Juridische Context
Kunnen:
kennis en inzicht tonen in de rechtsverhoudingen tussen de interieurarchitect en de andere relevante actoren
toepassen op een concrete casus
contracten (totstandkoming, geldigheid)
aansprakelijkheden (contractueel, buitencontractueel)
intellectuele eigendomsrechten
belang van vertaling naar praktijk
1. Inleiding
2. Contracten (1)
3. Contracten (2)
4. Aansprakelijkheid
5. Intellectuele eigendomsrechten
6. Deontologie
7. Modelovereenkomst
1. Inleiding
Wat is recht?
Recht is overal, het is een handhaving en methode om de samenleving te ordenen en wordt bepaald en opgelegd
door de samenleving (democratie).
Types rechten
Objectieve rechten Subjectieve rechten
geheel van rechtsregels en normen een door het recht erkende aanspraak op iemands
gedrag
algemene, abstracte bewoordingen
concreet recht van een persoon in een bepaalde
onafhankelijk van de concrete persoon of situatie
situatie
‘the law’
vindt basis in objectief recht
‘the right to…’
Natuurlijke personen en rechtspersonen
Natuurlijke personen en rechtspersonen zijn dragers van subjectieve rechten
Natuurlijk persoon: mens met specifieke eigenschappen
Rechtspersoon: organisatie of groepering met specifiek doel (vennootschap, VZW,…)
Al de rest zijn ‘zaken’ (kapitaal, intellectuele eigendom, goederen, dieren)
Alles wat niet verboden is, mag?
Uitoefening subjectieve rechten kent limieten → verbod op rechtsmisbruik
Juridische Context 1
, algemeen rechtsbeginsel (Hof van Cassatie)
normale uitoefening van recht door voorzichtig en bezorgd persoon
men mag subjectief recht niet gebruiken met als enig doel de ander te schaden
men mag van twee gelijke manieren om recht uit te oefenen, niet zomaar de meest schadelijke kiezen
handhaving: herstel in natura of schadevergoeding
Hiërarchie der normen
Belgische staatsstructuur
19e eeuw:
eenheidsstaat
centraal gezag
ruime autonomie voor steden en gemeenten
Nu:
federale staat
meer bevoegdheden voor gemeenschappen en gewesten
Toekomst: confederale staat?
Bevoegdheden Vlaams Gewest
Juridische Context 2
, Vlaams Gewest bevoegd voor o.a.:
ruimtelijke ordening
huisvesting
economie (handelsbeleid, vestigingsvoorwaarden, kredietbeleid)
energie
Interactie met federale bevoegdheden:
economie: algemene regels worden bepaald door federale overheid
maar: toch exclusieve federale bevoegdheid voor muntbeleid, mededingsrecht, intellectuele eigendomsrecht,
arbeidsrecht
Types recht
Publiekrecht: overheid-burger Privaatrecht: burger-burger
grondwettelijk recht verbintenissenrecht (contracten)
fiscaal recht aansprakelijkheidsrecht
strafrecht
Soms ook kenmerken van beiden:
economisch recht:
consumentenbescherming
prijsreglementering
intellectuele eigendomsrecht
2. Contracten (1)
Contract = een juridisch bindende afspraak tussen partijen. Beheerst creatieve en commerciële context.
CASUS: Schriftelijk of telefonisch?
Je hebt een contract gesloten met een opdrachtgever. Daarin staat en bepaling dat je je best zal doen om de
eerste ontwerpen ter goedkeuring aan haar voor te leggen uiterlijk op 3 februari 2025. Op 28 februari 2025 heeft
de opdrachtgever nog niets ontvangen. Zij is teleurgesteld en geïrriteerd.
→ Alles wat je schrijft kan tegen je worden gebruikt of bewijst het ongelijk van de andere partij.
→ Schrijven dat je je best zal doen om iets af te hebben tegen een bepaalde datum is geen harde deadline.
→ Elke handeling die je stelt is een rechtsfeit of een rechtshandeling
Rechtsfeit:
Elk feit waaraan het objectief recht rechtsgevolgen verbindt.
Rechtsgevolgen: het tot stand brengen, wijzigen, overdragen of laten verdwijnen van subjectieve
rechten.
Zonder rechtsgevolgen dus geen rechtsfeit.
Kenmerkend: onbewust, ongewild
Hier zijn enkele voorbeelden van rechtsfeiten:
Geboorte van een persoon - dit creëert automatisch rechten en plichten zonder dat de persoon dit
bewust wil
Juridische Context 3
Kunnen:
kennis en inzicht tonen in de rechtsverhoudingen tussen de interieurarchitect en de andere relevante actoren
toepassen op een concrete casus
contracten (totstandkoming, geldigheid)
aansprakelijkheden (contractueel, buitencontractueel)
intellectuele eigendomsrechten
belang van vertaling naar praktijk
1. Inleiding
2. Contracten (1)
3. Contracten (2)
4. Aansprakelijkheid
5. Intellectuele eigendomsrechten
6. Deontologie
7. Modelovereenkomst
1. Inleiding
Wat is recht?
Recht is overal, het is een handhaving en methode om de samenleving te ordenen en wordt bepaald en opgelegd
door de samenleving (democratie).
Types rechten
Objectieve rechten Subjectieve rechten
geheel van rechtsregels en normen een door het recht erkende aanspraak op iemands
gedrag
algemene, abstracte bewoordingen
concreet recht van een persoon in een bepaalde
onafhankelijk van de concrete persoon of situatie
situatie
‘the law’
vindt basis in objectief recht
‘the right to…’
Natuurlijke personen en rechtspersonen
Natuurlijke personen en rechtspersonen zijn dragers van subjectieve rechten
Natuurlijk persoon: mens met specifieke eigenschappen
Rechtspersoon: organisatie of groepering met specifiek doel (vennootschap, VZW,…)
Al de rest zijn ‘zaken’ (kapitaal, intellectuele eigendom, goederen, dieren)
Alles wat niet verboden is, mag?
Uitoefening subjectieve rechten kent limieten → verbod op rechtsmisbruik
Juridische Context 1
, algemeen rechtsbeginsel (Hof van Cassatie)
normale uitoefening van recht door voorzichtig en bezorgd persoon
men mag subjectief recht niet gebruiken met als enig doel de ander te schaden
men mag van twee gelijke manieren om recht uit te oefenen, niet zomaar de meest schadelijke kiezen
handhaving: herstel in natura of schadevergoeding
Hiërarchie der normen
Belgische staatsstructuur
19e eeuw:
eenheidsstaat
centraal gezag
ruime autonomie voor steden en gemeenten
Nu:
federale staat
meer bevoegdheden voor gemeenschappen en gewesten
Toekomst: confederale staat?
Bevoegdheden Vlaams Gewest
Juridische Context 2
, Vlaams Gewest bevoegd voor o.a.:
ruimtelijke ordening
huisvesting
economie (handelsbeleid, vestigingsvoorwaarden, kredietbeleid)
energie
Interactie met federale bevoegdheden:
economie: algemene regels worden bepaald door federale overheid
maar: toch exclusieve federale bevoegdheid voor muntbeleid, mededingsrecht, intellectuele eigendomsrecht,
arbeidsrecht
Types recht
Publiekrecht: overheid-burger Privaatrecht: burger-burger
grondwettelijk recht verbintenissenrecht (contracten)
fiscaal recht aansprakelijkheidsrecht
strafrecht
Soms ook kenmerken van beiden:
economisch recht:
consumentenbescherming
prijsreglementering
intellectuele eigendomsrecht
2. Contracten (1)
Contract = een juridisch bindende afspraak tussen partijen. Beheerst creatieve en commerciële context.
CASUS: Schriftelijk of telefonisch?
Je hebt een contract gesloten met een opdrachtgever. Daarin staat en bepaling dat je je best zal doen om de
eerste ontwerpen ter goedkeuring aan haar voor te leggen uiterlijk op 3 februari 2025. Op 28 februari 2025 heeft
de opdrachtgever nog niets ontvangen. Zij is teleurgesteld en geïrriteerd.
→ Alles wat je schrijft kan tegen je worden gebruikt of bewijst het ongelijk van de andere partij.
→ Schrijven dat je je best zal doen om iets af te hebben tegen een bepaalde datum is geen harde deadline.
→ Elke handeling die je stelt is een rechtsfeit of een rechtshandeling
Rechtsfeit:
Elk feit waaraan het objectief recht rechtsgevolgen verbindt.
Rechtsgevolgen: het tot stand brengen, wijzigen, overdragen of laten verdwijnen van subjectieve
rechten.
Zonder rechtsgevolgen dus geen rechtsfeit.
Kenmerkend: onbewust, ongewild
Hier zijn enkele voorbeelden van rechtsfeiten:
Geboorte van een persoon - dit creëert automatisch rechten en plichten zonder dat de persoon dit
bewust wil
Juridische Context 3