijke zijn uitgerust met de attributen van zakelijke rechten
- Verschillend verjaringsregime (art2262 en bis oBW)
- Verschillende aanknoping voor territoriale bevoegdheidsregeling (art624 1° en 629
Ger)
- Verschillend publiciteitsmechanisme: enkel zakelijke rechten moeten en kunnen
worden bekendgemaakt, persoonlijke niet
° publiciteitsmechanisme verschilt naargelang aard van het goed:
o Zakelijke rechten op schuldvordering op naam: kennisgeving aan of erkenning door
SA van die vordering
o Roerende zakelijke rechten: bezit
o Onroerende zakelijke rechten: hypothecaire publiciteit
1.1.2 De klassieke leer: een scherpe tweedeling
Persoonlijke rechten: creëren rechtsverhouding tussen 2 rechtssubjecten
- Aanspraak van ene persoon op een ander => SE op SA
- Verbintenis om een zakelijk recht over te dragen
Zakelijke rechten: creëren rechtsverhouding tussen rechtssubject en rechtsobject
- Kan afgedwongen worden tegenover iedereen = erga omnes
Kritiek: klassieke leer is fout want die zegt dat zakelijke rechten niet afdwingbaar zouden zijn
tegenover personen en persoonlijke rechten niets met goederen te maken zouden hebben
Bv: wat voor soort recht is een huur: persoonlijk want tussen huurder en kotbaas, of zakelijk want
tussen huurder en kot?
Kritiek versterkt via dematerialisering v/h goederenrecht = zakelijke rechten rusten steeds
vaker op onlichamelijke goederen (dus ook persoonlijke rechten)
Vaak opvatting langs beide kanten, zowel zakelijk als persoonlijk (bv kot huren: persoonlijk
want verbintenis tussen huurder en kotbaas, maar zakelijk want tussen huur en kot)
Relatief recht = kan enkel worden afgedwongen jegens 1 persoon = SA
1
, 1.1.3 Leer van het personalisme
Subjectivering van zakelijke rechten: zakelijke rechten worden steeds meer gedefinieerd in
termen van subject-subjectverhoudingen
Personalisme (Planiol): een rechtsverhouding kan enkel bestaan tussen rechtssubjecten,
nooit tussen rechtssubject en een goed (maw: zowel zakelijke als persoonlijke rechten
creëren een rechtsband tussen 2 rechtssubjecten)
- Onderscheid tussen persoonlijke en zakelijke rechten ligt niet in de vraag naar inhoud
van het recht maar in tegenwerpelijkheid, draagwijdte verschilt:
° Zakelijk recht: absoluut, want legt aan iedereen verplichting op zich te onthouden van een
inbreuk op het zakelijk recht
° Persoonlijk recht: relatief, want doet verbintenis ontstaan ten laste van 1 bepaalde persoon,
namelijk de SA
Kritiek: personalisme heeft externe (bevoegdheden) en interne (tegenwerpelijkheid)
kenmerken van vermogensrechten ten onrechte met elkaar verweven
- Tegenwerpelijkheid komt bij beide sterk overeen: je hebt verplichting je te onthouden
van inbreuken op zakelijke rechten of persoonlijke rechten -> schending van
verplichting leidt tot aansprakelijkheid => kern van theorie van derde-
medeplichtigheid aan andermans contractbreuk (art1382 oBW)
Onderscheid op vlak van tegenwerpelijkheid vloeit niet voort uit de aard van recht, maar uit
de publiciteit die aan het recht wordt verleend
- Zakelijke rechten: tegenwerpelijk door het vervullen van publiciteitsmaatregel
- Persoonlijke rechten: tegenwerpelijk aan derden die kennis hebben van het bestaan
van die persoonlijke rechten
1.1.4 Leer van het neopersonalisme: onderscheid tussen
eigendom en beperkte vermogensrechten (kwalitatieve
verbintenissen)
Onderscheid eigendom en vermogensrechten:
Neopersonalisme (Ginnosar) heeft beweging van personalisme voorgezet door zakelijke
rechten af te bakenen in termen van een verbintenisrechtelijke verhouding
- Hoofdonderscheid is niet tussen persoonlijke en zakelijke rechten maar tussen
eigendom en alle andere vermogensrechten
- Kritiek (Dabin): eigendomsrecht kan zijn eigenheid verliezen
eigendom = elk vermogensrechtelijk toebehoren, elke onttrekking van een goed aan de
collectiviteit
alle andere zakelijke en persoonlijke rechten behoren tot verbintenissen
2
,Onderscheid zakelijke en persoonlijke rechten:
Zakelijke rechten: beantwoorden een kwalitatieve verbintenis = de verbintenis van (meestal)
de eigenaar van het goed om beperkingen op zijn recht te eerbiedigen, is aangegaan
qualitate qua (als eigenaar van het goed waarop het zakelijk recht betrekking heeft)
- Beperkt zakelijk recht = bundeling van bevoegdheden die door de eigenaar moeten
worden geëerbiedigd omwille van zijn hoedanigheid van eigenaar
- gevolg: indien hij zijn hoedanigheid verliest is de rechtsopvolger onder bijzondere
titel gehouden tot nakoming (= rechtsopvolger onder bijzondere titel krijgt
hoedanigheid van SA omdat hij hoedanigheid van SE overneemt)
- volgrecht
Persoonlijke rechten: beantwoorden een persoonlijke verbintenis
- gaan in beginsel niet over op rechtsopvolger onder bijzondere titel van het goed
waarop de aanspraak indirect betrekking heeft, enkel algemene rechtsopvolgers en
rechtsopvolgers onder algemene titel -> door relativiteit van contracten
- contractsrelativiteit
conclusie: SA van zakelijk recht staat in voor een verbintenis met een goed, SA van
persoonlijk recht is gehouden als titularis van zijn vermogen
1.1.5 Numerus clausus-beginsel als formeel
afbakeningsmechanisme
1.1.5.1 Numerus clausus bij zakelijke rechten
Numerus clausus-beginsel = vermogensrechten kunnen slechts zakelijke rechten zijn voor
zover de wet ze als zakelijk recht erkent, en het goederenrecht laat niet toe dat partijen
nieuwe ‘onbenoemde’ zakelijke rechten tot stand brengen
2 dimensies:
- Extern: partijen kunnen geen andere zakelijke rechten vestigen dan deze die door de
wetgever als zakelijke rechten zijn benoemd (art3.3 BW)
- Intern: partijen moeten bij vestiging van zakelijke rechten de wezenskenmerken van
de betrokken zakelijke rechten eerbiedigen (art3.1 BW) -> afwijkingsclausule (ruimte
voor contractsvrijheid, aanvullend recht dus afwijking mogelijk)
Gesloten systeem goederenrecht -> gevolg: mogelijkheid tot opsomming van zakelijke
rechten (art3.3 BW) -> 4 (zakelijke gebruiksrechten, zekerheden, eigendom en mede-
eigendom)
Zakelijke gebruiksrechten = rechten die de titularis ervan een gebruiks- en genotsrecht
verlenen mbt een welbepaald goed
- Erfdienstbaarheden
- Recht van vruchtgebruik
- Erfpacht
- Opstal
3
, Zakelijke zekerheidsrechten = zakelijke rechten die hoofdzakelijk tot doel hebben de
nakoming van een schuldvordering te voldoen -> verlenen de titularis enkel het recht om als
eerste uitbetaald te worden uit de opbrengst van het goed waarop ze betrekking hebben
- Bijzondere voorrechten
- Retentierecht
- Pand (mbt roerende goederen)
- Hypotheek (mbt onroerende goederen en schepen)
Eigendomsrecht wordt steeds meer zakelijk zekerheidsrecht doordat het vaker tot doel heeft
een schuldvordering te waarborgen = fiduciaire eigendom tot zekerheid
2 vormen:
- Overdracht van eigendom tot zekerheid (‘fiduciaire eigendomsoverdracht tot
zekerheid’)
- Voorbehouden eigendom tot zekerheid (‘eigendomsvoorbehoud’ of ‘leasing’)
Gesloten stelsel van zakelelijke rechten, gevolg: wilsautonomie krijgt meer ruimte (art3.1
BW): partijen kunnen afwijken van boek 3, tenzij bij:
- Definities (met kernelementen)
- Bepalingen waarvan wet uitdrukkelijk zegt dat je er niet van mag afwijken (= “niet
tegenstaande enig andersluidend beding”)
Voornaamste concretisering van numerus clausus-beginsel ligt bij eigendom,
erfdienstbaarheden en zakelijke zekerheidsrechten
- bij de laatste ligt de bekommernis van gelijkheid van SE’s hieraan ten grondslag
- bij 2 eerste is aan afkeer van feodale regime op dubbele wijze vorm gegeven:
° ondeelbare eigendomsbegrip: art3.50 BW
° negatieve karakter van erfdienstbaarheden
1.1.5.2 Wilsautonomie bij persoonlijke rechten
Beginsel van wilsautonomie in het verbintenissenrecht (<-> numerus clausus)
- Contractspartijen zijn vrij te inhoud zelf te bepalen, zolang dit niet ingaat tegen
openbare orde
- Gevolg: de partijen kunnen niet enkel benoemde, maar ook onbenoemde en
gemengde overeenkomsten sluiten
Benoemde contracten: worden in BW uitdrukkelijk en uitvoerig geregeld (koop, huur,..)
- Ook alle overeenkomsten tot overdracht of vestiging van zakelijk recht behoren
hiertoe
- Gevolg: rechtszekerheid en eenvormigheid in rechtsverkeer
Onbenoemde contracten: hebben geen wettelijke regeling
- Ook onderworpen aan algemeen verbintenissenrecht in boek 5 BW
- Vaak ook bepalingen van benoemde overeenkomsten als analogieregel toepassen op
vergelijkbare onbenoemde contracten
4