Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting - Crossculturele psychologie

Note
-
Vendu
-
Pages
80
Publié le
17-05-2025
Écrit en
2024/2025

Dit is een samenvatting van cross culturele psychologie gemaakt op basis van de powerpoints, het boek en eigen notities. er zitten regelmatig ook examenvragen in verwerkt.














Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
17 mai 2025
Nombre de pages
80
Écrit en
2024/2025
Type
Resume

Aperçu du contenu

CROSSCULTURELE PSYCHOLOGIE
Bachelor toegepaste psychologie




DEEL 1: GEBIEDSOMSCHRIJVING + METHODOLOGIE

1

,HOOFDSTUK 1: INLEIDING IN DE CROSSCULTURELE PSYCHOLOGIE

WAT IS CULTUUR?

= Cultuur is een door de gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen, ideeën, attitudes, gedragingen,
communicatiemiddelen en de producten ervan die van generatie op generatie worden overgeleverd.

Subjectieve cultuur= Hoe voelen de mensen zich in die cultuur?
Sociale
cultuur=
sociale
normen en
omgang

Materiaal
cultuur=
standbeelden,
eten, …


De menselijke natuur is wat elk mens heeft bij de geboorte.
Cultuur is specifiek voor groep en das aangeleerd.
Persoonlijkheid is een mengeling van beide.


KENMERKEN VAN EEN CULTUUR

1) CULTUUR IS GEDEELD
Voor cultuur is er een groep(je) nodig, je kan geen cultuur hebben in je eentje:
- Kan van heel klein zijn tot heel groot  zo zijn mensen lid van enorm veel verschillende culturen.
- Elke groep die iets gemeenschappelijks heeft, deelt een gemeenschappelijke cultuur.

Cultuur heeft betrekking op de zaken die ‘in meer of mindere mate’ worden gedeeld door een groep:
- Individuele verschillen binnen eenzelfde cultuur, ook de persoonlijkheid, levenservaring en de vele
andere groepen met hun eigen cultuur waar je deel van bent.

Ook culturele verschillen qua streng zijn  tight cultures (tradities zijn heel streng en moeten nageleefd
geworden) en Loose cultures (wel tradities maar is niet echt verplicht).

2) CULTUUR IS OVERGELEVERD
Cultuur is aangeleerd en niet iets dat we bij onze geboorte meekrijgen via de genen van onze ouders. Het gaat
over zaken die we doorheen ons leven leren. Het komt bovenop ‘de natuur’. Het gaat om kennis van hoe
mensen zich moeten gedragen en het waarom van dat gedrag. Cultuur is voorgeschreven gedrag, er wordt
iets van je verwacht.

Cultuur van een samenleving wordt via een levenslang leerproces van de ene op de andere generatie
overgedragen: het zogenaamde socialisatieproces.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen drie socialisaties:

PRIMAIRE SOCIALISATIE

= Socialisatie door directe familie. Onze ouders (of andere centrale zorgfiguren) leren ons bijvoorbeeld hoe ons te
gedragen, hoe om te gaan met anderen en hoe ons uit te drukken.

 Bv.: Amir krijgt de boodschap dat hij als oudste zoon voor zijn ouders, zus en jongere broer moet zorgen.

SECUNDAIRE SOCIALISATIE

= Het socialisatieproces vindt niet alleen plaats tijdens de opvoeding maar ook in de omgang met anderen
op de kleuterschool, de lagere en middelbare school, sportclubs, in de omgang met vrienden, op het werk.

 Bordieu ziet de school als grootste bron van socialisatie, vooral in de jongere jaren. We raken er vertrouwd
met (nieuwe) waarden, normen en gedragingen.
 Secundaire socialisatie vindt ook later plaats op der werkplek. Bv.: Neomy, na de uitleg dat ze te weinig
assertiviteit toonde tijdens het interview, bestaat de kans dat ze zal proberen om zich assertiever te tonen
op het werk.

TERTIAIRE SOCIALISATIE

2

,= socialisatie via (sociale) media zoals tv, spelletjes, internet of reclame.

 Het gaat vaker om onbewuste beïnvloeding dan om directe interactie of communicatie met anderen.
 Door (sociale) media leren we ook daaruit wat wordt verwacht of gestimuleerd in de samenleving.
Ook op die manier wordt er een bepaald cultuurpatroon overgedragen en kan het worden
geïnternaliseerd: het wordt deel van wie we zijn.
 Bv.: infuencers

Enculturatie= cultuuroverdracht in de tijd.
Acculturatie= cultuuroverdracht in geografische en sociale ruimte (bv: verhuizen naar ander land).

3) CULTUUR IS DYNAMISCH
Cultuur is dynamisch en verandert over de tijd.
 Bv.: communicatiemiddelen, vroeger kon je alleen met iemand op afstand communiceren door een brief te
sturen, nu is elke persoon bereikbaar met één snelle klik.

Cultuur verandert via mensen, dus er is een constante wederkerigheid: Cultuur heeft invloed op ons via
socialisatie maar wij beïnvloeden ook de cultuur.

 Zeker in grotere groepen zoals de cultuur van een samenleving gaan zo’n cultuurveranderingen
geleidelijk en traag.
 Bepaalde gebeurtenissen kunnen dit proces versnellen. Bv.: komst van Covid-19-virus

Veranderingen zijn adaptief= cultuur is de aanpassing van de menselijke soort op ecologische, sociopolitieke en
biologische factoren.

WAT IS CROSS CULTURELE PSYCHOLOGIE

Crossculturele psychologie= de wetenschappelijke studie van gelijkenissen en verschillen in het menselijk
psychologisch functioneren in verschillende culturele groepen, daarbij onderzoekend hoe ons denken, voelen
en doen beïnvloed wordt door een culturele context.

In hoeverre beïnvloedt cultuur ons denken, voelen en handelen?

We zien dat bij het beantwoorden van deze vraag twee benaderingen zijn die elk een heel ander standpunt
innemen: het absolutisme en relativisme.

- Absolutisme (universalisme): De menselijke psychologie blijft universeel hetzelfde over culturen heen
en wordt niet beïnvloed door cultuur.
 Culturele verschillen worden gezien als ‘ruis’ daarop.
 Sensorische, motorische functies. Bv.: Marie test voor kleurenblindheid.
 Functies vanaf jonge leeftijd. Bv.: objectpermanentie, kinderen weten niet dat het object er nog is
als dat verstopt is.
 Zeer abstracte functies. Bv.: taalontwikkeling (universeel)
 Kritiek: wat met vele betekenisvolle culturele variatie?

- Relativisme (omgekeerde van absolutisme): Cultuur heeft een enorm grote invloed op onze
psychologie en menselijk denken, voelen en gedrag pas begrepen kan worden binnen de context
van de cultuur waarin het zich afspeelt (er bestaat geen contextvrij gedrag).
 Bv.: numerisch redeneren door te tellen op je vingers.
 Over de culturen heen hebben we veel gemeen.

 Kritiek:
 Zijn we dan te verschillend om te kunnen interageren?
 Algemene morele standaarden en wetgevingen?
 Niet te vergeten dat we over culturen heen ook enorm veel gemeen hebben.

 Crossculturele psychologie is een mix tussen beiden.

De waarheid ligt meestal ergens in het midden: mensen over de hele wereld zijn op vele manieren
gelijkaardig, maar tegelijkertijd beïnvloedt de cultuur waarin ze opgroeien wel hun psychologie op betekenisvolle
manieren.



DE GESCHIEDENIS VAN CROSSCULTURELE PSYCHOLOGIE

Antropologie heeft bijgedragen aan crossculturele psychologie ook basispersoonlijkheid en nationale karakters.



3

,A long past…

- 1850 Völkerpsychologie mens in relatie tot gewoonten en gebruiken van de samenleving.
- Wundt (1916) "Where deliberate experimentation ends is where history has experimented on the behalf of
psychologists. “
- Antropologie bv Rivers: waarneming bij bewoners van Papua Nieuw-Guinea.
- 1940-1950 basispersoonlijkheid en nationale karakters.

…but only a short history

- Vanaf 1960-1970 bloeide crosscultureel psychologisch onderzoek met specifieke wetenschappelijke
tijdschriften.

WAAROM IS CROSSCULTURELE PSYCHOLOGIE BELANGRIJK

Daar zijn drie belangrijke redenen voor:

1) Veel van onze kennis over de menselijke psychologie is gebaseerd op ‘WEIRD’ steekproeven.

WEIRD is een acroniem dat staat voor:
- W= western
- E= educated
- I= Industrialized
- R= rich
- D= democratic

Onderzoek van Arnett

> 4000 onderzoek papers gepubliceerd tussen 1988-2007. Arnett ging na wie de deelnemers in de beschreven
studies waren. Wat bleek:

Deelnemers:
- 95%: VS, Europa en Engelssprekende landen (bv. Australië)
- MAAR deze landen omvatten slecht 12% van de wereldbevolking!
- 68% VS, waarvan 2/3 undergraduate students


 De meeste deelnemers in psychologisch onderzoek zijn dus geschoolde mensen uit westerse,
geïndustrialiseerde, rijke en democratische samenleving.

 De onderzoekers vonden dat er wereldwijd een aanzienlijke variatie was in die psychologische gebieden, en
dat de psychologie van WEIRD-deelnemers vaker uitzondering dan de norm was: het kan dus niet worden
gezien als representatief voor de gehele mensheid.

2) Door te leren over andere culturen, leer je ook meer over je eigen cultuur.

Dit is belangrijk om etnocentrisme tegen te gaan, dat is de houding waarbij de eigen omgeving, het
eigen volk of de eigen cultuur bewust of onbewust als maatstaf gebruikt wordt om de rest van de wereld te
beoordelen of vooroordelen. Vanuit een etnocentrische houding ga je je eigen referentiekader als het juiste
zien en dat van een ander als abnormaal.


3) Als toekomstige psychologisch consulent of psycholoog zal je in contact komen met mensen
die verschillende culturele achtergronden hebben dan jij.




HOOFDSTUK 2: THEORETISCH KADER EN KWALITATIEVE ONDERZOEKSMETHODEN


4

,SAMENSTELLING VAN DE STEEKPROEF

A. Welke culturen ga je bestuderen?
B. Welke deelnemers ga je bestuderen in die culturen?


VOLLEDIG ASELECT
- Random, willekeurig en toevallig
- Het bekijken van verspreiding kenmerken over culturen/personen zonder een duidelijk
verwachtingspatroon.

Bv.: relatietevredenheid:

 Culturen: willekeurig 20 landen selecteren.
 Deelnemers: willekeurig voor elke cultuur 500 koppels selecteren.


GESTRATIFICEERD ASELECT
- Culturen/personen opdelen in subpopulaties met een vooraf bedachte systematiek, o.b.v. theoretische
veronderstellingen.
- Binnen die populaties kan je aselect trekken.

Bv.: relatietevredenheid:

 Culturen: vergelijken van cultuur met persoonlijke partnerkeuze VS-cultuur met gearrangeerde huwelijken.
 Deelnemers: per cultuur 10 koppels in strata pas getrouwd en dan zo per 10 jaar dus 10 koppels in strata
10 jaar, …


CONVENIECE SAMPLING
- Betekent: gemak
- Culturen en personen die je gemakkelijk kan bereiken of die zelf interesse hebben in het thema.

Bv.: relatietevredenheid

 Culturen: vergelijken van 8 landen waar ik collega’s vond die interesse hebben om mee te doen.
 Deelnemers: ouders van een bepaalde school, koppels die reageren op een advertentie of flyer, studenten
via course credits.

De keuze kan verschillend zijn voor de selectie culturen en selectie deelnemers.

Wees je bewust van elke keuze en welke invloed die kan hebben op je resultaten en conclusies.

 Alles is heel generaliseerbaarheid. (Cf. les 1: veel onderzoek in psychologie is ‘WEIRD’.)
 Vergelijkbaarheid: deelnemersgroep moet gelijkaardig zijn in de verschillende culturen.

Bv.:


Cultuur A Cultuur B


X = 3.21 X = 5.09
Nadenken over de dood
Bereik [1, 5] Bereik [2, 7]


X = 6.22 X = 2.83
Impulsief gedrag
Bereik [3, 7] Bereik [1, 4]


X = 36.71 X = 52.19
Leeftijd
Bereik [18, 55] Bereik [37, 69]




5

, ONDERSCHEID KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE METHODEN EN WAAROM NODIG

In de psychologie wordt een belangrijk onderscheid gemaakt tussen 2 grote soorten onderzoek die gebruik
maken van verschillende systematische procedures van waarnemen: kwalitatieve en kwantitatieve procedures
of methoden.


KWALITATIEF ONDERZOEK
Kwalitatieve methoden hebben met elkaar gemeen dat ze:

- Perspectief van de onderzochte zelf in kaart willen brengen.
- ‘Rijke’ data zonder al te vaste structuur of vooraf bepaalde selectie.
- Die data meestal verzamelen in een natuurlijke setting om zo de omgeving in rekening brengen.


KWANTITATIEF ONDERZOEK
Kwantitatieve methoden hebben met elkaar gemeen dat ze:

- Waarnemingen vatten in cijfers: ‘kwantificeren’.
- Alleen waarnemingen doen binnen vooraf gespecificeerd kader waarbij bepaalde antwoordmogelijkheden
vastliggen en op voorrand worden gekoppeld aan cijfers.
- Veelal data verzamelen in meer ‘gecontroleerde settings’ zoals een onderzoekslabo.

Kader met verschillen


Kwalitatief Kwantitatief



Open, verkennend Gesloten: wat je gaat meten ligt vast.



Hoe, wat, waarom? Hoeveel verschil, samenhang?


Kleinere steekproef (tijdsintensief) Grotere steekproef




Analytische interpretatie van Statistische test van gelijkenis/verschil
gelijkenis/verschil



DE EMPIRISCHE CYCLUS




CROSSCULTUREEL ONDERZOEK NAAR GELUK EN WELZIJN
- Sinds jaren 1960: happiness polls (= korte vragenlijsten)
- Belangrijke vragen:
 Wat betekent geluk en welzijn in verschillende landen?
6
€8,96
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
r1034105

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
r1034105 Thomas More Hogeschool
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
2
Membre depuis
1 année
Nombre de followers
0
Documents
3
Dernière vente
2 semaines de cela

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions