Waar of vals?
Je hersenen produceren een pijnstiller die op heroïne lijkt -> waar
Veel dingen die ons overkomen laten geen sporen achter in het
geheugen-> waar
Een leugendetector is opmerkelijk accuraat in het opsporen van
lichamelijke reacties die er op wijzen dat een verdachte liegt -> vals
Wat is psychologie?
Psychologie is een breed domein, met vele specialisaties
Fundamenteel, is psychologie de wetenschap van gedrag en
geestelijke processen
- Komt van psyche (Grieks voor ‘’geest’’) en -ologie (‘’een studie
gebied’’)
- Letterlijke betekenis ‘’studie van de geest’’
- Omvat zowel interne mentale processen als externe,
observeerbare gedragingen
- Is gebaseerd op objectieve en testbare wetenschappelijke evidentie
Psychologie is niet
Zuiver speculeren over de menselijke aard
Een samenraapsel van volkswijsheid over mensen waarvan “iedereen”
weet dat het waar is
Pseudowetenschap
Elke poging om fenomenen in de fysieke wereld te verklaren zonder
gebruik te maken van empirische observatie of een andere
wetenschappelijke methode
(Bv. astrologie, grafologie, toekomst voorspellen)
=> Denk kritisch na over beweringen
Wat is kritisch nadenken? (bv. Op tv met dit middel krijg je witte tanden)
1. Wat is de bron? (is er een wetenschappelijke studie gebeurd?)
2. Is de bewering redelijk of extreem? (hoe buiten gewoner, hoe beter
het onderbouwt moet worden)
3. Wat is het bewijsmateriaal? (er moet voldoende bewijs zijn, 2
patiënten is niet representatief)
, 4. Kan de conclusie beïnvloedt zijn door bias? (bias= vertekening, vaak
niet opzettelijk, mensen hebben overtuiging en zien graag dingen
dat hun overtuiging onderbouwt)
5. Worden veel voorkomende denkfouten vermeden? (niet zomaar
aannemen wat je denkt)
6. Zijn voor het oplossen vh probleem verschillende invalshoeken
nodig? (vaak om goede kennis te hebben verschillende domeinen
samen nemen)
Wat doen psychologen?
Psychologie is een breed domein met vele specialisaties, onderverdeeld in
drie grote categorieën/groepen: experimentele psychologie, psychologie in
het onderwijs (docenten) en toegepaste psychologie
Loopt in praktijk vaak door elkaar
Experimentele psychologen= voeren het meeste onderzoek op het
brede terrein vd psychologie uit
Overlap met psychologie in het onderwijs -> geven vaak les aan een
hogeschool of universiteit
Toegepaste psychologen= gebruiken de kennis die door experimentele
psychologen is vergaard om problemen van mensen op te lossen
Arbeid/organisatie (bv inzetten op werkomgeving te optimaliseren,
reclame maken)
Forensisch (bv hoe groot kans dat persoon opnieuw misdaad pleegt)
Omgeving (bv relatie tss mensen en omgeving optimaliseren,
programma’s zodat mensen gaan recycleren)
Sport (bv hoe het beste omgaan met druk)
School (bv leerproblemen diagnotiseren)
Klinisch/counseling
Gerontologie (ouderen)
= verschillende specialisaties (hoe complexer iets is, meer perspectieven
nodig)
Psychologen zijn geen psychiaters!
Psychologie:
- Breed studiegebied
- Master in de psychologie
Psychiatrie:
, - Medische specialisatie
- Eerst basisopleiding arts
- Specialisatie in de (medische) behandeling van mentale en
gedragsproblemen
- Voorschrijven medicatie is mogelijk
Vanuit welke perspectieven werken hedendaagse psychologen?
Het snel veranderende veld van de moderne psychologie wordt
gedomineerd door zes verschillende perspectieven: de biologische, de
cognitieve, de behavioristische, de gehele-persoon, de ontwikkeling, en de
socio-culturele invalshoek.
Waar liggen de historische wortels van psychologie?
De moderne psychologie is ontstaan uit vele, dikwijls tegenstrijdige
tradities, zoals structuralisme, functionalisme, gestalt psychologie,
behaviorisme, en psychoanalyse
6 moderne perspectieven van psychologie:
1) Biologisch
2) Cognitief
3) Behavioristisch
4) Gehele persoon
5) Ontwikkelings-
6) Socio-cultureel
1) Biologisch perspectief: gaat terug tot Descartes
De 17e eeuwse Franse filosoof René Descartes stelde als eerste het idee
voor dat er een scheiding is tussen de spirituele geest en het
fysieke lichaam; dat het fysieke lichaam kan apart bestudeerd worden
van de geest leidde tot het modern biologische perspectief.
Dit modern perspectief ziet de geest als een product van de hersenen en
voegt zo lichaam en geest weer samen.
Visie op de menselijke natuur:
We zijn complexe systemen die zowel op erfelijke als op
omgevingsinvloeden reageren
Wat bepaalt gedrag:
, Hersenstructuren (neuronen), biochemie en aangeboren reacties op
externe signalen
Accent in het onderzoek:
Het zenuwstelsel/de hersenen en endocriene systemen,
evolutionaire voordelen of gedragingen
- Wortels in medische wetenschappen
- Biologische psychologie, biologie en neurologie hebben interesse
voor processen in de hersenen =>
“neurowetenschappen” (bv. studie hersengolven gedurende de
slaap)
- Andere belangrijke variant: “evolutionaire psychologie”
(gebaseerd op Darwin: natuurlijke selectie) = kenmerken/
eigenschappen worden doorgegeven van generatie tot generatie
Hij deed onderzoek naar vinken
Organismen die het best waren aangepast aan de omgeving, hadden
de meeste kans om te overleven (Survival Of The Fittest) (Overleven
vd meest geschikte)
2) Cognitieve perspectief (de hersenen)
Het modern cognitieve perspectief ontstond op basis van een aantal
benaderingen:
- Het structuralisme van Wilhelm Wundt (eerste benadering)
En reacties hierop:
- Het functionalisme van William James
- Gestaltpsychologie
(twee andere benaderingen)
a) Structurialisme: tracht de basisstructuren vd geest en de
gedachten te ontrafelen (basisstructuren vd psychologie ordenen)
Wilhelm Wundt: 1879: eerste labo voor experimentele psychologie
opgericht
Introspectie (door introspectie de basiselementen zoeken)
b) Functionalisme: Ging er van uit dat psychische processen het
beste begrepen kunnen worden in termen van hun adaptieve nut en
functie
William James sluit aan bij darwin: organismen passen zich aan aan
hun omgeving
, c) Gestaltpsychologie: Heeft interesse in hoe we “perceptuele
gehelen” opbouwen
Gestalt is het Duitse woord voor geheel of configuratie
Visie op de menselijke natuur:
We zijn informatie verwerkende systemen
Wat bepaalt gedrag:
Interpretatie van ervaringen door verwerking in de hersenen
Accent in het onderzoek:
Mentale processen, waaronder sensatie, perceptie, leren, geheugen,
en taal
3) Behavioristisch perspectief:
Ontstaan uit behaviorisme dat vond dat psychologie zich alleen moet
bezig houden met objectief observeerbare gebeurtenissen
Onafhankelijke variabele
Afhankelijke variabele: omgeving die je verandert om te zien wat er
gebeurt, wat je meet
Watson -> experiment met kleine Albert (stimilus respons denken op
toegepast -> wou aantonen dat je iedereen alles kan aanleren) maar hij
heeft Albert angst aangeleerd
Skinner: Skinnerbox (hendel waar rat op moest duwen en dan kreeg hij
eten -> manier van leren met belonen en straffen bij foutief gedrag)
Visie op de menselijke natuur:
We reageren op onze omgeving volgens de principes van
geconditioneerd leren
Wat bepaalt gedrag:
Stimulus signalen, verleden van beloningen en straffen
Accent in het onderzoek:
‘’wetten’’ die onze responsen verbinden aan
stimulusomstandigheden in de omgeving
4) Gehele persoon perspectief
Ontstaan uit psychoanalyse, omvat nu het modern psychodynamisch en
humanistisch perspectief en trek en temperamentbenaderingen
,Psychoanalyse beschouwt psychische stoornissen in termen van
onbewuste conflicten en onderdrukte herinnereingen (= het
onbewuste van belang)
Sigmund Freud: (gebruikt dit)
Droomanalyse
Vrije associatie
Visie op de menselijke natuur:
We zijn gedreven door onbewuste motieven
Wat bepaalt gedrag:
Psychodynamische invalshoek benadrukt onbewuste conflicten
Humanistische invalshoek benadrukt zelfbeeld en behoefte aan
persoonlijke groei
De trekken/ traits (temperament) benadering benadrukt blijvende
kenmerken en disposities
Accent in het onderzoek:
Counseling and psychotherapie
5) Ontwikkelings perspectief : nadruk op veranderingen die
ontstaan door nature-nurture interactie
Visie op de menselijke natuur:
Mensen veranderen gedurende hun leven volgens voorspelbare
patronen
Wat bepaalt gedrag:
De interactie tss erfelijkheid en omgeving
Accent in het onderzoek
Patronen v ontwikkelingsgerelateerde veranderingen en mogelijke
verklaringen
6) Socio-cultureel perspectief waarbij sociale invloed en het individu
in context centraal staat
Visie op de menselijke natuur:
We zijn sociale dieren; menselijk gedrag moet in zijn sociale
context geïnterpreteerd worden
Wat bepaalt gedrag:
Culturen, sociale normen en verwachtingen; sociaal leren
Accent in het onderzoek
Sociale interactie, socialisatie, cross-culturele verschillen
Hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?
,Psychologen gebruiken, net zoals onderzoekers in alle andere
wetenschappen, de wetenschappelijke methode die hun ideeën empirisch
toetst
Bewering: als kinderen grote hoeveelheden suiker eten, worden ze
hyperactief (kinderen zijn hyperactief op feestjes en ik beweer dat dat
komt door de grote hoeveelheid suiker -> hoe ga je dit bewijzen want
wieweet komt het doordat ze hun vriendjes zien?)
Probleem: hoe ga je deze bewering wetenschappelijk testen
Hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?
Empirisch onderzoek
Een onderzoeksbenadering waarbij onderzoeksgegevens worden
verzameld door middel van sensorische ervaring en observatie
Theorie
Een toestbare verklaring voor een set feiten/observaties
Wetenschappelijke methode
Een vier stappen proces voor het empirisch onderzoeken van een
hypothese waarbij de omstandigheden zo zijn gekozen dat vooroordelen
en subjectieve oordelen worden uitgesloten
De 4 stappen van de wetenschappelijke methode:
i. Een hypothese ontwikkelen
Hypothese –
Een bewering die de uitkomst van een wetenschappelijke studie
voorspelt.
Operationele definities –
(methode)
Exacte omschrijving van de manier waarop een experiment moet
uitgevoerd worden en resultaten gemeten
ii. Objectieve data verzamelen
, Data –
Informatie die door een onderzoeker is verzameld om de hypothese te
toetsen
Afhankelijke variabele –
De gemeten uitkomst van een studie; de responsen van de
proefpersonen tijdens een onderzoek
iii. De resultaten analyseren
Een statistische analyse van de resultaten bepaalt of de hypothese
aanvaard of verworpen wordt.
iv. Publiceren, bekritiseren en resultaten repliceren
Vaktijdschriften als medium: bv. vervolgonderzoek met andere
controleomstandigheden
Onafhankelijk: wel of geen suiker krijgen (WAT JE MANIPULEERT)
Afhankelijk: degene die suiker hebben gekregen, voeren die meer
bewegingen uit (WAT JE MEET)
Experiment speelt zich best in labo af = omstandigheden vr
iedereen hetzelfde (maar kan ook invloed hebben want in labo gaan
mensen bv geen agressief gedrag tonen)
Soorten psychologisch onderzoek:
o Experimenten
o Correlatieonderzoek
o Survey (enquête)
o Natuurlijke observatie
o Gevalstudie
Experimenten:
- Enige methode die oorzaak-gevolg relaties tussen variabelen
kan nagaan
- Vooral toetsen en verklaren
- Variabele: vb. Klassen/categorieën (meisjes, studenten, leeftijd) of
fysische kenmerken (# uren slaaptekort, # promille alcohol in bloed)
,Een gecontroleerd experiment uitvoeren: enkel de onafhankelijke
variabele (het enige dat onderzoeker wil manipuleren) kan anders zijn
Randomisering: de volgorde waarin de stimulus wordt aangeboden wordt
volledig door toeval bepaald (zodat het geen voorspelbaar patroon is)
Experimenten:
Experimentele conditie:
omstandigheden waaraan de leden van de experimentele groep tijdens de
speciale behandeling worden blootgesteld (vb wel suiker gegeven)
Controle conditie:
omstandigheden waaraan de leden van de controlegroep tijdens het
experiment worden blootgesteld; op elk onderdeel identiek aan de
experimentele conditie, met uitzondering van de speciale behandeling (vb
geen suiker gegeven -> placebo)
Onafhankelijke variabele: variabele die door de onderzoeker
gemanipuleerd (veranderd) wordt
Afhankelijke variabele: variabele die onderzocht wordt
Alles constant gehouden (behalve onafh var)
Correlatie onderzoek: relatie tussen variabelen wordt bestudeerd zonder
manipulatie van onafhankelijke variabele (geen oorzaak-gevolg)
Correlatie coëfficient: Gaat de mate en richting van samenhang tussen
twee variabelen na r kan uiteenlopen van -1 tot +1
Kijken naar verbanden
Voorbeelden correlaties
Correlatie is niet gelijk aan oorzaak!
Survey (enquête):
Opiniepeilingen: een inventaris van de opinies bij een
representatieve steekproef van de bevolking, op basis waarvan men
conclusies trekt over de hele populatie
Marktonderzoek (welke verpakkingen worden liefst gebruikt? …)
, Natuurlijke observatie: gedrag van mensen of dieren in hun eigen
omgeving wordt bestudeerd (vaak speciale vorm van correlatieonderzoek)
Gevalstudies: Onderzoek van een enkel object/persoon (of zeer gering
aantal) -> BV de moord op Kitty Genovese
= als je heel weinig kennis hebt, dan ga je onderzoek doen v een object/
persoon
Bronnen van vertekening (bias)
- Emotionele/ persoonlijke bias (ingebakken opvattingen, vooroordelen
filter naar wat men opmerkt)
- Expectancy bias (bewijs zoeken volgens de verwachtingen)
- Bias kan dus een invloed hebben op de opzet van een studie, het
verzamelen van data of het interpreteren van resultaten
Voorbeelden bias -> bias kan invloed hebben dus alles doen om dat onder
controle te houden
Controleren van bias
- Blind situatie: men vertelt de proefpersonen de essentie van het
onderzoek niet
- Placebo
- Dubbel-blind situatie: zowel de onderzoekers als de proefpersonen
weten niet wie welke onafhankelijke variabele krijgt toegediend (de
onderzoekers die bv medicijn weten ook niet of het echt of placebo is)
Ethische kwesties in psychologisch onderzoek
- Geen schade toebrengen en anonimiteit (mag iemand exposed
worden?, mensen moeten altijd weten wat er gebeurd en ze mogen altijd
stoppen)
- Misleiding & debriefing
- Dierstudies: vergelijking menselijk en dierlijk gedrag kan belangrijke
inzichten opleveren