Hoofdstuk 21: Ongelijkheid & herverdeling
1. Beoordeling van ongelijkheid
2. Hoe ongelijkheid meten?
3. Armoede
4. Herverdelingsbeleid
1. Inkomensverdeling
• In de kern van het publieke debat
• ‘Rechtvaardige’ inkomensverdeling aan grondslag van stabiele samenleving
o Inkomen uit arbeid
o Inkomen uit kapitaal (rente, dividenden)
Stel twee marken met zelfde job
Distributief probleem:
Bv. Gelijke kansen voor mensen met niet Belgische achtergrond? Betaalbare
kinderopvang? De maximumfactuur in ziekenhuizen? …
Leidt tot welvaartsverlies
Loonkloof = bruto-uurloon &
verschil tss mannen & vrouwen,
uitgedrukt in loon voor mannen
Jaarloon is hoger (21%: verschil
tss mannen & vrouwen), want
vrouwen werken i/h algemeen nog steeds minder dan mannen → meer tijd voor gezinnen →
gaan maar deeltijds werken (8% = uurloon)
2. Inleiding
̶ Uitkomst van marktwerking
o Verdeling van inkomens, vermogens…
o Toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, arbeidsmarkt,…
̶ Wordt als ongelijk beoordeeld, onrechtvaardig = moreel oordeel
o Dus: niet gebaseerd op welvaartsverlies (!)
̶ Ingreep van de overheid
o Gelijker verdelen / rechtvaardiger maken → welke ingreep?
▪ ‘Ex ante’: voor de markt gaat werken → gelijke toegang tot het
onderwijs voor iedereen
▪ ‘Ex post’: als inkomens zijn verdiend (na werking macht) →
herverdeling d.m.v. inkomensbelastingen
, 3. Gelijkheid van kansen (equality of opportunity)
• Bepalende factoren van uitkomst (bvb inkomensverschillen):
o Inspanningen (individu wordt verantwoordelijk gehouden)
o Omstandigheden (individu wordt niet verantwoordelijk gehouden), bv.
etnische origine, socio-economische achtergrond,…
• Twee intuïties over rechtvaardigheid:
Mensen met verschillende omstandigheden moeten dezelfde uitkomst hebben
o Uitkomstverschillen door omstandigheden: beschouwd als verwerpelijk
o (compensatieprincipe = verschillende omstandigheden → zelfde
uitkomst)
Mensen die evenveel inspanning leveren moeten zelfde uitkomst hebben
o Verschillen door verschillende inspanningen: beschouwd als aanvaardbaar
o (beloningsprincipe = wie hard werkt, moet veel verdienen)
4. Waarom aandacht voor ongelijkheid?
• Rawls / the veil of ignorance (hypothese voorkeuren)
o Verzekeringsargument = kiezen voor zekerheid
o Risico-aversie bij mensen => herverdeling (gelijke samenleving)
1) Bevrediging van normen over gelijkheid Maatschappelijke voorkeur voor
2) Individuen moeten gelijk behandeld worden gelijkere (inkomens)verdeling
3) Armoede kan leiden tot criminaliteit
4) Ondermijning allocatieve efficiëntie Verbetering van de allocatieve
efficiëntie
5) Armen hebben minder toegang tot opleiding, leningen,… Ongelijkheid ondermijnt
6) Te beperkte investering in menselijk kapitaal economische
(talent wegsmijten) → nt optimaal benutten v/ potentieel ontwikkeling
Te extreme ongelijkheid? ’rijken’ hebben controle over leven van ‘armen’
5. Ongelijkheid in vele vormen
• Inkomen
o Uurloon? Maandloon? Jaarinkomen? Levensinkomen?
o Verdeling over gezinsleden? Voor of na belastingen?
• Vermogen
• Toegang tot gezondheidszorg, schooling, …
• ...
1. Beoordeling van ongelijkheid
2. Hoe ongelijkheid meten?
3. Armoede
4. Herverdelingsbeleid
1. Inkomensverdeling
• In de kern van het publieke debat
• ‘Rechtvaardige’ inkomensverdeling aan grondslag van stabiele samenleving
o Inkomen uit arbeid
o Inkomen uit kapitaal (rente, dividenden)
Stel twee marken met zelfde job
Distributief probleem:
Bv. Gelijke kansen voor mensen met niet Belgische achtergrond? Betaalbare
kinderopvang? De maximumfactuur in ziekenhuizen? …
Leidt tot welvaartsverlies
Loonkloof = bruto-uurloon &
verschil tss mannen & vrouwen,
uitgedrukt in loon voor mannen
Jaarloon is hoger (21%: verschil
tss mannen & vrouwen), want
vrouwen werken i/h algemeen nog steeds minder dan mannen → meer tijd voor gezinnen →
gaan maar deeltijds werken (8% = uurloon)
2. Inleiding
̶ Uitkomst van marktwerking
o Verdeling van inkomens, vermogens…
o Toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, arbeidsmarkt,…
̶ Wordt als ongelijk beoordeeld, onrechtvaardig = moreel oordeel
o Dus: niet gebaseerd op welvaartsverlies (!)
̶ Ingreep van de overheid
o Gelijker verdelen / rechtvaardiger maken → welke ingreep?
▪ ‘Ex ante’: voor de markt gaat werken → gelijke toegang tot het
onderwijs voor iedereen
▪ ‘Ex post’: als inkomens zijn verdiend (na werking macht) →
herverdeling d.m.v. inkomensbelastingen
, 3. Gelijkheid van kansen (equality of opportunity)
• Bepalende factoren van uitkomst (bvb inkomensverschillen):
o Inspanningen (individu wordt verantwoordelijk gehouden)
o Omstandigheden (individu wordt niet verantwoordelijk gehouden), bv.
etnische origine, socio-economische achtergrond,…
• Twee intuïties over rechtvaardigheid:
Mensen met verschillende omstandigheden moeten dezelfde uitkomst hebben
o Uitkomstverschillen door omstandigheden: beschouwd als verwerpelijk
o (compensatieprincipe = verschillende omstandigheden → zelfde
uitkomst)
Mensen die evenveel inspanning leveren moeten zelfde uitkomst hebben
o Verschillen door verschillende inspanningen: beschouwd als aanvaardbaar
o (beloningsprincipe = wie hard werkt, moet veel verdienen)
4. Waarom aandacht voor ongelijkheid?
• Rawls / the veil of ignorance (hypothese voorkeuren)
o Verzekeringsargument = kiezen voor zekerheid
o Risico-aversie bij mensen => herverdeling (gelijke samenleving)
1) Bevrediging van normen over gelijkheid Maatschappelijke voorkeur voor
2) Individuen moeten gelijk behandeld worden gelijkere (inkomens)verdeling
3) Armoede kan leiden tot criminaliteit
4) Ondermijning allocatieve efficiëntie Verbetering van de allocatieve
efficiëntie
5) Armen hebben minder toegang tot opleiding, leningen,… Ongelijkheid ondermijnt
6) Te beperkte investering in menselijk kapitaal economische
(talent wegsmijten) → nt optimaal benutten v/ potentieel ontwikkeling
Te extreme ongelijkheid? ’rijken’ hebben controle over leven van ‘armen’
5. Ongelijkheid in vele vormen
• Inkomen
o Uurloon? Maandloon? Jaarinkomen? Levensinkomen?
o Verdeling over gezinsleden? Voor of na belastingen?
• Vermogen
• Toegang tot gezondheidszorg, schooling, …
• ...