Examenvragen schriftelijk examen
sociaal recht:
Maart 2025:
Meerkeuzevragen
1. Sociaal recht. Welke bewering is fout?
a. Een scheidsrechtelijke beding is soms toegestaan voor bepaalde
arbeidsovereenkomsten
b. De arbeidsovereenkomst voor studenten moet verplicht schriftelijk
opgesteld worden
c. Een zelfstandige is ieder natuurlijk persoon die een
beroepsbezigheid uitoefent uit hoofde waarvan hij niet door een
arbeidsovereenkomst of door een statuur is verbonden
d. Het ontbreken van de mogelijkheid om voor de uitvoering van het
overeengekomen werk personeel aan te werven is een
sectorspecifiek criterium dat moet helpen om de arbeidsrelatie
correct te kwalificeren
2. Einde van arbeidsovereenkomst. Welke bewering is fout?
a. Als de werkgever eenzijdig een essentieel element van de
arbeidsovereenkomst wijzigt, is er een onregelmatig impliciet
ontslag
b. Als de arbeidsovereenkomst onmiddellijk beëindigd wordt zonder
het inroepen van een dringende reden, is er een onregelmatig
expliciet ontslag
c. Arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde duur kunnen ook
eenzijdig beëindigd worden door opzegging gedurende de tweede
helft
d. De opzeggingstermijn begint te lopen de maandag volgend op de
week waarin de opzeggingstermijn ter kennis werd gebracht
3. Aansprakelijkheid van de werknemer. Welke bewering is juist?
a. De werknemer is aansprakelijk voor een lichte fout veroorzaakt
tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden als werknemer
b. De werknemer moet de boete ondergaan waartoe hij is veroordeeld
c. De werkgever is aansprakelijk voor de schade die door de
werknemer veroorzaakt wordt buiten de uitoefening van zijn
werkzaamheden als werknemer
d. De werkgever moet de gevangenisstraf ondergaan waartoe de
werknemer is veroordeeld
4. Ontslag wegens dringende reden. Welke bewering is juist?
a. De opzeg moet betekend worden binnen de 6 werkdagen nadat de
opzet gegeven is
b. De opzet moet gegeven worden binnen de 6 werkdagen nadat het
feit ter rechtvaardiging van het ontslag gekend is aan de partij die
zich hierop beroept
c. Een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde tijd kan beëindigd
worden ingevolge ontslag wegens dringende reden
, d. Een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd kan niet beëindigd
worden ingevolge ontslag wegens dringende reden
5. Sociaal recht. Welke bewering is fout?
a. Arbeidsrecht is een deelgebied van het sociaal recht
b. Arbeidsrecht is een deelgebied van het sociale zekerheidsrecht
c. Algemeen verbindend verklaarde CAO’s worden gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad
d. Ondernemingen die 149 werknemers tewerkstellen, moeten een
ondernemingsraad oprichten
6. Schorsing van de arbeidsovereenkomst. In welk van de volgende gevallen
kan er geen sprake zijn van een schorsing van de arbeidsovereenkomst?
a. De arbeidster gaat naar de plechtige communie van haar dochter
b. De bediende gaat naar de begrafenis van haar zus
c. De bediende neemt 1 dag vakantie
d. De arbeider zit een effectieve gevangenisstraf uit van 2 jaar
Open vragen:
1. Leg de ontslagbescherming van de zwangere werkneemster uit.
2. Programmawet van 27 december 2006 met betrekking tot de aard van de
arbeidsrelaties. Geef drie algemene criteria die het bestaan of de
afwezigheid van de gezagsband moeten aantonen.
Oefeningen
1. Jaarlijkse vakantie. Welke bewering is juist?
a. Logistiek arbeider Bas gaat van 18 maart tot 25 maart met vakantie
naar Virton en ontvangt van zijn werkgever firma Thodo zijn normale
loon.
b. Werkgever firma Kokla is verplicht om een vakantieattest te
overhandigen aan haar chauffeur arbeidster Denise die opzegging
gegeven heeft
c. Logistiek bediende Anaïs vertrekt voor drie maanden vakantie naar
Westende en ontvangt voor de volledige drie maanden dubbel
vakantiegeld van haar werkgever firma Piewi
d. Bediende Geert heeft in 2025 recht op twintig dagen vakantie omdat
hij in 2024 gedurende het ganse jaar van maandag tot vrijdag
voltijds gewerkt heeft voor zijn werkgever firma Sveba
Maart 2014:
1. Schorsing van de arbeidsovereenkomst. Welke bewering is fout?
a. Als arbeidster Nele niet kan werken omwille van slecht weer, kan er
sprake zijn van een schorsing van de arbeidsovereenkomst
b. Als bediende Noë naar de begrafenis gaat van zijn buurman, kan er
wegens klein verlet sprake zijn van een schorsing van de
arbeidsovereenkomst
c. Als arbeidster Nadine staakt, kan er sprake zijn van een schorsing
van de arbeidsovereenkomst
d. Als bediende Nathan vaderschapsverlof opneemt, kan er sprake zijn
van een schorsing van de arbeidsovereenkomst
2. Begin van de arbeidsovereenkomst. Welke bewering is juist?
sociaal recht:
Maart 2025:
Meerkeuzevragen
1. Sociaal recht. Welke bewering is fout?
a. Een scheidsrechtelijke beding is soms toegestaan voor bepaalde
arbeidsovereenkomsten
b. De arbeidsovereenkomst voor studenten moet verplicht schriftelijk
opgesteld worden
c. Een zelfstandige is ieder natuurlijk persoon die een
beroepsbezigheid uitoefent uit hoofde waarvan hij niet door een
arbeidsovereenkomst of door een statuur is verbonden
d. Het ontbreken van de mogelijkheid om voor de uitvoering van het
overeengekomen werk personeel aan te werven is een
sectorspecifiek criterium dat moet helpen om de arbeidsrelatie
correct te kwalificeren
2. Einde van arbeidsovereenkomst. Welke bewering is fout?
a. Als de werkgever eenzijdig een essentieel element van de
arbeidsovereenkomst wijzigt, is er een onregelmatig impliciet
ontslag
b. Als de arbeidsovereenkomst onmiddellijk beëindigd wordt zonder
het inroepen van een dringende reden, is er een onregelmatig
expliciet ontslag
c. Arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde duur kunnen ook
eenzijdig beëindigd worden door opzegging gedurende de tweede
helft
d. De opzeggingstermijn begint te lopen de maandag volgend op de
week waarin de opzeggingstermijn ter kennis werd gebracht
3. Aansprakelijkheid van de werknemer. Welke bewering is juist?
a. De werknemer is aansprakelijk voor een lichte fout veroorzaakt
tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden als werknemer
b. De werknemer moet de boete ondergaan waartoe hij is veroordeeld
c. De werkgever is aansprakelijk voor de schade die door de
werknemer veroorzaakt wordt buiten de uitoefening van zijn
werkzaamheden als werknemer
d. De werkgever moet de gevangenisstraf ondergaan waartoe de
werknemer is veroordeeld
4. Ontslag wegens dringende reden. Welke bewering is juist?
a. De opzeg moet betekend worden binnen de 6 werkdagen nadat de
opzet gegeven is
b. De opzet moet gegeven worden binnen de 6 werkdagen nadat het
feit ter rechtvaardiging van het ontslag gekend is aan de partij die
zich hierop beroept
c. Een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde tijd kan beëindigd
worden ingevolge ontslag wegens dringende reden
, d. Een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd kan niet beëindigd
worden ingevolge ontslag wegens dringende reden
5. Sociaal recht. Welke bewering is fout?
a. Arbeidsrecht is een deelgebied van het sociaal recht
b. Arbeidsrecht is een deelgebied van het sociale zekerheidsrecht
c. Algemeen verbindend verklaarde CAO’s worden gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad
d. Ondernemingen die 149 werknemers tewerkstellen, moeten een
ondernemingsraad oprichten
6. Schorsing van de arbeidsovereenkomst. In welk van de volgende gevallen
kan er geen sprake zijn van een schorsing van de arbeidsovereenkomst?
a. De arbeidster gaat naar de plechtige communie van haar dochter
b. De bediende gaat naar de begrafenis van haar zus
c. De bediende neemt 1 dag vakantie
d. De arbeider zit een effectieve gevangenisstraf uit van 2 jaar
Open vragen:
1. Leg de ontslagbescherming van de zwangere werkneemster uit.
2. Programmawet van 27 december 2006 met betrekking tot de aard van de
arbeidsrelaties. Geef drie algemene criteria die het bestaan of de
afwezigheid van de gezagsband moeten aantonen.
Oefeningen
1. Jaarlijkse vakantie. Welke bewering is juist?
a. Logistiek arbeider Bas gaat van 18 maart tot 25 maart met vakantie
naar Virton en ontvangt van zijn werkgever firma Thodo zijn normale
loon.
b. Werkgever firma Kokla is verplicht om een vakantieattest te
overhandigen aan haar chauffeur arbeidster Denise die opzegging
gegeven heeft
c. Logistiek bediende Anaïs vertrekt voor drie maanden vakantie naar
Westende en ontvangt voor de volledige drie maanden dubbel
vakantiegeld van haar werkgever firma Piewi
d. Bediende Geert heeft in 2025 recht op twintig dagen vakantie omdat
hij in 2024 gedurende het ganse jaar van maandag tot vrijdag
voltijds gewerkt heeft voor zijn werkgever firma Sveba
Maart 2014:
1. Schorsing van de arbeidsovereenkomst. Welke bewering is fout?
a. Als arbeidster Nele niet kan werken omwille van slecht weer, kan er
sprake zijn van een schorsing van de arbeidsovereenkomst
b. Als bediende Noë naar de begrafenis gaat van zijn buurman, kan er
wegens klein verlet sprake zijn van een schorsing van de
arbeidsovereenkomst
c. Als arbeidster Nadine staakt, kan er sprake zijn van een schorsing
van de arbeidsovereenkomst
d. Als bediende Nathan vaderschapsverlof opneemt, kan er sprake zijn
van een schorsing van de arbeidsovereenkomst
2. Begin van de arbeidsovereenkomst. Welke bewering is juist?