DEEL I - HOOFDSTUK 1
- Is een republiek automatisch een democratie? Geef een voorbeeld.
Neen, een republiek is vandaag letterlijk een land zonder koning. Een democratie daarentegen verwijst naar een
regeringsvorm waarbij de bevolking zelf ook inspraak heeft en deelneemt aan het politieke proces. Vroeger was een
republiek gewoon een synoniem voor een staat. In de middeleeuwen vindt men voorbeelden van republieken terug
die niet per se democratieën zijn. Er waren oligarchieën, waarin de staat werd bestuurd door weinigen (een aantal
invloedrijke families), dit is geen democratie. Als er enkel een aantal grote families aan de macht zijn, regeert het volk
niet. De republiek der Verenigde provinciën en Venetië zijn voorbeelden. Venetië werd bestuurd door de Grote raad
(Maggior Consiglio). Vanaf de 13de eeuw wordt de lidmaatschap van de raad bepaald door afstamming. Enkel rijke
edelen, geboren in belangrijke Venetiaanse families kunnen zetelen
- Is een constitutionele monarchie een electieve monarchie?
Neen, In een electieve monarchie wordt het staatshoofd niet bepaald door erfopvolging, maar door een
verkiezingsproces. Een constitutionele monarchie is een vorm van staatsbestuur waarin een koning of koningin
het staatshoofd is, maar waarbij de macht van de monarch beperkt is door een grondwet of een geschreven
document en een parlement. Sinds de 19e eeuw zijn de meeste monarchieën constitutionele monarchieën
geworden.
Het zijn dus twee verschillende concepten. Een constitutionele monarchie is een vorm van staatsbestuur waarin een
koning of koningin het staatshoofd is, maar waarbij de macht van de monarch beperkt is door een grondwet of een
geschreven document.
- Wat zijn de voor-en nadelen van een proportioneel kiessysteem en hoe kan men ze relativeren?
In de proportioneel kiessysteem of evenredigheidsstelsel zal een partij verkozen worden in verhouding tot haar
aandeel in het totaal van de uitgebrachte stemmen. Op basis van de zetelverdeling zal er worden onderhandeld over
een coalitie.
Voordelen van het proportioneel kiessysteem is dat het ervoor zorgt dat alle meningen in de samenlevingen aanbod
zal komen en doordat de rekening zal houden met de andere krachten in de samenleving.
Nadelen van het proportioneel kiessysteem is dat het politiek gebeuren minder transparant is. Bij grote onenigheid is
het ook moeilijker om een coalitie aan te gaan bv. Recente belgische 2010-2011 crisis. Meerderheid waarop een
regering (of een provindiaal, gemeentelijk of bestuurscollege moet steunen) komt is meestal altijd uit een of meerdere
bestaande coalities. Deze is op compromissen gebaseerd en moet beleid voeren, het kan voor coalitiepartijen
moeilijk maken om het feitelijk gevorderde beleid uit te leggen aan hun kiezers en het kan worden opgevat als een
onvermijdelijk gevolg van democratie waar verschillende meningen tot uiting moeten komen.
Belgie werkt met systeem D’hondt (zorgt voor weinig radicaal beleid), waarbij de kiesdrempel op 5% ligt. Systeem
D’Hondt: een wiskundig systeem om zetels te verdelen. De stemmen worden achtereenvolgens gedeeld door
1,2,3,4... De resultaten van die deling worden naar grootte gerangschikt en bepalen de toegewezen zetels per partij
- Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het stemrecht in het Ancien Regime en het
stemrecht vandaag?
In het Ancien regime was stemmen eerder belangrijk, omdat ze een vooraf vaststaand oordeel bevestigden en de
goddelijke wil tot uitdrukking brachten. De vorst kon ook steeds de vergadering naast zich neer leggen of beslissen
om het ‘senior pars’ (= verstandigste deel) te volgen. De meerderheid was dus niet belangrijk. Stemmingen waren
adviserend.
,In het ancien régime werden vaak dezelfde strategieën gebruikt als privéfamilies dat nauw aansluit met het idee van
de patrimoniale staat waarbij de staat in bezit is van een persoon of familie. Alleen mensen die een bepaald niveau
van eigendom of rijkdom bezaten mochten hun stem uitbrengen.
In de moderne democratieën is eigendom geen vereiste en hebben alle burgers ongeacht hun economische status
het recht om te stemmen. Tijdens de ancien régime was er eveneens sprake van de lex salica waarbij vrouwen
werden uitgesloten van de troon. Vandaag zal na de afschaffing van de Salische wet vrouwen niet meer worden
uitgesloten worden van de troon en houdt men in democratische systemen stemmingen om de wil van de
meerderheid uit te drukken en dienen de volksvertegenwoordigers zich ook aan hun beloftes te houden en niet
drastisch een andere richting op te gaan.
- Waarom had het leenrecht niet alleen privaatrechtelijke maar ook publiekrechtelijke
implicaties?
Doordat de verhouding tussen leenheer en leenman ook de macht structureert bv aanleiding geeft tot beroep bij de
rechtbank van de leenheer en verklaring biedt voor de versnippering van het grondgebied.
Het leenrecht structureert vanaf 10e eeuw tot 18e eeuw de Europese samenleving. De vorming van de instelling deed
zich voor bij de verbrokkeling van het Karolingische rijk (van Karel De Grote). Initieel was het een overeenkomst
tussen de vorst en zijn vazal, waarbij de vorst een stuk grond, kasteel, etc. ter beschikking stelt aan zijn vazal
(=hertog, baron) en als als wederdienst levensonderhoud krijgt. Op zijn beurt zal de vazal ook grond te leen stellen
aan zijn achterleenmannen. (= hiërarchie van leenheren en leenmannen). Dit was een privaatrechtelijke
overeenkomst tussen individuen.
Maar het heeft ook publiekrechtelijke implicaties, omdat deze verhouding tussen leenman en leenheer ook de macht
is beginnen structureren en verklaringen biedt voor de versnippering van het grondgebied.Dit was het
duidelijkst in het Heilig Roomse Rijk der Duitse natie.In de Zuidelijke Nederlanden is dan bijvoorbeeld de heerlijkheid
Mechelen op dezelfde voet ‘onafhankelijk’ als het veel grotere hertogdom Brabant. De prins-bisschop van Luik (vorst
van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie) heeft een grillige grens vol enclaves met de graafschappen
Henegouwen en Namen.
- Is het systeem van de standenvertegenwoordigers een blauwdruk van het
parlementarisme dat we vandaag kennen?
Ja dat kan men wel zeggen, volgens mediëvisten is de moderne staat wel een erfgenaam van de middeleeuwse
standenvertegenwoordiging.
Overal in West-Europa bestonden samenlevingen uit standen: de adel, de clerus en de steden. De
vertegenwoordigers van die standen stonden samen voor de natie. De vorst regeert volgens gratie Gods, maar
vooral volgens een contract met de 3 standen. De standen beschikten namelijk al over weerstandsrecht: het recht
van de standen om samen de vorst te verjagen indien deze zich misdroeg. Vandaag is er nog steeds een gelijkaardig
systeem. Eens de regering is geïnstalleerd beschikken alle coalitiepartners namelijk over de mogelijkheid ze ten val
te brengen.
Hoewel het systeem van standenvertegenwoordiging enige overeenkomsten heeft met het moderne
parlementarisme, zoals het idee van vertegenwoordiging in een wetgevend orgaan, zijn er belangrijke verschillen in
de manier waarop macht wordt verdeeld en vertegenwoordiging wordt bepaald. Het systeem van de
standenvertegenwoordiging geeft ook eerste vormen van beperking van de macht van de vorst weer. Uit systemen
zoals de Curia Regis in Engeland, met een Hogerhuis (adel en clerus) en een lagerhuis (lagere adel en de steden)
bijvoorbeeld, groeide het parlement.
, DEEL I - HOOFDSTUK 2
- Beschrijf de hoofdlijnen van de bellum iustum-doctrine, en verklaar waarom de veranderende
machtsverhoudingen vanaf de 16e eeuw haar ondergraven.
De Bellum iustum-doctrine is een theologische doctrine (door Thomas van Aquino), dat steunt op de
eenheidsopvatting van de gemeenschap van de christenen, die essentieel is voor het middeleeuwse internationaal
recht. Oorlog tussen christenen was per definitie uitgesloten, behalve wanneer een christelijke vorst (met voldoende
auctoritas (=aanzien, invloed)) tegen een ander strijdt om een causa iusta (gerechtvaardigde reden), met een
oprechte intentie (recta intentio) en niet meer schade aangaat dan nodig (proportionaliteitsbeginsel). Zelfverdediging
is hier een uitzondering op. In de zestiende eeuw zijn er veel godsdienstoorlogen en conflicten. Juristen zoals Jean
Bodin beweren dat de vorsten meer macht moeten krijgen, om boven alle religieuze twisten te staan en dat de macht
gecentraliseerd moet zijn. Vanaf de 16de eeuw probeerden vorsten meer macht naar zich toe te trekken deze te
centraliseren, de wereldlijke macht van de kerk verminderde en dus ook de theologische opvattingen zoals
de bellum Iustum-doctrine.
- Wat is het belang van de reformatie en de contrareformatie voor de band tussen religie, staat en recht?
De Reformatie en Contrareformatie hadden een groot effect op de relatie tussen religie, staat en recht in Europa. De
Reformatie, geïnitieerd door figuren zoals Martin Luther, brak de religieuze eenheid en leidde tot de opkomst van
protestantse kerken naast de Rooms-Katholieke Kerk. Dit veroorzaakte een religieuze versplintering met
protestantse en katholieke staten. De Reformatie bevorderde ook de scheiding van kerk en staat, vooral in
protestantse gebieden, en stelde vorsten in staat zich los te maken van pauselijke controle en hun eigen macht te
versterken.
De Contrareformatie was de reactie van de katholieke kerk, waarbij zij haar dogma's versterkte en interne
hervormingen doorvoerde om het protestantisme tegen te gaan. In katholieke staten werd de band tussen kerk en
staat versterkt, met de staat die actief het katholicisme verdedigde en verspreidde. Deze periode leidde tot religieuze
oorlogen, zoals de Dertigjarige Oorlog, waarin religie en staatsmacht nauw verweven waren.
Samen veranderden de Reformatie en Contrareformatie de machtbalans en de interactie tussen religie, staat en
recht in Europa ingrijpend, met blijvende gevolgen voor de politieke en religieuze dynamiek van het continent.
- Welke machten raakten betrokken bij de koloniale expansie van Europa, en welke juridische argumenten
riepen ze in? e
In de 18 E gaat men in Eur ervan uit dat de economie een zero-sum-game is: alles wat een staat kan winnen op de
markt gaat ten koste van het aandeel van een concurrent; De enige manier om globaal vooruit te gaan is het
onderwerpen van gebieden die nog niet in bezit zijn genomen. De eerste koloniserende macht is Portugal, Spanje
komt later op gang maar bereikt een enorme intensiteit. Maar door een pauselijke uitspraak die de wereld opdeelt
voor Spanje en Portugal worden de andere Europese machten kwaad. Zorgt voor conflicten ook op vlak van de
godsdienst. Na de Spaanse successieoorlog werd de nieuwe grote macht Groot-Brittannië.
- Kan de Vrede van Westfalen gezien worden als een voorloper van individuele godsdienstvrijheid? Het is
de bedoeling geweest van keizer Ferdinand II van Habsburg om het katholicisme met geweld terug op te leggen
aan de protestantse vorsten. Dat blijkt een totale illusie. Zelfs zijn eigen onderdanen, zoals de Tsjechen of de
Hongaren, zijn in belangrijke mate protestants. In 1648 worden in de steden Münster en Osnabrück de
vredesverdragen van West- falen getekend. Die verdragen hebben belangrijke gevolgen.
In de eerste plaats erkent het de keizer de onmogelijkheid om de Duitse vorsten met geweld te onderwerpen. De
vrijheid van de vorsten om hun eigen godsdienst te bepalen wordt bevestigd, maar dat staat niet gelijk aan
godsdienstvrijheid, de individuen hebben niet het recht om hun eigen godsdienst te zelf te bepalen.
- Waarom is de Vrede van Westfalen wel of niet voor de “geboorte” van het internationaal recht?