Samenvatting Fiscale wetgeving KMO UCLL [MKM56a]

Fiscale wetgeving
Definitie “belasting”
Definitie “belasting”

Geen wettelijke definitie, wel een interpretatie

Een belasting bestaat uit 4 elementen:

1. Rechtsband  Juridische relatie waaruit verplichtingen ontstaan voor
belastingplichtige (dwingend karakter)
2. Tussen “overheid” en “belastingplichtige”  wie is overheid en wie is
belastingplichtige zie art. 170 GW
3. Heffing of prestatie 
4. Doel: openbare uitgaven financieren

Scheiding der machten:

1. Wetgevende macht  parlement en is verkozen
2. Uitvoerende macht  regering bestaat uit koning en ministers
3. Rechterlijke macht  rechtbanken en hoven

Wie mag belastingen heffen?

A. Federale overheid.
- Meest uitgebreide fiscale bevoegdheid
- Wel beperkt door verdragen en wetten

Belangrijkste federale belastingen:

- BTW
- Inkomstenbelastingen: personenbelasting, vennootschapsbelasting,
rechtspersonenbelasting en belasting der niet-inwoners
B. Regionale overheden.
Bestaat uit gemeenschappen en gewesten

3 categorieën: autonome regionale belastingbevoegdheid, toegewezen … en
toegewezen fiscale opbrengst

1. Autonome reg. Bel.:
- Art. 170 GW
- Deelstaten hebben volledige autonomie over hun streek
- Belasting en bijkomende elementen wordt door hun bepaald

Vb. Vlaams-Gewest heft op afvalstoffen en het lozen van afvalwater dus
federaal kunnen ze hier geen belasting op heffen. En deelstaten geen
belasting op voorwerp die deel uitmaakt van de staat

2. Toegewezen regionale belastingbevoegdheid:
- Oneigenlijke regionale belastingen art. 3 BFW GW p258

, o Ingevoerd door federale overheid maar opbrengst + regelgeving
voor deelstaten art. 4 BFW
- Gewestelijke aanvullende belastingen op PB
o Opcentiemen op federale PB
o Opcentiemen = belastingen die een lagere overheid heft op een
hogere overheid
3. Toegewezen fiscale opbrengst art. 6 BFW
- Regelgeving bevoegdheid: federaal
- Opbrengst: regionaal
C. Provincies en gemeenten
- Mogen alles binnen hun territorium belasten Tenzij dit federaal verboden
is
- Wat mag niet codex 3 WIB p3385



Andere overheidsinkomsten

1. Retributies = vergoeding voor dienstverlening van overheid zoals
huisvuilophaling, tolgeld…
 Rechtstreekse tegenprestatie
2. Parafiscale bijdrage = inkomsten van de sociale zekerheid
- Is verplicht
- RSZ wordt gebruikt voor pensioenen, werkeloosheidsuitkering,
ziektevergoeding …




Functies van belastingen


1. Financiële functie
- Meest essentiële functie
- Belangrijkste bron van inkomen voor overheid
2. Economische functie

 Belastingheffing met sterke invloed op de economie zoals:

- Btw van zonnepanelen verlagen zodat meer mensen dit gingen plaatsen
- Extra bijdragen voor mensen die collectief werden ontslaan zodat bedrijven
dit minder snel gaan doen
3. Sociale functie

,  Herverdeling d.m.v. belastingen tot een herverdeling van vermogens en
fortuinen
- Bv progressieve belastingstelsels, lagere btw op noodzakelijke goederen




Grondwettelijke voorschriften


Legaliteitsbeginsel (art. 170 GW)

“Geen belasting zonder wet”




Gevolg 1:

- Wat duidelijk is mag niet geïnterpreteerd worden
- Indien toch, moet eerst uitgegaan worden van dezelfde tekst
- Wanneer interpretatie geen uitkomst biedt  overgaan naar historische
interpretatie
- Nog steeds niet duidelijk dan moet in voordeel belastingplichtige

Gevolg 2: onmogelijkheid afwijking fiscale wet

- Gebonden bevoegdheid fiscale administratie
o Administratie mag niet afwijken van wettekst
o Mag geen voorwaarden toevoegen of wet milderen
- Geen overeenkomsten met administratie over rechtskwesties
o Wat mag wel? Overeenkomst over feitenkwesties = voorafgaande
beslsisingen
o Overeenkomst over hoe de fiscale wet toepassen in specifieke
situaties die nog geen uitwerking hebben
o Door rulingcommissie of Dienst voorafgaande beslissingen

Eenjaarigheidsbeginsel of annualiteitsbeginsel (art. 171 GW)

- Begroting moet elk jaar opnieuw goed gekeurd worden