Pedagogiek
HO 1: PEDAGOGIEK EN OPVOEDING
1.1 Beschrijving van het begrip pedagogiek
Pedagogische wetenschappen = bestuderen de ontwikkeling en opvoeding van
kinderen, jongeren en jongvolwassenen
Spelen zich af in verschillende contexten bv. gezin, school, voorziening
Spelen zich af onder verschillende relaties bv. opvoeding, onderwijs,
begeleiding,…
Verschillende deeldisciplines: onderwijspedagogiek, sociale pedagogiek,
historische pedagogiek, orthopedagogiek
We gaan verder met pedagogiek en orthopedagogiek
Pedagogiek = de wetenschappelijke studie van de opvoeding van kinderen en
jongeren van 0 tot 18 jaar.
Bestudeert het gedrag van kinderen en jongeren om het te verklaren,
voorspellen en begrijpen.
Ondersteunt en verbetert de vaardigheden van opvoeders.
Doel = het bieden van handvatten aan opvoeders om de
opvoedingssituatie en daarmee de ontwikkeling van het kind te
verbeteren.
Het belang van het kind staat centraal.
Wanneer pedagogiek?
Professionals gaan zich bemoeien met de opvoeding, met als doel de
opvoedingssituatie van kinderen of jongeren te verbeteren dmv
hulpverlening.
Pedagogiek behandelt algemene opvoedingsprincipes
Zonder specifieke problemen.
Voorbeelden van opvoedingsvragen:
- Mijn baby huilt veel. Is dit normaal?
- Hoeveel zakgeld geef ik mijn 12-jarige?
- Mijn 16-jarige puber wil niet studeren, wat doen we?
Opvoedproblemen:
Opvoedproblemen zijn vaak klein, tijdelijk en verdwijnen vanzelf.
Gaat steeds over milde problemen binnen een gewone opvoedingssituatie.
Pedagogiek richt zich op preventie en lichte ingrepen om
opvoedproblemen te verhelpen.
1
, Tijdelijke hulp kan soms nodig zijn, bv. via initiatieven voor opvoedings- en
gezinsondersteuning binnen de integrale jeugdhulp.
Orthopedagogiek:
Ernstige opvoedings- of ontwikkelingsproblemen, bv. gezinsproblemen of
ontwikkelingsstoornissen.
Het richt zich op wetenschappelijk handelen in verontrustende
opvoedsituaties.
1.2 Wat verstaan we onder opvoeden?
Er is geen eenduidige definitie van opvoeden, maar het is een circulair en
complementair proces.
Vroeger: er werd gedacht dat kinderen passieve ontvangers van opvoeding
waren
Nu: onderzoek toont dat ouders en kinderen elkaar wederzijds beïnvloeden
(transactionele modellen).
We vertrekken vanuit het idee dat opvoeden een circulair en
complementair proces is
Circulair proces:
Circulair proces = actie en reactie in omgang tussen ouder en kind
Het kind heeft bepaalde ontwikkelingsnoden, die het niet letterlijk kan
uitdrukken
Wat het kind nodig heeft om zich veilig en voldoende gestimuleerd te
voelen en te kunnen ontwikkelen kan je wel zien in het gedrag
pedagogische vraag van het kind
De ouder biedt een pedagogisch aanbod: liefde, aandacht,
geborgenheid, veiligheid, en ondersteuning, om de ontwikkeling van het
kind te bevorderen.
Het kind reageert op dit aanbod met bv. liefdevol gedrag, aanpassing, of
tegenstand
De ouder geeft hierop weer een reactie.
Er is voortdurende interactie
Ze beïnvloeden elkaar wederzijds
Zowel kind als de ouder bepalen het verloop van het opvoedingsproces.
Door deze wederzijdse invloed is opvoeden complex, omdat beide partijen
constant op elkaar reageren, wat het moeilijk maakt om een duidelijke
oorzaak aan te wijzen als er problemen ontstaan in de ontwikkeling van
het kind.
Opvoeden is een dynamische wisselwerking, waarin beide rollen (ouder
en kind) even belangrijk zijn voor de ontwikkeling.
2
,Complementair proces:
Complementair proces = zowel de ouder als het kind een leveren
gelijkwaardige bijdrage aan het proces.
Soms denkfout dat ouders alleen verantwoordelijkheid hebben MAAR
ook kinderen spelen actieve rol
Bv. kinderen leren ouders hoe ze technologie kunnen gebruiken
Er kan worden nagedacht over de mate waarin ouders of opvoeders
invloed hebben op de ontwikkeling van een kind.
Belangrijke vragen hierbij zijn:
- In welke mate kunnen ouders de ontwikkeling van een kind sturen?
- In hoeverre wordt die ontwikkeling bepaald door erfelijke aanleg
(nature) of door persoonlijke vrijheid en de omgeving (nurture)?
- Wordt een kind gevormd door de omgeving of ontwikkelt het zich tot
wat al in aanleg aanwezig was, ongeacht het milieu?
We zien ontwikkeling als een dynamisch spel tussen aanleg (nature), milieu
(nurture) en zelfbepaling.
Erfelijke aanleg: Een kind wordt geboren met bepaalde mogelijkheden en
beperkingen die de ontwikkeling beïnvloeden. Dit geeft kansen, maar stelt ook
grenzen. Bv. een kind met een visuele beperking heeft bepaalde beperkingen in
wat het kan doen.
Milieu: Een kind groeit op in een omgeving met andere mensen (vrienden,
familie, en leraren). De cultuur en maatschappij om het kind heen hebben invloed
op de ontwikkeling van talenten. Bv. kinderen uit kansarme gezinnen hebben
vaak minder kansen om hun talenten volledig te ontwikkelen.
Zelfbepaling: Kinderen hebben een eigen wil en kunnen zelf keuzes maken, zelfs
tegen de verwachtingen van hun omgeving in. Ze zijn geen objecten die volledig
gevormd worden door anderen, maar werken actief mee aan hun eigen
ontwikkeling. Bv. een 12-jarig meisje dat ondanks slechte schoolresultaten toch
kiest voor een moeilijkere studierichting en uiteindelijk haar diploma haalt door
haar doorzettingsvermogen.
Belangrijk om te beseffen dat ouders maar een beperkte invloed hebben.
Kinderen geven vorm aan hun eigen leven en naarmate ze ouder worden
krijgen ze een grotere persoonlijke vrijheid en worden te beïnvloed door
meerdere milieufactoren
1.3 Is opvoeden een zaak van de ouders alleen?
3
, Opvoeden is niet alleen de verantwoordelijkheid van de ouders.
"It takes a village to raise a child" = meerdere mensen zijn betrokken bij de
opvoeding, bv. grootouders, buren, leerkrachten, vrienden, sporttrainers,…
Naast het gezin zijn er andere omgevingen waarin een kind opgroeit, bv.
school, buitenschoolse opvang, en vrijetijdsactiviteiten.
Opvoedingsmilieus = deze omgevingen, die bijdragen aan de ontwikkeling
van een kind,
Verschillende niveaus van opvoedingsmilieus: primair, secundair, tertiair en
quartair opvoedingsmilieu
Primair opvoedingsmilieu: het gezin
Het eerste opvoedingsmilieu is het gezin
Kind leert in gezin een beeld van de wereld te vormen
Ontwikkelt een kader waardoor het op een bepaalde manier naar de
wereld kijkt en ervaringen ordent
= socialisatie
Secundair opvoedingsmilieu: school en kinderopvang
Scholen hebben ook een opvoedende taak
Manier waarop scholen vorm geven aan onderwijs verschilt
Sommige scholen hebben een bepaald opvoedingsidee/methode bv.
Freinet
Elk type school heeft een bepaalde invloed op ontwikkeling
vaak kiezen ouders een type onderwijs dat past bij hun visie op
opvoeding
Tertiair opvoedingsmilieu: buurt, leeftijdsgenoten, jeugdbeweging
Als kinderen ouder worden, wordt de rol van leeftijdsgenoten belangrijker
Er komt een verschuiving van ouders vriendengroep
Jongeren maken zich los van ouders en zijn meer gericht op vriendengroep
met hun eigen groepsnormen
Buurt speelt ook rol bv. kind kan oproeien in een wijk waar ze dealen aan
de overkant van het straat
Verschillen tussen dorp, type woning, soort wijk
Quartair opvoedingsmilieu: de wereld
Invloed van wereld is heel breed
Maatschappelijke veranderingen en technologische ontwikkelingen
Belangrijke technologische ontwikkeling is internet en sociale media
Deze invloed mag niet onderschat worden
4
HO 1: PEDAGOGIEK EN OPVOEDING
1.1 Beschrijving van het begrip pedagogiek
Pedagogische wetenschappen = bestuderen de ontwikkeling en opvoeding van
kinderen, jongeren en jongvolwassenen
Spelen zich af in verschillende contexten bv. gezin, school, voorziening
Spelen zich af onder verschillende relaties bv. opvoeding, onderwijs,
begeleiding,…
Verschillende deeldisciplines: onderwijspedagogiek, sociale pedagogiek,
historische pedagogiek, orthopedagogiek
We gaan verder met pedagogiek en orthopedagogiek
Pedagogiek = de wetenschappelijke studie van de opvoeding van kinderen en
jongeren van 0 tot 18 jaar.
Bestudeert het gedrag van kinderen en jongeren om het te verklaren,
voorspellen en begrijpen.
Ondersteunt en verbetert de vaardigheden van opvoeders.
Doel = het bieden van handvatten aan opvoeders om de
opvoedingssituatie en daarmee de ontwikkeling van het kind te
verbeteren.
Het belang van het kind staat centraal.
Wanneer pedagogiek?
Professionals gaan zich bemoeien met de opvoeding, met als doel de
opvoedingssituatie van kinderen of jongeren te verbeteren dmv
hulpverlening.
Pedagogiek behandelt algemene opvoedingsprincipes
Zonder specifieke problemen.
Voorbeelden van opvoedingsvragen:
- Mijn baby huilt veel. Is dit normaal?
- Hoeveel zakgeld geef ik mijn 12-jarige?
- Mijn 16-jarige puber wil niet studeren, wat doen we?
Opvoedproblemen:
Opvoedproblemen zijn vaak klein, tijdelijk en verdwijnen vanzelf.
Gaat steeds over milde problemen binnen een gewone opvoedingssituatie.
Pedagogiek richt zich op preventie en lichte ingrepen om
opvoedproblemen te verhelpen.
1
, Tijdelijke hulp kan soms nodig zijn, bv. via initiatieven voor opvoedings- en
gezinsondersteuning binnen de integrale jeugdhulp.
Orthopedagogiek:
Ernstige opvoedings- of ontwikkelingsproblemen, bv. gezinsproblemen of
ontwikkelingsstoornissen.
Het richt zich op wetenschappelijk handelen in verontrustende
opvoedsituaties.
1.2 Wat verstaan we onder opvoeden?
Er is geen eenduidige definitie van opvoeden, maar het is een circulair en
complementair proces.
Vroeger: er werd gedacht dat kinderen passieve ontvangers van opvoeding
waren
Nu: onderzoek toont dat ouders en kinderen elkaar wederzijds beïnvloeden
(transactionele modellen).
We vertrekken vanuit het idee dat opvoeden een circulair en
complementair proces is
Circulair proces:
Circulair proces = actie en reactie in omgang tussen ouder en kind
Het kind heeft bepaalde ontwikkelingsnoden, die het niet letterlijk kan
uitdrukken
Wat het kind nodig heeft om zich veilig en voldoende gestimuleerd te
voelen en te kunnen ontwikkelen kan je wel zien in het gedrag
pedagogische vraag van het kind
De ouder biedt een pedagogisch aanbod: liefde, aandacht,
geborgenheid, veiligheid, en ondersteuning, om de ontwikkeling van het
kind te bevorderen.
Het kind reageert op dit aanbod met bv. liefdevol gedrag, aanpassing, of
tegenstand
De ouder geeft hierop weer een reactie.
Er is voortdurende interactie
Ze beïnvloeden elkaar wederzijds
Zowel kind als de ouder bepalen het verloop van het opvoedingsproces.
Door deze wederzijdse invloed is opvoeden complex, omdat beide partijen
constant op elkaar reageren, wat het moeilijk maakt om een duidelijke
oorzaak aan te wijzen als er problemen ontstaan in de ontwikkeling van
het kind.
Opvoeden is een dynamische wisselwerking, waarin beide rollen (ouder
en kind) even belangrijk zijn voor de ontwikkeling.
2
,Complementair proces:
Complementair proces = zowel de ouder als het kind een leveren
gelijkwaardige bijdrage aan het proces.
Soms denkfout dat ouders alleen verantwoordelijkheid hebben MAAR
ook kinderen spelen actieve rol
Bv. kinderen leren ouders hoe ze technologie kunnen gebruiken
Er kan worden nagedacht over de mate waarin ouders of opvoeders
invloed hebben op de ontwikkeling van een kind.
Belangrijke vragen hierbij zijn:
- In welke mate kunnen ouders de ontwikkeling van een kind sturen?
- In hoeverre wordt die ontwikkeling bepaald door erfelijke aanleg
(nature) of door persoonlijke vrijheid en de omgeving (nurture)?
- Wordt een kind gevormd door de omgeving of ontwikkelt het zich tot
wat al in aanleg aanwezig was, ongeacht het milieu?
We zien ontwikkeling als een dynamisch spel tussen aanleg (nature), milieu
(nurture) en zelfbepaling.
Erfelijke aanleg: Een kind wordt geboren met bepaalde mogelijkheden en
beperkingen die de ontwikkeling beïnvloeden. Dit geeft kansen, maar stelt ook
grenzen. Bv. een kind met een visuele beperking heeft bepaalde beperkingen in
wat het kan doen.
Milieu: Een kind groeit op in een omgeving met andere mensen (vrienden,
familie, en leraren). De cultuur en maatschappij om het kind heen hebben invloed
op de ontwikkeling van talenten. Bv. kinderen uit kansarme gezinnen hebben
vaak minder kansen om hun talenten volledig te ontwikkelen.
Zelfbepaling: Kinderen hebben een eigen wil en kunnen zelf keuzes maken, zelfs
tegen de verwachtingen van hun omgeving in. Ze zijn geen objecten die volledig
gevormd worden door anderen, maar werken actief mee aan hun eigen
ontwikkeling. Bv. een 12-jarig meisje dat ondanks slechte schoolresultaten toch
kiest voor een moeilijkere studierichting en uiteindelijk haar diploma haalt door
haar doorzettingsvermogen.
Belangrijk om te beseffen dat ouders maar een beperkte invloed hebben.
Kinderen geven vorm aan hun eigen leven en naarmate ze ouder worden
krijgen ze een grotere persoonlijke vrijheid en worden te beïnvloed door
meerdere milieufactoren
1.3 Is opvoeden een zaak van de ouders alleen?
3
, Opvoeden is niet alleen de verantwoordelijkheid van de ouders.
"It takes a village to raise a child" = meerdere mensen zijn betrokken bij de
opvoeding, bv. grootouders, buren, leerkrachten, vrienden, sporttrainers,…
Naast het gezin zijn er andere omgevingen waarin een kind opgroeit, bv.
school, buitenschoolse opvang, en vrijetijdsactiviteiten.
Opvoedingsmilieus = deze omgevingen, die bijdragen aan de ontwikkeling
van een kind,
Verschillende niveaus van opvoedingsmilieus: primair, secundair, tertiair en
quartair opvoedingsmilieu
Primair opvoedingsmilieu: het gezin
Het eerste opvoedingsmilieu is het gezin
Kind leert in gezin een beeld van de wereld te vormen
Ontwikkelt een kader waardoor het op een bepaalde manier naar de
wereld kijkt en ervaringen ordent
= socialisatie
Secundair opvoedingsmilieu: school en kinderopvang
Scholen hebben ook een opvoedende taak
Manier waarop scholen vorm geven aan onderwijs verschilt
Sommige scholen hebben een bepaald opvoedingsidee/methode bv.
Freinet
Elk type school heeft een bepaalde invloed op ontwikkeling
vaak kiezen ouders een type onderwijs dat past bij hun visie op
opvoeding
Tertiair opvoedingsmilieu: buurt, leeftijdsgenoten, jeugdbeweging
Als kinderen ouder worden, wordt de rol van leeftijdsgenoten belangrijker
Er komt een verschuiving van ouders vriendengroep
Jongeren maken zich los van ouders en zijn meer gericht op vriendengroep
met hun eigen groepsnormen
Buurt speelt ook rol bv. kind kan oproeien in een wijk waar ze dealen aan
de overkant van het straat
Verschillen tussen dorp, type woning, soort wijk
Quartair opvoedingsmilieu: de wereld
Invloed van wereld is heel breed
Maatschappelijke veranderingen en technologische ontwikkelingen
Belangrijke technologische ontwikkeling is internet en sociale media
Deze invloed mag niet onderschat worden
4