Recht en de overheid...................................................................................3
Wat is recht?.............................................................................................3
1.1 Gedragsregels en normen die orde brengen in een samenleving. . .3
1.2 Opgelegd door de overheid.............................................................3
1.3 Dwingend karakter van recht..........................................................3
Inleiding van het recht..............................................................................4
2.1 Publiek en privaat............................................................................4
2.2 Internationaal en nationaal..............................................................4
2.3 Strafbaar en niet-strafbaar..............................................................5
Een democratische overheid.....................................................................5
3.1 Wat is een overheid.........................................................................5
3.2 Wat is een democratie.....................................................................6
2.3 België als democratie......................................................................7
België: overheden en regelgevingen........................................................7
4.1 Het internationaal niveau................................................................8
4.2 De Europese unie.............................................................................9
4.3 Het federaal niveau.......................................................................10
4.4 Het regionaal niveau......................................................................12
4.5 Het provinciaal niveau...................................................................14
4.6 Het lokale/gemeentelijke niveau....................................................15
4.7 Regelgeving in een schema...........................................................17
4.8 regelgeving en bekendmaking.......................................................17
4.9 Regelgeving en conflicten..............................................................18
4.10 Rechtsbronnen.............................................................................19
Het individu................................................................................................20
De Juridische persoon.............................................................................20
1.1 begrippen......................................................................................20
1.2 de fysieke of natuurlijke persoon...................................................20
1.3 De rechtspersoon...........................................................................22
De juridische identiteit............................................................................22
2.1 Identificatiegegevens....................................................................22
, 2.2 Gebeurtenissen en handelingen....................................................24
2.3 Akten van de burgerlijke stand......................................................24
Bekwaamheid van de persoon................................................................24
3.1 Begrippen......................................................................................24
3.2 Minderjarige...................................................................................25
3.3 Meerderjarige................................................................................26
3.4 De relatieve nietigheid van de handeling......................................27
Gedwongen hulpverlening......................................................................27
4.1 Meerderjarigen..............................................................................28
4.2 Minderjarigen.................................................................................29
In relatie tot anderen.................................................................................30
Aansprakelijkheid....................................................................................30
1.5 beroepsgeheim..............................................................................31
Het ouderschap...................................................................................32
2.1 Ouderlijke plichten.........................................................................33
2.2 Ouderlijke rechten.........................................................................34
2.3 Bijzondere vordering......................................................................35
2.4 Vaststelling van het ouderschap (afstamming).............................35
2.5 Adoptie..........................................................................................36
Het partnerschap....................................................................................37
3.1 feitelijke samenwoning..................................................................37
3.2 Wettelijke samenwoning................................................................38
3.3 Het huwelijk...................................................................................39
3.4 Echtscheiding................................................................................40
,Recht en de overheid
Wat is recht?
Recht: Een geheel van overheidsstructuren en van justitie.
1. rechtsregels
2. instelling die ‘recht’ maken
3. gerechtelijk organisaties
3 essentiële kenmerken Recht:
1. Gedragsregels en normen die orde brengen in een samenleving
2. opgelegd door de overheid
3. dwingend karakter van recht
1.1 Gedragsregels en normen die orde brengen in een
samenleving
Functie van recht: ordening brengen in de samenleving, een geheel van
gedragsregels die omschrijven wat wel en niet mag.
Recht is:
o Tijdsgebonden
o Plaatsgebonden
o Ideologische gebonden (politiek/religieuze stroming)
Evolutief gegeven -> maakbaar
1.2 Opgelegd door de overheid
Regels opgelegd door de overheid
Recht is een middel om binnen een bepaalde tijdsgeest zaken te ordenen
Recht is afspiegeling van maatschappelijke tendensen en verschillende
ideologische stromingen en waarden.
1.3 Dwingend karakter van recht
= meest wezenlijke kenmerk van recht
, Overheid en justitie: Mechanismen die er voor zorgen dat recht effectief
wordt toegepast.
Afdwingbaar ten opzichte van elkaar
Onderscheid rechtsregels van andere regels.
Inleiding van het recht
Recht steeds complexer en gediversifieerder.
Recht indelen:
1. Publiek en privaat
2. Internationaal en nationaal
3. Strafbaar en niet-strafbaar
2.1 Publiek en privaat
= WAT er geregeld wordt
Publiek: zaken die met de overheid te maken hebben; structuur, werking,
financiering, alles strafbaar,.. !altijd dwingend recht!
Vb: grondwet, werking overheid, sociale uitkeringen, strafrecht,…
Verhoudingen overheden onderling en overheden - burger
Rechten onder publiek recht: grondwettelijk recht, administratief recht,
fiscaal/ begrotingsrecht, strafrecht, sociaalzekerheids-/ sociale
bijstandsrecht
Privaat: zaken tussen burgers en ondernemingen.
Vb: kopen/verkopen, huren/verhuren, werken, huwen, ouderschap,…
Rechten onder privaatrecht: burgerlijk recht, ondernemings-/
economisch recht, arbeidsrecht, …
2.2 Internationaal en nationaal
= WAAR het recht tot stand is gekomen
Internationaal of grensoverschrijdend: tot stand buiten de
landsgrenzen of verhoudingen tussen landen worden geregeld.
2 manieren: