Inhoudstafel:
1. Introductie (deel 1)
2. Materieel strafrecht (deel 2)
3. Strafrechtelijke sancties (deel 6 en 7)
4. Formeel strafrecht 1 (deel 3 tot 5)
5. Formeel strafrecht 2 (deel 8 tot 9)
6. Verdere procedurele en materiele aspecten (deel 11 tot 14)
7. Toekomst (deel 15)
DEEL X.***.
HOOFDSTUK.
Afdeling.
Titel.
Tussentitel.
, DEEL 1. INTRODUCTIE
HOOFDSTUK 1: WAT IS STRAFRECHT.
Het verschijnsel strafrecht.
Strafrecht is erg ruim; veel verschillende dingen behoren ertoe. Het is ook een
van de meest bekende rechtsgebieden omdat het veel media aandacht krijgt.
We hebben nood aan strafrecht; het is een manier om verdelingsbehoeftes te
kanaliseren en vermijden. Er wordt veel aandacht gegeven aan efficiëntie; soms
grenst strafrecht aan een bureaucratische aanpak – dit kan gevaarlijk zijn want er
wordt wel over echte mensen gesproken (niet enkel over een dossier).
Het begrip strafrecht.
Waarover gaat strafrecht? Wat is strafbaar, wat is een misdrijf? – misdrijven zijn
schendingen van de fundamentele waarden van onze samenleving (die kunnen
veranderen wanneer de waarden veranderen). Het is moeilijk vast te stellen wat
belangrijk is – het legaliteitsbeginsel neemt beslissingen en die komen in de wet.
Dit zijn relevante beslissingen in een periode genomen.
Strafrecht gaat over enkele specifieke zaken:
- Misdrijven en misdadigers (wat maakt een misdrijf?)(wie is een misdadiger?)
- Politie, procureurs, rechters, rechtbanken en hoven (wat mogen zij doen om
misdrijven en misdadigers op te sporen, te ontdekken en te veroordelen?)(ook
advocaten behoren hier toe!)
- Slachtoffers (de rol van slachtoffers wordt steeds belangrijker in het strafrecht).
Er zijn twee soorten strafrecht; materieel en formeel
- Materieel strafrecht – de bad boys – degene die misdrijven plegen. De
rechtsnormen die bepalen wie, waarvoor, wanneer iets strafbaar is en
waarom en welke sancties opgelegd kunnen worden (‘wat men niet mag
(weigeren)’)
- Formeel strafrecht – de good guys – regels aangaande het verloop van het
strafproces (strafprocedure, strafvordering, strafrechtspleging,
tenuitvoerlegging, rechtshulp)(‘wat er moet gedaan worden als er een
misdrijf is gepleegd’)
Materieel strafrecht – strafwetboek.
HOOFDSTUK 4: INDELING VAN STRAFRECHT.
Algemeen vs. bijzonder strafrecht.
Algemeen Strafrecht (SR): Regels en principes uit Boek I van het
Strafwetboek, zoals legaliteit, straffen, poging, deelneming, herhaling,
samenloop, aangevuld met andere wetten buiten het Strafwetboek.
Bijzonder Strafrecht (SR): Specifieke strafbepalingen uit Boek II van het
Strafwetboek en bijzondere strafwetten zoals de drugswet, verkeersstrafrecht en
fiscaal strafrecht.
Scharnier algemeen v. bijzonder.
Het scharnier tussen algemeen en bijzonder strafrecht ligt in de toepassing van
algemene regels (Boek I Sw. en aanvullende wetten) op:
- Misdrijven in boek II: geen aparte rechtsregel nodig.
, - Bijzondere strafwetten: geregeld via artikel 100 SW.
o Art. 100 SW.: als bijzondere wetten niet anders bepalen, gelden de
regels van boek I ook op misdrijven uit die wetten, behalve (!):
Hoofdstuk VII (deelneming aan misdaad/wanbedrijf)
Artikel 85 (verzachtende omstandigheden)
Lex specialis (bijzondere bepalingen gaan voor).
Formeel strafrecht.
Strafvordering.
Is er effectief iets gebeurd, hoe kunnen we misdrijven opsporen/onderzoeken,
welke straf zou opgelegd moeten worden, …
Strafvordering is geregeld in het Wetboek van Strafvordering (Sv) en aanvullende
wetten, met waarborgen tegen willekeur vanwege de impact op grondrechten
zoals erkend in het EVRM. Het zoekt een balans tussen rechtsbedeling, efficiëntie
en individuele rechten, afhankelijk van tijd, plaats en waarden. Proportionaliteit is
essentieel, en elke stap in de procedure kan grote gevolgen hebben voor mensen
en hun vrijheid. Veiligheid mag nooit ten koste gaan van rechten zonder
zorgvuldige afweging, die altijd contextafhankelijk is.
Type van procedure.
België hanteert een gemengde strafprocedure die elementen van beide modellen
combineert.
Accusatoire procedure.
Geschil tussen gelijke partijen (aanklager vs. beklaagde), met een passieve rechter
die als scheidsrechter optreedt. De procedure is openbaar, mondeling en
tegensprekelijk (vb. in de VS).
Inquisitoire procedure.
Geheime, schriftelijke en niet-tegensprekelijke procedure, waarbij de rechter een
actieve rol speelt en er geen gelijkheid tussen partijen is. De verdachte hoeft niet
te weten dat er een procedure aan de gang is.
Nationaal strafrecht (materieel en formeel).
Strafrecht is steeds zeer nationaal; elk land heeft een heel apart strafecht. In
principe is nationaal recht alleen van toepassing op misdrijven die in België
worden gepleegd, maar in bepaalde gevallen kunnen misdrijven buiten het
grondgebied gepleegd worden, en dan ook gestraft worden door de Belgische
wet. De wet moet dit dan wel duidelijk stellen.
Strafrecht en andere rechtsgebieden.
Strafrecht = publiekrecht.
Strafrecht is publiekrecht. Als strafrecht er deel van is, dan zijn alle regels van
publiekrecht een deel van strafrecht? Nee, niet per se; als het slachtoffer schade
heeft geleden kan hij zich burgerlijke partij stellen en schadevergoeding vragen
(dit is een uitzondering van het burgerlijk recht).
Autonomie van strafrecht.
, Relatieve autonomie.
Functionele autonomie: Het strafrecht heeft een eigen functie, begrippen,
interpretatieregels en een unieke logica. Conceptuele autonomie: Bij het
interpreteren van strafwetgeving is het niet noodzakelijk om terminologie uit
andere wetboeken te volgen. Strafrecht staat op zichzelf.