Samenleving: uitdagingen en oplossingen
Examen: stelt nooit vragen over zaken die niet in het boek staan of op ppt
en enkel in les gezegd zijn
Gesloten boek, 30 meerkeuzen vragen met Gis-correctie 75%
1 actualiteitsvraag (met krantenartikel): toepassingsvraag 25% !!!
LEERSTOF: ook linken in ppt kennen
Introductie
Samenleving bestaat uit geschreven en evenzeer ongeschreven afspraken
Iedereen heeft verwachten t.o.v. elkaar, en verwachtingen van
verwachtingen
Verwachtingen ≠ wetten
- Wetten => komen altijd uit
- Verwachtingen => kans is groter dat ze uit komt, maar kunnen
steeds weer niet uitkomen = sociale verandering
De samenleving bestaat : Een pleidooi voor meer ont-moeting
Debat nurture vs. nature:
- Keuze studie geadopteerde kinderen voorspelbaar adhv biologische
ouders of adoptie ouders bleek 60% bij biologische ouders te
liggen
- We krijgen steeds minder de kans om elkaar te ontmoeten vb.
vermindering cafés, bushokjes,… tegelijk kunnen we door sociale
media iedereen ontmoeten
De samenleving (verschillende zaken in contrast met elkaar):
Een feest: we kunnen elkaar ontmoeten,
Een drama: drugsoorlogen, oorlog tssn Gaza en Israël, Rusland &
Oekraïne, zelfdoding,…
Statica: samenleving veranderd traag
Dynamica: samenleving veranderd voortdurend
1
, manier waarop samenleving georganiseerd is:
Gevolgen voor geluk van de mensen, vertrouwen in politiek,
zelfdoding,…
Uit het leven stappen als een “sociaal feit” (Le suicide - Emile
Durkheim)
LES 1:
Liefde = recent sociaal westers construct; tegelijk motor van
relatiebreuken
De obsessie van de westerse samenleving voor kinderen
DEEL 1: De samenleving als gemeenschap
1.Primaire relaties
Traditionele patronen v normen, waarden en opvattingen maken plaats vr
nieuwe denkbeelden en gedragspatronen
komt o.a. tot uiting in fundamentele betekenisverandering vh
huwelijk en ovv vruchtbaarheid = verschuiving inzake primaire
relaties
“vroeger was het anders” Vandaag
Vaak gehanteerde referentiepunt: het
naoorlogse kern- of standaardgezin
‘veel’ en ‘jong’ gehuwd Dinks (= double income no kids)
Spoedig na huwelijkssluiting LAT-relaties (living apart
drie tot vier kinderen (binnen together)
het huwelijk) Hola’s (huwelijken op
Geen zijpistes (zoals loopafstand)
onwettelijke kinderen- en geen Vogelnestgezinnen
tussenstations (zoals ongehuwd Mozaïekgezinnen =
samenwonen) samengestelde gezinnen
Echtscheiding = zeldzaam Singles allerlei
Sekse specifieke rolverdeling Generatiegezinnen: relatief
nieuw, volwassen kinderen gn
= Triomf van het klassieke terug bij ouders wonen na bv.
kerngezin een scheiding
(het boomergezin) Polyamorie
= veruitwendiging maatschappelijke processen vanaf jaren 60
2
,Hoe met elkaar omgaan + min of meer duurzame relaties aangaan =
grotendeels bepaald dr structuur SL
1.1. De primaire relaties in cijfers
1.1.1. Huishoudens en gezinnen
Huishoudens = één persoon die alleen leeft/ twee of meer personen die
in één woning samenleven (al dan nt dr familie verband verbonden)
De voorbije jaren sterk gestegen
o Gepaard met vermindering gem # inwoners/ gezin
MAAR gem omvang is gedaald: 5 pers in 1846 2,26 pers in 2013
Huishoudtypes
1. Private gezinnen/ gezinnen met één familiekern (= in absolute cijfers
toegenomen)
2. Gezinnen met meer familiekernen Vb. twee gehuwde koppels die
samenwonen)
o Spectaculair gedaald tot 2007
o Opnieuw stijging na 2007
Verklaring: opkomst initiatieven waar ouderen intrekken
bij kinderen (bv. kangoeroewoning)
Stijging van (1) en daling van (2) wijst op:
Gezinsindividualisering (= meer alleenwonende familiekernen,
afzonderlijke gezinseenheden maken zich los uit patronen v
samenwoning met anderen)
3
, Gezinsverdunning (= kleinere gezinsomvang)
o = gevolg van gezinsindividualisering
o Meer singles, LAT’s,…
o Minder kinderen
o Meer scheidingen
Aantal huishoudens
Vanaf ’60 + in mindere maten vanaf einde WOII:
1. Toename aantal alleenwonende (zie vorig puntje)
o Oorzaken:
Verminderende huwelijksbereidheid/ hertrouwintensiteit,
toename echtscheidingen etc.
Voorkeur zelfstandig wonen
2. Gevoelige daling vh # huishoudens met 5 of meer leden
o Oorzaken:
Gedaalde vruchtbaarheid
Gezinsindividualisering
1.1.2. Huwelijksuitingen
Huwelijks cijfers in België:
- dalen tot 2015
- sinds 2003 rekening houden met ‘homohuwelijk’
- van 2015 tot 2022 redelijk stabiel
o knik tijdens covid, sterke daling van huwelijken
- in sommige landen is het huwelijk wel nog op gebaseerd
- omvat verschijnsel ‘hertrouw’ (nu meer dan vroeger)
o weduwenaren die hertrouwen
4
Examen: stelt nooit vragen over zaken die niet in het boek staan of op ppt
en enkel in les gezegd zijn
Gesloten boek, 30 meerkeuzen vragen met Gis-correctie 75%
1 actualiteitsvraag (met krantenartikel): toepassingsvraag 25% !!!
LEERSTOF: ook linken in ppt kennen
Introductie
Samenleving bestaat uit geschreven en evenzeer ongeschreven afspraken
Iedereen heeft verwachten t.o.v. elkaar, en verwachtingen van
verwachtingen
Verwachtingen ≠ wetten
- Wetten => komen altijd uit
- Verwachtingen => kans is groter dat ze uit komt, maar kunnen
steeds weer niet uitkomen = sociale verandering
De samenleving bestaat : Een pleidooi voor meer ont-moeting
Debat nurture vs. nature:
- Keuze studie geadopteerde kinderen voorspelbaar adhv biologische
ouders of adoptie ouders bleek 60% bij biologische ouders te
liggen
- We krijgen steeds minder de kans om elkaar te ontmoeten vb.
vermindering cafés, bushokjes,… tegelijk kunnen we door sociale
media iedereen ontmoeten
De samenleving (verschillende zaken in contrast met elkaar):
Een feest: we kunnen elkaar ontmoeten,
Een drama: drugsoorlogen, oorlog tssn Gaza en Israël, Rusland &
Oekraïne, zelfdoding,…
Statica: samenleving veranderd traag
Dynamica: samenleving veranderd voortdurend
1
, manier waarop samenleving georganiseerd is:
Gevolgen voor geluk van de mensen, vertrouwen in politiek,
zelfdoding,…
Uit het leven stappen als een “sociaal feit” (Le suicide - Emile
Durkheim)
LES 1:
Liefde = recent sociaal westers construct; tegelijk motor van
relatiebreuken
De obsessie van de westerse samenleving voor kinderen
DEEL 1: De samenleving als gemeenschap
1.Primaire relaties
Traditionele patronen v normen, waarden en opvattingen maken plaats vr
nieuwe denkbeelden en gedragspatronen
komt o.a. tot uiting in fundamentele betekenisverandering vh
huwelijk en ovv vruchtbaarheid = verschuiving inzake primaire
relaties
“vroeger was het anders” Vandaag
Vaak gehanteerde referentiepunt: het
naoorlogse kern- of standaardgezin
‘veel’ en ‘jong’ gehuwd Dinks (= double income no kids)
Spoedig na huwelijkssluiting LAT-relaties (living apart
drie tot vier kinderen (binnen together)
het huwelijk) Hola’s (huwelijken op
Geen zijpistes (zoals loopafstand)
onwettelijke kinderen- en geen Vogelnestgezinnen
tussenstations (zoals ongehuwd Mozaïekgezinnen =
samenwonen) samengestelde gezinnen
Echtscheiding = zeldzaam Singles allerlei
Sekse specifieke rolverdeling Generatiegezinnen: relatief
nieuw, volwassen kinderen gn
= Triomf van het klassieke terug bij ouders wonen na bv.
kerngezin een scheiding
(het boomergezin) Polyamorie
= veruitwendiging maatschappelijke processen vanaf jaren 60
2
,Hoe met elkaar omgaan + min of meer duurzame relaties aangaan =
grotendeels bepaald dr structuur SL
1.1. De primaire relaties in cijfers
1.1.1. Huishoudens en gezinnen
Huishoudens = één persoon die alleen leeft/ twee of meer personen die
in één woning samenleven (al dan nt dr familie verband verbonden)
De voorbije jaren sterk gestegen
o Gepaard met vermindering gem # inwoners/ gezin
MAAR gem omvang is gedaald: 5 pers in 1846 2,26 pers in 2013
Huishoudtypes
1. Private gezinnen/ gezinnen met één familiekern (= in absolute cijfers
toegenomen)
2. Gezinnen met meer familiekernen Vb. twee gehuwde koppels die
samenwonen)
o Spectaculair gedaald tot 2007
o Opnieuw stijging na 2007
Verklaring: opkomst initiatieven waar ouderen intrekken
bij kinderen (bv. kangoeroewoning)
Stijging van (1) en daling van (2) wijst op:
Gezinsindividualisering (= meer alleenwonende familiekernen,
afzonderlijke gezinseenheden maken zich los uit patronen v
samenwoning met anderen)
3
, Gezinsverdunning (= kleinere gezinsomvang)
o = gevolg van gezinsindividualisering
o Meer singles, LAT’s,…
o Minder kinderen
o Meer scheidingen
Aantal huishoudens
Vanaf ’60 + in mindere maten vanaf einde WOII:
1. Toename aantal alleenwonende (zie vorig puntje)
o Oorzaken:
Verminderende huwelijksbereidheid/ hertrouwintensiteit,
toename echtscheidingen etc.
Voorkeur zelfstandig wonen
2. Gevoelige daling vh # huishoudens met 5 of meer leden
o Oorzaken:
Gedaalde vruchtbaarheid
Gezinsindividualisering
1.1.2. Huwelijksuitingen
Huwelijks cijfers in België:
- dalen tot 2015
- sinds 2003 rekening houden met ‘homohuwelijk’
- van 2015 tot 2022 redelijk stabiel
o knik tijdens covid, sterke daling van huwelijken
- in sommige landen is het huwelijk wel nog op gebaseerd
- omvat verschijnsel ‘hertrouw’ (nu meer dan vroeger)
o weduwenaren die hertrouwen
4