TOURISM AND
DESTINATIONS &
EXPERIENCES
Klimaat zelfstudie
THEMA 1
Landenkennis -> zelfstudie
THEMA 2
TIJDPERKEN
1. Primair Tijdperk (Paleozoïcum)
Het Paleozoïcum is het eerste van de vier tijdperken en omvat meerdere periodes zoals het Cambrium,
Ordovicium, Siluur, Devoon, Carboon en Perm.
Precambrium en Cambrium (ca. 1 miljard tot 500 miljoen jaar geleden):
o De oudste gesteenten in België, zoals schisten en kwartsieten, vormden zich in de regio's
van Stavelot en Rocroi.
Siluur en Devoon (ca. 500 tot 360 miljoen jaar geleden):
o De Ardennen werden gevormd door de Caledonische orogenese (gebergtevorming).
Mariene afzettingen zoals kalksteen en zandsteen werden afgezet in deze periode.
Carboon en Perm (ca. 360 tot 250 miljoen jaar geleden):
o De Hercynische orogenese beïnvloedde het gebied, wat leidde tot de vorming van
steenkoollagen in Limburg en Henegouwen. Kalksteenformaties in het zuidoosten van
België zijn ook uit deze periode.
2. Secundair Tijdperk (Mesozoïcum)
Het Mesozoïcum omvat de Trias, Jura en Krijt periodes.
Trias, Jura en Krijt (ca. 250 tot 65 miljoen jaar geleden):
o Tijdens het Mesozoïcum was België grotendeels bedekt door zeeën, waardoor er
sedimentaire afzettingen ontstonden, zoals kalksteen en zandsteen. Deze periodes
, waren minder geologisch actief in België vergeleken met het Paleozoïcum en
Cenozoïcum, maar ze droegen wel bij aan de afzetting van mariene sedimenten.
3. Tertiair Tijdperk (Paleogeen en Neogeen)
Het Tertiair omvat de Paleogeen en Neogeen periodes.
Paleogeen en Neogeen (ca. 65 tot 2,6 miljoen jaar geleden):
o Gedurende het Tertiair werden grote delen van Vlaanderen bedekt door mariene en
continentale afzettingen. Dit tijdperk zag de opheffing en erosie van de Ardennen,
evenals de vorming van sedimentaire afzettingen in laaggelegen gebieden.
4. Kwartair Tijdperk
Het Kwartair omvat het Pleistoceen en Holoceen.
Pleistoceen (ca. 2,6 miljoen tot 11.700 jaar geleden):
o Tijdens het Pleistoceen vonden verschillende ijstijden plaats, die het landschap door
erosie en sedimentatie aanzienlijk veranderden. Periglaciale omstandigheden leidden tot
de vorming van lössafzettingen in Midden- en Hoog-België.
Holoceen (ca. 11.700 jaar geleden tot heden):
o Het huidige landschap van België werd grotendeels gevormd tijdens het Holoceen.
Rivieren zoals de Maas en Schelde creëerden hun huidige loop en sedimentaire
afzettingen, zoals rivierterrassen. De zandgronden van de Kempen werden ook gevormd
in deze periode.
RELIEF-EENHEDEN
Laag België (lager dan 50 meter, hoogste punt 100 meter)
1. De Polders: Dit is een vlak en laaggelegen gebied in het westen van België, voornamelijk in West-
Vlaanderen. De hoogte ligt hier vaak onder de zeespiegel tot ongeveer 10 meter boven
zeeniveau.
2. De Kuststreek: De gebieden langs de Noordzeekust, zoals Oostende en Knokke-Heist, liggen ook
in laag België.
3. De Vlaamse Vallei: Gebieden zoals Gent liggen in de Vlaamse Vallei, die ook grotendeels onder
de 50 meter hoogte blijft.
Midden België (50-200 meter)
1. Het Pajottenland: Dit is een landelijke regio ten westen van Brussel, met glooiende heuvels die
variëren tussen de 50 en 150 meter.
, 2. De Leemstreek: Gebieden zoals Leuven en Tienen bevinden zich in de leemstreek en liggen
tussen de 50 en 200 meter hoogte.
3. De Kempen: Dit is een zandige regio in het noordoosten van België, met hoogtes die doorgaans
variëren tussen de 50 en 100 meter, hoewel sommige gebieden iets hoger liggen.
Hoog België (200-700 meter)
1. De Ardennen: Dit is het bekendste hooggelegen gebied in België. De hoogtes variëren hier van
ongeveer 200 meter tot 694 meter op het hoogste punt, de Signal de Botrange.
2. De Hoge Venen: Dit is een natuurgebied dat deel uitmaakt van de Ardennen en heeft hoogtes
die variëren van 500 tot 694 meter.
3. Het Plateau van Herve: Gelegen in de provincie Luik, heeft dit gebied hoogtes variërend van 200
tot ongeveer 350 meter.
STROOMGEBIEDEN
1. Schelde (Escaut)
Stroomgebied: Westerschelde
Belangrijke steden: Antwerpen, Gent, Doornik
2. Maas (Meuse)
Stroomgebied: Noordzee via de Hollandsch Diep en Haringvliet
Belangrijke steden: Luik, Namen, Dinant
3. Leie (Lys)
Stroomgebied: Schelde
Belangrijke steden: Kortrijk, Gent
4. Samber (Sambre)
Stroomgebied: Maas
Belangrijke steden: Charleroi, Namen
5. Zenne (Senne)
Stroomgebied: Schelde
Belangrijke steden: Brussel, Vilvoorde
6. Ourthe
Stroomgebied: Maas
Belangrijke steden: Luik
7. Amblève
Stroomgebied: Ourthe (en dus Maas)
Belangrijke steden: Stavelot, Aywaille
8. Semois (Semoy)
Stroomgebied: Maas
Belangrijke steden: Bouillon
9. Demer
Stroomgebied: Schelde (via de Dijle en Rupel)
Belangrijke steden: Diest, Aarschot
, 10. Dijle
troomgebied: Schelde (via de Rupel)
Belangrijke steden: Leuven, Mechelen
11. Rupel
Stroomgebied: Schelde
Belangrijke steden: Boom
12. Nete (Grote Nete en Kleine Nete)
Stroomgebied: Schelde (via de Rupel)
Belangrijke steden: Lier (waar de Grote en Kleine Nete samenkomen)
13. Ijzer (Yser)
Stroomgebied: Noordzee
Belangrijke steden: Diksmuide, Nieuwpoort
14. Vesder (Vesdre)
Stroomgebied: Maas
Belangrijke steden: Verviers, Eupen
Kenmerken: De Vesder stroomt door de Ardennen en is een zijrivier van de Ourthe, die op haar
beurt een zijrivier van de Maas is. Het stroomgebied van de Vesder is bekend om zijn natuurlijke
schoonheid en speelt een belangrijke rol in de watervoorziening van de regio.
15. Jeker (Jecq)
Stroomgebied: Maas
Belangrijke steden: Tongeren
Kenmerken: De Jeker stroomt door zowel België als Nederland en mondt uit in de Maas in
Maastricht. Het stroomgebied van de Jeker is belangrijk voor de landbouw en heeft een rijke
historische en culturele betekenis, vooral rond Tongeren, de oudste stad van België.
ADMINISTRATIEVE EENHEDEN
Provincies en hoofdsteden
Gewesten
Gemeenschappen
DESTINATIONS &
EXPERIENCES
Klimaat zelfstudie
THEMA 1
Landenkennis -> zelfstudie
THEMA 2
TIJDPERKEN
1. Primair Tijdperk (Paleozoïcum)
Het Paleozoïcum is het eerste van de vier tijdperken en omvat meerdere periodes zoals het Cambrium,
Ordovicium, Siluur, Devoon, Carboon en Perm.
Precambrium en Cambrium (ca. 1 miljard tot 500 miljoen jaar geleden):
o De oudste gesteenten in België, zoals schisten en kwartsieten, vormden zich in de regio's
van Stavelot en Rocroi.
Siluur en Devoon (ca. 500 tot 360 miljoen jaar geleden):
o De Ardennen werden gevormd door de Caledonische orogenese (gebergtevorming).
Mariene afzettingen zoals kalksteen en zandsteen werden afgezet in deze periode.
Carboon en Perm (ca. 360 tot 250 miljoen jaar geleden):
o De Hercynische orogenese beïnvloedde het gebied, wat leidde tot de vorming van
steenkoollagen in Limburg en Henegouwen. Kalksteenformaties in het zuidoosten van
België zijn ook uit deze periode.
2. Secundair Tijdperk (Mesozoïcum)
Het Mesozoïcum omvat de Trias, Jura en Krijt periodes.
Trias, Jura en Krijt (ca. 250 tot 65 miljoen jaar geleden):
o Tijdens het Mesozoïcum was België grotendeels bedekt door zeeën, waardoor er
sedimentaire afzettingen ontstonden, zoals kalksteen en zandsteen. Deze periodes
, waren minder geologisch actief in België vergeleken met het Paleozoïcum en
Cenozoïcum, maar ze droegen wel bij aan de afzetting van mariene sedimenten.
3. Tertiair Tijdperk (Paleogeen en Neogeen)
Het Tertiair omvat de Paleogeen en Neogeen periodes.
Paleogeen en Neogeen (ca. 65 tot 2,6 miljoen jaar geleden):
o Gedurende het Tertiair werden grote delen van Vlaanderen bedekt door mariene en
continentale afzettingen. Dit tijdperk zag de opheffing en erosie van de Ardennen,
evenals de vorming van sedimentaire afzettingen in laaggelegen gebieden.
4. Kwartair Tijdperk
Het Kwartair omvat het Pleistoceen en Holoceen.
Pleistoceen (ca. 2,6 miljoen tot 11.700 jaar geleden):
o Tijdens het Pleistoceen vonden verschillende ijstijden plaats, die het landschap door
erosie en sedimentatie aanzienlijk veranderden. Periglaciale omstandigheden leidden tot
de vorming van lössafzettingen in Midden- en Hoog-België.
Holoceen (ca. 11.700 jaar geleden tot heden):
o Het huidige landschap van België werd grotendeels gevormd tijdens het Holoceen.
Rivieren zoals de Maas en Schelde creëerden hun huidige loop en sedimentaire
afzettingen, zoals rivierterrassen. De zandgronden van de Kempen werden ook gevormd
in deze periode.
RELIEF-EENHEDEN
Laag België (lager dan 50 meter, hoogste punt 100 meter)
1. De Polders: Dit is een vlak en laaggelegen gebied in het westen van België, voornamelijk in West-
Vlaanderen. De hoogte ligt hier vaak onder de zeespiegel tot ongeveer 10 meter boven
zeeniveau.
2. De Kuststreek: De gebieden langs de Noordzeekust, zoals Oostende en Knokke-Heist, liggen ook
in laag België.
3. De Vlaamse Vallei: Gebieden zoals Gent liggen in de Vlaamse Vallei, die ook grotendeels onder
de 50 meter hoogte blijft.
Midden België (50-200 meter)
1. Het Pajottenland: Dit is een landelijke regio ten westen van Brussel, met glooiende heuvels die
variëren tussen de 50 en 150 meter.
, 2. De Leemstreek: Gebieden zoals Leuven en Tienen bevinden zich in de leemstreek en liggen
tussen de 50 en 200 meter hoogte.
3. De Kempen: Dit is een zandige regio in het noordoosten van België, met hoogtes die doorgaans
variëren tussen de 50 en 100 meter, hoewel sommige gebieden iets hoger liggen.
Hoog België (200-700 meter)
1. De Ardennen: Dit is het bekendste hooggelegen gebied in België. De hoogtes variëren hier van
ongeveer 200 meter tot 694 meter op het hoogste punt, de Signal de Botrange.
2. De Hoge Venen: Dit is een natuurgebied dat deel uitmaakt van de Ardennen en heeft hoogtes
die variëren van 500 tot 694 meter.
3. Het Plateau van Herve: Gelegen in de provincie Luik, heeft dit gebied hoogtes variërend van 200
tot ongeveer 350 meter.
STROOMGEBIEDEN
1. Schelde (Escaut)
Stroomgebied: Westerschelde
Belangrijke steden: Antwerpen, Gent, Doornik
2. Maas (Meuse)
Stroomgebied: Noordzee via de Hollandsch Diep en Haringvliet
Belangrijke steden: Luik, Namen, Dinant
3. Leie (Lys)
Stroomgebied: Schelde
Belangrijke steden: Kortrijk, Gent
4. Samber (Sambre)
Stroomgebied: Maas
Belangrijke steden: Charleroi, Namen
5. Zenne (Senne)
Stroomgebied: Schelde
Belangrijke steden: Brussel, Vilvoorde
6. Ourthe
Stroomgebied: Maas
Belangrijke steden: Luik
7. Amblève
Stroomgebied: Ourthe (en dus Maas)
Belangrijke steden: Stavelot, Aywaille
8. Semois (Semoy)
Stroomgebied: Maas
Belangrijke steden: Bouillon
9. Demer
Stroomgebied: Schelde (via de Dijle en Rupel)
Belangrijke steden: Diest, Aarschot
, 10. Dijle
troomgebied: Schelde (via de Rupel)
Belangrijke steden: Leuven, Mechelen
11. Rupel
Stroomgebied: Schelde
Belangrijke steden: Boom
12. Nete (Grote Nete en Kleine Nete)
Stroomgebied: Schelde (via de Rupel)
Belangrijke steden: Lier (waar de Grote en Kleine Nete samenkomen)
13. Ijzer (Yser)
Stroomgebied: Noordzee
Belangrijke steden: Diksmuide, Nieuwpoort
14. Vesder (Vesdre)
Stroomgebied: Maas
Belangrijke steden: Verviers, Eupen
Kenmerken: De Vesder stroomt door de Ardennen en is een zijrivier van de Ourthe, die op haar
beurt een zijrivier van de Maas is. Het stroomgebied van de Vesder is bekend om zijn natuurlijke
schoonheid en speelt een belangrijke rol in de watervoorziening van de regio.
15. Jeker (Jecq)
Stroomgebied: Maas
Belangrijke steden: Tongeren
Kenmerken: De Jeker stroomt door zowel België als Nederland en mondt uit in de Maas in
Maastricht. Het stroomgebied van de Jeker is belangrijk voor de landbouw en heeft een rijke
historische en culturele betekenis, vooral rond Tongeren, de oudste stad van België.
ADMINISTRATIEVE EENHEDEN
Provincies en hoofdsteden
Gewesten
Gemeenschappen