KVL PERSONEN MET
ONTWIKKELINGSSTOOR
NIS
AANTAL PAGINA’S
HOOFDSTUK 1: P8
HOOFDSTUK 2:P12
HOOFDSTUK 3: /
HOOFDSTUK 4: P11
HOOFDSTUK 5: P18
HOOFDSTUK 6: P13
HOOFDSTUK 7: P17
HOOFDSTUK 8: P8
HOOFDSTUK 9: P10
HOOFDSTUK 10: /
TOTAAL = 97
, H1: WAT ZIJN ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN P8
TERMINILOGIE EN AFBAKENING
DEFINITIE ONTWIKKELINGSSTOORNIS
Definitie komt uit DSM-5 (diagnostic and statistical manual of mental disorders). Hierin wordt
neurobiologische OWS gebruikt als term, maar in boek gebruiken we ontwikkelingsstoornis.
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (DSM-5) oorzaak in de hersenen, het is een
aangeboren A-typische hersenontwikkeling.
Ontwikkelingsstoornis: is een neurobiologische stoornis die in de (vroege) ontwikkelingsperiode tot
uiting komt, die gekenmerkt wordt door ontwikkelingsachterstanden op een of meerdere
functiedomeinen en die levenslang beperkingen veroorzaakt in het persoonlijk, sociale, schoolse of
beroepsmatig functioneren.
Door pilletjes kunnen symptomen om de achtergrond komen, het blijft altijd op een manier.
Definitie uitgelegd:
NEUROBIOLOGISCH STOORNIS Stoornis oorsprong in de hersenontwikkeling
genetische aanleg, prenatale omgevingsfactoren,
perinatale factoren (voor de zwangerschap of tijdens
de bevalling) => aangeboren stoornis.
VROEGE) Symptomen zichtbaar op kinderleeftijd. Uiting
ONTWIKKELINGSPERIODE symptomen beïnvloed door verschillende omgevings-
en kindfactoren.
ONTWIKKELINGSACHTERSTANDEN OWS belemmert de ontwikkeling op één of meerdere
ontwikkelingsdomeinen.
LEVENSLANGE BEPERKINGEN Levenslange stoornis die belemmeringen veroorzaakt
in de participatie aan het dagelijks maatschappelijke
leven op verschillende terreinen.
AANGEBOREN?
Geen voorbeelden van OWS: Eetstoornissen, bedplassen, reactieve
hechtingsstoornissen, angststoornissen, NAH.
Voorbeelden van OWS: ADHD, ASS, aangeboren verstandelijke beperking.
SOORTEN VAN OWS
Belangrijk om te de basiskennis te hebben signalen om tijd opmerken en verder correct door te
verwijzen + psychosociale begeleiding van de kinderen/jongeren/ volwassenen.
H3 Verstandelijke - Verstandelijke Tekorten in algemene
beperking ontwikkelingsstoornis cognitieve functies
Pagina 1 van 107
, - Globale (redeneren, problemen
ontwikkelingsachterstand oplossen, abstract denken,
aanpassingsvermogen)
H4 Communicatiestoor - Taalstoornis Verstoorde ontwikkeling van
nis - Spraakklankstoornis de taal, spraak en/ of sociale
- Ontwikkelingsstotteren communicatie.
- Sociale (pragmatische)
communicatiestoornis
H5 Autismespectrumst Overkoepelende term voor
oornis (ASS) alle stoornissen binnen het
ASS. Kinderen vertonen
ernstige tekorten in sociale
omgang en beperkte,
repetitieve interesse en
gedragingen.
H6 Aandachtsdeficiënti Aandacht/ hyperactiviteit en
e impulsiviteit centraal staat.
/hyperactiviteitsstoo
rnis (ADHD)
H7 Specifieke) - Dyslexie Specifieke tekorten in het
leerstoornissen - Dysorthografie keren van basale schoolse
- Dyscalculie vaardigheden, spellen en of
- NLD (niet opgenomen rekenen.
DSM-5)
H8 Motorische - Coördinatieontwikkelingss DCD: problemen in
-9 stoornissen toornis (DCD) coördinatie van motorische
- Ticstoornissen handelingen.
- Stereotiepe –
bewegingsstoornis Ticstoornissen: plotselinge
optredende, snelle, herhaalde
niet-ritmische bewegingen of
geluiden.
Stereotiepe-
bewegingsstoornis:
repetitieve, driftmatige en
doelloze bewegingen.
Hoogbegaafdheid is geen ontwikkelingsstoornis in het boek wel (H10) door de complexiteit. Ook
hoogsensitiviteit wordt besproken.
WIJZIGING TERMINOLOGIE
We spreken niet meer over subtype (uiterlijk waarneembare gedragskenmerken), maar over
fenotype/ klinische beeld.
Subtype fenotype/klinisch beeld. Waarom?
Variatie binnen een ontwikkelingsstoornis hebben meestal dezelfde onderliggende
oorzaak subgroep impliceert afzonderlijke etiologie, is dus niet.
Meer dimensionele benadering i.p.v. sterk categoriaal subtype is sterk categoriaal.
Pagina 2 van 107
, Dynamische concept (fenotype) in de plaats van statisch concept (subtype).
CRITERIA OWS UITGELEGD
1. Significant (extreem veel, Ontwikkelingsstoornis niet meer categoriaal, maar
beduidend) meer problemen dimensioneel.
dan gemiddeld.
Elke menselijke dimensie (eigenschap, trek, kenmerk,
vaardigheid) loopt op een continuüm van minimaal tot
maximaal aanwezig.
Iedereen bevindt zich op een continuüm van typische tot
atypische ontwikkeling.
Kinderen met ontwikkelingsstoornis bevinden zich aan het
extreme uiteinde (mensen zonder OWS zijn ook wel eens
opstandig).
We zetten dit op een schaal:
Rechterkant ongewenste trekken (hyperactiviteit/
agressief gedrag) boven percentiel boven (PC) 90.
Linkerkant gewenst gedrag (leesvaardigheden) onder
percentiel (PC) 10.
50 is het gemiddelde. Het impliceert dat er sprake kan
zijn van meer of minder ernstige mate van een stoornis.
2. Op verschillende dimensies. Iedereen vertoont wel een aantal kenmerken van
verschillende stoornissen niet automatische sprake van
een stoornis.
Op verschillende dimensies vertonen kinderen problemen.
Het is deze combinatie van probleemgebieden, van
symptomen die samen het klinisch beeld van een specifieke
ontwikkelingsstoornis vormen.
3. De problemen zijn Problemen gaan niet zomaar voorbij.
hardnekkig/persistent
Ontwikkelingsstoornis zijn niet tijdelijk.
HARDNEKKIGHEIDSCRITERIUM.
4. De problemen zijn pervasief Symptomen zijn aanwezig in verschillende contexten en niet
gebonden aan omgevingsfactoren.
PERVASIVITEITSCRITERIUM.
5. Niet leeftijdsadequaat Rekening houden met de ontwikkelingsfase waarin het kind
zich bevindt.
Gedrag dat we zien, mag niet het gedrag zijn dat normaal is
Pagina 3 van 107
ONTWIKKELINGSSTOOR
NIS
AANTAL PAGINA’S
HOOFDSTUK 1: P8
HOOFDSTUK 2:P12
HOOFDSTUK 3: /
HOOFDSTUK 4: P11
HOOFDSTUK 5: P18
HOOFDSTUK 6: P13
HOOFDSTUK 7: P17
HOOFDSTUK 8: P8
HOOFDSTUK 9: P10
HOOFDSTUK 10: /
TOTAAL = 97
, H1: WAT ZIJN ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN P8
TERMINILOGIE EN AFBAKENING
DEFINITIE ONTWIKKELINGSSTOORNIS
Definitie komt uit DSM-5 (diagnostic and statistical manual of mental disorders). Hierin wordt
neurobiologische OWS gebruikt als term, maar in boek gebruiken we ontwikkelingsstoornis.
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (DSM-5) oorzaak in de hersenen, het is een
aangeboren A-typische hersenontwikkeling.
Ontwikkelingsstoornis: is een neurobiologische stoornis die in de (vroege) ontwikkelingsperiode tot
uiting komt, die gekenmerkt wordt door ontwikkelingsachterstanden op een of meerdere
functiedomeinen en die levenslang beperkingen veroorzaakt in het persoonlijk, sociale, schoolse of
beroepsmatig functioneren.
Door pilletjes kunnen symptomen om de achtergrond komen, het blijft altijd op een manier.
Definitie uitgelegd:
NEUROBIOLOGISCH STOORNIS Stoornis oorsprong in de hersenontwikkeling
genetische aanleg, prenatale omgevingsfactoren,
perinatale factoren (voor de zwangerschap of tijdens
de bevalling) => aangeboren stoornis.
VROEGE) Symptomen zichtbaar op kinderleeftijd. Uiting
ONTWIKKELINGSPERIODE symptomen beïnvloed door verschillende omgevings-
en kindfactoren.
ONTWIKKELINGSACHTERSTANDEN OWS belemmert de ontwikkeling op één of meerdere
ontwikkelingsdomeinen.
LEVENSLANGE BEPERKINGEN Levenslange stoornis die belemmeringen veroorzaakt
in de participatie aan het dagelijks maatschappelijke
leven op verschillende terreinen.
AANGEBOREN?
Geen voorbeelden van OWS: Eetstoornissen, bedplassen, reactieve
hechtingsstoornissen, angststoornissen, NAH.
Voorbeelden van OWS: ADHD, ASS, aangeboren verstandelijke beperking.
SOORTEN VAN OWS
Belangrijk om te de basiskennis te hebben signalen om tijd opmerken en verder correct door te
verwijzen + psychosociale begeleiding van de kinderen/jongeren/ volwassenen.
H3 Verstandelijke - Verstandelijke Tekorten in algemene
beperking ontwikkelingsstoornis cognitieve functies
Pagina 1 van 107
, - Globale (redeneren, problemen
ontwikkelingsachterstand oplossen, abstract denken,
aanpassingsvermogen)
H4 Communicatiestoor - Taalstoornis Verstoorde ontwikkeling van
nis - Spraakklankstoornis de taal, spraak en/ of sociale
- Ontwikkelingsstotteren communicatie.
- Sociale (pragmatische)
communicatiestoornis
H5 Autismespectrumst Overkoepelende term voor
oornis (ASS) alle stoornissen binnen het
ASS. Kinderen vertonen
ernstige tekorten in sociale
omgang en beperkte,
repetitieve interesse en
gedragingen.
H6 Aandachtsdeficiënti Aandacht/ hyperactiviteit en
e impulsiviteit centraal staat.
/hyperactiviteitsstoo
rnis (ADHD)
H7 Specifieke) - Dyslexie Specifieke tekorten in het
leerstoornissen - Dysorthografie keren van basale schoolse
- Dyscalculie vaardigheden, spellen en of
- NLD (niet opgenomen rekenen.
DSM-5)
H8 Motorische - Coördinatieontwikkelingss DCD: problemen in
-9 stoornissen toornis (DCD) coördinatie van motorische
- Ticstoornissen handelingen.
- Stereotiepe –
bewegingsstoornis Ticstoornissen: plotselinge
optredende, snelle, herhaalde
niet-ritmische bewegingen of
geluiden.
Stereotiepe-
bewegingsstoornis:
repetitieve, driftmatige en
doelloze bewegingen.
Hoogbegaafdheid is geen ontwikkelingsstoornis in het boek wel (H10) door de complexiteit. Ook
hoogsensitiviteit wordt besproken.
WIJZIGING TERMINOLOGIE
We spreken niet meer over subtype (uiterlijk waarneembare gedragskenmerken), maar over
fenotype/ klinische beeld.
Subtype fenotype/klinisch beeld. Waarom?
Variatie binnen een ontwikkelingsstoornis hebben meestal dezelfde onderliggende
oorzaak subgroep impliceert afzonderlijke etiologie, is dus niet.
Meer dimensionele benadering i.p.v. sterk categoriaal subtype is sterk categoriaal.
Pagina 2 van 107
, Dynamische concept (fenotype) in de plaats van statisch concept (subtype).
CRITERIA OWS UITGELEGD
1. Significant (extreem veel, Ontwikkelingsstoornis niet meer categoriaal, maar
beduidend) meer problemen dimensioneel.
dan gemiddeld.
Elke menselijke dimensie (eigenschap, trek, kenmerk,
vaardigheid) loopt op een continuüm van minimaal tot
maximaal aanwezig.
Iedereen bevindt zich op een continuüm van typische tot
atypische ontwikkeling.
Kinderen met ontwikkelingsstoornis bevinden zich aan het
extreme uiteinde (mensen zonder OWS zijn ook wel eens
opstandig).
We zetten dit op een schaal:
Rechterkant ongewenste trekken (hyperactiviteit/
agressief gedrag) boven percentiel boven (PC) 90.
Linkerkant gewenst gedrag (leesvaardigheden) onder
percentiel (PC) 10.
50 is het gemiddelde. Het impliceert dat er sprake kan
zijn van meer of minder ernstige mate van een stoornis.
2. Op verschillende dimensies. Iedereen vertoont wel een aantal kenmerken van
verschillende stoornissen niet automatische sprake van
een stoornis.
Op verschillende dimensies vertonen kinderen problemen.
Het is deze combinatie van probleemgebieden, van
symptomen die samen het klinisch beeld van een specifieke
ontwikkelingsstoornis vormen.
3. De problemen zijn Problemen gaan niet zomaar voorbij.
hardnekkig/persistent
Ontwikkelingsstoornis zijn niet tijdelijk.
HARDNEKKIGHEIDSCRITERIUM.
4. De problemen zijn pervasief Symptomen zijn aanwezig in verschillende contexten en niet
gebonden aan omgevingsfactoren.
PERVASIVITEITSCRITERIUM.
5. Niet leeftijdsadequaat Rekening houden met de ontwikkelingsfase waarin het kind
zich bevindt.
Gedrag dat we zien, mag niet het gedrag zijn dat normaal is
Pagina 3 van 107