OPVOEDINGSONDERSTEUNING
1 Wat is opvoeding
Opvoeden als transactioneel proces
- Een proces in een ruime sociale context
- Belangrijke actoren
o Kind: welke variabelen zijn er bij het kind?
o Opvoeder: wie kan opvoeder zijn? Wat zijn de variabelen?
o Omgeving: netwerk van relaties/maatschappij waarin we leven/omstandigheden
1.1 Balansmodel van Bakker
1.2 Praktijkmodel van Hellinkx
Opvoeden = een complex fenomeen
- We doen het gewoon en het gebeurt grotendeels
onbewust
- Slechts 20% bewust
- Soms worden we pas bewust als het moeilijk loopt
De kern van opvoeden = samenleven
- Dagdagelijks samenleven van kinderen en ouders
- Continu en complex proces
1.3 Ouderschapstheorie van Alice van der Pas
Visie van Alice rond ouderbegeleiding
- Je helpt kinderen door je ook e richten op de ouders, ze te begrijpen in hun ouderschap en ze
bij de problemen die zij ervaren in de opvoeding van hun kinderen te begeleiden
- Ouderschap is een zware taak en een complex gegeven waar steun en waardering van de
brede samenleving en steun vanuit de naaste omgeving erg nodig zijn
- We moeten ouders niet met de vinger wijzen maar hen steunen en trachten te begrijpen in
deze complexiteit en het continue proces dat opvoeden is
3 aannames die ons helpen om als begeleider verbinding te maken – aanhaken met ouders
1) ALLE OUDERS WILLEN HET BESTE VOOR KUN KIND
Ook al staat het gedrag van ouders haaks op de waarden van de begeleider, toch moet elke
hulpverlener ervan uitgaan dat iedere ouder het beste wil en de beste bedoelingen heeft voor zijn of
1
,haar kind. Ouders willen bij professionals het gevoel krijgen dat ze het juiste doen dat ze goede
ouders zijn en willen zo worden bekeken. Een hulpverlener die ouders dat gevoel niet kan geven,
komt tegenover de ouders te staan en verliest de verbinding
2) OUDERSCHAP MAAKT KWETSBAAR
Aangezien iedere ouder een diep verlangen heeft goed te willen doen voor zijn kind maakt hem dat
erg kwetsbaar. Het is namelijk niet haalbaar en realistisch om altijd alles goed te doen en vlekkeloos
te laten verlopen. Dit maakt het ouderschap bij voorbaat kwetsbaar wat kan leiden tot gevoelens van
schuld en schaamte. Ons bewust zijn van deze kwetsbaarheid helpt ons professionals om respectvol
en constructief ouders te benaderen om deze kwetsbare thema’s te bespreken
3) OUDERS ZIJN EINDVERANTWOORDELIJK
De ouder is eigenaar van de situatie en opdrachtgever voor de professional. Dat betekent dat een
professional altijd aansluit bij wat de ouder belangrijk vindt voor zijn kind. Er zijn ouderlijke waarden
en normen en daar trachten we bij aan te sluiten. Een professional kan in het proces dat de ouder
doormaakt een toegevoegde waarde zijn door hem in het ouderschap gerust te stellen en een stukje
met hem mee te lopen en indien nodig te helpen om terug grip of zicht op de situatie te krijgen
Van der pas introduceert het buffermodel: er is een ouderlijke werkvloer die door buffers beschermd
wordt tegen ongunstige omstandigheden
Het werk van ouders bestaat uit
- Het reguleren van de eigen emoties
- Basisvaardigheden
- Zicht krijgen op behoeftes en emoties van het kind
- Verzorgen
- Veiligheid en structuur bieden
- Bekrachtigen
- Grenzen trekken
De omstandigheden: die een gunstige of ongunstig invloed uitoefenen
- Woonst
- Sociale economische situatie
- Inkomen/werkzekerheid
- Factoren eigen aan het kind
- Sociaal netwerk
- Migratie
- Scheiding/NSG
- Samenleving en haar verwachtingen
- Buurt, stad, platte land
- Psychiatrische problemen
- Verslaving
Buffermodel – bufferdenken die de veerkracht vormen van ouders en beschermen tegen ongunstige
omstandigheden, je kan ze vergelijken met een immuunsysteem: bij ongunstige omstandigheden
komen de buffers in actie
1) BUFFER 1: SOLIDAIRE GEMEENSCHAP
Steun die ouders ervaren uit de gemeenschap
- Een gemeenschap die een bijdrage van ouderschap en de complexiteit van ouderschap
begrijpt en onderkent
- Een samenleving die inzet op diensten, voorzieningen, expertise en deze ter beschikking stelt
2) BUFFER 2: DE GOEDE TAAKVERDELING
Steun die ouders ervaren bij elkaar op ouderlijke werkvloer en bij het netwerk
2
, - Sociale steun die ouders ervaren rond hen: informele netwerk
- De manier waarop ouders de taken verdelen op de ouderlijke werkvloer
- Waar vinden ouders steun in hun netwerk rond hun ouderschap
3) BUFFER 3: DE METAPOSITIE
Mogelijkheid van ouders om te reflecteren op eigen handelen
- Zo krijgen ouders zicht op effect van eigen handelen op hun kind
- Inzicht krijgen op wat er gebeurt op de ouderlijke werkvloer
- Zo kan de ouder zijn opvoedingsvaardigheden aanpassen
Dit is wat veel ouderbegeleiders doen met ouders: hen helpen om boven het dagelijkse gedoe uit te
stijgen en van daaruit het gebeuren op de werkvloer evalueren, alternatieven tegen elkaar afwegen,
conclusies trekken
4) BUFFER 4: DE GOED OUDER ERVARING
Ervaringen die ouders het gevoel geven een competente ouder te zijn, een goed genoeg ouder, een
volwaardige ouder, het gevoel dat ze ertoe doen
- Ouders helpen zicht krijgen op wat nog goed gaat
- Dat ze niet alleen zijn in het ervaren van last en complexiteit
- Dat het niet perfect hoeft te zijn
2 Wat is opvoedingsondersteuning
2.1 Definitie
Opvoedingsondersteuning is een brede waaier van praktijken die ouders en opvoedings-
verantwoordelijken steunen bij het opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren
2.2 Uitgangspunten
- Laagdrempelige ondersteuning
- Ouders centraal
- Van en voor alle gezinnen
- Empowerment
- Een positief beeld
- Methodisch werken
2.3 Doelgroep
Progressief universalisme: opvoedingsondersteuning richt zich tot alle gezinnen onafhankelijk van de
gezinsvorm of situatie
- Niet hetzelfde doen voor iedereen, maar aanbod aanpassen naargelang de noden
- Niet enkel de focus op het gezin als leefomgeving, maar ook andere leefsituaties waar
kinderen jongeren opgroeien spelen immers een belangrijke rol
2.4 Functies
1) INFORMATIE EN VOORLICHTING
Vervult een belangrijke rol bij het wegnemen van opvoedingsonzekerheid bij ouders
- Bevestigende of verrijkende informatie
- Helpt ouders om beslissingen te nemen
3
, 2) PRAKTISCHE PEDAGOGISCHE OF INSTRUMENTELE STEUN
Ter beschikking stellen van
- Diensten: babysit, kinderopvang, oppas zieke kinderen,…
- Materiaal: spelotheek, uitleendienst, ruilhoekje,…
- Opvoedkundige documentatie: in bib, vidotheek,…
3) BEVORDERING SOCIALE SAMENHANG EN ZELFHULP
Sociale steun
- Beschermende factor: verhoogt de draagkracht
- Contacten met familie, vrienden, buren
- Vertrouwdheid met de buurt
- Lokale sleutel- of brugfiguren inzetten
- Ontmoetingsplaatsen creëren
- De aanwezigheid van informele sociale steunbronnen in kaart brengen en ouders stimuleren
om die aan te spreken
- Ondersteuning bieden op plaatsen waar opvoedingsverantwoordelijken reeds komen
4) EMOTIONELE STEUN
- Luisterend oor
- Tonen van betrokkenheid
- Uiten van respect, waardering en begrip
- Het bieden van bevestiging
- Hierdoor gaan ouders zich zekerder voelen in de opvoeding
5) SIGNALISERING, VROEGTIJDIGE ONDERKENNING EN VERWIJZING
- Detectie van zwaardere opvoedings- en ontwikkelingsproblemen (bvb vroegdetectie
kinderopvang)
- Doorverwijzing
o Naar opvoedingswinkel, kind en gezin, training vaardigheden
o Naar meer intensieve, gespecialiseerde hulp
6) PEDAGOGISCH ADVIES EN LICHT AMBULANTE ONDERSTEUNING
- Opvoedingsspanning: een duidelijke vraag om advies of begeleiding bij de aanpak van
bepaald probleemgedrag of bij het hanteren van een pedagogische situatie
- Steun en advies om de opvoedingssituatie te verbeteren
- Licht ambulante begeleiding: kortdurende begeleiding bij de uitvoering van een bepaald
advies, de toepassing van een vaardigheid of aanpak
- Laagdrempelige, kortdurende ondersteuning
- Individueel of in groep
7) MEER INTENSIEVE LAAGDREMPELIGE HULP
Opvoedingsondersteuning: staat open voor alle ouders met vragen bij het dagelijks opvoeden
Opvoedingshulp: richt zich tot ouders met vragen die een intensieve specifieke aanpak vergen
3 Beleid
Preventieve gezinsondersteuning: het domein dat zich richt op preventieve ondersteuning van
gezinnen kinderen op vlak van opvoeding, gezondheid en psychosociale ondersteuning. Dit is te
onderscheiden van de hulpverlening door de laagdrempeligheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid en
lagere intensiteit. Op het vlak van gezondheid onderscheidt het zich van de curatie.
4
1 Wat is opvoeding
Opvoeden als transactioneel proces
- Een proces in een ruime sociale context
- Belangrijke actoren
o Kind: welke variabelen zijn er bij het kind?
o Opvoeder: wie kan opvoeder zijn? Wat zijn de variabelen?
o Omgeving: netwerk van relaties/maatschappij waarin we leven/omstandigheden
1.1 Balansmodel van Bakker
1.2 Praktijkmodel van Hellinkx
Opvoeden = een complex fenomeen
- We doen het gewoon en het gebeurt grotendeels
onbewust
- Slechts 20% bewust
- Soms worden we pas bewust als het moeilijk loopt
De kern van opvoeden = samenleven
- Dagdagelijks samenleven van kinderen en ouders
- Continu en complex proces
1.3 Ouderschapstheorie van Alice van der Pas
Visie van Alice rond ouderbegeleiding
- Je helpt kinderen door je ook e richten op de ouders, ze te begrijpen in hun ouderschap en ze
bij de problemen die zij ervaren in de opvoeding van hun kinderen te begeleiden
- Ouderschap is een zware taak en een complex gegeven waar steun en waardering van de
brede samenleving en steun vanuit de naaste omgeving erg nodig zijn
- We moeten ouders niet met de vinger wijzen maar hen steunen en trachten te begrijpen in
deze complexiteit en het continue proces dat opvoeden is
3 aannames die ons helpen om als begeleider verbinding te maken – aanhaken met ouders
1) ALLE OUDERS WILLEN HET BESTE VOOR KUN KIND
Ook al staat het gedrag van ouders haaks op de waarden van de begeleider, toch moet elke
hulpverlener ervan uitgaan dat iedere ouder het beste wil en de beste bedoelingen heeft voor zijn of
1
,haar kind. Ouders willen bij professionals het gevoel krijgen dat ze het juiste doen dat ze goede
ouders zijn en willen zo worden bekeken. Een hulpverlener die ouders dat gevoel niet kan geven,
komt tegenover de ouders te staan en verliest de verbinding
2) OUDERSCHAP MAAKT KWETSBAAR
Aangezien iedere ouder een diep verlangen heeft goed te willen doen voor zijn kind maakt hem dat
erg kwetsbaar. Het is namelijk niet haalbaar en realistisch om altijd alles goed te doen en vlekkeloos
te laten verlopen. Dit maakt het ouderschap bij voorbaat kwetsbaar wat kan leiden tot gevoelens van
schuld en schaamte. Ons bewust zijn van deze kwetsbaarheid helpt ons professionals om respectvol
en constructief ouders te benaderen om deze kwetsbare thema’s te bespreken
3) OUDERS ZIJN EINDVERANTWOORDELIJK
De ouder is eigenaar van de situatie en opdrachtgever voor de professional. Dat betekent dat een
professional altijd aansluit bij wat de ouder belangrijk vindt voor zijn kind. Er zijn ouderlijke waarden
en normen en daar trachten we bij aan te sluiten. Een professional kan in het proces dat de ouder
doormaakt een toegevoegde waarde zijn door hem in het ouderschap gerust te stellen en een stukje
met hem mee te lopen en indien nodig te helpen om terug grip of zicht op de situatie te krijgen
Van der pas introduceert het buffermodel: er is een ouderlijke werkvloer die door buffers beschermd
wordt tegen ongunstige omstandigheden
Het werk van ouders bestaat uit
- Het reguleren van de eigen emoties
- Basisvaardigheden
- Zicht krijgen op behoeftes en emoties van het kind
- Verzorgen
- Veiligheid en structuur bieden
- Bekrachtigen
- Grenzen trekken
De omstandigheden: die een gunstige of ongunstig invloed uitoefenen
- Woonst
- Sociale economische situatie
- Inkomen/werkzekerheid
- Factoren eigen aan het kind
- Sociaal netwerk
- Migratie
- Scheiding/NSG
- Samenleving en haar verwachtingen
- Buurt, stad, platte land
- Psychiatrische problemen
- Verslaving
Buffermodel – bufferdenken die de veerkracht vormen van ouders en beschermen tegen ongunstige
omstandigheden, je kan ze vergelijken met een immuunsysteem: bij ongunstige omstandigheden
komen de buffers in actie
1) BUFFER 1: SOLIDAIRE GEMEENSCHAP
Steun die ouders ervaren uit de gemeenschap
- Een gemeenschap die een bijdrage van ouderschap en de complexiteit van ouderschap
begrijpt en onderkent
- Een samenleving die inzet op diensten, voorzieningen, expertise en deze ter beschikking stelt
2) BUFFER 2: DE GOEDE TAAKVERDELING
Steun die ouders ervaren bij elkaar op ouderlijke werkvloer en bij het netwerk
2
, - Sociale steun die ouders ervaren rond hen: informele netwerk
- De manier waarop ouders de taken verdelen op de ouderlijke werkvloer
- Waar vinden ouders steun in hun netwerk rond hun ouderschap
3) BUFFER 3: DE METAPOSITIE
Mogelijkheid van ouders om te reflecteren op eigen handelen
- Zo krijgen ouders zicht op effect van eigen handelen op hun kind
- Inzicht krijgen op wat er gebeurt op de ouderlijke werkvloer
- Zo kan de ouder zijn opvoedingsvaardigheden aanpassen
Dit is wat veel ouderbegeleiders doen met ouders: hen helpen om boven het dagelijkse gedoe uit te
stijgen en van daaruit het gebeuren op de werkvloer evalueren, alternatieven tegen elkaar afwegen,
conclusies trekken
4) BUFFER 4: DE GOED OUDER ERVARING
Ervaringen die ouders het gevoel geven een competente ouder te zijn, een goed genoeg ouder, een
volwaardige ouder, het gevoel dat ze ertoe doen
- Ouders helpen zicht krijgen op wat nog goed gaat
- Dat ze niet alleen zijn in het ervaren van last en complexiteit
- Dat het niet perfect hoeft te zijn
2 Wat is opvoedingsondersteuning
2.1 Definitie
Opvoedingsondersteuning is een brede waaier van praktijken die ouders en opvoedings-
verantwoordelijken steunen bij het opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren
2.2 Uitgangspunten
- Laagdrempelige ondersteuning
- Ouders centraal
- Van en voor alle gezinnen
- Empowerment
- Een positief beeld
- Methodisch werken
2.3 Doelgroep
Progressief universalisme: opvoedingsondersteuning richt zich tot alle gezinnen onafhankelijk van de
gezinsvorm of situatie
- Niet hetzelfde doen voor iedereen, maar aanbod aanpassen naargelang de noden
- Niet enkel de focus op het gezin als leefomgeving, maar ook andere leefsituaties waar
kinderen jongeren opgroeien spelen immers een belangrijke rol
2.4 Functies
1) INFORMATIE EN VOORLICHTING
Vervult een belangrijke rol bij het wegnemen van opvoedingsonzekerheid bij ouders
- Bevestigende of verrijkende informatie
- Helpt ouders om beslissingen te nemen
3
, 2) PRAKTISCHE PEDAGOGISCHE OF INSTRUMENTELE STEUN
Ter beschikking stellen van
- Diensten: babysit, kinderopvang, oppas zieke kinderen,…
- Materiaal: spelotheek, uitleendienst, ruilhoekje,…
- Opvoedkundige documentatie: in bib, vidotheek,…
3) BEVORDERING SOCIALE SAMENHANG EN ZELFHULP
Sociale steun
- Beschermende factor: verhoogt de draagkracht
- Contacten met familie, vrienden, buren
- Vertrouwdheid met de buurt
- Lokale sleutel- of brugfiguren inzetten
- Ontmoetingsplaatsen creëren
- De aanwezigheid van informele sociale steunbronnen in kaart brengen en ouders stimuleren
om die aan te spreken
- Ondersteuning bieden op plaatsen waar opvoedingsverantwoordelijken reeds komen
4) EMOTIONELE STEUN
- Luisterend oor
- Tonen van betrokkenheid
- Uiten van respect, waardering en begrip
- Het bieden van bevestiging
- Hierdoor gaan ouders zich zekerder voelen in de opvoeding
5) SIGNALISERING, VROEGTIJDIGE ONDERKENNING EN VERWIJZING
- Detectie van zwaardere opvoedings- en ontwikkelingsproblemen (bvb vroegdetectie
kinderopvang)
- Doorverwijzing
o Naar opvoedingswinkel, kind en gezin, training vaardigheden
o Naar meer intensieve, gespecialiseerde hulp
6) PEDAGOGISCH ADVIES EN LICHT AMBULANTE ONDERSTEUNING
- Opvoedingsspanning: een duidelijke vraag om advies of begeleiding bij de aanpak van
bepaald probleemgedrag of bij het hanteren van een pedagogische situatie
- Steun en advies om de opvoedingssituatie te verbeteren
- Licht ambulante begeleiding: kortdurende begeleiding bij de uitvoering van een bepaald
advies, de toepassing van een vaardigheid of aanpak
- Laagdrempelige, kortdurende ondersteuning
- Individueel of in groep
7) MEER INTENSIEVE LAAGDREMPELIGE HULP
Opvoedingsondersteuning: staat open voor alle ouders met vragen bij het dagelijks opvoeden
Opvoedingshulp: richt zich tot ouders met vragen die een intensieve specifieke aanpak vergen
3 Beleid
Preventieve gezinsondersteuning: het domein dat zich richt op preventieve ondersteuning van
gezinnen kinderen op vlak van opvoeding, gezondheid en psychosociale ondersteuning. Dit is te
onderscheiden van de hulpverlening door de laagdrempeligheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid en
lagere intensiteit. Op het vlak van gezondheid onderscheidt het zich van de curatie.
4