Samenvatting – Inleiding tot het Recht
1. Wat is recht?
Recht is moeilijk te definiëren door zijn vele vormen en
veranderlijkheid.
Een betere vraag is: Wat is het doel van recht? Antwoord: orde
scheppen in de samenleving.
Volgens Hobbes zijn mensen van nature op zoek naar eigenbelang,
wat kan leiden tot conflicten en chaos.
Recht (door middel van afspraken) voorkomt deze chaos en maakt
samenleven mogelijk.
2. Rechtsregels
Een rechtsregel is een gedragsregel die het samenleven mogelijk
maakt, door menselijk gedrag extern te regelen.
Alleen gedrag (niet gedachten) valt onder rechtsregels.
Rechtsregels hebben een algemene draagwijdte, maar zijn
relatief: ze gelden enkel voor wie binnen de toepassingsfeer valt.
Afdwingbaarheid maakt een regel tot een rechtsregel, in
tegenstelling tot louter beleefde of sociaal wenselijke gedragingen.
Zonder afdwingbaarheid verliezen rechtsregels hun waarde.
Sancties bij overtreding kunnen publiek (gevangenisstraf, boete) of
privaat (bv. onwaardigheid om te erven) zijn.
Soms zijn regels niet afdwingbaar (bv. termijnen van orde), deze
noemt men onvolkomen rechtsregels.
Voor een goed functionerend rechtssysteem is rechtszekerheid
essentieel: de regels moeten duidelijk zijn en consequent worden
toegepast.
Rechtvaardigheid is ook belangrijk: regels moeten de belangen
van individu en samenleving in balans brengen.
Recht is rationeel, maar er is steeds meer aandacht voor de
'voelende mens' (bv. slachtoffers in strafzaken, belang van het kind
in familiezaken).
3. Definitie van recht
Recht is de menselijke activiteit gericht op het ordenen van
het samenleven door het opleggen van rechtsregels.
,4. Objectief en subjectief recht
Objectief recht: het geheel van geldende rechtsregels in een
samenleving op een bepaald moment (ook wel positief recht
genoemd).
o Voorbeeld: het Belgisch recht zoals het vandaag geldt.
o Onderscheid tussen:
Materieel recht: inhoud van de regels (bv. wat is
eigendom, misdrijf).
Formeel recht (procedureel recht): hoe de regels
worden afgedwongen (bv. procesrecht).
Subjectief recht: de rechten en plichten die een individu uit het
objectief recht kan afleiden.
o Voorbeeld: een huurder heeft het subjectief recht op rustig
genot van de woning; de verhuurder heeft de plicht dit te
waarborgen.
Samenvatting – Ontwikkeling van objectief recht
1.1. Ordening in ruimte
Recht is een samenlevingsverschijnsel: waar mensen
samenleven, ontstaan er afspraken = recht.
o Zelfs op een onbewoond eiland zullen mensen regels maken
om samen te leven.
Mensen maken deel uit van verschillende
samenlevingsverbanden met elk hun eigen rechtsorde (bv.
gezin, sportclub, staat).
o Je kunt dus onder verschillende rechtsorden vallen (bv.
Belgische én Europese rechtsorde).
Een staat is een rechtsorde met:
o Grondgebied, bevolking, en gezag.
o De territoriale soevereiniteit (grond, ondergrond, water,
lucht) behoort exclusief toe aan de staat.
o Sommige gebieden zoals de volle zee, de ruimte en Antarctica
vallen onder internationaal recht.
Soevereiniteit betekent dat een staat zijn eigen rechtsorde mag
opstellen.
, o Elke staat heeft dus zijn eigen organisatie en regelgeving.
o België is bv. een monarchie, Frankrijk een republiek.
Binnen samenlevingen bestaan breuklijnen en ideologieën (bv.
liberalisme, socialisme, nationalisme) die invloed hebben op
rechtsregels.
Politiek stuurt de samenleving: keuzes worden gemaakt = beleid,
en dat beleid wordt omgezet in rechtsregels.
o Hierdoor kunnen rechtsregels verschillen per samenleving.
1.2. Ordening in tijd
Rechtsregels evolueren doorheen de tijd.
o Bv. abortuswetgeving bestond vroeger niet in België.
Recht ontwikkelt mee met de samenleving, die steeds
complexer wordt.
o Dit leidt tot juridisering: steeds meer zaken worden door
recht geregeld.
Positief recht (het recht dat nu geldt) is het resultaat van een
historische evolutie.
o Voorbeeld: het Wetboek van Hammurabi (18e eeuw v.C.) als
een van de oudste rechtsteksten.
De moderne natiestaat heeft de rol van rechtsvormer op zich
genomen.
o De staat is soeverein en mag dus zelf rechtsregels vastleggen.
o Evolutie van:
Nachtwakersstaat: alleen ordehandhaving.
Naar sociale verzorgingsstaat: actieve rol in welzijn
en bescherming van burgers.
Bv. rechten van arbeiders, bescherming van
sociale, economische en culturele rechten.
Er is ook een groeiende internationale rechtsorde:
o Staten, zoals de EU-lidstaten, geven bevoegdheden af aan
internationale organisaties.
o De Europese integratie is ontstaan na WO II als reactie op
bloedige conflicten.
, o Hierdoor wordt statelijke soevereiniteit deels beperkt ten
voordele van internationale samenwerking.
2.1. Over rechtsbronnen
Rechtsbronnen maken het mogelijk om het geldende recht te
kennen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
o Materiële bronnen van recht: factoren die invloed hebben
op de inhoud van het recht.
o Formele bronnen van recht: de uiterlijke
verschijningsvormen van het geldende recht.
2.2. Materiële bronnen van recht
Materiële bronnen bepalen de inhoud van het recht en zijn
historisch, politiek, filosofisch of maatschappelijk van aard.
o Voorbeelden: machtsverhoudingen, maatschappelijke
discussies (bv. abortus, euthanasie), rampen, crisissen (bv.
COVID-19), publieke opinie.
o Voorbeelden uit België: zaak-Dutroux leidde tot hervormingen
in de politie.
2.3. Formele bronnen van recht
Formele bronnen zijn de officiële, uiterlijke vormen waarin het
recht verschijnt.
De belangrijkste formele bronnen van Belgisch recht zijn:
o Wetgeving
o Rechtspraak
o Rechtsleer
Er is een hiërarchie tussen deze bronnen, waarbij wetgeving de
hoogste bindende waarde heeft.
Wetgeving (als formele bron)
§1. Het begrip ‘wetgeving’
In België is wetgeving een belangrijke formele bron van recht en
een bindende bron.
1. Wat is recht?
Recht is moeilijk te definiëren door zijn vele vormen en
veranderlijkheid.
Een betere vraag is: Wat is het doel van recht? Antwoord: orde
scheppen in de samenleving.
Volgens Hobbes zijn mensen van nature op zoek naar eigenbelang,
wat kan leiden tot conflicten en chaos.
Recht (door middel van afspraken) voorkomt deze chaos en maakt
samenleven mogelijk.
2. Rechtsregels
Een rechtsregel is een gedragsregel die het samenleven mogelijk
maakt, door menselijk gedrag extern te regelen.
Alleen gedrag (niet gedachten) valt onder rechtsregels.
Rechtsregels hebben een algemene draagwijdte, maar zijn
relatief: ze gelden enkel voor wie binnen de toepassingsfeer valt.
Afdwingbaarheid maakt een regel tot een rechtsregel, in
tegenstelling tot louter beleefde of sociaal wenselijke gedragingen.
Zonder afdwingbaarheid verliezen rechtsregels hun waarde.
Sancties bij overtreding kunnen publiek (gevangenisstraf, boete) of
privaat (bv. onwaardigheid om te erven) zijn.
Soms zijn regels niet afdwingbaar (bv. termijnen van orde), deze
noemt men onvolkomen rechtsregels.
Voor een goed functionerend rechtssysteem is rechtszekerheid
essentieel: de regels moeten duidelijk zijn en consequent worden
toegepast.
Rechtvaardigheid is ook belangrijk: regels moeten de belangen
van individu en samenleving in balans brengen.
Recht is rationeel, maar er is steeds meer aandacht voor de
'voelende mens' (bv. slachtoffers in strafzaken, belang van het kind
in familiezaken).
3. Definitie van recht
Recht is de menselijke activiteit gericht op het ordenen van
het samenleven door het opleggen van rechtsregels.
,4. Objectief en subjectief recht
Objectief recht: het geheel van geldende rechtsregels in een
samenleving op een bepaald moment (ook wel positief recht
genoemd).
o Voorbeeld: het Belgisch recht zoals het vandaag geldt.
o Onderscheid tussen:
Materieel recht: inhoud van de regels (bv. wat is
eigendom, misdrijf).
Formeel recht (procedureel recht): hoe de regels
worden afgedwongen (bv. procesrecht).
Subjectief recht: de rechten en plichten die een individu uit het
objectief recht kan afleiden.
o Voorbeeld: een huurder heeft het subjectief recht op rustig
genot van de woning; de verhuurder heeft de plicht dit te
waarborgen.
Samenvatting – Ontwikkeling van objectief recht
1.1. Ordening in ruimte
Recht is een samenlevingsverschijnsel: waar mensen
samenleven, ontstaan er afspraken = recht.
o Zelfs op een onbewoond eiland zullen mensen regels maken
om samen te leven.
Mensen maken deel uit van verschillende
samenlevingsverbanden met elk hun eigen rechtsorde (bv.
gezin, sportclub, staat).
o Je kunt dus onder verschillende rechtsorden vallen (bv.
Belgische én Europese rechtsorde).
Een staat is een rechtsorde met:
o Grondgebied, bevolking, en gezag.
o De territoriale soevereiniteit (grond, ondergrond, water,
lucht) behoort exclusief toe aan de staat.
o Sommige gebieden zoals de volle zee, de ruimte en Antarctica
vallen onder internationaal recht.
Soevereiniteit betekent dat een staat zijn eigen rechtsorde mag
opstellen.
, o Elke staat heeft dus zijn eigen organisatie en regelgeving.
o België is bv. een monarchie, Frankrijk een republiek.
Binnen samenlevingen bestaan breuklijnen en ideologieën (bv.
liberalisme, socialisme, nationalisme) die invloed hebben op
rechtsregels.
Politiek stuurt de samenleving: keuzes worden gemaakt = beleid,
en dat beleid wordt omgezet in rechtsregels.
o Hierdoor kunnen rechtsregels verschillen per samenleving.
1.2. Ordening in tijd
Rechtsregels evolueren doorheen de tijd.
o Bv. abortuswetgeving bestond vroeger niet in België.
Recht ontwikkelt mee met de samenleving, die steeds
complexer wordt.
o Dit leidt tot juridisering: steeds meer zaken worden door
recht geregeld.
Positief recht (het recht dat nu geldt) is het resultaat van een
historische evolutie.
o Voorbeeld: het Wetboek van Hammurabi (18e eeuw v.C.) als
een van de oudste rechtsteksten.
De moderne natiestaat heeft de rol van rechtsvormer op zich
genomen.
o De staat is soeverein en mag dus zelf rechtsregels vastleggen.
o Evolutie van:
Nachtwakersstaat: alleen ordehandhaving.
Naar sociale verzorgingsstaat: actieve rol in welzijn
en bescherming van burgers.
Bv. rechten van arbeiders, bescherming van
sociale, economische en culturele rechten.
Er is ook een groeiende internationale rechtsorde:
o Staten, zoals de EU-lidstaten, geven bevoegdheden af aan
internationale organisaties.
o De Europese integratie is ontstaan na WO II als reactie op
bloedige conflicten.
, o Hierdoor wordt statelijke soevereiniteit deels beperkt ten
voordele van internationale samenwerking.
2.1. Over rechtsbronnen
Rechtsbronnen maken het mogelijk om het geldende recht te
kennen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
o Materiële bronnen van recht: factoren die invloed hebben
op de inhoud van het recht.
o Formele bronnen van recht: de uiterlijke
verschijningsvormen van het geldende recht.
2.2. Materiële bronnen van recht
Materiële bronnen bepalen de inhoud van het recht en zijn
historisch, politiek, filosofisch of maatschappelijk van aard.
o Voorbeelden: machtsverhoudingen, maatschappelijke
discussies (bv. abortus, euthanasie), rampen, crisissen (bv.
COVID-19), publieke opinie.
o Voorbeelden uit België: zaak-Dutroux leidde tot hervormingen
in de politie.
2.3. Formele bronnen van recht
Formele bronnen zijn de officiële, uiterlijke vormen waarin het
recht verschijnt.
De belangrijkste formele bronnen van Belgisch recht zijn:
o Wetgeving
o Rechtspraak
o Rechtsleer
Er is een hiërarchie tussen deze bronnen, waarbij wetgeving de
hoogste bindende waarde heeft.
Wetgeving (als formele bron)
§1. Het begrip ‘wetgeving’
In België is wetgeving een belangrijke formele bron van recht en
een bindende bron.