Sociaal-economische kaders
Deel 3: De markt en zijn spelers
Hoofdstuk 8: De consument
- Micro-economische theorievorming redeneert vanuit het standpunt van individuele
consument of producent
o Ontstond bij klassiekers (Smith) en uitgewerkt door neoklassiekers
- Analyse van vraag en aanbod en van daaruit de prijsvorming staat in micro-economie
centraal
- Gaat uit van homo economicus hypothese
o Economie tot stand komt via beslissingen van individuele mensen die
vanuit een rationeel perspectief streven naar een zo goed mogelijke
bevrediging van hun behoeften
- Vier voorwaarden
o Beslissing nemers moeten rekening houden met alle mogelijke alternatieven die ter
beschikking staan
o Ze moeten alle informatie inwinnen over alle mogelijkheden en weten wat het
gevolg is van elke actie
o Ze moeten een orde van voorkeur tussen alle mogelijkheden kunnen bepalen
o Ze moeten kiezen voor het beste alternatief dat mogelijk is
- In praktijk mensen niet zo rationeel en doordacht handelen
- Verondersteld dat consumenten dikwijls irrationeel handelen en producenten rationeel
handelen onjuist
- Producenten handelen vaak irrationeel en consumentenbeslissingen zijn soms rationeler dan
we denken
- Verschil tussen objectieve en subjectieve rationaliteit
o Objectieve = koopgedrag dat aan bovenstaande 4 voorwaarden voldoet
Verschillende personen met identieke behoefte en identiek aanbod allemaal
dezelfde keuze maken
1
,Sociaal-economische kaders
o Subjectieve = niet altijd proberen om het onderste uit de kan te halen en alle
alternatieven zorgvuldig afwegen
Reden: besluitvormingskosten
Keuzeproces vergt tijd en geld keuzeproces stoppen als we aankoop doen
waarmee we tevreden zijn in plaats van te zoeken tot we echt de optimale
aankoop hebben sparen besluitvormingskosten uit
o Rationeel om je als een tevredenheidsdier te gedragen en niet tot het uiterste te
gaan
- Belangrijk dat mensen voor zichzelf de kans op een succesvolle keuze op basis van
subjectieve rationalisatie verhogen door op voorhand een bepaald bevredigingsniveau als
doel te stellen
- Keuzeproces = zeer complex op voorhand al vastleggen niet op zoek te gaan naar
‘hoogste’ bevrediging
o Vormen beeld van wat we willen en hakken knoop door zodra we iets vinden dat het
vooropgestelde niveau beantwoordt
- Mens = lerend wezen
o Op basis van subjectieve rationaliteit keuze maken en nadien ontevreden zijn bij
volgende aankoop meestal gedrag aan te passen
o Door bevredigingsniveau bij te stellen of meer te investeren om toch objectieve
rationele keuze te maken
1. DE RATIONELE CONSUMENT
- Rationeel eigenbelang vaak als iets negatief voorgesteld egoïsme niet per se
- Eigenbelang niet te eng definiëren
- Individuen gaan niet allen dingen doen als ze enkel voor zichzelf een direct en aantoonbaar
nut hebben
- Veel zaken die we eerder doen in het belang van de groep, samenleving of morele goed
dienen
= vorm van eigenbelang
- Eigen kleine voordeel zoeken altijd veel meer bezig zijn met elkaar op allerlei manieren te
bedriegen
- Op lange termijn leiden deze denkwijzen tot een samenleving waarin we enorm veel moeten
investeren in controle
2
,Sociaal-economische kaders
- Uiteindelijke balans zou voor iedereen negatief zijn
- Intuïtief beseffen we dat het vaak interessanter is ons te vereenzelvigen met belang van
groep of organisatie
- Actief stimuleren en gebruiken voor het welzijn van iedereen die bij hun organisatie
betrokken is
- Principe verheffen tot morele waarde
o Veel mensen begrijpen dat samenleving als geheel beter af is als we niet steeds
proberen ten koste van anderen voordeel te halen
2. DE NIET ZO RATIONELE CONSUMENT
- Mensen zijn geen individuele rationele consumenten die keuzes maken gericht op
eigenbelang
- Slechts heel af en toe
- Mens = complex wezen dat gevormd wordt door fysische en psychische factoren, maar ook
door zijn sociale omgeving
- Denken vaak autonome keuzes te maken volgen eigenlijk conventies die ons door
socialisatie en interactie met ons sociaal milieu is aangeleerd
2.1 HET MENSELIJK DENKEN (BIJ AANKOOPBESLISSINGEN)
2.1.1 Systeem 1-denken
- Menselijke geest niet zo vaak rationeel
- Intuïtief gevoel dikwijls gebaseerd op vroeger rationeel doordachte processen niet het
geval
- Menselijk denken opdelen in 2 systemen (Kahneman)
o Rationeel doordacht denken = systeem 2
Voldoende tijd en energie nodig
Denken komt bijgevolg traag op gang en we doen het relatief weinig
Bewust, deductief denken gebaseerd op regels en controle
o Intuïtief denken = systeem 1-denken
Meer gebruik van maken
Vaak gewoon informatie wegfilteren die daarmee in strijd is
3
, Sociaal-economische kaders
Zintuigen registeren bepaalde informatie maar geest neemt die niet op en
nadien ook geen herinnering aan
Heel snel en werkt met associaties, gebaseerd op vaardigheden of vroegere
ervaringen
Sterk onbewust
Noodzakelijk om te overleven
Enorme toevloed aan informatie verwerken onmogelijk via systeem 2-
denken
Nadelen: gebruiken bepaalde vuistregels die erg snel werken maar soms
totaal verkeerd zijn dominant systeem vaak eerste indrukken laten
primeren en informatie negeren die daarmee in strijd is
Bv. racisme is hierdoor moeilijk te bestrijden
2.1.2 Bezitsdrang
- Drang naar bezit = krachtig aankoopmechanisme
- We hebben graag spullen en hoe meer zaken we zien, hoe meer we willen hebben
- Verkopers spelen hier graag op in
- Typische truc = reeksen of collecties
- Omgekeerde = verliesdrang
o Beïnvloed ons koopgedrag
o Experiment van Allais in verband met aankopen van aandelen
- Meer geneigd om risico’s te nemen als we verlies leiden dan als we winnen. Op beurs
gevaarlijke strategie
2.1.3 De ultieme droom: gratis
- Het werkt
- Instant inschakeling van systeem 1-denken die alle rationaliteit overboord gooit
2.1.4 Sociale factoren
- Mens = groepswezen
- Heel wat van onze aankopen zijn gedreven door conformeren aan groep of bepaalde trend in
samenleving
4
Deel 3: De markt en zijn spelers
Hoofdstuk 8: De consument
- Micro-economische theorievorming redeneert vanuit het standpunt van individuele
consument of producent
o Ontstond bij klassiekers (Smith) en uitgewerkt door neoklassiekers
- Analyse van vraag en aanbod en van daaruit de prijsvorming staat in micro-economie
centraal
- Gaat uit van homo economicus hypothese
o Economie tot stand komt via beslissingen van individuele mensen die
vanuit een rationeel perspectief streven naar een zo goed mogelijke
bevrediging van hun behoeften
- Vier voorwaarden
o Beslissing nemers moeten rekening houden met alle mogelijke alternatieven die ter
beschikking staan
o Ze moeten alle informatie inwinnen over alle mogelijkheden en weten wat het
gevolg is van elke actie
o Ze moeten een orde van voorkeur tussen alle mogelijkheden kunnen bepalen
o Ze moeten kiezen voor het beste alternatief dat mogelijk is
- In praktijk mensen niet zo rationeel en doordacht handelen
- Verondersteld dat consumenten dikwijls irrationeel handelen en producenten rationeel
handelen onjuist
- Producenten handelen vaak irrationeel en consumentenbeslissingen zijn soms rationeler dan
we denken
- Verschil tussen objectieve en subjectieve rationaliteit
o Objectieve = koopgedrag dat aan bovenstaande 4 voorwaarden voldoet
Verschillende personen met identieke behoefte en identiek aanbod allemaal
dezelfde keuze maken
1
,Sociaal-economische kaders
o Subjectieve = niet altijd proberen om het onderste uit de kan te halen en alle
alternatieven zorgvuldig afwegen
Reden: besluitvormingskosten
Keuzeproces vergt tijd en geld keuzeproces stoppen als we aankoop doen
waarmee we tevreden zijn in plaats van te zoeken tot we echt de optimale
aankoop hebben sparen besluitvormingskosten uit
o Rationeel om je als een tevredenheidsdier te gedragen en niet tot het uiterste te
gaan
- Belangrijk dat mensen voor zichzelf de kans op een succesvolle keuze op basis van
subjectieve rationalisatie verhogen door op voorhand een bepaald bevredigingsniveau als
doel te stellen
- Keuzeproces = zeer complex op voorhand al vastleggen niet op zoek te gaan naar
‘hoogste’ bevrediging
o Vormen beeld van wat we willen en hakken knoop door zodra we iets vinden dat het
vooropgestelde niveau beantwoordt
- Mens = lerend wezen
o Op basis van subjectieve rationaliteit keuze maken en nadien ontevreden zijn bij
volgende aankoop meestal gedrag aan te passen
o Door bevredigingsniveau bij te stellen of meer te investeren om toch objectieve
rationele keuze te maken
1. DE RATIONELE CONSUMENT
- Rationeel eigenbelang vaak als iets negatief voorgesteld egoïsme niet per se
- Eigenbelang niet te eng definiëren
- Individuen gaan niet allen dingen doen als ze enkel voor zichzelf een direct en aantoonbaar
nut hebben
- Veel zaken die we eerder doen in het belang van de groep, samenleving of morele goed
dienen
= vorm van eigenbelang
- Eigen kleine voordeel zoeken altijd veel meer bezig zijn met elkaar op allerlei manieren te
bedriegen
- Op lange termijn leiden deze denkwijzen tot een samenleving waarin we enorm veel moeten
investeren in controle
2
,Sociaal-economische kaders
- Uiteindelijke balans zou voor iedereen negatief zijn
- Intuïtief beseffen we dat het vaak interessanter is ons te vereenzelvigen met belang van
groep of organisatie
- Actief stimuleren en gebruiken voor het welzijn van iedereen die bij hun organisatie
betrokken is
- Principe verheffen tot morele waarde
o Veel mensen begrijpen dat samenleving als geheel beter af is als we niet steeds
proberen ten koste van anderen voordeel te halen
2. DE NIET ZO RATIONELE CONSUMENT
- Mensen zijn geen individuele rationele consumenten die keuzes maken gericht op
eigenbelang
- Slechts heel af en toe
- Mens = complex wezen dat gevormd wordt door fysische en psychische factoren, maar ook
door zijn sociale omgeving
- Denken vaak autonome keuzes te maken volgen eigenlijk conventies die ons door
socialisatie en interactie met ons sociaal milieu is aangeleerd
2.1 HET MENSELIJK DENKEN (BIJ AANKOOPBESLISSINGEN)
2.1.1 Systeem 1-denken
- Menselijke geest niet zo vaak rationeel
- Intuïtief gevoel dikwijls gebaseerd op vroeger rationeel doordachte processen niet het
geval
- Menselijk denken opdelen in 2 systemen (Kahneman)
o Rationeel doordacht denken = systeem 2
Voldoende tijd en energie nodig
Denken komt bijgevolg traag op gang en we doen het relatief weinig
Bewust, deductief denken gebaseerd op regels en controle
o Intuïtief denken = systeem 1-denken
Meer gebruik van maken
Vaak gewoon informatie wegfilteren die daarmee in strijd is
3
, Sociaal-economische kaders
Zintuigen registeren bepaalde informatie maar geest neemt die niet op en
nadien ook geen herinnering aan
Heel snel en werkt met associaties, gebaseerd op vaardigheden of vroegere
ervaringen
Sterk onbewust
Noodzakelijk om te overleven
Enorme toevloed aan informatie verwerken onmogelijk via systeem 2-
denken
Nadelen: gebruiken bepaalde vuistregels die erg snel werken maar soms
totaal verkeerd zijn dominant systeem vaak eerste indrukken laten
primeren en informatie negeren die daarmee in strijd is
Bv. racisme is hierdoor moeilijk te bestrijden
2.1.2 Bezitsdrang
- Drang naar bezit = krachtig aankoopmechanisme
- We hebben graag spullen en hoe meer zaken we zien, hoe meer we willen hebben
- Verkopers spelen hier graag op in
- Typische truc = reeksen of collecties
- Omgekeerde = verliesdrang
o Beïnvloed ons koopgedrag
o Experiment van Allais in verband met aankopen van aandelen
- Meer geneigd om risico’s te nemen als we verlies leiden dan als we winnen. Op beurs
gevaarlijke strategie
2.1.3 De ultieme droom: gratis
- Het werkt
- Instant inschakeling van systeem 1-denken die alle rationaliteit overboord gooit
2.1.4 Sociale factoren
- Mens = groepswezen
- Heel wat van onze aankopen zijn gedreven door conformeren aan groep of bepaalde trend in
samenleving
4