HOOFDSTUK 1: INTRODUCTION
A GLOBAL ORDER?
WAT IS EEN (INTERNATIONALE) ORDE?
o “Geregulariseerde praktijken van uitwisseling tussen afzonderlijke politieke eenheden elkaar
erkennen als onafhankelijk” (Lawson)
o Meerdere internationale orders door de geschiedenis heen m.b.t. gedeelde praktijken van
handel, oorlog, diplomatie en recht
o Materiaal (zoals territorium, fysiek-technologische infrastructuur) en/of ideëel (zoals normen,
cultuur)?
WIE GEEFT DEZE ORDE VORM EN VOOR WIE?
o De fysieke infrastructuur, van spoorwegsysteem tot 5G-celbasisstations
o De ideationele dimensie, vanuit internationale normen m.b.t. vrijhandel en het gebruik ervan
technologie voor tweeërlei gebruik
HOE EN WANNEER VERANDEREN INTERNATIONALE ORDES?
o Wanneer een opkomende staat sterker en ontevredener wordt en de orde uitdaagt?
o Wanneer nieuwe technologieën worden ontwikkeld en verspreid die ten goede komen aan
zwakkere staten?
SAMENGEVAT
Een driedelig kader: de EU als een subsysteem van internationale betrekkingen, als onderdeel van
bredere internationale processen, en als een potentiële of daadwerkelijke macht in de wereldpolitiek
om de rol van de EU in de wereldpolitiek te analyseren.
o De EU als een subsysteem van internationale betrekkingen: dit perspectief bekijkt de EU als een
entiteit binnen het bredere systeem van internationale betrekkingen, waarbij de interne
dynamiek van de EU invloed heeft op haar externe beleid.
o De EU als onderdeel van bredere internationale processen: hier wordt de EU gezien als een
speler die deelneemt aan mondiale ontwikkelingen, zoals globalisering, economische
samenwerking en veiligheidsvraagstukken.
o De EU als potentiële of daadwerkelijke macht in de wereldpolitiek: dit aspect onderzoekt hoe de
EU zich positioneert als een geopolitieke actor en welke invloed zij uitoefent op internationale
besluitvorming.
De historische ontwikkeling van de EU in de wereldpolitiek wordt beschreven als een dynamisch proces,
beïnvloed door zowel interne als externe factoren. Enkele belangrijke fasen zijn:
o Na de Tweede Wereldoorlog (1945-1957): de Europese integratie begon als een economisch
project met de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1951 en
later de Europese Economische Gemeenschap (EEG) in 1957. Dit werd gezien als een manier om
vrede en stabiliteit in Europa te waarborgen.
o De expansie en institutionele ontwikkeling (1958-1989): de EEG groeide zowel in leden als in
bevoegdheden. De oprichting van de Europese Akte (1986) en de val van de Berlijnse Muur
(1989) waren cruciale momenten die de EU voorbereidden op verdere uitbreiding en politieke
integratie.
o De oprichting van de EU en globalisering (1990-2003): met het Verdrag van Maastricht (1993)
werd de Europese Unie officieel opgericht, inclusief een gemeenschappelijk buitenlands en
veiligheidsbeleid. De EU begon zich steeds meer als een geopolitieke speler te positioneren.
, o De uitbreiding en hedendaagse uitdagingen (2004-heden): de EU breidde zich uit met nieuwe
lidstaten, vooral uit Oost-Europa. Tegelijkertijd werd de EU geconfronteerd met uitdagingen
zoals de eurocrisis, Brexit en geopolitieke spanningen.
(Hill, Smith, Vanhoonacker)
HOOFDSTUK 2: HOW TO THINK ABOUT ORDER?
DEFINITIES EN THEORETISCHE BENADERINGEN
“Interacties [tussen politieke eenheden] vormen internationale orders: geregulariseerde
uitwisselingspraktijken tussen politieke eenheden” (Lawson)
“Patronen of gestructureerde relaties tussen eenheden” (Lake, Martin en Risse)
o Gaan millennia terug
o Nomadische groepen die zich sedentair vestigen gemeenschappen
Sumerië, 6000-5000 v.Chr. en elke regio sindsdien
Bv. Byzantijns-Ottomaanse oorlog en economische interacties in de 15e eeuw
DE DEFINITIE VAN ORDE HANGT AF VAN HET DOEL ERVAN (BULL)
o Kunnen we spreken van ‘orde’ gebaseerd op de manier waarop het geheel van
maatschappelijke actoren functioneert en georganiseerd is?
Anarchistische/hiërarchische ordes
Sociale actoren ordenen op basis van hun kenmerken (ordenen op grootte, enz.)
Regels, normen, cultuur die organiseert hoe sociale actoren met elkaar omgaan
Internationale organisatie: einde van de NAVO is einde van de orde?
o Of met het doel van een bestelling?
‘Anarchie’ of ‘hiërarchie’ is niet deterministisch
“Orde” heeft betrekking op het doel ervan
Of een geheel van sociale actoren ordelijk is, hangt af van het doel ervan
o Een ‘doelmatige’ orde in de internationale wereld vereist drie elementaire, primaire doelen
Leven: veiligheid tegen geweld, dood, lichamelijke schade
Waarheid: “zorg ervoor dat beloftes worden nagekomen”
Eigendom: “ervoor zorgen dat het bezit van dingen stabiel blijft
DIT ‘BULLIAANSE’ BEGRIP VAN ORDE BETEKENT NIET DAT DE DRIE DOELEN:
o Prioriteit moeten krijgen of als waardevol of wenselijk worden gezien
o Regels zijn (hoewel regels een middel kunnen zijn om deze doelen te bereiken)
Orde (doelgericht/anarchisch/hiërarchisch) kan inderdaad worden bereikt zonder formele
regels
EERDER:
o “Het bereiken van andere doelen veronderstelt het bereiken van deze basisdoelen in tot op
zekere hoogte” (Bull)
o “Wanneer de elementaire, primaire doelstellingen van sociaal samenleven consequent worden
hooggehouden, dan worden reguliere gedragspatronen bekend” (Bull)
CONCLUSIE
o Een internationale orde kan bestaan zonder leider; een soeverein; of gemeenschappelijke
waarden, cultureel of religieus erfgoed
Bv. machtstransitietheorie (Gilpin, Organski) gebaseerd op een hegemonie die de orde
handhaaft
o Dus is de internationale orde “een activiteitenpatroon dat het elementaire of primaire in stand
houdt doelstellingen van de samenleving van staten, of de internationale samenleving”
WELKE COMPONENTEN VORMEN DIT BEGRIP VAN ORDE?
o Sociale groepen/politieke eenheden (bv. staten)
, o Statensysteem: 2 of meer staten met voldoende contact en wederzijdse impact maakt ze
onderdeel van een geheel
o Wereldorde:
Patronen van menselijke activiteit die de elementaire, primaire doelen ondersteunen
Vóór de huidige, moderne internationale orde was er “de som van de verschillende
politieke systemen die orde brachten in bepaalde delen van de wereld”
Moderne internationale orde: sinds ca. 2-3 eeuwen, meer mondiale m.b.t. economie,
staatssysteem, ideeëncirculatie
CONTEXT
o Dekolonisatie was aan de gang
o Afnemende rol van Europa/Westen
“KAN EEN INTERNATIONALE SAMENLEVING BESTAAN ZONDER WESTERSE DOMINANTIE?”
o Bulls reactie:
Contemporaine verhalen zagen de ‘internationale samenleving’ als product van de West-
Europese en de christelijke geschiedenis, inclusief de verspreiding van Europese
(liberale) ideeën, imperialisme, geleid door het Westen internationale organisaties, enz.
Maar een internationale orde kan bestaan zonder (Europese) leider/hegemonie; een
soeverein; (formele) regels; of gemeenschappelijke waarden, cultureel of religieus
erfgoed
Internationale orde is “een patroon van activiteiten dat de elementaire of primaire
doelen in stand houdt van de samenleving van staten, of de internationale samenleving”
o Het debat is sindsdien voortgezet, maar de fundamentele beginselen blijven bestaan
CONVENTIONELE OPVATTINGEN (OVER ANARCHISTISCHE INTERNATIONALE ORDES)
Anarchie heeft niet één vaste definitie heeft, maar
varieert afhankelijk van het theoretische
perspectief.
WANNEER IS EEN MODERNE INTERNATIONALE ORDE TEVOORSCHIJN GEKOMEN?
o Orders bestaan in een of andere vorm omdat politieke actoren regelmatig met elkaar
interacteren
Door handel, communicatie, conflicten, diplomatie, culturen, verspreiding van ziekten,
reizen ontdekking
Regionale orden sinds millennia
Maar een meer ‘moderne’ internationale orde in de afgelopen eeuwen, maar wanneer
precies?
STARTPUNT IS DE VREDE VAN WESTFALEN 1648?
o Vaak gezien als startpunt van de moderne internationale orde, omdat:
De Vrede van Westfalen maakte een einde aan de Dertigjarige Oorlog, religieuze
oorlogen
Staten die ‘soevereiniteit’ aannemen: aanspraak op politiek gezag over een geografische
ruimte
Gezien als het einde van de reden waarom staten oorlogen (religie) zouden kunnen
voeren en zouden kunnen ingrijpen
, IS HET VERHAAL VAN WESTFALEN ALS STARTPUNT, EEN MYTHE?
o Westfalen was een Europese aangelegenheid
o Soevereiniteit bestond niet in heel Europa, maar meer lokaal, om overwinnaars te belonen en
het Romeinse rijk te stabiliseren
Geen volledige soevereiniteit; in plaats daarvan ook loyaliteit aan het imperium
o Heeft Westfalen de soevereiniteit beperkt?
Ja, soevereiniteit werd benadrukt in de Vrede van Westfalen, non-interventie niet
Soevereiniteit wordt nog steeds op grote schaal geschonden (oorlogen,
kolonialisme, enz.)
STARTPUNT IS MIDDEN 19E EEUW?
o Een ‘mondiale transformatie’ die met elkaar verbonden is regionale ordes in een meer mondiale
orde
o Met een meer “mondiale economie, mondiaal statensysteem en de mondiale circulatie van
ideeën”
o Verschuivende (materiële) machtsverhoudingen tussen Westen en Azië
o Westerse/Europese liberale ideeën en instellingen
Bv. David Ricardo (1817) Principes van politieke economie en Belastingen
o Theorie van comparatief voordeel
WTO 2024: “Het principe van ‘comparatief voordeel’ zegt dat landen eerst gedijen
profiteren van hun bezittingen om zich te concentreren op wat ze het beste kunnen
produceren, en door deze producten vervolgens te ruilen voor producten die andere
landen het beste produceren”
“Meer handel komt alle landen ten goede, omdat specialisatie in de productie het
gemiddelde verlaagt kosten en consumenten krijgen toegang tot een grotere
verscheidenheid aan producten”
VEROORZAAKT DOOR (O.A.):
o Liberalisme
o Frequentie van intra-Europese oorlogen die technologische vooruitgang, belastingverhogingen
en financiële vooruitgang genereren instellingen ondersteunen
o Wetenschappelijke vooruitgang
o Geografisch kenmerk (zoals een gematigd klimaat)
o ‘Rationele staten’ versus interpersoonlijke relaties
o Imperialisme:
Begin 20e eeuw: 80% van het wereldoppervlak (excl. Antarctica) gecontroleerd door het
Westen
Het met geweld afdwingen van lage productieprijzen
Atlantische slavenhandel en hoge rendementen
Ongelijke patronen en handelsvoorwaarden
Bv. Opiumoorlogen van 1840 en 1856, waardoor China verzwakte
Westerse vooruitgang dankzij het emuleren van niet-westerse technologieën (bv.
katoenindustrie)
‘Ecociden’ zoals de Japanse ontbossing in Mantsjoerije
‘Genocides’ zoals de Japanners in China begin 20e
eeuw, België in Congo
o Elkaar versterkende factoren, zoals