MICROBIOLOGIE: H1
Kort het belang van de drie besproken ‘vaders’ van de microbiologie kunnen verwoorden.
1. Antoni van Leeuwenhoek: beschreef voor het eerst een MO door zijn microscoop
2. Louis Pasteur: MO ontstaat uit het niets (=generatio spontanae), ontwikkelde
Pasteurisatieproces en vaccins.
3. Robert Koch: ontdekte dat bacteriën ziekten veroorzaken en formuleerde de
Koch-postulaten, een basis voor moderne microbiologie. Isolatie en kweek uit ziek
MO.
(ter info)
postulaten van Koch zijn 4 criteria om te bewijzen dat een micro-organisme een ziekte
veroorzaakt:
1. Het micro-organisme moet aanwezig zijn in alle gevallen van de ziekte en afwezig bij
gezonde organismen.
2. Het micro-organisme moet kunnen worden geïsoleerd en gekweekt in een zuivere
cultuur.
3. Het gekweekte micro-organisme moet dezelfde ziekte veroorzaken wanneer het in
een gezond organisme wordt gebracht.
4. Het micro-organisme moet opnieuw kunnen worden geïsoleerd uit het experimenteel
besmette organisme en identiek zijn aan het oorspronkelijke.
Een ruwe benadering van de periode waarin ze leefden kunnen geven.
Antonino van Leeuwenhoek → 1632-1723
Louis Pasteur → 1822-1895
Robert Koch → 1843-1910
De indeling van micro-organismen kunnen reproduceren.
Cellulair:
Eukaryoten:
Algen
Protozoa
Fungi
Prokaryoten:
Archaea
Bacteriën
Niet cellulair:
Virussen
Prionen
Weten wat de volgorde van grootte is van de verschillende micro-organismen.
Prionen > virussen > archea > bacteriën > algen > fungi > protozoa
De gemiddelde grootte van een bacterie en virus kennen
Bacterie: 0,2 - 500 micrometer
Virussen: 20 - 800 nanometer
, De belangrijkste verschillen tussen prokaryoten en eukaryoten met betrekking tot de grootte,
de organisatie van het genetisch materiaal, de organellen, de ribosomen, de celwand en de
verschillende groepen kunnen opsommen.
Prokaryoot Eukaryoot
Grootte 3 µm > 5 µm
DNA Los in cytosol, 1 circulair DNA In celkern, meerdere lineaire
molecule, plasmiden chromosomen, geen plasmiden
Organellen Geen membraan omgeven Membraan Omgeven organellen
organellen
Ribosomen Kleine Grote
Celwand Complexe celwand Geen of eenvoudig
(uitzondering: mycoplasma) (fungi, planten)
Kort het belang van de drie besproken ‘vaders’ van de microbiologie kunnen verwoorden.
1. Antoni van Leeuwenhoek: beschreef voor het eerst een MO door zijn microscoop
2. Louis Pasteur: MO ontstaat uit het niets (=generatio spontanae), ontwikkelde
Pasteurisatieproces en vaccins.
3. Robert Koch: ontdekte dat bacteriën ziekten veroorzaken en formuleerde de
Koch-postulaten, een basis voor moderne microbiologie. Isolatie en kweek uit ziek
MO.
(ter info)
postulaten van Koch zijn 4 criteria om te bewijzen dat een micro-organisme een ziekte
veroorzaakt:
1. Het micro-organisme moet aanwezig zijn in alle gevallen van de ziekte en afwezig bij
gezonde organismen.
2. Het micro-organisme moet kunnen worden geïsoleerd en gekweekt in een zuivere
cultuur.
3. Het gekweekte micro-organisme moet dezelfde ziekte veroorzaken wanneer het in
een gezond organisme wordt gebracht.
4. Het micro-organisme moet opnieuw kunnen worden geïsoleerd uit het experimenteel
besmette organisme en identiek zijn aan het oorspronkelijke.
Een ruwe benadering van de periode waarin ze leefden kunnen geven.
Antonino van Leeuwenhoek → 1632-1723
Louis Pasteur → 1822-1895
Robert Koch → 1843-1910
De indeling van micro-organismen kunnen reproduceren.
Cellulair:
Eukaryoten:
Algen
Protozoa
Fungi
Prokaryoten:
Archaea
Bacteriën
Niet cellulair:
Virussen
Prionen
Weten wat de volgorde van grootte is van de verschillende micro-organismen.
Prionen > virussen > archea > bacteriën > algen > fungi > protozoa
De gemiddelde grootte van een bacterie en virus kennen
Bacterie: 0,2 - 500 micrometer
Virussen: 20 - 800 nanometer
, De belangrijkste verschillen tussen prokaryoten en eukaryoten met betrekking tot de grootte,
de organisatie van het genetisch materiaal, de organellen, de ribosomen, de celwand en de
verschillende groepen kunnen opsommen.
Prokaryoot Eukaryoot
Grootte 3 µm > 5 µm
DNA Los in cytosol, 1 circulair DNA In celkern, meerdere lineaire
molecule, plasmiden chromosomen, geen plasmiden
Organellen Geen membraan omgeven Membraan Omgeven organellen
organellen
Ribosomen Kleine Grote
Celwand Complexe celwand Geen of eenvoudig
(uitzondering: mycoplasma) (fungi, planten)