consumptie, gebruik of verbruik → in een behoefte voorzien
vb:
- materiële objecten
- plaatsen
- personen
dienst: immateriële producten die geen eigendomsoverdracht tot gevolg hebben
5 kenmerken diensten:
goederendiensten continuüm: geleidelijke overgang van geheel tastbaar naar abstract
PaaS: Product As A Service
→ bedrijf biedt zijn producten als dienst aan
vb: Swapfiets
- klant geen eigenaar
- abonnement periodieke vergoeding
- groot potentieel circulaire economie
productniveaus:
1. uitgebreid product
2. tastbaar product
→ fysiek waarneembaar, leveren voordelen kernproduct
5 kenmerken:
functies - stijl - kwaliteitsniveau - merknaam - verpakking
3. kernproduct
→ differentiatie komt hier het vaakste voor
1
,consumentenproduct: gekocht door eindconsumenten voor persoonlijk gebruik
4 basis van koopgewoonten:
1. Convenience
→ laag geprijsd
2. Shopping
→ selectie en koopproces
3. Specialty
→ unieke kenmerken/ speciale merkidentiteit
vb: porsche, horloge
4. Unsought
→ latente behoefte: klant ken product wel/niet, geen interesse in aankoop
vereisen:
- veel reclame
- persoonlijke verkoop
vb:
→ rode kruis, dela
bijzondere productindeling:
- organisaties: rode kruis
- personen: trump
- plaatsen: mediastad vilvoorde
- ideeën: naleven corona maatregelen
marketing van diensten
2
, productkwaliteit: mate waarin het product voldoet aan eisen die voortvloeien door gebruik
2 dimensies:
1. kwaliteitsniveau
→ positionering product tov concurrentie
2. kwaliteit consistentie
→ afwezigheid defecten/afwijkingen
kwaliteit, functies, stijl & ontwerp
productontwerp: Stokke, Dopper, Apple Devices
product stijl: Rietveld, Apple Devices
beide: Apple Devices
stijl: uiterlijk product
→ geen invloed functie
productontwerp: uiterlijk en functionaliteit
goed ontwerp:
- aandacht
- concurrentieel voordeel
- verbeterd product prestaties
verpakking: wat om het product zit
verschillende verpakkingen:
primaire verpakking:
→ verkoopsverpakking
secundaire verpakking:
→ verzamelverpakking, om logistieke redenen
3