Samenvatting hoofdstuk 37

H37 Vraagzijde reeel en monetair
1. Moet de overheid stabiliseren?
2. Hoe stabiliseert de overheid
3. Procyclisch en anticyclisch
4. Komt de overheid te laat?
5. Langetermijneffecten




RBC: Real Business Cycle Theory
1. Moet de overheid stabiliseren?
 Klassieke redenering
o Rationele agenten (werknemers, ondernemers,…) + flexibele marktwerking

 Conjunctuurschommelingen door het antwoord van rationale agenten
op schokken (in lonen, prijzen, intrestvoet…)
 Meer of minder werken/produceren als uurloon wijzigt
 Gebaseerd op rationele afweging (hoogconjunctuur & laagconjunctuur
ontstaan niet door prijsrigiditeit of -flexibiliteit  maar doordat zich een
schok voordoet (mensen kiezen ervoor om in bepaalde periodes meer
te werken en in andere minder)
 Markten (kapitaalmarkt, verzekeringsmarkt…) werken goed
o Overheid kan evenwicht verstoren, kan de allocatie niet verbeteren

 Ricardiaanse equivalentie!
 Weet de overheid het wel beter? Komt ze niet te laat?
Rol overheid: focus op LT doelen, niet KT schokken (juiste omgeving creëren voor
technologische vooruitgang,…)  beperkte focus op conjunctuurcycli!