Samenvatting Arbeid en bevalling 1

ARBEID & BEVALLING 1
Bachelor in de vroedkunde, Artesis Plantijn Hogeschool
2018 – 2019, Leerjaar 1

,Inhoud
Week 1
- Sophie Rimaux: CTG
- Yannic Van Gils: Psychologische veranderingen tijdens de arbeid
- Inge Meyvis: Onderzoeksvraag opstellen aan de hand van PICO
- Brigitte Bernaerts: Verloskundige diagnostiek en methodiek
- Brigitte Bernaerts: Arbeid, fysiologie ontsluitingfase
- Brigitte Bernaerts: Partogram en voorbereiding zwangere
- Brigitte Bernaerts: Pijn, gedrag en begeleiding ontsluitingsfase

Week 2
- Powerpoint presentatie Brigitte Bernaerts : Baringskanaal
- Powerpoint presentatie Brigitte Bernaerts : Foetaal caput
- Powerpoint presentatie Brigitte Bernaerts : Baring en baringsmechanisme
- Powerpoint presentatie Brigitte Bernaerts : geboorte placenta

Extra materiaal:
- KCE richtlijnen

Week 3
• Els Driessen Anatomie vd borst, eerste aanleggen, skin-to-skin
- Bert De Groote: De neonatale aanpassing
- Brigitte Bernaerts : Controle en Onderzoek placenta
- Brigitte Bernaerts : Omgaan met baringspijn
- Yannic Van Gils: Psychologische veranderingen tijdens de bevalling

Extra materiaal:
- Maaginhoud van de baby
- Anatomie van de borst
- Psychologische veranderingen tijdens de bevalling

Week 4
- Giovanna Gooris: Het onmiddellijke postpartum
- Bert De Groote: Klinisch onderzoek en opvang neonaat, Warmtehuishouding
- Inge Meyvis: Booleaanse Operatoren en opstellen van een zoekboom

Extra materiaal:
• Skin to skin

,Week 1 De fysiologische arbeid in de tweede lijn
CTG
Sophie Rimaux, 22-10-2018

Periodieke (intermitterende) auscultatie: Doptone
Doptone vanaf 12 weken (maar meestal vanaf 14 weken)
- Wordt elk kwartier a 20 min gebruikt

CTG = Cardio Toco Grafie
Cardio (foetale hartactiviteit) Toco (maternele contracties) Grafie (schrijven)
Doel CTG: Beoordelen van de foetale conditie tijdens zwangerschap en arbeid (Hypoxie)
- In week 24-26 wordt het aangelegd
- Eerst wordt de handgrepen van leopold toegepast om het hart te zoeken
- Wordt alleen gebruikt tijdens pathologie
→CTG staat voor CardioTocoGrafie. Bij een uitwendige CTG-registratie (hartfilmpje) krijg je 2 banden
om je buik. Met deze 2 banden worden de harstslag van de baby en de weeën activiteit van de
baarmoeder geregistreerd.

Normale hartfrequentie gedurende de zwangerschap (hoef je niet te kennen)
• Deze stijgt progressief in het begin van de zwangerschap
✓ 110 bpm op 5-6 weken
✓ 170 bpm op 9-10 weken
• Nadien volgt een daling.
✓ 155 bpm op 20 weken
✓ 140 bpm op 30 weken
✓ 135 bpm à term

Interpretatie CTG: FIGO-richtlijnen
Wat is belangrijk?
- Plaats beide doppen goed voor een duidelijke registratie
- Duur: minstens een half uur voor een interpretatie
- Doe de CTG nooit af als de tonen niet goed zijn (laatste 15 min moeten goed zijn)
- Interpretatie: er zijn vijf zaken die je moet interpreteren:
1. Basis hartfrequentie
2. Acceleraties (versnelling)
3. Deceleraties (verlangzaming)
4. Variabiliteit (schommeling tussen de ritmes)
5. Registratie van contracties

, Signaalkwaliteit:
- Zorg dat er een goede registratie komt
- Nooit gokken!!


Basishartfrequentie:
- Gemiddelde FHF bij registratie die vrij stabiel is
- Gedurende een periode van 10 minuten
- Uitsluiting van acceleraties en deceleraties (tussen 110 en 150
slagen per minuut)
Binnen de witte zone
- Waarden i.f.v. een voldragen foetus



Variabiliteit
- Slag-tot-slag variaties (freq. kan schommelen, variatie is veel
groter dan bij volwassenen)
- Bandbreedte (twee rode lijntjes bij bovenste en onderste punt
variatie -> ) wordt gebruikt als maatstaf voor hartslagvariabiliteit
- Kan veranderen in de loop van de tijd (slaap ↔ activiteit)
Baby mag max 40 min slapen (geen variatie dus max 40 min)
- Normaal = tussen 5-25 slagen per minuut
- Variabiliteit (verschil tussen de slagen) is anders dan basis
hartfreq.(alle slagen per minuut)