Hoofdstuk 9 en 10 29 oktober 2020
COMMUNICATIE (RELATIEGERCIHTE BEGELEIDING)
9 MOTIVEREN IN DE RELATIEGERICHTE BEGELEIDING
9.1 MOTIVATIE
Motiveren:
Is het aanzetten tot verandering
Met redenen onderbouwen waarom je een bepaalde handeling doet/hebt gedaan
Wordt vaak gebruikt om met de cliënt te kijken hoe hij zijn problemen de baas
kan worden door nieuwe vaardigheden te leren
Er wordt gekeken hoe omstandigheden veranderend kunnen worden in een
gebalanceerd, prettig en veilig leefklimaat
Het creëren van inzicht in eigen problemen/situaties leidt tot een reden voor
verandering
Mensen komen niet zomaar in verandering, er zijn 4 belangrijke redenen waarom
mensen blijven zitten waar ze zitten:
1. Mensen veranderen enkel wanneer ze er zelf zin in hebben
2. Mensen veranderen door relatieve voor- en nadelen: mensen veranderen pas als de
voorgestelde alternatieve situatie relaties meer voordelen/ minder nadelen biedt
3. Mensen zijn ingesteld op het grebruilen van zo weinig mogelijk mentale energie
4. Mensen ervaren soms de nadelen van hun situatie niet echt als nadeel omdat ze
zich ervoor kunnen afsluiten
Motivatie:
Kan ontstaan door interne prikkels (intrinsieke motivatie): handelen uit eigen
interesse/overtuiging/omdat iets van binnen goed voelt.
Kan ontstaan door externe prikkels (extrinsieke motivatie): je doet/leert iets voor
een beloning/iemand anders stimuleert je in handelingen.
Task value: je voert een handeling uit waar je veel waarde aan de taak/handeling
hecht, i.p.v. dat de handeling voortkomt uit een waarde.
9.2 REDENEREN VOOR VERANDERINGEN
Als de cliënt een voordeel ziet in verandering, kan gedragsverandering pas ter spraken
komen. Richt je binnen relatiegerichte begeleiding op dat de cliënt een bewuste keuze
maakt om te veranderen
Stel men geeft aan niet te willen veranderen:
Onderzoek zorgvuldig en kijk naar achterliggende opvattingen
Probeer de juiste motivatietechniek boven te halen
Zorg voor zinzicht/ duidelijkheid omtrent het gedrag van de cliënt biedt inzicht
en geeft motiverende werking
Sommige cliënten komen met verschillende problemen en zijn er niet altijd zeker
van wat hun echte/onderliggende problemen zijn, jouw vaardigheden van goed
luisteren zijn essentieel om de verschillende verschuivingen goed in het vizier te
krijgen.
Start met het motiveren van de cliënt, probeer de beweegredenen te doorgronden en
uitgangspunten te achterhalen, stel zo concreet mogelijke vragen zoals: ‘Hoe ziet de
situatie er volgend jou uit’ en ‘Geef eens een voorbeeld’. Hier begint het motiveren.
1
, Hoofdstuk 9 en 10 29 oktober 2020
Als cliënt moeite heeft om te zien wat zijn onderliggende behoefte aan verandering
is, kan je gebruik maken van ‘challenges’1. Bv: ‘Je vertelde net dat je geen problemen
hebt met je zus en nu zeg je dat je haar niet kan uitstaan?’
Tegenstrijdigheden in het gedrag zijn belangrijk omdat ze signalen geven van
onopgeloste problemen, vraag zo eens naar volgende tegenstrijdige:
Verschil tussen twee uitspraken
Verschil tussen twee gedragingen
Verschil tussen twee gevoelens
Verschil tussen waarden en gedrag
Verschil tussen jezelf en je ervaring
Verschil tussen je idealen en de realiteit
Verschil tussen de mening van jou als begeleider en de cliënt
Tips:
Het is van belang dat je behulpzaam bent in onderzoeken van obstakels binnen
gedrag.
Wees alert dat je niet oordeelt
Hou rekening met tegenstrijdigheden in het gedrag te maken kunnen hebben met
culturele waarden en normen
Belangrijk om door te vragen op wat er gezegd wordt en te achterhalen wat nu de
werkelijke invloed is van de gebeurtenis
9.3 MOTIVERENDE FACTOREN
Het is belangrijk om respectvol naar de verantwoordelijkheden/mogelijkheden van de
cliënt te laten zien wanneer je iemand op een goede manier wilt motiveren. Laat
merken dat je gelooft in de capaciteiten/kwaliteiten van handelen van de cliënt. Het
steunen van de cliënt staat centraal.
Iemand helpen/begeleiden gaat over versterken van de eigen kracht, zodat men zich
beter kan voelen over zichzelf. Maak de cliënt bewust van eigen gedrag door dit te
benoemen/ vragen naar intenties van gedrag. Kijk vervolgens naar alternatieven van
gedrag.
Belangrijk om te onthouden dat je de cliënt kan helpen door hem te laten inzien dat
veranderen mogelijk is, maar hij moet het uiteindelijk wel zelf doen. Je kan de cliënt
wel blijven motiveren. Je kan ook een rolmodel zijn: vertel over een eigen ervaring.
Zorg in de begeleiding dat de cliënt verder kan met het exploreren van gevoelens. De
piekerervaring 2 kan ook een motiverende factor zijn.
De keuzes die mensen maken hebben meestal te liggen met onderliggende waarden
en daaruit voortkomende normen. In de begeleiding kan een verandering pas goed
worden ingezet wanneer ook deze waarden en normen duidelijk zijn.
9.4 NIET KENNEN
9.5 DOELEN BEREIKEN
1
Uitdagende vragen
2
Hebben kenmerken dat ze een gevoel van eenheid geven, een gevoel van kunnen en een volledig moeiteloos functioneren in de situatie.
2
COMMUNICATIE (RELATIEGERCIHTE BEGELEIDING)
9 MOTIVEREN IN DE RELATIEGERICHTE BEGELEIDING
9.1 MOTIVATIE
Motiveren:
Is het aanzetten tot verandering
Met redenen onderbouwen waarom je een bepaalde handeling doet/hebt gedaan
Wordt vaak gebruikt om met de cliënt te kijken hoe hij zijn problemen de baas
kan worden door nieuwe vaardigheden te leren
Er wordt gekeken hoe omstandigheden veranderend kunnen worden in een
gebalanceerd, prettig en veilig leefklimaat
Het creëren van inzicht in eigen problemen/situaties leidt tot een reden voor
verandering
Mensen komen niet zomaar in verandering, er zijn 4 belangrijke redenen waarom
mensen blijven zitten waar ze zitten:
1. Mensen veranderen enkel wanneer ze er zelf zin in hebben
2. Mensen veranderen door relatieve voor- en nadelen: mensen veranderen pas als de
voorgestelde alternatieve situatie relaties meer voordelen/ minder nadelen biedt
3. Mensen zijn ingesteld op het grebruilen van zo weinig mogelijk mentale energie
4. Mensen ervaren soms de nadelen van hun situatie niet echt als nadeel omdat ze
zich ervoor kunnen afsluiten
Motivatie:
Kan ontstaan door interne prikkels (intrinsieke motivatie): handelen uit eigen
interesse/overtuiging/omdat iets van binnen goed voelt.
Kan ontstaan door externe prikkels (extrinsieke motivatie): je doet/leert iets voor
een beloning/iemand anders stimuleert je in handelingen.
Task value: je voert een handeling uit waar je veel waarde aan de taak/handeling
hecht, i.p.v. dat de handeling voortkomt uit een waarde.
9.2 REDENEREN VOOR VERANDERINGEN
Als de cliënt een voordeel ziet in verandering, kan gedragsverandering pas ter spraken
komen. Richt je binnen relatiegerichte begeleiding op dat de cliënt een bewuste keuze
maakt om te veranderen
Stel men geeft aan niet te willen veranderen:
Onderzoek zorgvuldig en kijk naar achterliggende opvattingen
Probeer de juiste motivatietechniek boven te halen
Zorg voor zinzicht/ duidelijkheid omtrent het gedrag van de cliënt biedt inzicht
en geeft motiverende werking
Sommige cliënten komen met verschillende problemen en zijn er niet altijd zeker
van wat hun echte/onderliggende problemen zijn, jouw vaardigheden van goed
luisteren zijn essentieel om de verschillende verschuivingen goed in het vizier te
krijgen.
Start met het motiveren van de cliënt, probeer de beweegredenen te doorgronden en
uitgangspunten te achterhalen, stel zo concreet mogelijke vragen zoals: ‘Hoe ziet de
situatie er volgend jou uit’ en ‘Geef eens een voorbeeld’. Hier begint het motiveren.
1
, Hoofdstuk 9 en 10 29 oktober 2020
Als cliënt moeite heeft om te zien wat zijn onderliggende behoefte aan verandering
is, kan je gebruik maken van ‘challenges’1. Bv: ‘Je vertelde net dat je geen problemen
hebt met je zus en nu zeg je dat je haar niet kan uitstaan?’
Tegenstrijdigheden in het gedrag zijn belangrijk omdat ze signalen geven van
onopgeloste problemen, vraag zo eens naar volgende tegenstrijdige:
Verschil tussen twee uitspraken
Verschil tussen twee gedragingen
Verschil tussen twee gevoelens
Verschil tussen waarden en gedrag
Verschil tussen jezelf en je ervaring
Verschil tussen je idealen en de realiteit
Verschil tussen de mening van jou als begeleider en de cliënt
Tips:
Het is van belang dat je behulpzaam bent in onderzoeken van obstakels binnen
gedrag.
Wees alert dat je niet oordeelt
Hou rekening met tegenstrijdigheden in het gedrag te maken kunnen hebben met
culturele waarden en normen
Belangrijk om door te vragen op wat er gezegd wordt en te achterhalen wat nu de
werkelijke invloed is van de gebeurtenis
9.3 MOTIVERENDE FACTOREN
Het is belangrijk om respectvol naar de verantwoordelijkheden/mogelijkheden van de
cliënt te laten zien wanneer je iemand op een goede manier wilt motiveren. Laat
merken dat je gelooft in de capaciteiten/kwaliteiten van handelen van de cliënt. Het
steunen van de cliënt staat centraal.
Iemand helpen/begeleiden gaat over versterken van de eigen kracht, zodat men zich
beter kan voelen over zichzelf. Maak de cliënt bewust van eigen gedrag door dit te
benoemen/ vragen naar intenties van gedrag. Kijk vervolgens naar alternatieven van
gedrag.
Belangrijk om te onthouden dat je de cliënt kan helpen door hem te laten inzien dat
veranderen mogelijk is, maar hij moet het uiteindelijk wel zelf doen. Je kan de cliënt
wel blijven motiveren. Je kan ook een rolmodel zijn: vertel over een eigen ervaring.
Zorg in de begeleiding dat de cliënt verder kan met het exploreren van gevoelens. De
piekerervaring 2 kan ook een motiverende factor zijn.
De keuzes die mensen maken hebben meestal te liggen met onderliggende waarden
en daaruit voortkomende normen. In de begeleiding kan een verandering pas goed
worden ingezet wanneer ook deze waarden en normen duidelijk zijn.
9.4 NIET KENNEN
9.5 DOELEN BEREIKEN
1
Uitdagende vragen
2
Hebben kenmerken dat ze een gevoel van eenheid geven, een gevoel van kunnen en een volledig moeiteloos functioneren in de situatie.
2