Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting mens en leren 2

Note
-
Vendu
-
Pages
90
Publié le
05-06-2025
Écrit en
2024/2025

Samenvatting van het vak mens en leren 2












Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
5 juin 2025
Nombre de pages
90
Écrit en
2024/2025
Type
Resume

Aperçu du contenu

HERHALING

ICF

ICF = internationale classificatie van het menselijk functioneren.
• De mens:
- Lichaam (functies/anatomische eigenschappen): wat kan iemand zowel fysiek als mentaal? Wat
kan een baby van 6 maanden bijvoorbeeld al?
- Doen (activiteiten): Wat doet een mens? Wat zijn zijn activiteiten; bijvoorbeeld boodschappen
doen, schoonmaken, beslissingen nemen.
- Samen (participatie): Met wie doet een mens iets? Hij participeert (=neemt deel), bijvoorbeeld
studeren, werken, vrijwilliger zijn bij het Rode Kruis bijvoorbeeld.

Een mens zijn is meer, er is ook nog:
• Ik: persoonlijke factoren zoals leeftijd, geslacht, ervaring, sociale status, …
• Omgeving: externe factoren waaronder:
- De fysieke omgeving: waar woont iemand?
- De sociale en maatschappelijke omgeving.
• Ziektes: een ziekte of een aandoening heeft een impact op het volledige mens zijn.



Invloed op hele
zijn.




Hersenen, zelfredzaamheid Meedoen in
spieren, bewegen samenleving




Buurt waar je woont, SES Leeftijd, geslacht, …




CASUS
Marie is een alleenstaande moeder met drie kinderen en woont in een appartementje met 1 slaapkamer in de
stad. Ze heeft onlangs een zware rugoperatie ondergaan waar ze nog steeds veel pijn aan heeft.

Welke elementen kunnen we in het ICF-model plaatsen?
• Ziekte / aandoening: rugoperatie.
• Persoonlijke factoren: alleenstaande moeder met drie kinderen, vrouw.
• Externe factoren: woont in klein appartementje.



1

,HGW, HGD EN FAIRE DIAGNOSTIEK


HGW EN HGD Rekening houden met de 7 uitgangspunten bij casussen!

HGW = handelingsgericht werken.
1. Onderwijs- en opvoedingsbehoeften centraal
- Niet spreken over die jongen met ADHD, maar we kijken naar
wat hij nodig heeft.
2. Afstemming / wisselwerking
- Wisselwerking tussen 2 personen.
- Afstemming van het gedrag.
3. Leerkracht en ouders doen er toe.
4. Positieve aspecten
- Wat werkt er wel.
5. Constructieve samenwerking
6. Doelgericht
7. Systematisch - transparant

HGD = handelingsgerichte diagnostiek (fase 2 van zorgcontinuüm)
• Intakefase: info verzamelen rond hulpvraag.
• Strategiefase: reflectie rond aanpak.
• Onderzoek: gericht info verzamelen.
• Integratie/aanbevelingsfase.
• Adviesfase.
• Interventie + evaluatie



HANDELINGSPLAN


Beeldvorming: Wat is er aan de hand en waarom loopt het slecht.
Doelen selecteren: Wat willen we bereiken (KT en LT).
Voorbereidingsfase: Wat heeft iemand nodig.
Uitvoeringsfase: Uitproberen voor een bepaalde periode.
Evaluatiefase: Wat ging er goed/Wat ging er slecht?




FAIRE DIAGNOSTIEK
Faire diagnostiek = zorgzame & kwaliteitsvolle diagnostiek bij anderstalige en/of kansarme kinderen.
• Lage testscore:
- = weergave van hetgeen de test wil weergeven?
- = andere oorzaak?




2

,AGRESSIE

WAT IS AGRESSIE?

Agressie = …
• Gedrag waarbij de ander schade wordt toegebracht:
- Fysieke agressie: slaan, schoppen, …
- Psychische agressie: bedreigen, pesten, schelden, …
• Gedrag waarbij er regels overtreden worden.
- Formeel: bezittingen niet stuk maken, niet mishandelen.
- Informeel: respect hebben, rekening houden met elkaar.
• Iemands gedrag kan agressief zijn, ook al had de persoon niet de intentie om leed toe te brengen aan
de ander.



SOORTEN AGRESSIE

Reactieve agressie = agressie als reactie op iets.
• Heetgebakerde kinderen die “ontploffen”.
• Snel aangevallen, onmiddellijke reactie.
• Impulsief, houdt geen rekening met consequenties.

Proactieve agressie = agressie omdat je een bepaald doel wilt bereiken.
• Niet reacties, agressie om doelen na te streven.
• Koelbloederig.
• Weinig angst en delinquent gedrag.
• Geef mij 5 euro anders doe ik je broertje iets aan.

Er is een grote samenhang tussen beide vormen:
• 50% van de kinderen vertoont zowel proactieve als reactieve agressie.
• 6 categorieën probleemgedrag die samenhangen met agressie:
- Internaliserende problemen: problemen binnenhouden.
- Emotionele disregulatie en hyperactiviteit: emoties niet goed kunnen uiten.
- Delinquent gedrag: vertonen meer proactief gedrag.
- Sociometrische status: hoe hoger, hoe stoerder je durft zijn → sneller agressie.
- Slachtofferschap: vaker een externe locus of control.
- Sociale incompetentie: moeilijker meedoen aan sociale situaties.

Relationele agressie (sociale agressie): relaties tussen individuen of groepen manipuleert of beschadigt, zoals
pesten, roddelen en vernederen.
• Komt vaker voor dan fysieke agressie.
• Manipulatie als motor.
- Roddels verspreiden.
- Niet uitnodigen voor verjaardagen.
- Kwaad spreken/leugens verspreiden.
- Anderen onder druk zetten.
• Meer bij meisjes (zgn. Queen Bee)
• Risico op bagatellisering: minder groot voorstellen dan dat het eigenlijk is.



3

, OORZAKEN VAN AGRESSIE

Aanleiding: agressie komt niet uit de lucht gevallen.
• Agressie ontstaat vanuit boosheid of frustratie.
• Uiting van onmacht, angst, jaloezie, verveling, …

Andere verklaringen:
• Biologische en evolutionaire verklaringen.
• Neuropsychologisch.
• Stoornissen.
• Omgevingsfactoren.
• Games en televisie.



WAT IS HET NUT VAN AGRESSIE


NEUROPSYCHOLOGISCHE VERKLARINGEN
• Inhibitie, impulscontrole en frustratietolerantie: sneller agressief gedrag als je je impulsen niet onder
controle kunt houden.
• Intelligentie: sneller fysiek gedrag vertonen als je je niet goed kan uiten in woorden.
• Gebrekkige sociale cognitie: inlevingsvermogen, empathisch vermogen.
• Gebrekkige sociale informatieverwerking: hoe reageer je op een situatie.
• Gebrek aan verbaal vermogen: een zwakker verbaal vermogen zorgt voor meer agressie.


PERSOONLIJKHEID
• Karakter: explosief.
• Zelfbeeld: mensen met lager zelfbeeld zijn sneller agressief.
• Zelfbeschikking:
- Onderzoek Österman et. Al. (1999) & Bellard (2002)
- Locus of control: intern of extern.
▪ Extern: het probleem ligt bij een ander.
▪ Intern: het probleem ligt bij mezelf.
• Coping:
- Effectief vs ineffectief.
- Probleemgericht vs emotiegericht.
- ….

Agressie komt ook vaak voor met verschillende stoornissen:
• ADHD: weinig impulscontrole.
• ODD/CD: opstandige gedragsstoornissen.
- Mishandelen van jongs af aan al dieren.
- Sterke externe locus of control.
• ASS: hebben nood aan voorspelbaarheid.
• Andere problematieken




4
€7,66
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
anaismesotten

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
anaismesotten
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
0
Membre depuis
3 année
Nombre de followers
0
Documents
3
Dernière vente
-

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions