Online media
1. Strategisch theoretisch kader
1.1 Wat is Marketing?
Bedrijven doen aan marketing om top of mind te zijn bij de consument
Top of mind = het eerste dat in je op komt als je een categorie hoort
o Bv. Auto’s -> Audi
o Bv. Frisdrank -> Coca Cola
Sommige merken zijn zo sterk dat ze geen concurrent hebben
o Bv. Durex
Er bestaan geen bedrijven die geen marketing doen
o Alles is marketing
Bv. Autosticker of facebookpagina
“Marketing is niet eerlijk en heeft zijn trucjes.”
“Marketing speelt in op het feit dat we allemaal uniek willen zijn.”
1.2 Hoe is marketing geëvolueerd?
Van massamarketing naar direct marketing
Data mining = zoveel mogelijk informatie (voorkeuren) over de gebruiker te weten komen
1
Emma Werbrouck
,Cross-channel marketing = weten wat je doelgroep leuk vindt, zodat je het juiste bericht op het juiste
platform op het juiste tijdstip kan verspreiden. (via verschillende kanalen de ontvanger bereiken
Van traditionele marketing naar moderne marketing
Traditionele marketing vs moderne marketing
Traditionele: een kanon op een groot publiek en hopen dat de boodschap overkomt op een
deeltje
Moderne: heel gericht klantenprofiel gepaste reclame aanbieden
o Extreme klantgerichtheid
o Persoonlijker
o Big data = bedrijven verzamelen gegevens van ons
o CRM = database om alle klantengegevens bij te houden
• Bv. Leeftijd, geslacht, adres … (demografie)
• Bv. Club Brugge: abonnement?, wanneer je toekomt, hoeveel je verteert,
gekoppeld aan een account van webshop?
Doorheen de evolutie van marketing is de
consument ook geëvolueerd
o Lat ligt hoger
o Kieskeuriger (niet meer merkentrouw zoals
vroeger)
o Hoge verwachtigen
o Noden kennen, kortingen krijgen
o Verwacht dat de klant centraal staat
o Ongeduldig
er, alles
moet snel
gaan
o Bv. Verzending binnen 24 uur
2
Emma Werbrouck
,Q-music 180° gekeerd
Vroeger: Q staat centraal, ‘wat wij doen is goed voor u’
2015: ‘jullie zorgen ervoor dat wij kunnen zijn wie we
vandaag zijn’
2019: ‘zonder luisteraars is er geen Q meer’ -> consument
centaal
Digitale disruptie = veel verandering, dus we mogen de boot niet missen -> innovatie en verandering
Bv. Opkomst AI -> veel jobs die niet meer nodig zijn zoals een vertalingsbureau
Netflix
o Vroeger een videotheek, door de komst van het internet was er geen nood meer aan
dvd’s daarom geëvolueerd naar een streamingsdienst
Free record shop
o Vroeger cd’s en cassettes, ze hebben niet mee geëvolueerd en bestaan daarom niet
meer
Nokia
o vroeger gsm’s maar niet op de trein gesprongen voor smartphones
Kodak
o van analoge camera’s naar digitale camera’s; niet meer nodig door smartphones
Uber
o profiteert van internet, iedereen kan taxichauffeur zijn
Air-bnb
o profiteert van komst internet, iedereen kan van een kamer in zijn huis een ‘hotel’
maken
Traditionele marketing Online marketing
Zender staat centraal Dialoog staat centraal
Verkoop Relaties
Duur, veel waste Effectief, low cost
Lange termijn Transitie, verandering
Beperkt bereik Wereldwijd
Online (dialoog)marketing: een slechte review of een tweet kan een bedrijf veel schade aandoen
3
Emma Werbrouck
, Customer awareness = De reis die een consument meemaakt om van het bedrijf om tot aankoop
over te gaan (trechtervorm: van veel mensen naar weinig)
Awareness: veel mensen maken kennis met het merk
Familiarity: hebben het merk al een paar keer gezien
Consideration: overwegen al om het product te kopen
Purchase: effectief aankopen
Loyalty: ideaal scenario, een deel van de mensen worden ambassadeurs en blijven kopen plus
vertellen aan hun netwerk om ook te kopen
Modern consumentengedrag
Ongeduldig
Minder merkentrouw
(social) influencers
Transparantie
Minder gevoelig voor massamedia
o Bv. Een reclamespot op tv negeren en terwijl op je gsm kijken
Multi- en crosschannel
Multichannel = het brede aanbod van meerdere kanalen, aangeboden door de marketeer
Crosschannel = het gedrag van de consument die in zijn klantreis kanalen door elkaar gebruikt
Multiscreening = het tegelijk gebruiken van schermen, zoals een laptop, een tv en een gsm
Crosschannel ≠ multiscreening
4
Emma Werbrouck
1. Strategisch theoretisch kader
1.1 Wat is Marketing?
Bedrijven doen aan marketing om top of mind te zijn bij de consument
Top of mind = het eerste dat in je op komt als je een categorie hoort
o Bv. Auto’s -> Audi
o Bv. Frisdrank -> Coca Cola
Sommige merken zijn zo sterk dat ze geen concurrent hebben
o Bv. Durex
Er bestaan geen bedrijven die geen marketing doen
o Alles is marketing
Bv. Autosticker of facebookpagina
“Marketing is niet eerlijk en heeft zijn trucjes.”
“Marketing speelt in op het feit dat we allemaal uniek willen zijn.”
1.2 Hoe is marketing geëvolueerd?
Van massamarketing naar direct marketing
Data mining = zoveel mogelijk informatie (voorkeuren) over de gebruiker te weten komen
1
Emma Werbrouck
,Cross-channel marketing = weten wat je doelgroep leuk vindt, zodat je het juiste bericht op het juiste
platform op het juiste tijdstip kan verspreiden. (via verschillende kanalen de ontvanger bereiken
Van traditionele marketing naar moderne marketing
Traditionele marketing vs moderne marketing
Traditionele: een kanon op een groot publiek en hopen dat de boodschap overkomt op een
deeltje
Moderne: heel gericht klantenprofiel gepaste reclame aanbieden
o Extreme klantgerichtheid
o Persoonlijker
o Big data = bedrijven verzamelen gegevens van ons
o CRM = database om alle klantengegevens bij te houden
• Bv. Leeftijd, geslacht, adres … (demografie)
• Bv. Club Brugge: abonnement?, wanneer je toekomt, hoeveel je verteert,
gekoppeld aan een account van webshop?
Doorheen de evolutie van marketing is de
consument ook geëvolueerd
o Lat ligt hoger
o Kieskeuriger (niet meer merkentrouw zoals
vroeger)
o Hoge verwachtigen
o Noden kennen, kortingen krijgen
o Verwacht dat de klant centraal staat
o Ongeduldig
er, alles
moet snel
gaan
o Bv. Verzending binnen 24 uur
2
Emma Werbrouck
,Q-music 180° gekeerd
Vroeger: Q staat centraal, ‘wat wij doen is goed voor u’
2015: ‘jullie zorgen ervoor dat wij kunnen zijn wie we
vandaag zijn’
2019: ‘zonder luisteraars is er geen Q meer’ -> consument
centaal
Digitale disruptie = veel verandering, dus we mogen de boot niet missen -> innovatie en verandering
Bv. Opkomst AI -> veel jobs die niet meer nodig zijn zoals een vertalingsbureau
Netflix
o Vroeger een videotheek, door de komst van het internet was er geen nood meer aan
dvd’s daarom geëvolueerd naar een streamingsdienst
Free record shop
o Vroeger cd’s en cassettes, ze hebben niet mee geëvolueerd en bestaan daarom niet
meer
Nokia
o vroeger gsm’s maar niet op de trein gesprongen voor smartphones
Kodak
o van analoge camera’s naar digitale camera’s; niet meer nodig door smartphones
Uber
o profiteert van internet, iedereen kan taxichauffeur zijn
Air-bnb
o profiteert van komst internet, iedereen kan van een kamer in zijn huis een ‘hotel’
maken
Traditionele marketing Online marketing
Zender staat centraal Dialoog staat centraal
Verkoop Relaties
Duur, veel waste Effectief, low cost
Lange termijn Transitie, verandering
Beperkt bereik Wereldwijd
Online (dialoog)marketing: een slechte review of een tweet kan een bedrijf veel schade aandoen
3
Emma Werbrouck
, Customer awareness = De reis die een consument meemaakt om van het bedrijf om tot aankoop
over te gaan (trechtervorm: van veel mensen naar weinig)
Awareness: veel mensen maken kennis met het merk
Familiarity: hebben het merk al een paar keer gezien
Consideration: overwegen al om het product te kopen
Purchase: effectief aankopen
Loyalty: ideaal scenario, een deel van de mensen worden ambassadeurs en blijven kopen plus
vertellen aan hun netwerk om ook te kopen
Modern consumentengedrag
Ongeduldig
Minder merkentrouw
(social) influencers
Transparantie
Minder gevoelig voor massamedia
o Bv. Een reclamespot op tv negeren en terwijl op je gsm kijken
Multi- en crosschannel
Multichannel = het brede aanbod van meerdere kanalen, aangeboden door de marketeer
Crosschannel = het gedrag van de consument die in zijn klantreis kanalen door elkaar gebruikt
Multiscreening = het tegelijk gebruiken van schermen, zoals een laptop, een tv en een gsm
Crosschannel ≠ multiscreening
4
Emma Werbrouck