SV onderwijs – MPY 2019-2020
DEEL 1: WIE BEPAALT HET ONDERWIJSBELEID IN VLAANDEREN
H1. HOEVEEL REGERINGEN TELT ONS LAND?
1830: België onafhankelijk.
De grondwet:
- Onstaan in 1831; toen zeer liberaal (veel vrijheden)
- Bevat de grondbeginselen voor het beleid van België.
- Uitgangspunt= gelijkheid; alle Belgen zijn gelijk.
- Fundamentele wet = geen wetten mogen worden goedgekeurd die in strijd zijn met de grondwet.
Vroeger = UNITAIRE STAAT of EENHEIDSSTAAT.
= Nationale overheid besliste ALLEEN over het Belgisch beleid
België
Nu = FEDERALE STAAT.
= Zowel Vlaamse als federale overheid waarbij elk zijn eigen
bevoegdheden, eigen parlement en regering heeft.
Federale systeem bestaat uit 3 beleidsniveaus:
1. DE FEDERALE STAAT
Eigen federaal parlement + federale regering.
2. DE GEMEENSCHAPPEN
3 gemeenschappen:
o Vlaamse gemeenschap
o Franse gemeenschap
o Duitstalige gemeenschap.
Verantwoordelijk voor de culturele en persoonsgebonden aangelegenheden binnen een bepaald
taalgebied. = taal, cultuur, onderwijs en welzijns- en gezondheidszorg.
4 taalgebieden:
o Nederlandstalig
o Franstalig
o Duitstalig
o Tweetalig gebied (= BHG).
Franstalig onderwijs à de Franse gemeenschap
Nederlandstalig onderwijs à de Vlaamse gemeenschap.
-1-
,SV onderwijs – MPY 2019-2020
3. DE GEWESTEN
3 gewesten:
o Vlaamse gewest
o Waalse gewest
o Brussel Hoofdstedelijk Gewest
Bevoegd voor alle materies die geheel of gedeeltelijk aan een welomschreven grondgebied
gebonden zijn.
= economie, landbouw, werkgelegenheid, wegen, ruimtelijke ordening en milieu.
Opmerking:
- Elk gewest en elke gemeenschap beschikt over een eigen regering en een eigen parlement
- Regeringen en parlementen van het Vlaamse gewest en de Vlaamse gemeenschap zijn verenigd
in 1 Vlaamse regering en 1 Vlaams parlement.
- De 3 beleidsniveaus beschikken over eigen WETGEVENDE (parlement) en UITVOERENDE
(regering) organen.
H2. BESTAAT ER ZOIETS ALS BELGISCH ONDERWIJS?
Onderwijs = gefederaliseerd; elke gemeenschap kan autonoom beslissen over zijn onderwijs; elk zijn
eigen minister van onderwijs.
Maart 2019: leerplicht vervroegd naar 5 jaar vanaf schooljaar 20-21.
à beslissing genomen door de Federale kamer (» KvV); dus niet door de Vlaamse
regering/parlement.
Ben Weyts = viceministerpresident – Vlaams minister van onderwijs, sport, dierenwelzijn en Vlaamse
rand.
1. FEDERALE ONDERWIJSWETGEVING
1989: overdracht gehele bevoegdheid inzake onderwijs aan de gemeenschappen.
à op KT onstonden er ≠ tussen de onderwijsstructuren in Vlaanderen – Wallonië.
Toch worden 3 dingen federaal beslist:
- Wanneer de leerplicht start/eindigt;
- Wat de minimale voorwaarden zijn voor het uitreiken van diploma’s;
- Hoe de pensioenen geregeld worden voor onderwijspersoneel.
Ondanks deze 3 elementen bestaat er geen Belgisch onderwijs, wat vaak zorgt voor verwarring.
Internationaal?
- Bij vergelijkingen gaat het steeds over een gemiddelde van de ≠ onderwijssystemen in België
- Bij een bijeenkomst zullen er >1 ministers België vertegenwoordigen.
-2-
,SV onderwijs – MPY 2019-2020
2. ONDERWIJSDECRETEN OP GEMEENSCHAPSNIVEAU
Beslissingen die door de gemeenschappen worden genomen, zijn pas bindend wanneer deze in decreten
worden opgenomen.
Wetten à het Federale parlement.
Decreten à het Vlaamse parlement.
Ordonnanties à Brussel Hoofdstedelijk Gewest.
H3 HOE VERANDER JE IETS IN HET ONDERWIJS?
Wat werd er niet vastgelegd in decreten?
- Dat je moet werken met schooljaren
- Dat je niet modulair moet werken
- Welke werkvormen je al dan niet mag gebruiken
- Dat alle kinderen van = leeftijd moeten samen zitten in = klas
- …
Wat kan de overheid wel bepalen?
- Eindtermen (bv.wat er minimaal in onderwijs aan bod komt)
- Hoe de toegang tot (buitengewoon) onderwijs geregeld is (bv. M-decreet)
- Hoe het aanbod in het onderwijs er kan uitzien (bv. matrix van richtingen in SO)
1. DE VERSCHILLENDE SPELERS
1989: staatshervorming; onderwijs valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.
- Vlaamse Parlement (wetgevend/decretaal)
Beslissen over de
- Vlaamse regering onderwijsaangelegenheden in
- Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming (uitvoerend) VL
HET BELEIDSDOMEIN ONDERWIJS EN VORMING
Vlaamse onderwijsadministratie VLOR VL minister O&V +
kabinet
ROL? beleidsvoorbereiding – beleidsuitvoering – beleidsevaluatie.
A. DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS EN VORMING EN ZIJN KABINET
Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming laat zich bijstaan door zijn kabinet.
Kabinet = groep met kabinetmedewerkers (geen ambtenaren), wisselen naargelang minister.
Bestaat uit:
- Kabinetschef
- Kabinetssecretaris
- Stafmedewerker
= Legt contact met ≠ betrokken groeperingen en instanties, voert gespreksrondes +
onderhandelen om het beleid degelijk voor te bereiden.
-3-
,SV onderwijs – MPY 2019-2020
Alle stafleden krijgen bepaalde beleidsdomeinen toegewezen:
- Voorbereiden van de beleidsbeslissingen
- adviseren de minister ivm hun specifieke sector.
Bij het ontwerpen van decreten heeft de minister + kabinet een belangrijke rol
à ontstaan van een informatie-uitwisseling tussen kabinet – Vlaamse onderwijsadministratie.
Gebeurt in de…
BELEIDSRAAD = forum waar politieke en administratie overleg plegen + de regering ondersteunt bij het
sturen van het beleidsdomein.
B. De vlaamse onderwijsadministratie
Bestaat uit een aantal AUTONOME organisaties:
a. DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING: (stippelt het Vlaamse onderwijsbeleid uit):
3 functies
o Beleidsvoorbereiding
à visieteksten maken, nieuwe projecten op gang brengen, denkpisten stimuleren.
o Beleidsuitvoering
à ondersteunen van de scholen, personeelsdossiers bijhouden + informatie over de
decreten aan de inrichtende machten en aan de directeurs bezorgen via omzendbrieven.
o Beleidsevaluatie
b. 4 AGENTSCHAPPEN (voeren het beleid uit):
o Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenonderwijs, Kwalificaties en
Studietoelagen
= AHOVOKS
o Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs
= AGIOn
o Agentschap voor Onderwijsdiensten
= AgODi
(basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs, centra voor
llnbegeleiding, inspectie en begeleiding).
o Onderwijsinspectie
à werken autonoom
à geleid door leidende ambtenaar = sturen + volgen samen met de minister hun betreffende
beleidsdomein op in de beleidsraad.
-4-
, SV onderwijs – MPY 2019-2020
C. DE VLAAMSE ONDERWIJSRAAD (VLOR)
VLOR:
- Strategische adviesraad over alle onderwijsitems
- Overleg tussen vertegenwoordigers van het brede onderwijsveld – sociaal-economische en
sociaal-culturele organisaties.
- Obv dit overleg wordt er advies gegeven aan de minister en het parlement.
Het advies kan op vraag van de minister of uit eigen initiatief van de VLOR gebeuren.
à minister is verplicht het advies in te winnen bij indienen van een ontwerp van decreet in het Vlaams
Parlement.
à minister is niet verplicht de adviezen te volgen maar doet dit in functie van de draagkracht meestal
wel.
2. DE BELEIDSCYCLUS
Onderwijsbeleid = cyclische beweging met verschillende stappen.
1. DE VOORBEREIDINGSFASE
a. Een Vlaams volksvertegenwoordiger of minister van de Vlaamse Regering neemt initiatief tot
decreet.
Voorstel tot decreet = initiatief volksvertegenwoordiger.
Ontwerp van decreet = initiatief minister
Voorzitter Vlaams parlement beslist of voorstel/ontwerp ontvankelijk is.
b. Minister bereidt met medewerking van kabinet + departement een decreet voor.
Hierbij wint hij adviezen in bij ≠ instanties= VLOR, RvS, inspectie v. financiën,..
c. Voorontwerp wordt voorgelegd aan de Vlaamse Regering; bij goedkeuring wordt het
ingediend bij het Vlaams Parlement.
à START PARLEMENTAIRE FASE (in één van de commissies van het Vlaams parlement).
Taak commissie = ontwerpen en voorstellen bespreken + klaar maken voor behandeling
in het parlement
2. DE BESLISSINGSFASE
In de plenaire vergardering van het Vlaams Parlement vind een bespreking + eindstemming
plaats.
Goedgekeurd? à Decreet zal worden bekrachtigd + afgekondigd door de Vlaamse Regering.
Pas bindend 10 dagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
3. DE UITVOERINGSFASE
Uitvoering in het onderwijsveld met medewerking van de onderwijsadministratie, scholen en ≠
onderwijsorganisaties.
-5-
DEEL 1: WIE BEPAALT HET ONDERWIJSBELEID IN VLAANDEREN
H1. HOEVEEL REGERINGEN TELT ONS LAND?
1830: België onafhankelijk.
De grondwet:
- Onstaan in 1831; toen zeer liberaal (veel vrijheden)
- Bevat de grondbeginselen voor het beleid van België.
- Uitgangspunt= gelijkheid; alle Belgen zijn gelijk.
- Fundamentele wet = geen wetten mogen worden goedgekeurd die in strijd zijn met de grondwet.
Vroeger = UNITAIRE STAAT of EENHEIDSSTAAT.
= Nationale overheid besliste ALLEEN over het Belgisch beleid
België
Nu = FEDERALE STAAT.
= Zowel Vlaamse als federale overheid waarbij elk zijn eigen
bevoegdheden, eigen parlement en regering heeft.
Federale systeem bestaat uit 3 beleidsniveaus:
1. DE FEDERALE STAAT
Eigen federaal parlement + federale regering.
2. DE GEMEENSCHAPPEN
3 gemeenschappen:
o Vlaamse gemeenschap
o Franse gemeenschap
o Duitstalige gemeenschap.
Verantwoordelijk voor de culturele en persoonsgebonden aangelegenheden binnen een bepaald
taalgebied. = taal, cultuur, onderwijs en welzijns- en gezondheidszorg.
4 taalgebieden:
o Nederlandstalig
o Franstalig
o Duitstalig
o Tweetalig gebied (= BHG).
Franstalig onderwijs à de Franse gemeenschap
Nederlandstalig onderwijs à de Vlaamse gemeenschap.
-1-
,SV onderwijs – MPY 2019-2020
3. DE GEWESTEN
3 gewesten:
o Vlaamse gewest
o Waalse gewest
o Brussel Hoofdstedelijk Gewest
Bevoegd voor alle materies die geheel of gedeeltelijk aan een welomschreven grondgebied
gebonden zijn.
= economie, landbouw, werkgelegenheid, wegen, ruimtelijke ordening en milieu.
Opmerking:
- Elk gewest en elke gemeenschap beschikt over een eigen regering en een eigen parlement
- Regeringen en parlementen van het Vlaamse gewest en de Vlaamse gemeenschap zijn verenigd
in 1 Vlaamse regering en 1 Vlaams parlement.
- De 3 beleidsniveaus beschikken over eigen WETGEVENDE (parlement) en UITVOERENDE
(regering) organen.
H2. BESTAAT ER ZOIETS ALS BELGISCH ONDERWIJS?
Onderwijs = gefederaliseerd; elke gemeenschap kan autonoom beslissen over zijn onderwijs; elk zijn
eigen minister van onderwijs.
Maart 2019: leerplicht vervroegd naar 5 jaar vanaf schooljaar 20-21.
à beslissing genomen door de Federale kamer (» KvV); dus niet door de Vlaamse
regering/parlement.
Ben Weyts = viceministerpresident – Vlaams minister van onderwijs, sport, dierenwelzijn en Vlaamse
rand.
1. FEDERALE ONDERWIJSWETGEVING
1989: overdracht gehele bevoegdheid inzake onderwijs aan de gemeenschappen.
à op KT onstonden er ≠ tussen de onderwijsstructuren in Vlaanderen – Wallonië.
Toch worden 3 dingen federaal beslist:
- Wanneer de leerplicht start/eindigt;
- Wat de minimale voorwaarden zijn voor het uitreiken van diploma’s;
- Hoe de pensioenen geregeld worden voor onderwijspersoneel.
Ondanks deze 3 elementen bestaat er geen Belgisch onderwijs, wat vaak zorgt voor verwarring.
Internationaal?
- Bij vergelijkingen gaat het steeds over een gemiddelde van de ≠ onderwijssystemen in België
- Bij een bijeenkomst zullen er >1 ministers België vertegenwoordigen.
-2-
,SV onderwijs – MPY 2019-2020
2. ONDERWIJSDECRETEN OP GEMEENSCHAPSNIVEAU
Beslissingen die door de gemeenschappen worden genomen, zijn pas bindend wanneer deze in decreten
worden opgenomen.
Wetten à het Federale parlement.
Decreten à het Vlaamse parlement.
Ordonnanties à Brussel Hoofdstedelijk Gewest.
H3 HOE VERANDER JE IETS IN HET ONDERWIJS?
Wat werd er niet vastgelegd in decreten?
- Dat je moet werken met schooljaren
- Dat je niet modulair moet werken
- Welke werkvormen je al dan niet mag gebruiken
- Dat alle kinderen van = leeftijd moeten samen zitten in = klas
- …
Wat kan de overheid wel bepalen?
- Eindtermen (bv.wat er minimaal in onderwijs aan bod komt)
- Hoe de toegang tot (buitengewoon) onderwijs geregeld is (bv. M-decreet)
- Hoe het aanbod in het onderwijs er kan uitzien (bv. matrix van richtingen in SO)
1. DE VERSCHILLENDE SPELERS
1989: staatshervorming; onderwijs valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.
- Vlaamse Parlement (wetgevend/decretaal)
Beslissen over de
- Vlaamse regering onderwijsaangelegenheden in
- Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming (uitvoerend) VL
HET BELEIDSDOMEIN ONDERWIJS EN VORMING
Vlaamse onderwijsadministratie VLOR VL minister O&V +
kabinet
ROL? beleidsvoorbereiding – beleidsuitvoering – beleidsevaluatie.
A. DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS EN VORMING EN ZIJN KABINET
Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming laat zich bijstaan door zijn kabinet.
Kabinet = groep met kabinetmedewerkers (geen ambtenaren), wisselen naargelang minister.
Bestaat uit:
- Kabinetschef
- Kabinetssecretaris
- Stafmedewerker
= Legt contact met ≠ betrokken groeperingen en instanties, voert gespreksrondes +
onderhandelen om het beleid degelijk voor te bereiden.
-3-
,SV onderwijs – MPY 2019-2020
Alle stafleden krijgen bepaalde beleidsdomeinen toegewezen:
- Voorbereiden van de beleidsbeslissingen
- adviseren de minister ivm hun specifieke sector.
Bij het ontwerpen van decreten heeft de minister + kabinet een belangrijke rol
à ontstaan van een informatie-uitwisseling tussen kabinet – Vlaamse onderwijsadministratie.
Gebeurt in de…
BELEIDSRAAD = forum waar politieke en administratie overleg plegen + de regering ondersteunt bij het
sturen van het beleidsdomein.
B. De vlaamse onderwijsadministratie
Bestaat uit een aantal AUTONOME organisaties:
a. DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING: (stippelt het Vlaamse onderwijsbeleid uit):
3 functies
o Beleidsvoorbereiding
à visieteksten maken, nieuwe projecten op gang brengen, denkpisten stimuleren.
o Beleidsuitvoering
à ondersteunen van de scholen, personeelsdossiers bijhouden + informatie over de
decreten aan de inrichtende machten en aan de directeurs bezorgen via omzendbrieven.
o Beleidsevaluatie
b. 4 AGENTSCHAPPEN (voeren het beleid uit):
o Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenonderwijs, Kwalificaties en
Studietoelagen
= AHOVOKS
o Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs
= AGIOn
o Agentschap voor Onderwijsdiensten
= AgODi
(basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs, centra voor
llnbegeleiding, inspectie en begeleiding).
o Onderwijsinspectie
à werken autonoom
à geleid door leidende ambtenaar = sturen + volgen samen met de minister hun betreffende
beleidsdomein op in de beleidsraad.
-4-
, SV onderwijs – MPY 2019-2020
C. DE VLAAMSE ONDERWIJSRAAD (VLOR)
VLOR:
- Strategische adviesraad over alle onderwijsitems
- Overleg tussen vertegenwoordigers van het brede onderwijsveld – sociaal-economische en
sociaal-culturele organisaties.
- Obv dit overleg wordt er advies gegeven aan de minister en het parlement.
Het advies kan op vraag van de minister of uit eigen initiatief van de VLOR gebeuren.
à minister is verplicht het advies in te winnen bij indienen van een ontwerp van decreet in het Vlaams
Parlement.
à minister is niet verplicht de adviezen te volgen maar doet dit in functie van de draagkracht meestal
wel.
2. DE BELEIDSCYCLUS
Onderwijsbeleid = cyclische beweging met verschillende stappen.
1. DE VOORBEREIDINGSFASE
a. Een Vlaams volksvertegenwoordiger of minister van de Vlaamse Regering neemt initiatief tot
decreet.
Voorstel tot decreet = initiatief volksvertegenwoordiger.
Ontwerp van decreet = initiatief minister
Voorzitter Vlaams parlement beslist of voorstel/ontwerp ontvankelijk is.
b. Minister bereidt met medewerking van kabinet + departement een decreet voor.
Hierbij wint hij adviezen in bij ≠ instanties= VLOR, RvS, inspectie v. financiën,..
c. Voorontwerp wordt voorgelegd aan de Vlaamse Regering; bij goedkeuring wordt het
ingediend bij het Vlaams Parlement.
à START PARLEMENTAIRE FASE (in één van de commissies van het Vlaams parlement).
Taak commissie = ontwerpen en voorstellen bespreken + klaar maken voor behandeling
in het parlement
2. DE BESLISSINGSFASE
In de plenaire vergardering van het Vlaams Parlement vind een bespreking + eindstemming
plaats.
Goedgekeurd? à Decreet zal worden bekrachtigd + afgekondigd door de Vlaamse Regering.
Pas bindend 10 dagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
3. DE UITVOERINGSFASE
Uitvoering in het onderwijsveld met medewerking van de onderwijsadministratie, scholen en ≠
onderwijsorganisaties.
-5-