Begrippen Financiële Rapportering
en Analyse:
H5: Liquiditeit
Liquiditeitsbuffer, de mate waarin LT werkmiddelen
((im)materiële VA, FVA, …) gefinancierd worden met LT
NBK
financieringsmiddelen (permanent vermogen= EV + VVLT) en
dus indien mog. een overschot te hebben om AVLA te dekken
Behoefte aan een liquiditeitsbuffer, mate waarin er spontane
BBK
financiering is.
Tijdens cyclus genoeg financiële middelen hebben om AK/
BCB geproduceerd goed voor te financieren (kost te maken zonder
opbrengst gehad te hebben van verkoop goed)
Middelen om bedrijfscyclische behoeften te financieren, alle
BCM
niet- financiële schulden op KT
Je ‘schulden’ die je nog niet betaald hebt, zijn genoeg om je
behoeften mee te dekken
Stel: aankoop grondstoffen= €100 & leveranciersschulden €100: sprake van spontane
financiering. Maar stel: AK GS= €150 & lev. S= €100 je hebt behoefte aan €50 ‘opleggen’/
Spontane financiering je hebt nood aan kapitaal om te kunnen werken= werkkapitaal (NBK). Dus als je €1000 in
vorderingen hebt en €500 in schulden. Moet je €1000 kunnen voorfinancieren (want je hebt
deze nog niet ontvangen) maar je hebt maar €500 aan middelen ter beschikking (dit zijn
vrije middelen die je kan gebruiken om deze KT behoeften te dekken). Er is hier dus geen
spontane financiering.
De verhouding tussen de behoefte aan werkkapitaal en de
NT
beschikbare liquiditeitsbuffer.
Liquiditeitsratio’s:
CR Hoeveel keer een onderneming door middel van de
geldmiddelen die vrijkomen uit haar aangepast vlottende
activa in staat is al haar schulden op korte termijn af te
, lossen/te financieren
Hoeveel keer de onderneming door middel van de
geldmiddelen die vrijkomen uit haar beperkte vlottende
ATR/QR
activa in staat is al haar schulden op korte termijn (schulden
kleiner dan 1 jaar) af te lossen/te financieren
Beperkte vlottende activa AVLA zonder voorraden en overlopende rekeningen
Hoeveel keer voorraad gemiddeld verkocht wordt in een
Voorraadrotatie
bepaalde periode.
Geeft aan hoeveel keer handelsvorderingen gedurende een
Rotatie bepaalde periode worden omgezet in cash of in nieuwe
handelsvorderingen
handelsvorderingen (hence ‘vernieuwen’).
Geef aan hoeveel keer handelsschulden gedurende bepaalde
Rotatie handelsschuld periode worden betaald of omgezet in nieuwe
handelsvorderingen (hence ‘vernieuwen’).
Aantal dagen Gemiddelde tijdsduur die tussen het ontstaan en de inning
klantenkrediet van het klantenkrediet zit
Aantal dagen Gemiddeld aantal dagen tussen AK en betaling
handelsschuld (HG,GS,HS,DDG)
Exploitatiecyclus Behoefte aan bedrijfskapitaal (BBK)
Aantal dagen dat verloopt tussen de betaling van je
Kascyclus
leveranciers en de inning van je vorderingen
H6: Kasstroomanalyse
Operationele kasstroom: de mate waarin er meer/minder
OKS geld naar buiten/ binnen stroomt door operationele
activiteiten
Investeringskasstroom: mate waarin er meer/minder naar
IKS buiten/binnen stroomt door investeringsactiviteiten. Er zijn
meer/minder investeringen gedaan dan desinvesteringen.
FKS Financiële kasstroom: mate waarin er meer/minder naar
en Analyse:
H5: Liquiditeit
Liquiditeitsbuffer, de mate waarin LT werkmiddelen
((im)materiële VA, FVA, …) gefinancierd worden met LT
NBK
financieringsmiddelen (permanent vermogen= EV + VVLT) en
dus indien mog. een overschot te hebben om AVLA te dekken
Behoefte aan een liquiditeitsbuffer, mate waarin er spontane
BBK
financiering is.
Tijdens cyclus genoeg financiële middelen hebben om AK/
BCB geproduceerd goed voor te financieren (kost te maken zonder
opbrengst gehad te hebben van verkoop goed)
Middelen om bedrijfscyclische behoeften te financieren, alle
BCM
niet- financiële schulden op KT
Je ‘schulden’ die je nog niet betaald hebt, zijn genoeg om je
behoeften mee te dekken
Stel: aankoop grondstoffen= €100 & leveranciersschulden €100: sprake van spontane
financiering. Maar stel: AK GS= €150 & lev. S= €100 je hebt behoefte aan €50 ‘opleggen’/
Spontane financiering je hebt nood aan kapitaal om te kunnen werken= werkkapitaal (NBK). Dus als je €1000 in
vorderingen hebt en €500 in schulden. Moet je €1000 kunnen voorfinancieren (want je hebt
deze nog niet ontvangen) maar je hebt maar €500 aan middelen ter beschikking (dit zijn
vrije middelen die je kan gebruiken om deze KT behoeften te dekken). Er is hier dus geen
spontane financiering.
De verhouding tussen de behoefte aan werkkapitaal en de
NT
beschikbare liquiditeitsbuffer.
Liquiditeitsratio’s:
CR Hoeveel keer een onderneming door middel van de
geldmiddelen die vrijkomen uit haar aangepast vlottende
activa in staat is al haar schulden op korte termijn af te
, lossen/te financieren
Hoeveel keer de onderneming door middel van de
geldmiddelen die vrijkomen uit haar beperkte vlottende
ATR/QR
activa in staat is al haar schulden op korte termijn (schulden
kleiner dan 1 jaar) af te lossen/te financieren
Beperkte vlottende activa AVLA zonder voorraden en overlopende rekeningen
Hoeveel keer voorraad gemiddeld verkocht wordt in een
Voorraadrotatie
bepaalde periode.
Geeft aan hoeveel keer handelsvorderingen gedurende een
Rotatie bepaalde periode worden omgezet in cash of in nieuwe
handelsvorderingen
handelsvorderingen (hence ‘vernieuwen’).
Geef aan hoeveel keer handelsschulden gedurende bepaalde
Rotatie handelsschuld periode worden betaald of omgezet in nieuwe
handelsvorderingen (hence ‘vernieuwen’).
Aantal dagen Gemiddelde tijdsduur die tussen het ontstaan en de inning
klantenkrediet van het klantenkrediet zit
Aantal dagen Gemiddeld aantal dagen tussen AK en betaling
handelsschuld (HG,GS,HS,DDG)
Exploitatiecyclus Behoefte aan bedrijfskapitaal (BBK)
Aantal dagen dat verloopt tussen de betaling van je
Kascyclus
leveranciers en de inning van je vorderingen
H6: Kasstroomanalyse
Operationele kasstroom: de mate waarin er meer/minder
OKS geld naar buiten/ binnen stroomt door operationele
activiteiten
Investeringskasstroom: mate waarin er meer/minder naar
IKS buiten/binnen stroomt door investeringsactiviteiten. Er zijn
meer/minder investeringen gedaan dan desinvesteringen.
FKS Financiële kasstroom: mate waarin er meer/minder naar