GESCHIEDENIS VAN HET WESTERSE THEATER
VANAF DE OUDHEID TOT 1850
LES 1 - INLEIDING
TERMINOLOGIE
Theater begrip afkomstig:
➔ Griekse woord ‘theatron’ (samenstelling van theastai = kijken & tron = plaatsaanduiding)
= kijken vanop een afstand
➔ Link tussen theater, theorie en reflectie
- Theorin: observeren
- Theoros: toeschouwer
➔ Vraag naar het theater als plek van beschouwing of als plek van vermaak
Theatrum: Latijnse term voor theater
• Theatrum Mundi: theater van de wereld: samenleving als een theater, rollenspel
• Theatrum Orbis Terrarum: wereldatles (altas als kennisinstrument)
• Opera: letterlijk werk, niet enkel betrekking op het muziektheater
Toneel begrip afkomstig:
➔ Frans woord: tinel = stellage waarop vorst en het gevolg zaten (waarschijnlijk afkomstig van
het keltische tind: stapel) macht wordt getoond
➔ Ten tineele (middelnederlands): ten gevolg van
➔ Taneel/thueneel: tribune (de plek van het kijken naar het theater)
➔ Tanneel: de verhoging om toneel te spelen
➔ Tonneel, tooneel: verhoging om toneel te spelen
Toneel verwijst dus voornamelijk naar een plek
PROBLEMEN THEATERHISTORIOGRAFIE
1) Basisdefinitie theater: A speelt R terwijl T toekijkt
- Speelt zich altijd af in het hier en nu
(moment dat de opvoering voorbij is, vervliegt het kunstwerk)
- Object van de theaterhistoriografie is de voorstelling an sich, het samenspel tussen
allerlei verschillende actoren (kostuums, speelplek, dramatekst, .. )
- Reconstructie van theater is moeilijk (altijd een bepaald element in de compositie die
verschillend zal zijn, bv: niet hetzelfde publiek)
Max Hermann probeerde voorstellingen te gaan reconstrueren in zijn geschrift
, 2) Theater als een cultuurgeschiedenis
- Niet meer reconstructie maar theater als uitdrukking van maatschappelijke, politieke,
esthetische en artistieke opvattingen uit bepaalde periodes
3) Reflectie over de voorstelling kwam pas vrij laat
- Pas in de 17e eeuw, in Frankrijk (‘wat is een eigenheid van een opvoering?’)
- Er vindt zich een debat plaats over de verhouding tussen beeld en tekst
- Pas in de 18e eeuw kwam een theoretische reflectie over de kunst van het acteren
(hiervoor: acteurs aan de marge van de samenleving gezien)
- Vanaf de 18e eeuw komt de theaterkritiek op (met Lessing)
4) Theatergeschiedenis moeten we uitgebreid zien, het is niet enkel teksttheater
- Podiumkunsten ih algemeen: opera, ballet, pantomime, circus, spektakels, ..
- Ook socio-cultural performances (Schechner) (bv: begrafenissen, kroningen)
- Theatraliteit in de kunsten: een object of fenomeen verheffen tot theater
(bv: architectuur, tuinen, mode, .. )
- Er is niet één theatergeschiedenis, maar meerdere theatergeschiedenissen
hangt af van het perspectief van de historicus (focus ligt anders)
WESTERSE BLIK?
➔ Zie probleem 4
Waarom de westerse blik?
- Kennis van de eigen traditie
- Inzicht vergrijgen in canon en canonvorming (‘hoe geraakt iets in de canon?’)
- Vergelijking met andere theatrale fenomenen uit andere culturen (eigen kennis nodig)
- Appropriatie en representatie van andere culturen
TOETSING VAN HET VAK
Schriftelijk examen: 70%
Paper: 30%
➔ Abstract + onderzoeksvraag + bibliografie met samenvattingen bronnen: 4 april
➔ Volledige paper: 21 mei
➔ 3000-5000 woorden
• Le petit trianon: Marie-Antoinette haar antwoord op de theaterstaat
,LES 2 – ONTSTAAN THEATER
ONTSTAAN WESTERS THEATER IN HET ANTIEKE GRIEKENLAND
HET ONTSTAAN VAN HET WESTERS THEATER : CAMBRIDGE
➔ Moeilijk te bepalen, veel speculatie
➔ Meest waarschijnlijke theorie:
Cambridge School of Cambridge Ritualists (Jane Harisson)
• Grieks theater = ontstaan uit rituelen en kosmografie (= verhalen over de wereld)
• Gebaseerd op The Golden Bough van James Frazer
belang van rituelen in een maatschappij en opvoedingscontext
• Jane Harrison schreef Prolegomena on the Study of Greek Religion
Argumenten Cambridge Ritualists:
- Vroege beschavingen gebruiken rituelen (uitgevoerd door sjamaan of groep) om
bovennatuurlijke krachten te beïnvloeden/behagen
- Er ontstaan mythes om die veranderingen in de wereld/natuur door de bovennatuurlijke
krachten beter te kunnen begrijpen
- Om die verhalen een grotere impact te geven, krijgen ze personages
- Die rituelen gaan gepaard met het gebruik van kostuums, attributen, maskers, decors,
..
- Naarmate de maatschappij complexer en georganiseerder wordt, gaan de rituelen
verschuiven/verdwijnen er is minder nood aan het begrijpen van de omgeving
- De opvoering van de mythe wordt nu verzelfstandigt, staat los van de rituelen
= theater ontstaat
Probleem: theorie van Cambridge Ritualists is theologisch!
➔ Vertrekt vanuit cultuur darwinisme: kijkt vanuit evolutionistisch standpunt naar een cultuur
(van eenvoudig naar complex)
➔ Vertrekt vanuit het idee dat culturen met ‘autonome’ kunstvormen (losstaand van ritueel),
‘meer’ zijn geëvolueerd dan culturen waarbij de kunst nog niet losgemaakt is van het ritueel
Consequenties van Cambridge theorie
➔ De zogezegde ‘primitieve’ theatervormen worden beschreven vanuit Westers model v
theater
➔ Het westerse model van theater wordt de maatstaf
➔ Men denkt dat er een mogelijkheid is te kijken welke theatervorm al ‘verder’ staan dan de
andere (met westers model als volledig ontwikkeld)
KRITIEK: theater & de ontwikkeling van theater is geen logisch proces waarbij theater de ‘geciviliseerde’
vorm van een ritueel/mythisch denken
➔ MAAR: de historische band tussen ritueel/religie en theater blijft bestaan!
, HET ONTSTAAN VAN HET WESTERS THEATER: GRI EKENLAND
GRIEKENLAND
- De plek waar voor het eerst de term theater gebruikt wordt voor het opvoeren van
fictieve personages en gebeurtenissen door een groep mensen
- De participant in het ritueel, wordt in theater naar toeschouwer verschoven
- In de 5de eeuw v.C. positioneert theater zich als autonome kunstvorm
Al van voor de 5de eeuw waren er theatrale vormen! connectie met ritueel & religie nog groot
Theater is meer dan puur entertainment
- Verkleedpartijen en saterspel hadden religieuze betekenis id rituelen rond Dionysos
- Gebruik van dierenmaskers (goden die de mens kan bemeesteren id vorm van dieren)
HET ONTSTAAN VAN HET WESTERS THEATER: ARISTOTELES
Aristoteles is de eerste grote theoreticus over het theater
➔ Beaamt het ontstaan van het Griekse theater binnen een religieuze context
- Tragedie ontstaat uit de rituele literaire vorm, dithyrambe: koorzang ter ere van
Dionysos
- Wordt opgevoerd door 50 jonge mannen in kring
- Verhaalt gebeurtenissen over eer & glorie van Dionysos
• De eerste acteur zou dan de koorleider zijn
eerste naam voor acteur = hypokritès = de antwoorder
gaat de beurtzang dirigeren/organiseren
wordt steeds minder de voordrager van tekst, maar wordt steeds meer een
personage
verschuiving v epos (=puur verhalende element) naar drama (=toont wat er gebeurd)
• De koorleider gaat steeds meer attributen gebruiken (maskers + kostuums)
van acteur als antwoorder id koorzang tot acteur als vertolker van een personage
maskers als aanduiding van het personage
HET ONTSTAAN VAN HET WESTERS THEATER: DIONYSIA
De reconstructie van het ontstaan van het westers theater is moeilijk, maar de band tussen religie,
ritueel en theater blijft sterk!
De eerste theaterstukken waren onderdeel van bredere DIONYSIA FESTIVALS
- Grote festivals
- Ter ere van de God Dionysos
THEATER PARTHENON
- Lag net buiten de Akropolis
- Staat onder het religieuze en politieke machtscentrum (toont connectie!)
VANAF DE OUDHEID TOT 1850
LES 1 - INLEIDING
TERMINOLOGIE
Theater begrip afkomstig:
➔ Griekse woord ‘theatron’ (samenstelling van theastai = kijken & tron = plaatsaanduiding)
= kijken vanop een afstand
➔ Link tussen theater, theorie en reflectie
- Theorin: observeren
- Theoros: toeschouwer
➔ Vraag naar het theater als plek van beschouwing of als plek van vermaak
Theatrum: Latijnse term voor theater
• Theatrum Mundi: theater van de wereld: samenleving als een theater, rollenspel
• Theatrum Orbis Terrarum: wereldatles (altas als kennisinstrument)
• Opera: letterlijk werk, niet enkel betrekking op het muziektheater
Toneel begrip afkomstig:
➔ Frans woord: tinel = stellage waarop vorst en het gevolg zaten (waarschijnlijk afkomstig van
het keltische tind: stapel) macht wordt getoond
➔ Ten tineele (middelnederlands): ten gevolg van
➔ Taneel/thueneel: tribune (de plek van het kijken naar het theater)
➔ Tanneel: de verhoging om toneel te spelen
➔ Tonneel, tooneel: verhoging om toneel te spelen
Toneel verwijst dus voornamelijk naar een plek
PROBLEMEN THEATERHISTORIOGRAFIE
1) Basisdefinitie theater: A speelt R terwijl T toekijkt
- Speelt zich altijd af in het hier en nu
(moment dat de opvoering voorbij is, vervliegt het kunstwerk)
- Object van de theaterhistoriografie is de voorstelling an sich, het samenspel tussen
allerlei verschillende actoren (kostuums, speelplek, dramatekst, .. )
- Reconstructie van theater is moeilijk (altijd een bepaald element in de compositie die
verschillend zal zijn, bv: niet hetzelfde publiek)
Max Hermann probeerde voorstellingen te gaan reconstrueren in zijn geschrift
, 2) Theater als een cultuurgeschiedenis
- Niet meer reconstructie maar theater als uitdrukking van maatschappelijke, politieke,
esthetische en artistieke opvattingen uit bepaalde periodes
3) Reflectie over de voorstelling kwam pas vrij laat
- Pas in de 17e eeuw, in Frankrijk (‘wat is een eigenheid van een opvoering?’)
- Er vindt zich een debat plaats over de verhouding tussen beeld en tekst
- Pas in de 18e eeuw kwam een theoretische reflectie over de kunst van het acteren
(hiervoor: acteurs aan de marge van de samenleving gezien)
- Vanaf de 18e eeuw komt de theaterkritiek op (met Lessing)
4) Theatergeschiedenis moeten we uitgebreid zien, het is niet enkel teksttheater
- Podiumkunsten ih algemeen: opera, ballet, pantomime, circus, spektakels, ..
- Ook socio-cultural performances (Schechner) (bv: begrafenissen, kroningen)
- Theatraliteit in de kunsten: een object of fenomeen verheffen tot theater
(bv: architectuur, tuinen, mode, .. )
- Er is niet één theatergeschiedenis, maar meerdere theatergeschiedenissen
hangt af van het perspectief van de historicus (focus ligt anders)
WESTERSE BLIK?
➔ Zie probleem 4
Waarom de westerse blik?
- Kennis van de eigen traditie
- Inzicht vergrijgen in canon en canonvorming (‘hoe geraakt iets in de canon?’)
- Vergelijking met andere theatrale fenomenen uit andere culturen (eigen kennis nodig)
- Appropriatie en representatie van andere culturen
TOETSING VAN HET VAK
Schriftelijk examen: 70%
Paper: 30%
➔ Abstract + onderzoeksvraag + bibliografie met samenvattingen bronnen: 4 april
➔ Volledige paper: 21 mei
➔ 3000-5000 woorden
• Le petit trianon: Marie-Antoinette haar antwoord op de theaterstaat
,LES 2 – ONTSTAAN THEATER
ONTSTAAN WESTERS THEATER IN HET ANTIEKE GRIEKENLAND
HET ONTSTAAN VAN HET WESTERS THEATER : CAMBRIDGE
➔ Moeilijk te bepalen, veel speculatie
➔ Meest waarschijnlijke theorie:
Cambridge School of Cambridge Ritualists (Jane Harisson)
• Grieks theater = ontstaan uit rituelen en kosmografie (= verhalen over de wereld)
• Gebaseerd op The Golden Bough van James Frazer
belang van rituelen in een maatschappij en opvoedingscontext
• Jane Harrison schreef Prolegomena on the Study of Greek Religion
Argumenten Cambridge Ritualists:
- Vroege beschavingen gebruiken rituelen (uitgevoerd door sjamaan of groep) om
bovennatuurlijke krachten te beïnvloeden/behagen
- Er ontstaan mythes om die veranderingen in de wereld/natuur door de bovennatuurlijke
krachten beter te kunnen begrijpen
- Om die verhalen een grotere impact te geven, krijgen ze personages
- Die rituelen gaan gepaard met het gebruik van kostuums, attributen, maskers, decors,
..
- Naarmate de maatschappij complexer en georganiseerder wordt, gaan de rituelen
verschuiven/verdwijnen er is minder nood aan het begrijpen van de omgeving
- De opvoering van de mythe wordt nu verzelfstandigt, staat los van de rituelen
= theater ontstaat
Probleem: theorie van Cambridge Ritualists is theologisch!
➔ Vertrekt vanuit cultuur darwinisme: kijkt vanuit evolutionistisch standpunt naar een cultuur
(van eenvoudig naar complex)
➔ Vertrekt vanuit het idee dat culturen met ‘autonome’ kunstvormen (losstaand van ritueel),
‘meer’ zijn geëvolueerd dan culturen waarbij de kunst nog niet losgemaakt is van het ritueel
Consequenties van Cambridge theorie
➔ De zogezegde ‘primitieve’ theatervormen worden beschreven vanuit Westers model v
theater
➔ Het westerse model van theater wordt de maatstaf
➔ Men denkt dat er een mogelijkheid is te kijken welke theatervorm al ‘verder’ staan dan de
andere (met westers model als volledig ontwikkeld)
KRITIEK: theater & de ontwikkeling van theater is geen logisch proces waarbij theater de ‘geciviliseerde’
vorm van een ritueel/mythisch denken
➔ MAAR: de historische band tussen ritueel/religie en theater blijft bestaan!
, HET ONTSTAAN VAN HET WESTERS THEATER: GRI EKENLAND
GRIEKENLAND
- De plek waar voor het eerst de term theater gebruikt wordt voor het opvoeren van
fictieve personages en gebeurtenissen door een groep mensen
- De participant in het ritueel, wordt in theater naar toeschouwer verschoven
- In de 5de eeuw v.C. positioneert theater zich als autonome kunstvorm
Al van voor de 5de eeuw waren er theatrale vormen! connectie met ritueel & religie nog groot
Theater is meer dan puur entertainment
- Verkleedpartijen en saterspel hadden religieuze betekenis id rituelen rond Dionysos
- Gebruik van dierenmaskers (goden die de mens kan bemeesteren id vorm van dieren)
HET ONTSTAAN VAN HET WESTERS THEATER: ARISTOTELES
Aristoteles is de eerste grote theoreticus over het theater
➔ Beaamt het ontstaan van het Griekse theater binnen een religieuze context
- Tragedie ontstaat uit de rituele literaire vorm, dithyrambe: koorzang ter ere van
Dionysos
- Wordt opgevoerd door 50 jonge mannen in kring
- Verhaalt gebeurtenissen over eer & glorie van Dionysos
• De eerste acteur zou dan de koorleider zijn
eerste naam voor acteur = hypokritès = de antwoorder
gaat de beurtzang dirigeren/organiseren
wordt steeds minder de voordrager van tekst, maar wordt steeds meer een
personage
verschuiving v epos (=puur verhalende element) naar drama (=toont wat er gebeurd)
• De koorleider gaat steeds meer attributen gebruiken (maskers + kostuums)
van acteur als antwoorder id koorzang tot acteur als vertolker van een personage
maskers als aanduiding van het personage
HET ONTSTAAN VAN HET WESTERS THEATER: DIONYSIA
De reconstructie van het ontstaan van het westers theater is moeilijk, maar de band tussen religie,
ritueel en theater blijft sterk!
De eerste theaterstukken waren onderdeel van bredere DIONYSIA FESTIVALS
- Grote festivals
- Ter ere van de God Dionysos
THEATER PARTHENON
- Lag net buiten de Akropolis
- Staat onder het religieuze en politieke machtscentrum (toont connectie!)