(200300004)
1
,Literatuur samenvatting Familiesociologie .................................................................................... 1
The educational gradient in marriage: a comparison of 25 European countries .................................. 3
Why do lower educated people seperate more often? Life straints and the gradient in union dissolution
...............................................................................................................................................10
When does gender trump money? Bargaining and time in household work .......................................15
Are children barriers to the gender revolution? International comparisons .......................................20
The relationship between religion and intergenerational solidarity in Eastern and Western Germany...27
Socioeconomic differences in informal caregiving in Europe ..........................................................32
Education, gender, and cohort fertility in the Nordic countries ........................................................37
Gender equity in theories of fertility transition ...............................................................................44
The stability of same-sex cohabitation, different-sex cohabitation, and marriage ..............................50
Family forerunners? Parental seperation and partnership formation in 16 countries .........................59
2
, The educational gradient in marriage: a comparison of 25
European countries
Kalmijn, 2013
Abstract
Eerder onderzoek suggereerde dat er in de Verenigde Staten een nieuw huwelijkspatroon
is ontstaan, waarbij trouwen steeds meer een voorrecht wordt van hoger opgeleiden. Dit
artikel onderzoekt of dit ook geldt voor Europa en kijkt naar verschillen in dit patroon
tussen 25 Europese landen, met behulp van multilevelmodellen. De focus ligt op de
kans om tijdens de midlife (leeftijd 40–49 jaar) in een huwelijk of samenwoonrelatie te
leven. De multilevelanalyses laten zien dat de richting en sterkte van dit patroon
afhangen van de maatschappelijke context. In landen met traditionele genderrollen zijn
hoger opgeleide vrouwen minder vaak getrouwd dan lager opgeleide vrouwen; in landen
met meer gendergelijkheid zijn hoger opgeleide vrouwen juist vaker getrouwd. Bij
mannen is er in traditionele landen geen duidelijk effect van opleiding op de kans om te
trouwen, maar naarmate de genderrollen gelijkwaardiger worden, neemt de kans toe dat
hoger opgeleide mannen getrouwd zijn. Ook ongelijkheid binnen een samenleving
beïnvloedt dit patroon: als de economische ongelijkheid tussen opleidingsgroepen groot
is, zijn hoger opgeleide mannen vaker getrouwd dan lager opgeleide mannen. Over het
algemeen suggereren de resultaten dat er in meer ontwikkelde landen sprake kan zijn
van een opeenstapeling van sociale en economische nadelen voor mensen met een
lagere opleiding.
Inleiding
Onderzoek in de VS wijst dat vrouwen tegenwoordig vaker in een huwelijk leven dan lager
opgeleiden. Dit komt doordat hoger opgeleiden vaker überhaupt trouwen en doordat ze
tegenwoordig minder vaak scheiden.
Er is echter minder bewijs voor dit patroon in andere ontwikkelde landen. Dit artikel
onderzoekt verschillen in opleidingsgroepen in de kans om in een huwelijk (of
samenwoonrelatie) te leven in 25 Europese landen. De focus ligt op mannen en vrouwen
tussen de 40 en 49 jaar in de jaren 2000. Twee onderzoeksvragen staan centraal:
1. Is er in Europa sprake van een positieve relatie tussen opleiding en huwelijk?
2. Zijn er verschillen tussen Europese landen in de richting en sterkte van dit
patroon?
Relevantie: gehuwde mensen hebben een betere mentale en fysieke gezondheid en
leven langer dan mensen die nooit trouwen of gescheiden zijn en niet hertrouwen. Zij
ervaren meer welzijn en minder eenzaamheid dan alleenstaanden en ze krijgen meer
steun van volwassen kinderen. Het huwelijk heeft dus belangrijke implicaties voor
ongelijkheid in de moderne samenleving. Als opleiding positieve effecten heeft op de
kans om te trouwen, wijst dat op een opstapeling van nadelen voor lager opgeleiden.
3
, Achtergrond en hypotheses
Dit artikel richt zich op argumenten die niet alleen verklaren hoe opleiding het huwelijk
beïnvloedt, maar ook helpen om hypotheses te formuleren over contextuele verschillen
in dit effect. Daartoe baseert dit artikel zich op hypotheses over arbeidsonzekerheid van
mannen, de economische afhankelijkheid van vrouwen, rolverdeling binnen het huwelijk
en concurrentie op de relatiemarkt. Bij het toepassen van deze hypotheses wordt op
twee kenmerken van de sociale context gefocust:
- De mate van genderscheiding in een samenleving
- De mate van opleidingsongelijkheid
Genderscheiding in rollen
Economische interpretatie van opleiding
In Europa zijn er twee soorten landen:
- Traditionele landen (Italië, Spanje)
→ Mannen en vrouwen hebben binnen het huwelijk verschillende rollen: de
mannen richten zich op betaald werk en vrouwen op huishoudelijke taken en
kinderzorg.
- Gendergelijkwaardige landen (Zweden, Denemarken)
→ De lonen van vrouwen zijn hoger en vrijwel alle gehuwde vrouwen werken
buitenshuis. Mannen verdienen echter nog steeds meer dan vrouwen.
In traditionele landen zullen hoger opgeleide mannen eerder trouwen dan lager
opgeleide mannen, aangezien zij de kostwinnaar zijn en dus een voordeel hebben op de
relatiemarkt. Tegelijkertijd zullen hoger opgeleide vrouwen minder geneigd zijn om te
trouwen, omdat zij minder economische noodzaak voelen om te trouwen en wellicht
ook minder wens.
In gendergelijke samenlevingen worden de economische vooruitzichten van mannen
minder bepalend voor de kans om te trouwen als vrouwen ook bijdragen aan het
gezinsinkomen. Een stel kan tijdelijk leven van het inkomen van de vrouw, wat het voor
de man makkelijker maakt om bijvoorbeeld werkloos te zijn/ te experimenteren met zijn
baan. Ook zullen mannen steeds meer gaan concurreren om de economische middelen
van vrouwen op de relatiemarkt waardoor de huwelijkskansen van hoger opgeleide
vrouwen verbeteren ten opzichte van lager opgeleide vrouwen. Bovendien is de wens
voor hen tot trouwen toegenomen omdat huwelijk en carrière beter te combineren zijn.
Hypothese
Het positieve effect van opleiding op het huwelijk wordt zwakker naarmate de
genderrollen gelijkwaardiger zijn. Evenzo wordt het negatieve effect van opleiding op het
huwelijk bij vrouwen minder sterk in gelijkwaardige samenlevingen.
Culturele perspectieven
Hoger opgeleide mannen hebben vaker een egalitaire houding ten aanzien van
genderrollen en nemen meer deel aan de zorg voor kinderen wat hen aantrekkelijker op
de relatiemarkt in gendergelijke samenlevingen maakt. Ook zouden huwelijken van
hoger opgeleide mannen stabieler zijn. Dit suggereert dat het effect van opleiding bij
mannen juist toeneemt naarmate genderrollen gelijkwaardiger worden.
4