Figurenlijst Fysiologie:
volgende figuren moet je kunnen schetsen:
- Verschil in actiepotentiaal tussen de contractie van de skeletspier en van de hartspier (p.42)
AP hartspiervezelsà enorm lang (door zeer trage repolrisatie) à lange refractaire periode à geen
snelle reactie op opeenvolgende prikkels è tetanus NIET mogelijk!
à repolarisatie komt door de sterke en lang aanhoudende instroom can Ca2+ ionen over CM
= belangrijkste verschil met contractie skeletspieren
Hartspiercellen= sterk afhankelijk van extracell Ca2+
Contractie hartspier:
1) Depolarisatieà spanningsafh Na kanalen open
2) Ca2+ kanalen gaan open à Ca2+ in de cel, K+ uit de cel (evenwicht)
3) Meer K+ kanalen gaan open à meer K+ uit de cel à cel keert naar rustpotentiaal
- Prikkeloverdracht: neuro-neuronaal en neuromusculair (zie slides)
Neuro-neurale prikkeloverdracht: Neuromusculaire prikkeloverdracht
à in cns: prikkel gaat over van ene naar andere = synaps tussen motorneuron en spiervezel
neuron (ev via schakelcel) langs synaps (axon: = neurousculaire junctie
telodendriën/eindknopjes) à NT= Ach à nicotine receptoren (blokkering
à divergentie (1à veel) en convergentie(veel à1) mogelijk dr curare) op motorische eindplaat
zijn mogelijk à na binding op receptor à Na kanalen open à
Afferent neuron à integratiecentrum deppolarisatie spiercelmembr à AP
(hersenen/ruggenmerg) à efferent neuron à alleen DIVERGENTIE à 1 prikkel voldoende
à signaal wordt over axon geleid voor depolarisatie
Resultaat: contractie van de skeletspier
1
, à gelijktidige prikkeling via verschillende
synapsen nodig om neuron te exiteren
(depolarisatie)
à inhiberende en exciterende NTs!
à motorneuron: excitatorische/ inhibitorische
info ontvangen van cns
- De reflexboog (p.57 en slides)
Hersenschors: bewuste reactie
Ruggenmerg/hersenstam: reflexmatige reactie
Reflexboog= de weg die impulsen afleggen van sensor naar effector
- (specifieke/ algemene) Sensor
- Cetripetaal deel: afferent neuron
o Sensor verbinden met cns
o Sensibel neuron
o Cellichaam in ganglion (in achterhoorn)
o Neuro-neurale prikkeloverdracht
- Centraal deel: reflexcentrum
o In cns (hersenen(meestal niet)/ruggenmerg= tijdsbesparend)
o 1 enkele synaps à 1000den schakelneuronen
- Centrifugaal deel: efferent neuron
o Verbindt cns met effector à neuromusculaire prikkeloverdracht à contact met
spiervezels motorische eenheid
o Motorische neuronen: vertrekken uit kernen hersenstam en voorhoorn van
ruggenmerg
o Maken deel uit van het somatisch zenuwstelsel
- Effector: skeletspiervezels
o Spiercontractie waar Ca2+ en ATP cruciaal zijn
2
, - Verschil in prikkeloverdracht tussen de verschillende zenuwstelsels (p.69)
Orthosympatisch:
- Stimuleert katabole reacties
- Inhibeert anabole reacties
- Verhoogt alertheid
- Pre-post thv BIJNIERMERG: Ach op nicotinereceptor
- Pos-eindorg: NA op adrenerge (a- enb-) receptoren
- Geen enzymatische afbraak à trage eliminatie via BB of heropnamen presyn.memb à lang
aanhoudend effect
- Effect Na en A à afhankelijk van type receptor op eindorgaan!
o A à Bloedbaan àb-receptoren: relaxatie gladde spieren, contractie hartspieren (denk
sinusknop) (inspanning)
o NAà zenuwuiteinden à a-receptoren: contractie gladdespieren (denk bloedvaten)
(rust)
Parasympatisch:
- Stimuleert anabole reacties
- Inhibeert katabole reacties
- Sederend efect
- Pre-post : Ach à nicotine receptor
- Post-eindorg: Achà muscarinereceptoren
- AchE à afbraak Ach in synaptische spleet à effect verdwijnt onmiddellijk
B-vezel= gemyeliniseerd
C-vezel= niet gemyeliniseerd
3
volgende figuren moet je kunnen schetsen:
- Verschil in actiepotentiaal tussen de contractie van de skeletspier en van de hartspier (p.42)
AP hartspiervezelsà enorm lang (door zeer trage repolrisatie) à lange refractaire periode à geen
snelle reactie op opeenvolgende prikkels è tetanus NIET mogelijk!
à repolarisatie komt door de sterke en lang aanhoudende instroom can Ca2+ ionen over CM
= belangrijkste verschil met contractie skeletspieren
Hartspiercellen= sterk afhankelijk van extracell Ca2+
Contractie hartspier:
1) Depolarisatieà spanningsafh Na kanalen open
2) Ca2+ kanalen gaan open à Ca2+ in de cel, K+ uit de cel (evenwicht)
3) Meer K+ kanalen gaan open à meer K+ uit de cel à cel keert naar rustpotentiaal
- Prikkeloverdracht: neuro-neuronaal en neuromusculair (zie slides)
Neuro-neurale prikkeloverdracht: Neuromusculaire prikkeloverdracht
à in cns: prikkel gaat over van ene naar andere = synaps tussen motorneuron en spiervezel
neuron (ev via schakelcel) langs synaps (axon: = neurousculaire junctie
telodendriën/eindknopjes) à NT= Ach à nicotine receptoren (blokkering
à divergentie (1à veel) en convergentie(veel à1) mogelijk dr curare) op motorische eindplaat
zijn mogelijk à na binding op receptor à Na kanalen open à
Afferent neuron à integratiecentrum deppolarisatie spiercelmembr à AP
(hersenen/ruggenmerg) à efferent neuron à alleen DIVERGENTIE à 1 prikkel voldoende
à signaal wordt over axon geleid voor depolarisatie
Resultaat: contractie van de skeletspier
1
, à gelijktidige prikkeling via verschillende
synapsen nodig om neuron te exiteren
(depolarisatie)
à inhiberende en exciterende NTs!
à motorneuron: excitatorische/ inhibitorische
info ontvangen van cns
- De reflexboog (p.57 en slides)
Hersenschors: bewuste reactie
Ruggenmerg/hersenstam: reflexmatige reactie
Reflexboog= de weg die impulsen afleggen van sensor naar effector
- (specifieke/ algemene) Sensor
- Cetripetaal deel: afferent neuron
o Sensor verbinden met cns
o Sensibel neuron
o Cellichaam in ganglion (in achterhoorn)
o Neuro-neurale prikkeloverdracht
- Centraal deel: reflexcentrum
o In cns (hersenen(meestal niet)/ruggenmerg= tijdsbesparend)
o 1 enkele synaps à 1000den schakelneuronen
- Centrifugaal deel: efferent neuron
o Verbindt cns met effector à neuromusculaire prikkeloverdracht à contact met
spiervezels motorische eenheid
o Motorische neuronen: vertrekken uit kernen hersenstam en voorhoorn van
ruggenmerg
o Maken deel uit van het somatisch zenuwstelsel
- Effector: skeletspiervezels
o Spiercontractie waar Ca2+ en ATP cruciaal zijn
2
, - Verschil in prikkeloverdracht tussen de verschillende zenuwstelsels (p.69)
Orthosympatisch:
- Stimuleert katabole reacties
- Inhibeert anabole reacties
- Verhoogt alertheid
- Pre-post thv BIJNIERMERG: Ach op nicotinereceptor
- Pos-eindorg: NA op adrenerge (a- enb-) receptoren
- Geen enzymatische afbraak à trage eliminatie via BB of heropnamen presyn.memb à lang
aanhoudend effect
- Effect Na en A à afhankelijk van type receptor op eindorgaan!
o A à Bloedbaan àb-receptoren: relaxatie gladde spieren, contractie hartspieren (denk
sinusknop) (inspanning)
o NAà zenuwuiteinden à a-receptoren: contractie gladdespieren (denk bloedvaten)
(rust)
Parasympatisch:
- Stimuleert anabole reacties
- Inhibeert katabole reacties
- Sederend efect
- Pre-post : Ach à nicotine receptor
- Post-eindorg: Achà muscarinereceptoren
- AchE à afbraak Ach in synaptische spleet à effect verdwijnt onmiddellijk
B-vezel= gemyeliniseerd
C-vezel= niet gemyeliniseerd
3