1. Inleiding farmacologie
1.1. Ontwikkeling farmaca
1.1.1. Ontdekking GM
Vroeger
Extractie planten
- Morfine
- Digitalisglycosiden
Afscheiden door schimmels
- Penicilline
Extractie uit dierlijke organen
- Insuline
Nu
Drug desgin
Preklinische fase
- In vitro : op cellen
- In vivo: dierenexperimenten
o Toxiciteit
o Orgaanafwijkingen
o Werkingsmechanisme
o Farmacokinetische eigenschappen (ADME)
Als voordelen > risico’s -> klinische fase -> fase 1 tot 4
Fase I: is het GM veilig? Optimale dosering ? (10 gezonde vrijwilligers)
Fase II: GM doeltreffend? Bijwerkingen? (100 patiënten)
Fase III: GM werking beter? Even goed? Minder? Dan bestaande
Fase IIII: nieuwe/ zeldzame bijwerkingen? Langetermijneffecten? -> post-
marketing
Trail and error
- Malarone
Proguanil + atovaquone
In heel wat farmacologische testen op cellen of dieren willekeurig
gescreend op mogelijke interessante therapeutische effecten
Targeted drug therapy
HER2-positieve vormen van borstkanker
Off label use
Oncologie en pediatrie
Pulmonaal antihypertensivum
Sildenafil en viagra
, 1.1.2. Toedieningsvormen farmaca
Vast preparaten
- Poeders
- Tabletten (smelt,retard, maagpresistent)
- Capsules (gelules)
- Suppositoria (zetpillen)
Halfvaste preparaten
- Zalven
- Cremes
- Gelen
Vloeibare preparaten
- Oplossingen
- Siropen : suikergehalte
- Emulsies : olie/ water -> schudden
- Suspensie: vaste stof in vloeistof -> schudden bv ab voor
kinderen
Lokale toedienig
Voordeel -> hoge conc vn GM kan toegediend w en word niet/ klein beetje
opgenomen in bloedbaan
Bv. Zalven, cremes, druppels , puffer
Systemische toediening
A. Enterale toediening -> Gastro intestinaal
Enteraal= toediening via maagdarmstelsel
- Oraal: per os
GM opgenomen via mucosa vh maagdarmkanaal -> in bloed -> verdeelt
zich ih lichaam
- Sublinguaal en buccaal
GM word opgenomen via mondslijmvlies -> snelle werking ->
omzeiling first-pass-effect
Enkel GM die in lage conc werkzaam zijn en goed doordringen in
slijmvliezen
*first-pass-effect= verlies van een deel vh GM tijdens de eerste passage
door lever na orale inname
- Rectaal (suppo en klymsa)
GM w opgenomen via slijmvlies vn rectum -> omzeilen first pass
Voordeel: makkelijk toedienen bij kinderen, slikproblemen, bewusteloos
Nadeel: absorptie zeer variabel
B. Parentale toediening
Parentaal= toedieing door injectie of infuus
Alle niet via GI-stelsel -> first pass vermijden
- Subcutane en intramusculaire injectie
- Intraveneuze injectie = rechtstreeks in bloedbaan
- Transdermaal toedieningssysteem = TTS, pleister of gel
, 2. Farmacokinetiek
ADME
- Absorptie
- Distributie
- Eliminatie
o Metabolisatie
o Excretie
-
De weg van werkzame stof in ons lichaam
Bloedcirculatie (algemene circulatie) heeft centrale
rol
o Via passieve diffusie, gefaciliteerde
diffusie
o Of actief transport door influx-
transporter (drager)
GM w opgenomen (absorptie) ih bloed en
verdeelt zich over de bloedbaan (distributie)
o Orale inname absorptie -> dunne darm (jejunum)
o Absorptie= resorptie= de opname vh GM vanaf
toedieningsplaats tot bloedplasma
Zo in targetweefsel of in klaringsorganen (metabolisatie en excretie)
GM w onderworpen aan verschillende processen in ons lichaam
Met het oog op een systemische werking kan een geneesmiddel via
intraveneuze toediening direct in de circulatie worden gebracht.
Deze route wordt alleen gekozen indien snel een effect gewenst is of
andere toedieningswegen niet mogelijk zijn. Bij alle andere
toedieningswegen moet voor een systemische werking de werkzame
stof vanuit de toedieningsvorm vrijkomen om zich in opgeloste vorm
te verplaatsen naar de circulatie.
, Plasmaconcentratie tijdcurve
Plasmaconcentratie = bloedspiegel-> in
functie van de tijd.
- Cmax is de maximale
plasmaconcentratie die bereikt
wordt.
- Tmax is de tijd waarbij de maximale
plasmaconcentratie bereikt wordt.
- AUC staat voor Area Under the
Curve (oppervlak onder de curve)
is een maat voor de biologische
beschikbaarheid van een geneesmiddel
en maat voor de blootstelling van het geneesmiddel aan ons
lichaam.
Therapeutisch venster (breedte of index) = therapeutic range
= verschil tussen MTC en MEC
= de twee bloedspiegelwaarden waartussen het geneesmiddel optimaal
werkt
Onder de laagste plasmaconcentratie van het venster zal het
geneesmiddel onvoldoende therapeutisch effect hebben.
Boven de hoogste waarde van het venster zorgt niet voor een hoger
therapeutisch effect maar vergroot de kans op bijwerkingen en
toxiciteit.
Bij een smalle therapeutische breedte treden bij cumulatie of kleine
overdosering al snel toxische effecten op en is het nuttig de
bloedspiegel regelmatig te bepalen.
! Voorbeelden van GM met nauwe therapeutische breedte
anti-epileptica, digoxine, lithium, vitamine-K-antagonisten.
- MEC =minimaal effectieve concentratie is de laagste
bloedspiegelwaarde van het geneesmiddel waarbij het gewenste
therapeutisch effect bereikt kan worden.
- MTC =minimaal toxische concentratie (of de maximaal
toelaatbare concentratie) is de hoogste bloedspiegelwaarde van
een geneesmiddel die verdragen kan worden vooraleer toxische
effecten zullen optreden.
1.1. Ontwikkeling farmaca
1.1.1. Ontdekking GM
Vroeger
Extractie planten
- Morfine
- Digitalisglycosiden
Afscheiden door schimmels
- Penicilline
Extractie uit dierlijke organen
- Insuline
Nu
Drug desgin
Preklinische fase
- In vitro : op cellen
- In vivo: dierenexperimenten
o Toxiciteit
o Orgaanafwijkingen
o Werkingsmechanisme
o Farmacokinetische eigenschappen (ADME)
Als voordelen > risico’s -> klinische fase -> fase 1 tot 4
Fase I: is het GM veilig? Optimale dosering ? (10 gezonde vrijwilligers)
Fase II: GM doeltreffend? Bijwerkingen? (100 patiënten)
Fase III: GM werking beter? Even goed? Minder? Dan bestaande
Fase IIII: nieuwe/ zeldzame bijwerkingen? Langetermijneffecten? -> post-
marketing
Trail and error
- Malarone
Proguanil + atovaquone
In heel wat farmacologische testen op cellen of dieren willekeurig
gescreend op mogelijke interessante therapeutische effecten
Targeted drug therapy
HER2-positieve vormen van borstkanker
Off label use
Oncologie en pediatrie
Pulmonaal antihypertensivum
Sildenafil en viagra
, 1.1.2. Toedieningsvormen farmaca
Vast preparaten
- Poeders
- Tabletten (smelt,retard, maagpresistent)
- Capsules (gelules)
- Suppositoria (zetpillen)
Halfvaste preparaten
- Zalven
- Cremes
- Gelen
Vloeibare preparaten
- Oplossingen
- Siropen : suikergehalte
- Emulsies : olie/ water -> schudden
- Suspensie: vaste stof in vloeistof -> schudden bv ab voor
kinderen
Lokale toedienig
Voordeel -> hoge conc vn GM kan toegediend w en word niet/ klein beetje
opgenomen in bloedbaan
Bv. Zalven, cremes, druppels , puffer
Systemische toediening
A. Enterale toediening -> Gastro intestinaal
Enteraal= toediening via maagdarmstelsel
- Oraal: per os
GM opgenomen via mucosa vh maagdarmkanaal -> in bloed -> verdeelt
zich ih lichaam
- Sublinguaal en buccaal
GM word opgenomen via mondslijmvlies -> snelle werking ->
omzeiling first-pass-effect
Enkel GM die in lage conc werkzaam zijn en goed doordringen in
slijmvliezen
*first-pass-effect= verlies van een deel vh GM tijdens de eerste passage
door lever na orale inname
- Rectaal (suppo en klymsa)
GM w opgenomen via slijmvlies vn rectum -> omzeilen first pass
Voordeel: makkelijk toedienen bij kinderen, slikproblemen, bewusteloos
Nadeel: absorptie zeer variabel
B. Parentale toediening
Parentaal= toedieing door injectie of infuus
Alle niet via GI-stelsel -> first pass vermijden
- Subcutane en intramusculaire injectie
- Intraveneuze injectie = rechtstreeks in bloedbaan
- Transdermaal toedieningssysteem = TTS, pleister of gel
, 2. Farmacokinetiek
ADME
- Absorptie
- Distributie
- Eliminatie
o Metabolisatie
o Excretie
-
De weg van werkzame stof in ons lichaam
Bloedcirculatie (algemene circulatie) heeft centrale
rol
o Via passieve diffusie, gefaciliteerde
diffusie
o Of actief transport door influx-
transporter (drager)
GM w opgenomen (absorptie) ih bloed en
verdeelt zich over de bloedbaan (distributie)
o Orale inname absorptie -> dunne darm (jejunum)
o Absorptie= resorptie= de opname vh GM vanaf
toedieningsplaats tot bloedplasma
Zo in targetweefsel of in klaringsorganen (metabolisatie en excretie)
GM w onderworpen aan verschillende processen in ons lichaam
Met het oog op een systemische werking kan een geneesmiddel via
intraveneuze toediening direct in de circulatie worden gebracht.
Deze route wordt alleen gekozen indien snel een effect gewenst is of
andere toedieningswegen niet mogelijk zijn. Bij alle andere
toedieningswegen moet voor een systemische werking de werkzame
stof vanuit de toedieningsvorm vrijkomen om zich in opgeloste vorm
te verplaatsen naar de circulatie.
, Plasmaconcentratie tijdcurve
Plasmaconcentratie = bloedspiegel-> in
functie van de tijd.
- Cmax is de maximale
plasmaconcentratie die bereikt
wordt.
- Tmax is de tijd waarbij de maximale
plasmaconcentratie bereikt wordt.
- AUC staat voor Area Under the
Curve (oppervlak onder de curve)
is een maat voor de biologische
beschikbaarheid van een geneesmiddel
en maat voor de blootstelling van het geneesmiddel aan ons
lichaam.
Therapeutisch venster (breedte of index) = therapeutic range
= verschil tussen MTC en MEC
= de twee bloedspiegelwaarden waartussen het geneesmiddel optimaal
werkt
Onder de laagste plasmaconcentratie van het venster zal het
geneesmiddel onvoldoende therapeutisch effect hebben.
Boven de hoogste waarde van het venster zorgt niet voor een hoger
therapeutisch effect maar vergroot de kans op bijwerkingen en
toxiciteit.
Bij een smalle therapeutische breedte treden bij cumulatie of kleine
overdosering al snel toxische effecten op en is het nuttig de
bloedspiegel regelmatig te bepalen.
! Voorbeelden van GM met nauwe therapeutische breedte
anti-epileptica, digoxine, lithium, vitamine-K-antagonisten.
- MEC =minimaal effectieve concentratie is de laagste
bloedspiegelwaarde van het geneesmiddel waarbij het gewenste
therapeutisch effect bereikt kan worden.
- MTC =minimaal toxische concentratie (of de maximaal
toelaatbare concentratie) is de hoogste bloedspiegelwaarde van
een geneesmiddel die verdragen kan worden vooraleer toxische
effecten zullen optreden.