*** Inleiding in de filosofie – De kalme zonneschijn van de geest, Ba 2 RECHTEN – 2024 – 2025 ***
Studiewijzer bij Hoofdstuk IV. Onttovering en metafysica
I. Studeervragen
1. In de metafysica van Descartes, Spinoza en Leibniz treedt een scheiding
tussen het denkend subject en wereld op de voorgrond. Leg uit. In welke zin
verschilt dit uitgangspunt van de nieuwe metafysica van dat van de klassieke
metafysica in het Platoons-christelijke denken?
Het project van de moderne rede: hoe de rede in staat is tot adequate representatie
tussen geest & wereld, een wereld die gekend wordt vanuit de denkstructuur van
de geest (subject/mind).
Er is dus een scheiding tussen ik/ zelf (subject) en de wereld/de natuur (object)
buiten ons. Bij Descartes, Spinoza en Leibniz staat het denkend subject centraal.
Voor Descartes is cogito (ik denk, dus ik ben), de subjectieve zekerheid, het
fundament van kennis.
Het denken wordt onderscheiden van de uitgebreide werkelijkheid.
Bij Spinoza is er 1 substantie (God of Natuur) maar ons perspectief blijft dat van
het denkende subject. Leibniz werkt met geestelijke centra die de werkelijkheid op
hun eigen manier weerspiegelen.
In de drie gevallen is er een kloof tussen het bewustzijn en de wereld die
filosofisch moet worden overbrugd.
In de klassieke metafysica van Plato en het christendom ligt het fundament buiten
het subject, namelijk in een objectieve orde van het Zijn of God als hoogste zijn.
Kennis is een deelname aan de bovenpersoonlijke waarheid
De moderne metafysica vertrekt dus vanuit het subject en zijn bewustzijn, terwijl
de klassieke metafysica uitgaat van een objectieve, transcendente orde waaraan
het subject deelneemt.
2. ‘De mechanisering van het wereldbeeld leidt tot een typisch modern ideaal
van zelfbepaling.’ Leg uit.
De mechanisering van de wereld is de onttovering in de 17e eeuw (Galilei,
Descartes, Newton). Verschijnselen worden niet langer verklaard vanuit
doeleinden of goddelijke bedoelingen maar vanuit natuurwetten en oorzaak-
gevolg-relaties.
Dit nieuwe beeld leidt tot een modern ideaal van zelfbepaling. Als de wereld
geen voorgegeven zin of goddelijk plan bevat, maar begrijpelijk is via de rede
en wetenschap, dan kan de mens zijn eigen positie rationeel bepalen. Hij is
niet langer afhankelijk van traditie of goddelijke voorzienigheid maar kan
zichzelf sturen door kennis en rede.
Door de mechanisering van het wereldbeeld ontstaat dus de idee dat de mens,
als redelijk en autonoom wezen, zijn lot en samenleving zelf kan bepalen in
plaats van te leven binnen een vooraf vastgelegde orde.
Studiewijzer bij Hoofdstuk IV. Onttovering en metafysica
I. Studeervragen
1. In de metafysica van Descartes, Spinoza en Leibniz treedt een scheiding
tussen het denkend subject en wereld op de voorgrond. Leg uit. In welke zin
verschilt dit uitgangspunt van de nieuwe metafysica van dat van de klassieke
metafysica in het Platoons-christelijke denken?
Het project van de moderne rede: hoe de rede in staat is tot adequate representatie
tussen geest & wereld, een wereld die gekend wordt vanuit de denkstructuur van
de geest (subject/mind).
Er is dus een scheiding tussen ik/ zelf (subject) en de wereld/de natuur (object)
buiten ons. Bij Descartes, Spinoza en Leibniz staat het denkend subject centraal.
Voor Descartes is cogito (ik denk, dus ik ben), de subjectieve zekerheid, het
fundament van kennis.
Het denken wordt onderscheiden van de uitgebreide werkelijkheid.
Bij Spinoza is er 1 substantie (God of Natuur) maar ons perspectief blijft dat van
het denkende subject. Leibniz werkt met geestelijke centra die de werkelijkheid op
hun eigen manier weerspiegelen.
In de drie gevallen is er een kloof tussen het bewustzijn en de wereld die
filosofisch moet worden overbrugd.
In de klassieke metafysica van Plato en het christendom ligt het fundament buiten
het subject, namelijk in een objectieve orde van het Zijn of God als hoogste zijn.
Kennis is een deelname aan de bovenpersoonlijke waarheid
De moderne metafysica vertrekt dus vanuit het subject en zijn bewustzijn, terwijl
de klassieke metafysica uitgaat van een objectieve, transcendente orde waaraan
het subject deelneemt.
2. ‘De mechanisering van het wereldbeeld leidt tot een typisch modern ideaal
van zelfbepaling.’ Leg uit.
De mechanisering van de wereld is de onttovering in de 17e eeuw (Galilei,
Descartes, Newton). Verschijnselen worden niet langer verklaard vanuit
doeleinden of goddelijke bedoelingen maar vanuit natuurwetten en oorzaak-
gevolg-relaties.
Dit nieuwe beeld leidt tot een modern ideaal van zelfbepaling. Als de wereld
geen voorgegeven zin of goddelijk plan bevat, maar begrijpelijk is via de rede
en wetenschap, dan kan de mens zijn eigen positie rationeel bepalen. Hij is
niet langer afhankelijk van traditie of goddelijke voorzienigheid maar kan
zichzelf sturen door kennis en rede.
Door de mechanisering van het wereldbeeld ontstaat dus de idee dat de mens,
als redelijk en autonoom wezen, zijn lot en samenleving zelf kan bepalen in
plaats van te leven binnen een vooraf vastgelegde orde.