Financiële gezondheid van
een organisatie
1. Kosten en kostprijs
Kosten = middelen die doelmatig worden ingezet
Onkosten= middelen die niet doelmatig worden ingezet
Onkosten zijn uitgaven die niet bijdragen aan een efficiënt productieproces
Onkosten die zinloos zijn verspillingen
Totale kostprijs van een kostenobject = alle kosten die verbonden zijn aan de
productie ervan.
Kostprijs = alle kosten van één kostenobject (product)
Kostenobject: een product / dienst
Voorcalculatie / nacalculatie: berekening is belangrijk voor het waarderen van de
voorraden in bewerking. Alle relevante kostenelementen moeten dus zo correct
mogelijk in de kostprijs opgenomen worden.
2. Kostenindeling
Directe in indirecte kosten (voorbeeld yoghurtfabriek)
Directe kosten Indirecte kosten
Aardbeien Afschrijvingen van het fabrieksgebouw
Melk Elektriciteitskosten
Directe loonkosten van arbeiders Loonkosten van de verkopers
Afschrijvingen van de machines Loonkosten boekhouders
Directe kosten: direct oorzakelijk verband met het kostenobject
Indirecte kosten: kunnen niet direct toegewezen worden
Productiekosten en niet-productiekosten
Productiekosten:
Dit zijn alle kosten die rechtstreeks te maken hebben met het productieproces van
een product, dienst of activiteit. Ze zijn nodig om een kostenobject (zoals een potje
yoghurt) te vervaardigen.
ð Directe materialen en grondstofkosten
ð Directe arbeidskosten
Indirecte productiekosten (overhead):
Dit zijn kosten die niet rechtstreeks verband houden met het productieproces, maar
wel noodzakelijk zijn voor de werking van het bedrijf.
, ð Indirecte materiaalkosten
ð Indirecte arbeidskosten
Directe materiaalkosten en grondstofkosten: kosten van verbruikte stoffen, etiketten, garen
en plastiek hoezen
Indirecte kosten: smeerolie voor de machines; onderhoudspersoneel, veiligheidspersoneel;
elektriciteitskosten verlichting, milieubelasting, afschrijvingen productiegebouw
Voorbeeldoefening:
Direct, indirect? Kunnen uitleggen waarom en wat hiervan de gevolgen zijn.
1. Afschrijvingskosten van een machine die maar één product vervaardigt
2. Afschrijvingskosten van een machine die meerdere producten bewerkt
Directe vs. Indirecte kosten
Directe kosten:
Zijn kosten die rechtstreeks en eenduidig toe te wijzen zijn aan één bepaald product
(of kostenobject).
➤ Ze hebben een duidelijk verband met wat je produceert.
Indirecte kosten:
Zijn kosten die niet rechtstreeks aan één specifiek product kunnen worden
toegerekend, omdat ze gedeeld worden over meerdere producten of activiteiten.
➤ Ze moeten via een verdeelsleutel of toerekening methode worden gespreid.
1. Afschrijvingskosten van een machine die maar één product vervaardigt
Directe kost
Omdat de machine enkel gebruikt wordt voor de productie van één specifiek
product, kunnen de afschrijvingskosten volledig en rechtstreeks aan dat product
worden toegewezen.
Gevolg: De kostprijs van dat product is nauwkeuriger. Geen verdeelsleutels nodig.
2. Afschrijvingskosten van een machine die meerdere producten bewerkt
Indirecte kost
De machine dient verschillende producten, dus je kunt de afschrijving niet
rechtstreeks aan één product koppelen.
Gevolg: Je moet de afschrijvingskosten verdelen over de betrokken producten,
bv. op basis van machine-uren, productievolume of aantal bewerkingen per
product.
, 3. Totale kostprijs berekenen
Detail directe kosten detail indirecte kosten
Directe kosten Badjassen Badhanddoeken Indirecte productiekosten
Directe productiekosten:
- materiaalkosten Loonkosten toezichthouders 50.000
● stoffen 1.031.000 352.000 Afschrijvingskosten machines productie 53.750
● etiketten 5.000 10.000 Diverse productiekosten 250.000
● garen 60.000 30.000
● plastic hoes 4.000 8.000 Afschrijvingskosten productiegebouw 2.000
- directe arbeidskosten 1.800.000 1.200.000 Energiekosten productiegebouw 64.250
Directe niet-productiekosten:
- commissielonen 45.000 30.000 Totale indirecte productiekosten 420.000
Totale directe kosten: 2.945.000 1.630.000 Indirecte niet-productiekosten: 800.000
Bestaan uit 800.000 administratiekosten.
Hoe indirecte kosten verdelen?
Door keuzes te maken aan de hand van kostenverdeelsleutels
• Vb. BADLIN: productievolume en omzet
Verdeling indirecte productiekosten (420.000 EUR)
Badjassen Badhanddoeken
Productievolume 100.000 stuks 200.000 stuks
Verdeling 1/3 2/3
Toewijzing indirecte productiekosten 140.000 EUR 280.000 EUR
Verdeling indirecte niet-productiekosten (800.000 EUR)
Badjassen Badhanddoeken
Omzet 4.500.000 EUR 3.000.000 EUR
%-verdeling 60% 40%
Toewijzing indirecte niet-productiekosten 480.000 EUR 320.000 EUR
een organisatie
1. Kosten en kostprijs
Kosten = middelen die doelmatig worden ingezet
Onkosten= middelen die niet doelmatig worden ingezet
Onkosten zijn uitgaven die niet bijdragen aan een efficiënt productieproces
Onkosten die zinloos zijn verspillingen
Totale kostprijs van een kostenobject = alle kosten die verbonden zijn aan de
productie ervan.
Kostprijs = alle kosten van één kostenobject (product)
Kostenobject: een product / dienst
Voorcalculatie / nacalculatie: berekening is belangrijk voor het waarderen van de
voorraden in bewerking. Alle relevante kostenelementen moeten dus zo correct
mogelijk in de kostprijs opgenomen worden.
2. Kostenindeling
Directe in indirecte kosten (voorbeeld yoghurtfabriek)
Directe kosten Indirecte kosten
Aardbeien Afschrijvingen van het fabrieksgebouw
Melk Elektriciteitskosten
Directe loonkosten van arbeiders Loonkosten van de verkopers
Afschrijvingen van de machines Loonkosten boekhouders
Directe kosten: direct oorzakelijk verband met het kostenobject
Indirecte kosten: kunnen niet direct toegewezen worden
Productiekosten en niet-productiekosten
Productiekosten:
Dit zijn alle kosten die rechtstreeks te maken hebben met het productieproces van
een product, dienst of activiteit. Ze zijn nodig om een kostenobject (zoals een potje
yoghurt) te vervaardigen.
ð Directe materialen en grondstofkosten
ð Directe arbeidskosten
Indirecte productiekosten (overhead):
Dit zijn kosten die niet rechtstreeks verband houden met het productieproces, maar
wel noodzakelijk zijn voor de werking van het bedrijf.
, ð Indirecte materiaalkosten
ð Indirecte arbeidskosten
Directe materiaalkosten en grondstofkosten: kosten van verbruikte stoffen, etiketten, garen
en plastiek hoezen
Indirecte kosten: smeerolie voor de machines; onderhoudspersoneel, veiligheidspersoneel;
elektriciteitskosten verlichting, milieubelasting, afschrijvingen productiegebouw
Voorbeeldoefening:
Direct, indirect? Kunnen uitleggen waarom en wat hiervan de gevolgen zijn.
1. Afschrijvingskosten van een machine die maar één product vervaardigt
2. Afschrijvingskosten van een machine die meerdere producten bewerkt
Directe vs. Indirecte kosten
Directe kosten:
Zijn kosten die rechtstreeks en eenduidig toe te wijzen zijn aan één bepaald product
(of kostenobject).
➤ Ze hebben een duidelijk verband met wat je produceert.
Indirecte kosten:
Zijn kosten die niet rechtstreeks aan één specifiek product kunnen worden
toegerekend, omdat ze gedeeld worden over meerdere producten of activiteiten.
➤ Ze moeten via een verdeelsleutel of toerekening methode worden gespreid.
1. Afschrijvingskosten van een machine die maar één product vervaardigt
Directe kost
Omdat de machine enkel gebruikt wordt voor de productie van één specifiek
product, kunnen de afschrijvingskosten volledig en rechtstreeks aan dat product
worden toegewezen.
Gevolg: De kostprijs van dat product is nauwkeuriger. Geen verdeelsleutels nodig.
2. Afschrijvingskosten van een machine die meerdere producten bewerkt
Indirecte kost
De machine dient verschillende producten, dus je kunt de afschrijving niet
rechtstreeks aan één product koppelen.
Gevolg: Je moet de afschrijvingskosten verdelen over de betrokken producten,
bv. op basis van machine-uren, productievolume of aantal bewerkingen per
product.
, 3. Totale kostprijs berekenen
Detail directe kosten detail indirecte kosten
Directe kosten Badjassen Badhanddoeken Indirecte productiekosten
Directe productiekosten:
- materiaalkosten Loonkosten toezichthouders 50.000
● stoffen 1.031.000 352.000 Afschrijvingskosten machines productie 53.750
● etiketten 5.000 10.000 Diverse productiekosten 250.000
● garen 60.000 30.000
● plastic hoes 4.000 8.000 Afschrijvingskosten productiegebouw 2.000
- directe arbeidskosten 1.800.000 1.200.000 Energiekosten productiegebouw 64.250
Directe niet-productiekosten:
- commissielonen 45.000 30.000 Totale indirecte productiekosten 420.000
Totale directe kosten: 2.945.000 1.630.000 Indirecte niet-productiekosten: 800.000
Bestaan uit 800.000 administratiekosten.
Hoe indirecte kosten verdelen?
Door keuzes te maken aan de hand van kostenverdeelsleutels
• Vb. BADLIN: productievolume en omzet
Verdeling indirecte productiekosten (420.000 EUR)
Badjassen Badhanddoeken
Productievolume 100.000 stuks 200.000 stuks
Verdeling 1/3 2/3
Toewijzing indirecte productiekosten 140.000 EUR 280.000 EUR
Verdeling indirecte niet-productiekosten (800.000 EUR)
Badjassen Badhanddoeken
Omzet 4.500.000 EUR 3.000.000 EUR
%-verdeling 60% 40%
Toewijzing indirecte niet-productiekosten 480.000 EUR 320.000 EUR