Begrippenlijst Economie
Hoofdstuk 1: Welvaart en Marktevenwicht
Begrip Definitie
Twee netekenissen:
1. De economie:
Het geheel van productie en consumptie waarbij gezin,
bedrijf en overheid wisselwerken binnen een systeem van
schaarste, met als doel goederen en diensten te verdelen
Economie en te gebruiken.
2. Economische wetenschappen:
De studie van hoe mensen rationele keuzes maken bij
schaarste, met focus op welvaart, en het analyseren van
economische beslissingen en hun gevolgen via modellen
en methoden.
De toestand waarbij de beschikbare middelen (zoals
arbeid, kapitaal en milieu) onvoldoende zijn om aan alle
Schaarste menselijke behoeften te voldoen. Schaarste impliceert dat
keuzes noodzakelijk zijn. Schaars is niet hetzelfde als
zeldzaam.
De mate waarin mensen hun behoeften kunnen bevredigen
met schaarse middelen. Welvaart verwijst vooral naar
Welvaart
materiële en economische aspecten zoals inkomen,
consumptie en bezit.
Een ruimer begrip dan welvaart, dat naast materiële ook
Welzijn immateriële factoren omvat zoals gezondheid, geluk,
sociale relaties, veiligheid en milieu.
De totale waarde van alle finale goederen en diensten die
Bruto binnenlands
in een land in één jaar worden geproduceerd. Het is een
product (BBP)
belangrijke indicator voor economische activiteit.
Het BBP gedeeld door het aantal inwoners van een land.
BBP per hoofd Het geeft een gemiddelde economische output per
persoon weer.
, Een economisch systeem waarbij de productiemiddelen in
Kapitalisme privébezit zijn en economische beslissingen gedreven
worden door het winstmotief en marktwerking.
De wijze waarop schaarse middelen worden verdeeld over
Allocatie verschillende aanwendingen. In een markteconomie
gebeurt dit meestal via het prijsmechanisme.
Een mechanisme waarbij kopers en verkopers elkaar
ontmoeten om goederen en diensten te verhandelen. De
Markt
prijs wordt gevormd door de interactie tussen vraag en
aanbod.
De hoeveelheid van een goed of dienst die consumenten
Vraag bereid zijn te kopen tegen verschillende prijzen, binnen een
bepaalde periode.
Een economische wet die stelt dat, ceteris paribus, de
Wet van de vraag gevraagde hoeveelheid van een goed afneemt als de prijs
stijgt en toeneemt als de prijs daalt.
Een term die betekent "onder gelijkblijvende
omstandigheden". Wordt gebruikt om de invloed van één
Ceteris paribus
variabele te analyseren zonder dat andere variabelen
veranderen.
Een grafische weergave van de relatie tussen de prijs van
Vraagcurve een goed of dienst en de gevraagde hoeveelheid,
gewoonlijk dalend.
Een verschuiving van de vraagcurve naar rechts, wat
Vraagtoename betekent dat bij elke prijs een grotere hoeveelheid gevraagd
wordt.
Een verschuiving van de vraagcurve naar links, wat
Vraagafname betekent dat bij elke prijs een kleinere hoeveelheid
gevraagd wordt.
Als de prijs van het ene goed stijgt, stijgt de vraag naar het
Substitutiegoederen
andere goed.
, Goederen die samen geconsumeerd worden. Als de prijs
Complementaire
van het ene goed daalt, stijgt de vraag naar het andere
goederen
goed.
De hoeveelheid van een goed of dienst die producenten
Aanbod bereid zijn te verkopen tegen verschillende prijzen, binnen
een bepaalde periode.
Een economische wet die stelt dat, ceteris paribus, de
Wet van het aanbod aangeboden hoeveelheid van een goed stijgt als de prijs
stijgt en daalt als de prijs daalt.
Een grafische voorstelling van het verband tussen de prijs
Aanbodcurve
en de aangeboden hoeveelheid, meestal stijgend.
De situatie waarin de gevraagde hoeveelheid gelijk is aan
Marktevenwicht de aangeboden hoeveelheid. Op dit punt is er geen neiging
tot prijsverandering.
De prijs waarbij de gevraagde en aangeboden hoeveelheid
Evenwichtsprijs
aan elkaar gelijk zijn. Dit is de marktprijs bij evenwicht.
De hoeveelheid goederen of diensten die verhandeld wordt
Evenwichtshoeveelheid
bij de evenwichtsprijs.
Het principe dat markten uit zichzelf naar een evenwicht
Zelfregulerend
neigen zonder tussenkomst van de overheid, zolang er geen
mechanisme
externe verstoringen zijn.
Nut per bijkomende eenheid die wordt aangekocht (bij
Grensnut
meeste producten is die dalend).
Hoofdstuk 2: Economische Toolbox
Begrip Definitie
De noodzaak om een keuze te maken tussen twee of meer
alternatieven omdat middelen beperkt zijn. Het kiezen voor
Afruil (trade-off)
meer van het ene betekent automatisch minder van het andere.
Verschil met opportuniteitskost: De keuze zelf tussen alternatieven
Hoofdstuk 1: Welvaart en Marktevenwicht
Begrip Definitie
Twee netekenissen:
1. De economie:
Het geheel van productie en consumptie waarbij gezin,
bedrijf en overheid wisselwerken binnen een systeem van
schaarste, met als doel goederen en diensten te verdelen
Economie en te gebruiken.
2. Economische wetenschappen:
De studie van hoe mensen rationele keuzes maken bij
schaarste, met focus op welvaart, en het analyseren van
economische beslissingen en hun gevolgen via modellen
en methoden.
De toestand waarbij de beschikbare middelen (zoals
arbeid, kapitaal en milieu) onvoldoende zijn om aan alle
Schaarste menselijke behoeften te voldoen. Schaarste impliceert dat
keuzes noodzakelijk zijn. Schaars is niet hetzelfde als
zeldzaam.
De mate waarin mensen hun behoeften kunnen bevredigen
met schaarse middelen. Welvaart verwijst vooral naar
Welvaart
materiële en economische aspecten zoals inkomen,
consumptie en bezit.
Een ruimer begrip dan welvaart, dat naast materiële ook
Welzijn immateriële factoren omvat zoals gezondheid, geluk,
sociale relaties, veiligheid en milieu.
De totale waarde van alle finale goederen en diensten die
Bruto binnenlands
in een land in één jaar worden geproduceerd. Het is een
product (BBP)
belangrijke indicator voor economische activiteit.
Het BBP gedeeld door het aantal inwoners van een land.
BBP per hoofd Het geeft een gemiddelde economische output per
persoon weer.
, Een economisch systeem waarbij de productiemiddelen in
Kapitalisme privébezit zijn en economische beslissingen gedreven
worden door het winstmotief en marktwerking.
De wijze waarop schaarse middelen worden verdeeld over
Allocatie verschillende aanwendingen. In een markteconomie
gebeurt dit meestal via het prijsmechanisme.
Een mechanisme waarbij kopers en verkopers elkaar
ontmoeten om goederen en diensten te verhandelen. De
Markt
prijs wordt gevormd door de interactie tussen vraag en
aanbod.
De hoeveelheid van een goed of dienst die consumenten
Vraag bereid zijn te kopen tegen verschillende prijzen, binnen een
bepaalde periode.
Een economische wet die stelt dat, ceteris paribus, de
Wet van de vraag gevraagde hoeveelheid van een goed afneemt als de prijs
stijgt en toeneemt als de prijs daalt.
Een term die betekent "onder gelijkblijvende
omstandigheden". Wordt gebruikt om de invloed van één
Ceteris paribus
variabele te analyseren zonder dat andere variabelen
veranderen.
Een grafische weergave van de relatie tussen de prijs van
Vraagcurve een goed of dienst en de gevraagde hoeveelheid,
gewoonlijk dalend.
Een verschuiving van de vraagcurve naar rechts, wat
Vraagtoename betekent dat bij elke prijs een grotere hoeveelheid gevraagd
wordt.
Een verschuiving van de vraagcurve naar links, wat
Vraagafname betekent dat bij elke prijs een kleinere hoeveelheid
gevraagd wordt.
Als de prijs van het ene goed stijgt, stijgt de vraag naar het
Substitutiegoederen
andere goed.
, Goederen die samen geconsumeerd worden. Als de prijs
Complementaire
van het ene goed daalt, stijgt de vraag naar het andere
goederen
goed.
De hoeveelheid van een goed of dienst die producenten
Aanbod bereid zijn te verkopen tegen verschillende prijzen, binnen
een bepaalde periode.
Een economische wet die stelt dat, ceteris paribus, de
Wet van het aanbod aangeboden hoeveelheid van een goed stijgt als de prijs
stijgt en daalt als de prijs daalt.
Een grafische voorstelling van het verband tussen de prijs
Aanbodcurve
en de aangeboden hoeveelheid, meestal stijgend.
De situatie waarin de gevraagde hoeveelheid gelijk is aan
Marktevenwicht de aangeboden hoeveelheid. Op dit punt is er geen neiging
tot prijsverandering.
De prijs waarbij de gevraagde en aangeboden hoeveelheid
Evenwichtsprijs
aan elkaar gelijk zijn. Dit is de marktprijs bij evenwicht.
De hoeveelheid goederen of diensten die verhandeld wordt
Evenwichtshoeveelheid
bij de evenwichtsprijs.
Het principe dat markten uit zichzelf naar een evenwicht
Zelfregulerend
neigen zonder tussenkomst van de overheid, zolang er geen
mechanisme
externe verstoringen zijn.
Nut per bijkomende eenheid die wordt aangekocht (bij
Grensnut
meeste producten is die dalend).
Hoofdstuk 2: Economische Toolbox
Begrip Definitie
De noodzaak om een keuze te maken tussen twee of meer
alternatieven omdat middelen beperkt zijn. Het kiezen voor
Afruil (trade-off)
meer van het ene betekent automatisch minder van het andere.
Verschil met opportuniteitskost: De keuze zelf tussen alternatieven