Ontwerpmethodiek examen 23 mei
I. De impact van ontwerpen
A. Ontwerpmethodiek
1. Inleiding
Het analyseren van functies en doelgroepen en het duurzaam ontwerpen
2. De behoeftenpiramide van de ontwerper
“een geslaagd ontwerp komt eerst tegemoet aan de
basisbehoeften van mensen voordat het de behoeften op een
hoger niveau kan waarmaken.”
Door Maslow beschreven
gebaseerd op Maslow en gemaakt door schrijvers van boek
universele ontwerpprincipes
eerst voldoen aan lagere behoefte om daarna hoger niveau te
bereiken
1. Functionaliteit: elementaire eisen aan ontwerp (gsm
moet gesprek kunnen ontvangen en beantwoorden)
2. Betrouwbaarheid: stabiele en consistente prestaties
(gsm moet voldoende kwalitatieve gesprekken kunnen
weergeven)
3. Gebruiksgemak: eenvoud van bediening en gebruiksgemak van het ontwerp, fouttolerantie (apps
programmeren en dowloaden op gsm moet gemakkelijk gaan, fouten makkelijk kunnen aanpassen)
4. Bekwaamheid: mensen in staat stellen dingen beter te doen dan voorheen
5. Creativiteit: alle behoeften worden waargemaakt. Op innovatieve manier sprake van interactie
tussen mens en ontwerp (meest gewaardeerd en langs gebruikt)
, 3. Over vorm, functie en context
Form follows function architect Louis Sullivan = elk voorwerp, meuble of gebouw moet ontworpen zijn
naar gelang het gebruik
Ook Le Corbusier interieurontwerp van huis (woonmachine) houdt zich bezig met functie vd meubels en
niet met de schoonheid
CASE STUDY: tip ton stoel
ontwerpers: Edward Barber & Jay Osgerby, 2011
ontworpen vanuit hoe mensen een stoel gebruiken, in klaslokalen of tijdens
vergaderingen
luisteren, lezen of ontspannen leunen achterover
schrijven of eten voorover leunen
naam verwijst naar 2 standen van stoel
gebaseerd op feit dat mens regelmatig beweegt op stoel
gemaakt van polypropyleen en makkelijk stapelbaar
4. Over duurzaam ontwerpen
CASE STUDY: een lade
TA’OR BOX: gemaakt uit HDF (High Density Fibreboard) niet plooibaar
of buigzaam waardoor elke lade slechts een minimum aan
plaatmateriaal bevat
Productie start pas na bestelling alles zo efficiënt mogelijk zagen voor
een minimale hoeveelheid restmateriaal
Productie is bij Van Hoecke in Sint Niklaas
a) Over de invloed van ontwerpen
Elk interieur, voorwerp of meubel beïnvloedt ons gedrag in positieve of negatieve zin te beïnvloeden.
Vb. snoepjes aan kassa zijn laag opgesteld voor kinderen mensen helpen of beïnvloeden
• ‘universeel’ ontwerpen = het moet voor en door iedereen begrijpbaar zijn en makkelijk te bedienen
Vb. stoelen in McDonalds zijn hellend gemaakt zodat mensen er niet te lang blijven zitten
(1) Design with intention
CASE STUDY:
Enkel vuilbak voor sigaretten
opening bovenaan is schuin om er voor te zorgen dat er geen blikjes en andere afval
kan opgezet worden
Openingen zijn ook klein zodat er geen ander afval kan ingegooid worden
, Vb. aan de uitgang van een schoolpoort
Bedoeling dat kinderen niet rechtsreeks op straat kunnen lopen
(2) Affordance: fysieke kenmerken beïnvloeden het gebruik
Objecten en omgevingen zijn voor sommige functies beter geschikt dan voor andere
Vb. ronde wielen beter rollen dan vierkante wielen. (de affordance theorie van Gibson)
ronde wielen nodigen uit om te rollen
Trappen zijn beter dan schuttingen om te klimmen
Komt de ‘affordance’ of het voorkomen, van een object of omgeving overeen met de
functie die we ervoor voorzien? Nodigt het uit het object juist te gebruiken? Het
ontwerp zal dus maar goed gebruikt worden als het ook zo ontworpen is dat het niet
lastig is in gebruik, maar dus duidelijk en gemakkelijk kan bediend worden
Vb. deur met handvat nodigt uit om te trekken (duwen is verwarrend)
Vb. legostenen: ontwerp van mannelijke en vrouwelijke kan, op logische wijze bouwen
Dus: ontwerpen moet bij inrichten van leefomgevingen en ontwerpen van objecten aansluiten bij
beoogde functie
(3) Non intentional design
Soms worden objecten in leefomgeving gebruikt zoals niet de bedoeling van de ontwerper is geweest
Vb. trapleuning waar kind van afglijdt, zitten op tafel fles als vaas of kaarsenhouder gebruiker geeft hier
eigen functie aan voorwerp
5. Over ergonomie
Ergon = werk
Nomos = wet, regel
De wetten die de menselijke arbeid beheersen
Arbeid is alle bezigheden
Richt zich ook op functioneren en comfortabel zijn in wat ze doen
Ergonomie is de discipline die zich bezighoudt met de interactie vd mens en zijn omgeving
Rekening houden met mogelijkheden en beperkingen (anatomisch, fysisch en psychisch)
, a) Kennis van de ergonomie
Ontstaan uit humane wetenschappen en psychologie
•Sensorische ergonomie:
o In welke mate de sensorische informatie die wordt gegeven over een plek het gebruik ervan
beïnvloedt
o BV: zonlicht op computerscherm
• Fysieke ergonomie:
o Motorische en fysiologische aspecten van het menselijk lichaam en de omgeving
o BV: houding en beweging mens, temperatuur, geluid en licht in ruimte meetbare
gegevens
• Cognitieve ergonomie:
o Mentale processen en hoe je die positief kan beïnvloeden.
o dingen waarnemen, ervaren met zintuigen
o begrijpen en verwerken van informatie
o emotionele reactie op omgeving
o BV: layout, tekstkleur en gebruik van pictogrammen kan belangrijk zijn bij het veilig gebruik
van een omgeving, omgeving toegankelijk maken voor mensen met beperking
• Organisatie-ergonomie:
o Manier waarop werktaken, een bedrijf of de samenleving georganiseerd is
o BV: uurroosters of schema’s die werk organiseren en structuren
• Concept ergonomie:
o Beginsituatie bekijken, start ontwerp; afmetingen en organisatie van functies onderzoeken
o Vanaf ontwerpfase van voorwerpen en omgeving ontwerp ergonomie of concept
ergonomie.
• Correctie-ergonomie:
o toepassen in bestaande omgeving met doel verbetering
o BV: productiefouten of lichamelijke klachten ontstaan door verkeerd gebruik vd omgeving of
meubels niet afgestemd op gebruiker
o Bedrijven hebben ergonoom in dienst bekijkt betere werkomstandigheden minder
werknemers afwezig
• Revalidatie-ergonomie:
o curatieve en preventieve ergonomie, voor mensen die herstellen van bijvoorbeeld een
arbeidsongeval en hiervoor een aangepaste werkomgeving nodig hebben
o BV: rugletstel opgelopen en verstelbare bureau nodig om af en toe recht te staan.
Als ontwerpers zullen we het meeste bezig zijn met de Concept-ergonomie en de correctie-ergonomie.
B. Onderzoek
P 14-15-16 lezen
1. Aanleiding voor onderzoek
I. De impact van ontwerpen
A. Ontwerpmethodiek
1. Inleiding
Het analyseren van functies en doelgroepen en het duurzaam ontwerpen
2. De behoeftenpiramide van de ontwerper
“een geslaagd ontwerp komt eerst tegemoet aan de
basisbehoeften van mensen voordat het de behoeften op een
hoger niveau kan waarmaken.”
Door Maslow beschreven
gebaseerd op Maslow en gemaakt door schrijvers van boek
universele ontwerpprincipes
eerst voldoen aan lagere behoefte om daarna hoger niveau te
bereiken
1. Functionaliteit: elementaire eisen aan ontwerp (gsm
moet gesprek kunnen ontvangen en beantwoorden)
2. Betrouwbaarheid: stabiele en consistente prestaties
(gsm moet voldoende kwalitatieve gesprekken kunnen
weergeven)
3. Gebruiksgemak: eenvoud van bediening en gebruiksgemak van het ontwerp, fouttolerantie (apps
programmeren en dowloaden op gsm moet gemakkelijk gaan, fouten makkelijk kunnen aanpassen)
4. Bekwaamheid: mensen in staat stellen dingen beter te doen dan voorheen
5. Creativiteit: alle behoeften worden waargemaakt. Op innovatieve manier sprake van interactie
tussen mens en ontwerp (meest gewaardeerd en langs gebruikt)
, 3. Over vorm, functie en context
Form follows function architect Louis Sullivan = elk voorwerp, meuble of gebouw moet ontworpen zijn
naar gelang het gebruik
Ook Le Corbusier interieurontwerp van huis (woonmachine) houdt zich bezig met functie vd meubels en
niet met de schoonheid
CASE STUDY: tip ton stoel
ontwerpers: Edward Barber & Jay Osgerby, 2011
ontworpen vanuit hoe mensen een stoel gebruiken, in klaslokalen of tijdens
vergaderingen
luisteren, lezen of ontspannen leunen achterover
schrijven of eten voorover leunen
naam verwijst naar 2 standen van stoel
gebaseerd op feit dat mens regelmatig beweegt op stoel
gemaakt van polypropyleen en makkelijk stapelbaar
4. Over duurzaam ontwerpen
CASE STUDY: een lade
TA’OR BOX: gemaakt uit HDF (High Density Fibreboard) niet plooibaar
of buigzaam waardoor elke lade slechts een minimum aan
plaatmateriaal bevat
Productie start pas na bestelling alles zo efficiënt mogelijk zagen voor
een minimale hoeveelheid restmateriaal
Productie is bij Van Hoecke in Sint Niklaas
a) Over de invloed van ontwerpen
Elk interieur, voorwerp of meubel beïnvloedt ons gedrag in positieve of negatieve zin te beïnvloeden.
Vb. snoepjes aan kassa zijn laag opgesteld voor kinderen mensen helpen of beïnvloeden
• ‘universeel’ ontwerpen = het moet voor en door iedereen begrijpbaar zijn en makkelijk te bedienen
Vb. stoelen in McDonalds zijn hellend gemaakt zodat mensen er niet te lang blijven zitten
(1) Design with intention
CASE STUDY:
Enkel vuilbak voor sigaretten
opening bovenaan is schuin om er voor te zorgen dat er geen blikjes en andere afval
kan opgezet worden
Openingen zijn ook klein zodat er geen ander afval kan ingegooid worden
, Vb. aan de uitgang van een schoolpoort
Bedoeling dat kinderen niet rechtsreeks op straat kunnen lopen
(2) Affordance: fysieke kenmerken beïnvloeden het gebruik
Objecten en omgevingen zijn voor sommige functies beter geschikt dan voor andere
Vb. ronde wielen beter rollen dan vierkante wielen. (de affordance theorie van Gibson)
ronde wielen nodigen uit om te rollen
Trappen zijn beter dan schuttingen om te klimmen
Komt de ‘affordance’ of het voorkomen, van een object of omgeving overeen met de
functie die we ervoor voorzien? Nodigt het uit het object juist te gebruiken? Het
ontwerp zal dus maar goed gebruikt worden als het ook zo ontworpen is dat het niet
lastig is in gebruik, maar dus duidelijk en gemakkelijk kan bediend worden
Vb. deur met handvat nodigt uit om te trekken (duwen is verwarrend)
Vb. legostenen: ontwerp van mannelijke en vrouwelijke kan, op logische wijze bouwen
Dus: ontwerpen moet bij inrichten van leefomgevingen en ontwerpen van objecten aansluiten bij
beoogde functie
(3) Non intentional design
Soms worden objecten in leefomgeving gebruikt zoals niet de bedoeling van de ontwerper is geweest
Vb. trapleuning waar kind van afglijdt, zitten op tafel fles als vaas of kaarsenhouder gebruiker geeft hier
eigen functie aan voorwerp
5. Over ergonomie
Ergon = werk
Nomos = wet, regel
De wetten die de menselijke arbeid beheersen
Arbeid is alle bezigheden
Richt zich ook op functioneren en comfortabel zijn in wat ze doen
Ergonomie is de discipline die zich bezighoudt met de interactie vd mens en zijn omgeving
Rekening houden met mogelijkheden en beperkingen (anatomisch, fysisch en psychisch)
, a) Kennis van de ergonomie
Ontstaan uit humane wetenschappen en psychologie
•Sensorische ergonomie:
o In welke mate de sensorische informatie die wordt gegeven over een plek het gebruik ervan
beïnvloedt
o BV: zonlicht op computerscherm
• Fysieke ergonomie:
o Motorische en fysiologische aspecten van het menselijk lichaam en de omgeving
o BV: houding en beweging mens, temperatuur, geluid en licht in ruimte meetbare
gegevens
• Cognitieve ergonomie:
o Mentale processen en hoe je die positief kan beïnvloeden.
o dingen waarnemen, ervaren met zintuigen
o begrijpen en verwerken van informatie
o emotionele reactie op omgeving
o BV: layout, tekstkleur en gebruik van pictogrammen kan belangrijk zijn bij het veilig gebruik
van een omgeving, omgeving toegankelijk maken voor mensen met beperking
• Organisatie-ergonomie:
o Manier waarop werktaken, een bedrijf of de samenleving georganiseerd is
o BV: uurroosters of schema’s die werk organiseren en structuren
• Concept ergonomie:
o Beginsituatie bekijken, start ontwerp; afmetingen en organisatie van functies onderzoeken
o Vanaf ontwerpfase van voorwerpen en omgeving ontwerp ergonomie of concept
ergonomie.
• Correctie-ergonomie:
o toepassen in bestaande omgeving met doel verbetering
o BV: productiefouten of lichamelijke klachten ontstaan door verkeerd gebruik vd omgeving of
meubels niet afgestemd op gebruiker
o Bedrijven hebben ergonoom in dienst bekijkt betere werkomstandigheden minder
werknemers afwezig
• Revalidatie-ergonomie:
o curatieve en preventieve ergonomie, voor mensen die herstellen van bijvoorbeeld een
arbeidsongeval en hiervoor een aangepaste werkomgeving nodig hebben
o BV: rugletstel opgelopen en verstelbare bureau nodig om af en toe recht te staan.
Als ontwerpers zullen we het meeste bezig zijn met de Concept-ergonomie en de correctie-ergonomie.
B. Onderzoek
P 14-15-16 lezen
1. Aanleiding voor onderzoek