Mens onder spanning – hoorcollege 4
ADHD
ADHD:
- Veel prikkels → rap afgeleid → niet kunnen selecteren van prikkels
- Hyperactief
- Persoon komt voortdurend in de problemen
- Diagnose is moeilijk te stellen
- Vaak een verkeerde diagnose
- Bij jongens te veel vastgesteld, bij meisjes te weinig
Geschiedenis
Heinrich Hoffman
- Duitse arts en psychiater
- 1847
Duitse auteur van sprookjes (sprookjes met een moraliserend karakter, kinderen verwittigen voor
de gevolgen van hun slechte daden)
Hij is bekend van het boek “struwel peter” = kortverhalen over kinderen en hun gedragingen
→fragment “Philip, de onschuldige”
- Eerste keer dat ADHD in de literatuur kwam
- Voor 1800 was er geen beeld van ADHD → heeft te maken met de verwachtingen die
gesteld worden naar de kinderen (vroeger werd verwacht dat ze werken, later moesten ze
naar school en moesten ze stil zitten)
Maatschappij bepaald wat een stoornis is of niet → adhd is een stoornis omdat die niet past in
onze complexe samenleving
1
,G.F. Stills
- Engelse arts
- 1902: 20 kinderen
- Schets van het hyperactieve en impulsieve gedrag
- Ziektebeeld wordt voor het eerst omschreven
Kern: sommige kinderen slagen er niet in om gedrag te beheersen, hij zegt dat er een defect is bij
kinderen. Hij spreekt over niet niet willen, maar niet kunnen
George Bradley
- Arts
- 1937
- Inrichting voor moeilijke hanteerbare jongens
- Experiment met benzedrine, een stimulant
Kern: gedrag is beïnvloedbaar door medicatie → experiment toont dat aan
Verloop van jaren
Jaren ’20: encefalitis lethargica
Jaren ‘40
Term : Minimal Brain Damage : kleine beschadigingen in de hersenen.
Jaren ‘60
Term : Minimal Brain Dysfunction : geen beschadigingen meer, maar dysfuntioneren van
sommige hersendelen.
Jaren ’70 en ‘80
Termen ADD en ADHD, maar heel wat discussies tussen artsen.
Biologische factor of contextuele factoren?
Vanaf jaren ‘90
Neurobiologische hersenstoornis.
Ontwikkelingsstoornis.
MISVERSTAND 1: omgaan met de diagnose
Het is een stoornis die optreed in de kindertijd → het is dus een rijpingsprobleem (andere manier
van rijping van de hersenen), een ontwikkelingsstoornis
2
,Misverstanden die veel voorkomen:
- Het is niet dom zijn → zijn niet dom want halen niet perse minder op iq test, wel op
gewone toetsen (bv door minder concentratie in lessen)
- Het is niet stout zijn → ze horen je niet omdat ze met andere dingen bezig zijn (kunnen
geen 2 dingen tegelijk
- Het is niet ziek zijn → 200 jaar geleden was er geen probleem als het nog niet ‘bekend’
was
- Het is niet ‘niet willen’ → het is een vorm van niet kunnen
Vandaag nog steeds negatieve percepties verbonden aan de diagnose
Ouders opgelucht omdat het niet aan hun licht dat hun kind ander is
Kinderen opgelucht omdat ouders nu anders kijken naar hen
Belangrijk in een behandeling is hoe je kijkt naar de diagnose en hoe anderen kijken naar de
diagnose
Symptomatologie
Er zijn 2 types ADHD:
1. Onoplettend
2. Hyperactiviteit en impulsief
Symptomen van onoplettendheid
Er moeten minstens zes van de volgende symptomen gedurende minstens zes maanden
aanwezig zijn en niet passen bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Bij adolescenten en
volwassenen (17 jaar of ouder) zijn minstens vijf symptomen vereist:
- Slaagt er vaak niet in om voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos
fouten in schoolwerk, werk of andere activiteiten.
- Heeft vaak moeite om aandacht vast te houden bij taken of spelactiviteiten.
- Lijkt vaak niet te luisteren wanneer er rechtstreeks wordt gesproken.
- Volgt vaak instructies niet volledig op en slaagt er niet in om schoolwerk, klusjes of werk
af te maken (niet door oppositioneel gedrag of het niet begrijpen van instructies).
- Heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten
- Vermijdt vaak, heeft een afkeer van of is terughoudend in het uitvoeren van taken die
langdurige mentale inspanning vereisen (zoals schoolwerk of huiswerk).
- Verliest vaak dingen die nodig zijn voor taken of activiteiten (bijv. schoolspullen,
sleutels, boeken).
- Is vaak gemakkelijk afgeleid door externe prikkels.
- Is vaak vergeetachtig in dagelijkse activiteiten.
Veel ouders herkennen dit → niet altijd sprake van adhd (het is een ontwikkelingsstoorns, het is
tijdens het rijpingsproces, ieder kind heeft hier moeite mee maar sommige ontwikkelen sneller
dan anderen)
→Het is de minder zichtbare vorm
3
, Symptomen van hyperactiviteit en impulsiviteit
Ook hier moeten minstens zes van de volgende symptomen gedurende minstens zes maanden
aanwezig zijn, niet passend bij het ontwikkelingsniveau. Voor adolescenten en volwassenen (17
jaar of ouder) zijn minstens vijf symptomen vereist:
- Beweegt vaak onrustig met handen of voeten of draait in zijn/haar stoel.
- Staat vaak op in situaties waarin verwacht wordt dat men op zijn/haar plaats blijft zitten.
- Rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (bij adolescenten of
volwassenen kan dit beperkt zijn tot een gevoel van rusteloosheid).
- Kan vaak moeilijk rustig spelen of deelnemen aan ontspannende activiteiten.
- Is vaak "in de weer" of handelt alsof hij/zij "gedreven wordt door een motor."
- Praat vaak overmatig.
- Gooit vaak het antwoord eruit voordat de vraag is afgemaakt.
- Heeft vaak moeite om op zijn/haar beurt te wachten.
- Stoort vaak anderen of dringt zich op (bijv. mengt zich in gesprekken of spelletjes).
→Meer zichtbare vorm
4
ADHD
ADHD:
- Veel prikkels → rap afgeleid → niet kunnen selecteren van prikkels
- Hyperactief
- Persoon komt voortdurend in de problemen
- Diagnose is moeilijk te stellen
- Vaak een verkeerde diagnose
- Bij jongens te veel vastgesteld, bij meisjes te weinig
Geschiedenis
Heinrich Hoffman
- Duitse arts en psychiater
- 1847
Duitse auteur van sprookjes (sprookjes met een moraliserend karakter, kinderen verwittigen voor
de gevolgen van hun slechte daden)
Hij is bekend van het boek “struwel peter” = kortverhalen over kinderen en hun gedragingen
→fragment “Philip, de onschuldige”
- Eerste keer dat ADHD in de literatuur kwam
- Voor 1800 was er geen beeld van ADHD → heeft te maken met de verwachtingen die
gesteld worden naar de kinderen (vroeger werd verwacht dat ze werken, later moesten ze
naar school en moesten ze stil zitten)
Maatschappij bepaald wat een stoornis is of niet → adhd is een stoornis omdat die niet past in
onze complexe samenleving
1
,G.F. Stills
- Engelse arts
- 1902: 20 kinderen
- Schets van het hyperactieve en impulsieve gedrag
- Ziektebeeld wordt voor het eerst omschreven
Kern: sommige kinderen slagen er niet in om gedrag te beheersen, hij zegt dat er een defect is bij
kinderen. Hij spreekt over niet niet willen, maar niet kunnen
George Bradley
- Arts
- 1937
- Inrichting voor moeilijke hanteerbare jongens
- Experiment met benzedrine, een stimulant
Kern: gedrag is beïnvloedbaar door medicatie → experiment toont dat aan
Verloop van jaren
Jaren ’20: encefalitis lethargica
Jaren ‘40
Term : Minimal Brain Damage : kleine beschadigingen in de hersenen.
Jaren ‘60
Term : Minimal Brain Dysfunction : geen beschadigingen meer, maar dysfuntioneren van
sommige hersendelen.
Jaren ’70 en ‘80
Termen ADD en ADHD, maar heel wat discussies tussen artsen.
Biologische factor of contextuele factoren?
Vanaf jaren ‘90
Neurobiologische hersenstoornis.
Ontwikkelingsstoornis.
MISVERSTAND 1: omgaan met de diagnose
Het is een stoornis die optreed in de kindertijd → het is dus een rijpingsprobleem (andere manier
van rijping van de hersenen), een ontwikkelingsstoornis
2
,Misverstanden die veel voorkomen:
- Het is niet dom zijn → zijn niet dom want halen niet perse minder op iq test, wel op
gewone toetsen (bv door minder concentratie in lessen)
- Het is niet stout zijn → ze horen je niet omdat ze met andere dingen bezig zijn (kunnen
geen 2 dingen tegelijk
- Het is niet ziek zijn → 200 jaar geleden was er geen probleem als het nog niet ‘bekend’
was
- Het is niet ‘niet willen’ → het is een vorm van niet kunnen
Vandaag nog steeds negatieve percepties verbonden aan de diagnose
Ouders opgelucht omdat het niet aan hun licht dat hun kind ander is
Kinderen opgelucht omdat ouders nu anders kijken naar hen
Belangrijk in een behandeling is hoe je kijkt naar de diagnose en hoe anderen kijken naar de
diagnose
Symptomatologie
Er zijn 2 types ADHD:
1. Onoplettend
2. Hyperactiviteit en impulsief
Symptomen van onoplettendheid
Er moeten minstens zes van de volgende symptomen gedurende minstens zes maanden
aanwezig zijn en niet passen bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Bij adolescenten en
volwassenen (17 jaar of ouder) zijn minstens vijf symptomen vereist:
- Slaagt er vaak niet in om voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos
fouten in schoolwerk, werk of andere activiteiten.
- Heeft vaak moeite om aandacht vast te houden bij taken of spelactiviteiten.
- Lijkt vaak niet te luisteren wanneer er rechtstreeks wordt gesproken.
- Volgt vaak instructies niet volledig op en slaagt er niet in om schoolwerk, klusjes of werk
af te maken (niet door oppositioneel gedrag of het niet begrijpen van instructies).
- Heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten
- Vermijdt vaak, heeft een afkeer van of is terughoudend in het uitvoeren van taken die
langdurige mentale inspanning vereisen (zoals schoolwerk of huiswerk).
- Verliest vaak dingen die nodig zijn voor taken of activiteiten (bijv. schoolspullen,
sleutels, boeken).
- Is vaak gemakkelijk afgeleid door externe prikkels.
- Is vaak vergeetachtig in dagelijkse activiteiten.
Veel ouders herkennen dit → niet altijd sprake van adhd (het is een ontwikkelingsstoorns, het is
tijdens het rijpingsproces, ieder kind heeft hier moeite mee maar sommige ontwikkelen sneller
dan anderen)
→Het is de minder zichtbare vorm
3
, Symptomen van hyperactiviteit en impulsiviteit
Ook hier moeten minstens zes van de volgende symptomen gedurende minstens zes maanden
aanwezig zijn, niet passend bij het ontwikkelingsniveau. Voor adolescenten en volwassenen (17
jaar of ouder) zijn minstens vijf symptomen vereist:
- Beweegt vaak onrustig met handen of voeten of draait in zijn/haar stoel.
- Staat vaak op in situaties waarin verwacht wordt dat men op zijn/haar plaats blijft zitten.
- Rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (bij adolescenten of
volwassenen kan dit beperkt zijn tot een gevoel van rusteloosheid).
- Kan vaak moeilijk rustig spelen of deelnemen aan ontspannende activiteiten.
- Is vaak "in de weer" of handelt alsof hij/zij "gedreven wordt door een motor."
- Praat vaak overmatig.
- Gooit vaak het antwoord eruit voordat de vraag is afgemaakt.
- Heeft vaak moeite om op zijn/haar beurt te wachten.
- Stoort vaak anderen of dringt zich op (bijv. mengt zich in gesprekken of spelletjes).
→Meer zichtbare vorm
4