Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Politieke geschiedenis van België - uitgeschreven breuklijnen 2024/2025 €9,66
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Politieke geschiedenis van België - uitgeschreven breuklijnen 2024/2025

 0 fois vendu

Deze uitgeschreven samenvatting behandelt de breuklijnen (socio-economische, levensbeschouwelijke en communautaire) van de politieke geschiedenis van België van 1830 tot 1944 voor het vak gedoceerd door prof. Frederik Dhondt. Het document is gebaseerd op het handboek "Politieke Geschiedenis van B...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 38  pages

  • Oui
  • 27 avril 2025
  • 38
  • 2024/2025
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (28)
avatar-seller
jessrj
PGB: 1830 tot 1848 (Hoofdstuk I)
Levensbeschouwelijke breuklijn

De levensbeschouwelijke breuklijn tussen 1830 en 1848 draait rond het conflict
tussen de katholieke kerk en degenen die zich verzetten tegen haar wereldlijke
macht. Dit conflict is niet nieuw: de Verlichting, de Franse Revolutie, het
Napoleontische regime en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden zijn belangrijke
voorafgaande etappes waarin kerk en staat tegenover elkaar stonden.

Tijdens de Belgische Revolutie van 1830 werken gematigde (liberale) katholieken
samen met gematigde (doctrinaire) liberalen. Beide groepen verzetten zich tegen
Willem I, die trachtte het onderwijs en de priesteropleiding onder staatscontrole te
brengen in een overwegend calvinistisch noorden. Na de revolutie wordt in de
Belgische Grondwet van 1830-1831 de vrijheid van godsdienst, vereniging en
onderwijs vastgelegd. Hoewel het systeem op papier tolerant lijkt, versterkt het in de
praktijk de macht van de katholieke kerk. De kerk kan haar scholen laten financieren
door de overheid zonder verplichting tot staatsinspectie of het aanstellen van
gediplomeerde leerkrachten. Liberalen daarentegen interpreteren de vrijheid van
onderwijs als een verplichting voor de staat om neutrale scholen aan te bieden, zodat
ouders ook de keuze hebben hun kinderen buiten het religieuze onderwijs te laten
opleiden.

Tijdens het unionisme (1830-1847) zitten katholieken en liberalen samen in de
regering, hoewel er nog geen echte politieke partijen zijn. De katholieken domineren,
onder andere door de invoering van kieswetten die de invloed van het platteland —
waar de kerk sterker staat — vergroten, terwijl stedelijke kiezers, die liberaler en
orangistischer zijn, via hogere cijnzen worden uitgesloten. Belastinggegevens
bepalen of iemand mag stemmen; er is geen directe betaling om te mogen stemmen.

De katholieke dominantie vertaalt zich verder in concrete maatregelen: de wet-
Nothomb van 1842 verplicht gemeenten om lagere scholen te stichten, waarbij
katholieke invloed dominant blijft. In de steden worden kiesdistricten ingevoerd om
katholieke oververtegenwoordiging te verzekeren. De rijksuniversiteit Leuven, die
Willem I had opgericht, wordt in 1835 afgeschaft en vervangen door een katholieke
universiteit, eerst gesticht in Mechelen. Ook wordt de gemeentewet gebruikt om
censuur toe te passen op theaters via de openbare ordebevoegdheid van
burgemeesters.

In 1832 verklaart paus Gregorius XVI in de encycliek Mirari Vos de oorlog aan de
liberale vrijheden. De ultramontanen — radicale katholieken — steunen deze lijn,
maar de meeste Belgische katholieken beschouwen de bestaande grondwet als
voldoende bescherming van de kerkelijke macht. Intussen organiseert de liberale
oppositie zich via kiesverenigingen, gesteund door vrijmetselaarsloges. In de steden,
waar de liberalen sterker zijn, ontstaan neutrale scholen. Als reactie op de oprichting

,van de katholieke universiteit Leuven, wordt in 1834 de Université Libre de Bruxelles
(ULB) gesticht.

Met de ondertekening van het Verdrag der XXIV Artikelen (1839) verdwijnt het
externe gevaar van orangisme en groeit de ruimte voor interne polarisatie.
Orangisten sluiten zich vaak aan bij de liberalen, die antiklerikaal ingesteld zijn. De
oprichting van de vereniging L'Alliance speelt een belangrijke rol in de organisatie
van de liberalen, die uiteindelijk in 1846 de liberale partij oprichten. Deze partij wil de
kieswijkenwet en de differentiële cijns afschaffen en ijvert voor meer neutrale
scholen. Binnen de partij bestaan een doctrinaire (conservatieve) en een
progressieve vleugel, met ook aandacht voor sociale hervormingen.

In 1847 behalen de liberalen de absolute meerderheid in het parlement en vormen
Charles Rogier en Walthère Frère-Orban hun eerste kabinet. Om revolutionaire
bewegingen uit Parijs te voorkomen, voeren zij in 1848 hervormingen door, zoals het
verlagen van de kiescijns, waardoor de radicale middenklasse tevreden wordt
gesteld en geen revolutionaire druk ontstaat.

Tegelijk speelt ook een belangrijke sociaal-economische breuklijn. De grondwet is
opgesteld vanuit een visie op de nachtwakerstaat: lage belastingen, een beperkte
overheid en een verbod op collectieve onderhandelingen door arbeiders
(coalitieverbod). Hoewel radicale en democratische elementen de revolutie in 1830
hebben ondersteund, worden ze niet betrokken bij de opstelling van de grondwet.
Stemrecht blijft gekoppeld aan belastingbetaling: alleen wie voldoende bijdraagt, mag
stemmen.

In de jaren 1840 verergeren economische problemen: de aardappelcrisis treft vooral
Vlaanderen zwaar en de huisnijverheid gaat onderuit door concurrentie van
fabrieksarbeid. Dit leidt tot plattelandsvlucht naar Waalse industriële centra en steden
zoals Gent en Aalst. De katholieken, dominant tijdens het unionisme, pleiten voor
protectionisme om landbouwprijzen hoog te houden, terwijl de liberalen — na hun
overwinning in 1847 — de vrijhandel bevorderen, passend bij een exportgerichte
industrie.

De Waalse industrie floreert dankzij banken zoals de Société Générale en de Banque
de Belgique, waarbij aandeelhouders vaak ver weg in Brussel zitten. De overheid
stimuleert economische groei via infrastructuurprojecten zoals spoorwegen en
kanalen. Door België’s permanente neutraliteit kunnen er handelsrelaties worden
opgebouwd zonder politieke afhankelijkheid.

De arbeidersbeweging blijft in deze periode nog zwak. De situatie van het
fabrieksproletariaat is erbarmelijk. Wel ontstaan er initiatieven zoals volkstheater van
onderwijzer Kats en intellectuele inspiratie bij de ULB-studenten en vroege
socialistische denkers, maar aansluiting bij de arbeiders blijft beperkt. In hun discours
pleiten zowel de democraten als de vroege socialisten voor uitbreiding van het

, stemrecht en soms ook voor vrouwenrechten, maar ze streven eerder hervormingen
dan revolutionaire omverwerping na.

Dankzij de hervormingen van 1848, waarbij onder meer de kiescijns wordt verlaagd,
blijft België gespaard van een revolutie zoals die in Parijs, Berlijn of Wenen. De
liberale hervormingen halen de revolutionaire energie weg bij de middenklasse, die
anders mogelijk een leidinggevende rol zou hebben gespeeld in een opstand.
Communautaire breuklijn

Voor 1850 stond taalproblematiek nog niet echt in de belangstelling. Tot ver in de 18e
eeuw waren onze gewesten, en ook Brussel, overwegend Nederlandstalig. De
meerderheid van de bevolking sprak Nederlands. Frans was de taal van de elite, de
cultuurtaal en de bestuurstaal. Om zich te onderscheiden van de lagere sociale
klassen, schakelde de Vlaamse burgerij ook over naar het Frans. De hogere
middenklassen gingen dit ook doen. Frans spreken werd een symbool van status en
sociale promotie. De onderste lagen spraken de Vlaamse volksstaal. Pogingen van
Willem I om de Nederlandse taal te bevorderen, kenden weinig succes door de
sterke oppositie in Waalse, Brusselse en sommige Vlaamse verfranste kringen.

De Belgische Revolutie was ook een Franstalig gegeven, vooral getrokken door
mensen uit de hogere burgerij die Franstalig waren. De eerste teksten van de
revolutionairen en de eerste versie van de grondwet waren in het Frans opgesteld. Er
kwam wel een Nederlandse vertaling, maar die was niet altijd correct. Grondwettelijk
was er taalvrijheid, maar men zorgde ervoor dat het Frans de enige officieel erkende
taal van de overheid was in heel België.

Revolutionairen rechtvaardigden de verfransingspolitiek door te stellen dat Vlaams
geen taal was maar een dialect. Frans was cultureel superieur en moest voorrang
krijgen. De aanvaarding van een tweetalig statuut in België zou de Belgische eenheid
in gevaar brengen. De overheid stelde alleen Franstaligen te werk. Er ontstond een
kleine beweging die opkwam voor de Nederlandse taal.

Brussel speelde een belangrijke rol tijdens het verfransingsproces. Het was het
centrum van politieke en financiële beslissingsmacht. Voor 1830 waren hier al meer
Franstaligen dan in andere Vlaams-Brabantse steden. Willem I slaagde er niet in de
verfransingsgolf in te perken. Er waren al kenmerken van tweetaligheid. Door
onderwijs en administratie zette men sterk in op het verfransingsproces.

Onder Oostenrijks bewind en tijdens de Franse periode spraken ook Vlaamse elites
Frans. Het begon tijdens het Oostenrijks bewind, maar werd versterkt toen onze
gewesten deel werden van Frankrijk. Nederlands bleef de volkstaal. Willem I wilde
een taalpolitiek voeren waardoor het Nederlands ook erkend werd als een
bestuurstaal. De elites wilden niet opeens Nederlands moeten leren.

De grondwet van 1830 zorgde voor taalvrijheid, maar in de praktijk bleef Frans de
officiële taal. De Franstalige elites stelden dat ze vrij moesten zijn om Frans te

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jessrj. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73395 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€9,66
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté